Operation Manual

PASTOMASTER 60/120 RTL
16
2.3 MACHINES MET LUCHTGEKOELDE CONDENSOR
Machines met een luchtgekoelde condensor dienen niet dichter dan 50 centimeter van de muur of
andere obstakels de worden geplaatst. Alleen dan kan een voldoende luchtcirculatie worden
gerealiseerd.
Reinig regelmatig de grond en vloeren om de machine heen. Zo kan er het minste papier of stof in de
condensor terecht komen.
De condensor dient 1 keer per maand te worden schoongemaakt.
2.4 MACHINES MET WATERGEKOELDE CONDENSOR
De machine moet worden gekoppeld aan de watertoevoer, zoals de regels hiervoor gelden in het land
waar de machine wordt gebruikt.
De wateraansluiting voor de watergekoelde machines kan men vinden aan de achterzijde van de
machine. Er zijn 4 aansluitingen die zich boven elkaar bevinden.
De machine moet worden aangesloten op een watertoevoer of een waterkoeltoren. De waterdruk
moet minimaal 0,1MPa (1 bar) zijn en de toevoer moet gelijk zijn aan het waterverbruik.
Verbind de watertoevoerpijp aan de watertoevoer en de uitlaatpijp aan een afvoerpijp.
In het gevald at voor gas koelwater wordt gebruikt vanaf een recovery-systeem (koeltoren), sluit dan
de toevoer aan de tweede pijp van onder. Zorg ervoor dat de onderste pijp goed is afgesloten met de
hiervoor bestemde plug.
OPMERKING
Onvoldoende luchtcirculatie zal de werking en capaciteit van de machine beïnvloeden.