Operation Manual

EVD 3
16
2012
2.3 MACHINES MET LUCHTGEKOELDE CONDENSORS
Machines met luchtgekoelde condensors dienen geïnstalleerd te worden met een ruimte van
minimaal 5 cm vrij rondom de machine om de luchtcirculatie vrij te houden.
NOOT
Onvoldoende luchtcirculatie kan de werking en prestatie van de machine beïnvloeden.
2.4 MACHINES MET WATERGEKOELDE CONDENSORS
Een watergekoelde machine dient te worden aangesloten op de waterleiding en -afvoer.
De waterdruk dient tussen 0,1 en 0,8 MPa (1-8 bar) te zijn. De levering van het water dient gelijk
te zijn aan de consumptie per uur. De wateraanvoer dient aangesloten te worden op de ‘Water
Inlet” en de waterafvoer op de “Water Outlet”.
2.4.1 Water regelventiel
Het water regelventiel dient geïnstalleerd te worden door een gecertificeerd monteur. Deze moet zo
geïnstalleerd zijn dat er geen water stroomt wanneer de machine niet in gebruik is. Als de machine in
gebruik is, dient er lauwwarm water uit de machine te stromen.
NOOT
Watergebruik stijgt als de water toevoer boven de 20°C is.
WAARSCHUWING
Laat de machine nooit in een ruimte onder de 0°C, zonder dat al het water uit de machine is afgetapt.
Dit wil zeggen al het water uit de condensor en Dry-Fill leidingen.
2.5 ELEKTRISCHE AANSLUITING
Alvorens de machine aan te sluiten op het elektriciteitsnet dient u na te gaan of de
voedingsspanning overeenstemt met de voedingsspanning die op het kentekenplaatje staat.
Plaats een stop in uw meterkast die genoeg Ampère kan absorberen.
De machine wordt geleverd met een kabel met 5 aansluitingen. De blauwe kabel dient u aan de
neutrale aan te sluiten.
Belangrijk: De geel/groene aardingskabel dient verbonden te worden met een goede aardleiding.
2.5.1 Vervanging van de voedingskabel
Indien de voedingskabel beschadigd is, dient deze onmiddellijk vervangen te worden door een
gelijkwaardige kabel. Alleen een daartoe opgeleide technicus mag de kabel vervangen.