Gebruikershandleiding • Lees voordat u de camera gebruikt eerst deze handleiding door, met name het gedeelte 'Veiligheidsmaatregelen'. • Door deze handleiding te lezen, leert u de camera correct te gebruiken. • Bewaar deze handleiding goed zodat u deze in de toekomst kunt raadplegen.
Inhoud van de verpakking Controleer, voordat u de camera in gebruik neemt, of de verpakking de onderstaande onderdelen bevat. Indien er iets ontbreekt, kunt u contact opnemen met uw leverancier. Batterij NB-5L (met kapje) Camera Polsriem WS-DC11 Interfacekabel IFC-400PCU Cd DIGITAL CAMERA Solution Disk* Batterijlader CB-2LX/CB-2LXE Introductiehandleiding Canon garantiesysteemboekje * Bevat software (= 28). • Een geheugenkaart wordt niet meegeleverd (zie hieronder).
Opmerkingen vooraf en wettelijke informatie • Maak enkele proefopnamen en bekijk deze om te controleren of de beelden goed zijn opgenomen. Canon Inc., dochterondernemingen van Canon en andere aangesloten bedrijven en distributeurs zijn niet aansprakelijk voor welke gevolgschade dan ook die voortvloeit uit enige fout in de werking van een camera of accessoire, inclusief kaarten, die ertoe leidt dat een opname niet kan worden gemaakt of niet kan worden gelezen door apparaten.
Namen van onderdelen en conventies die in deze handleiding worden gebruikt • • • • • • • • 4 Zoomknop Lampje Opnemen: / ON/OFF-knop Flitser Afspelen: / Ring Aansluiting statief Microfoon Geheugenkaart-/batterijklepje Lens Klepje gelijkstroomkoppeling Programmakeuzewiel Ontspanknop In deze handleiding worden pictogrammen gebruikt om de bijbehorende cameraknoppen en controleknoppen, waarop de pictogrammen zijn afgebeeld of die er op lijken, aan te
Namen van onderdelen en conventies die in deze handleiding worden gebruikt Riembevestigingspunt Scherm (LCD-monitor)* Indicator < (Selectie voor de ringfunctie)> / -knop Indicator Filmknop Luidspreker DIGITAL-aansluiting HDMITM-aansluiting -knop <1 (Afspelen)>-knop / < (Draadloos LAN)> / knop Omhoog / / knop Links Controleknop FUNC.
Inhoudsopgave Inhoud van de verpakking...............2 Compatibele geheugenkaarten.......2 Opmerkingen vooraf en wettelijke informatie........................3 Indeling van de gebruikershandleiding.....................3 Namen van onderdelen en conventies die in deze handleiding worden gebruikt...........4 Inhoudsopgave...............................6 Inhoudsopgave: basishandelingen............................8 Veiligheidsmaatregelen.................10 Basishandleiding............ 13 Voordat u begint.......
Inhoudsopgave 3 Andere opnamemodi..........137 Door beelden bladeren en beelden filteren...........................226 Gezichts-ID-gegevens bewerken....................................233 Opties voor het weergeven van foto’s.....................................235 Beelden beveiligen.....................238 Beelden wissen...........................242 Beelden roteren..........................245 Beeldcategorieën........................246 Handige bediening: Touch-acties................................
Inhoudsopgave: basishandelingen 4 Opnamen maken zz De door de camera bepaalde instellingen gebruiken (Auto-modus).....
Inhoudsopgave: basishandelingen zz Gezichts-ID gebruiken.................................................................115, 224 zz Filmclips en foto's combineren (Filmsynopsis).................................... 138 1 Weergeven zz Beelden bekijken (Afspeelmodus)...................................................... 218 zz Automatisch afspelen (Diavoorstelling)............................................... 236 zz Op een tv...............................................................................
Veiligheidsmaatregelen • Lees de volgende veiligheidsmaatregelen goed door, voordat u het product gebruikt. Gebruik het product altijd op de juiste wijze. • De veiligheidsvoorschriften op de volgende pagina's zijn bedoeld om letsel bij uzelf of bij andere personen of schade aan de apparatuur te voorkomen. • Lees ook altijd de handleidingen van alle afzonderlijk aangeschafte accessoires die u gebruikt. Waarschuwing Hiermee wordt gewezen op het risico van ernstig letsel of levensgevaar.
