Operation Manual
worden gebruikt om snel uw bestemming te kiezen. Meer informatie over
snelle bestemmingskeuze vindt u in sectie 3.5.
De Routeplanner functie vindt u in sectie 3.4.
3.2.1 Uw plaats van bestemming invoeren
Navigatie> Ga naar> Tekst
Nadat u op de toets ‘Tekst’ in het scherm ‘Ga naar’ heeft gedrukt verschijnt
een toetsenbord waarmee u uw bestemming kunt invoeren. (Meer informatie
over het gebruik van het toetsenbord vindt u in sectie 2).
Door op de toetsen van het toetsenbord te drukken, verschijnen de
bijbehorende karakters in het veld ‘huidige bestemming (1)’; de mogelijke
bestemmingen veranderen in het veld ‘keuze bestemming (2)’
dienovereenkomstig. Met behulp van de pijltjestoetsen ‘omhoog’ en ‘omlaag’
kunt u door de bestemmingen in het veld ‘keuze bestemming’ bladeren.
Wanneer de cursor zich in het veld ‘keuze bestemming’ op de gewenste stad
bevindt, drukt u op de toets ‘OK’ of direct op de desbetreffende stad.
OPMERKING: In het veld ‘huidige bestemming’ wordt het gekozen land van
bestemming weergegeven. Om het land te wijzigen drukt u op de toets ‘keuze
land’
OPMERKING: De laatste bestemming waarheen u genavigeerd bent staat
standaard bovenaan het veld ‘keuze bestemming’.
3.2.2 De straatnaam van uw bestemming invoeren
Navigatie> Ga naar> Tekst> [geselecteerde plaats van bestemming]