Operation Manual

informatie ontvangt u van uw navigatiesysteem gesproken instructies die u
naar de geselecteerde bestemming(en) leiden.
Het navigatiescherm bestaat uit:
• Een kaart waarop de omgeving staat weergegeven (1). Een pijl op de kaart
die uw huidige locatie aangeeft (2). Een blauwe lijn die de door het apparaat
berekende route aangeeft (3).
• Het veld ‘huidige straat’ met daarin de naam van uw huidige locatie (4).
• Het veld ‘volgende straat’ met daarin de naam van de volgende straat op weg
naar uw bestemming (5).
• Toetsen voor in- en uitzoomen (6).
• Een toets ‘auto-zoom’ (7)
• De verwachte tijd van aankomst (ETA) (8).
• Een visuele weergave van de volgende verkeerssituatie (9).
• Een veld ‘statistiek’ met daarin de verwachte reistijd, de afstand en uw
huidige snelheid bij benadering (10).
• Een veld ‘status’ met daarin het geschatte resterende vermogen van uw
batterij en het aantal verbonden satellieten (11).
• De POI functies: Uw eigen POI’s toevoegen en POI informatie verkrijgen
(12).
Wanneer u de instellingen tijdens het navigeren wilt wijzigen drukt u
eenvoudigweg op de kaart.
TIP: Het navigatiescherm en de plaatsing van informatie kan worden aangepast
aan uw specifieke eisen. U vindt meer informatie over het aanpassen van het
navigatiescherm in sectie 3.9.8.
TIP: Uw navigatiesysteem ondersteunt 2- en 3-dimensionale kaartweergave en
tevens twee verschillende kaartweergaven voor ‘s nachts en overdag. Meer
informatie over het aanpassen van de kaartweergave vindt u in sectie 3.9.3.
3.7.1 Auto-zoom functie
Navigatiescherm