Operation Manual

Nadat u op de toets ‘Scherm’ heeft gedrukt , ziet u drie categorieën
‘Scherm Instellingen’.
Om tussen 2D en 3D kaartweergave te schakelen, drukt u op desbetreffende
toets waarna deze oplicht.
Om tussen Dag en Nacht kaartweergave te schakelen, drukt u op
desbetreffende toets waarna deze oplicht.
Om Auto-zoom-niveau Aan of Uit te zetten, drukt u op desbetreffende toets
waarna deze oplicht. De schermverlichting kunt u aanpassen met de schuif
onder in beeld.
Wanneer u tevreden bent met de verschillende instellingen, drukt u op de toets
‘OK’. Vervolgens gaat u naar het scherm ‘Systeem Instellingen’.
OPMERKING: De instellingen worden alleen opgeslagen als u op de toets ‘OK’
drukt.
3.9.4 Het aanraakscherm van uw navigatiesysteem kalibreren
Het kalibreren van het aanraakscherm van uw navigatiesysteem kan
problemen oplossen m.b.t. de aanraakgevoeligheid van de druktoetsen.
Systeem Instellingen> Scherm
Nadat u op de toets ‘Scherm’ heeft gedrukt , ziet u eveneens de toets
‘Kalibratie’ (linksboven). Druk op deze toets om de kalibratie van het
aanraakscherm te starten. Volg de instructies op het scherm. Nadat de
kalibratie voltooid is keert u terug naar het vorige scherm.
3.9.5 Uw ‘Huis adres’ wijzigen
Systeem Instellingen> Huis adres
Nadat u op de toets ‘Huis adres’ heeft gedrukt kunt u een nieuwe bestemming
invoeren als ‘Huis adres’. U vindt meer informatie over het invoeren van
bestemmingen in sectie 3.2.
TIP: Uw ‘Huis adres’ hoeft niet per se uw eigen huisadres te zijn, maar kan
bijvoorbeeld ook een veelgebruikt begin of eindpunt van een reis zijn, zoals uw
kantoor.
3.9.6 Het volume aanpassen