Veiligheidsmaatregelen De batterij kan exploderen of gaan lekken, wat kan leiden tot een elektrische schok of brand. Dit kan persoonlijk letsel en schade aan de omgeving veroorzaken. In het geval dat een batterij lekt en uw ogen, mond, huid of kleding met de batterijvloeistof in aanraking komen, moet u deze onmiddellijk afspoelen met water. • Zet de camera uit op plaatsen waar het gebruik van een camera niet is toegestaan.
Veiligheidsmaatregelen Voorzichtig Hiermee wordt gewezen op het risico van schade aan de apparatuur. • Richt de camera niet direct op een sterke lichtbron (zoals de zon op een heldere dag). Dit kan de beeldsensor beschadigen. • Als u de camera gebruikt op een strand of op een winderige plek, moet u erop letten dat er geen zand of stof in het apparaat terechtkomt. • Druk niet op de flitser en probeer hem niet te openen. Dit kan de werking van het product negatief beïnvloeden.
Basishandleiding Hierin staan de basisinstructies, van de eerste voorbereidingen voor het maken van foto's tot afspelen en opslaan op een computer 13
Voordat u begint Tref de volgende voorbereidingen voordat u opnamen maakt. De riem bevestigen Bevestig de riem. zz Steek het uiteinde van de riem door de opening van de riem ( ) en haal het andere uiteinde van de riem door het oog aan het draadeinde ( ). zz De riem kan ook aan de linkerkant van de camera worden bevestigd. De camera vasthouden zz Doe de riem om uw pols. zz Houd bij het maken van opnamen uw armen tegen uw lichaam gedrukt en houd de camera stevig vast om te voorkomen dat deze beweegt.
Voordat u begint De batterij opladen Laad voor gebruik de batterij op met de meegeleverde oplader. Bij aankoop van de camera is de batterij niet opgeladen. Zorg er dus voor dat u de batterij eerst oplaadt. 1 Verwijder het batterijklepje en plaats de batterij in de lader. zz Verwijder het batterijklepje en zorg dat de ▲-markeringen op de batterij overeenkomen met die op de oplader en plaats dan de batterij door deze naar binnen ( ) en naar beneden ( ) te drukken. 2 Laad de batterij op.
Voordat u begint • Zie “Specificaties” (= 335) voor meer informatie over de oplaadduur, het aantal opnamen en de opnameduur met een volledig opgeladen batterij. De batterij en geheugenkaart plaatsen Plaats de meegeleverde batterij en een geheugenkaart (afzonderlijk verkrijgbaar). Denk eraan dat u voordat u een nieuwe geheugenkaart (of een geheugenkaart die in een ander apparaat is geformatteerd) gaat gebruiken, de geheugenkaart met deze camera moet formatteren (= 269).
Voordat u begint 4 Plaats de geheugenkaart. zz Plaats de geheugenkaart in de getoonde Aansluitpunten richting totdat deze vastklikt en is vergrendeld. zz Controleer altijd of de geheugenkaart in de juiste richting is geplaatst. Als u de geheugenkaart in de verkeerde richting probeert te plaatsen, kunt u de camera beschadigen. 5 Sluit het klepje. zz Sluit het klepje ( ) en duw dit lichtjes aan terwijl u het naar binnen schuift totdat het vastklikt ( ).
Voordat u begint De datum en tijd instellen Stel de huidige datum en tijd als volgt correct in als het scherm [Datum/Tijd] wordt weergegeven wanneer u de camera inschakelt. De informatie die u op deze manier opgeeft, wordt vastgelegd in de afbeeldingseigenschappen wanneer u opneemt en wordt gebruikt wanneer u beelden beheert op opnamedatum of beelden afdrukt waarop de datum wordt weergegeven. U kunt desgewenst ook een datumstempel aan opnamen toevoegen (= 114). 1 Schakel de camera in.
Voordat u begint • Het scherm [Datum/Tijd] verschijnt steeds als u de camera inschakelt, tenzij u de datum, tijd en eigen tijdzone al hebt ingesteld. Geef de juiste informatie op. • Om de zomertijd in te stellen (normale tijd plus 1 uur), kiest u [ ] in stap 2 en kiest u vervolgens [ ] door op de knoppen te drukken of aan de knop <7> te draaien. • U kunt de datum en tijd ook instellen door op de gewenste instelling op het scherm in stap 2 te tikken en vervolgens op [o][p] te tikken, gevolgd door ].
Voordat u begint • De datum/tijd-instellingen blijven tot ongeveer drie weken na het verwijderen van de batterij behouden dankzij de ingebouwde datum/tijd-batterij (reservebatterij). • De datum/tijd-batterij wordt ongeveer in vier uur opgeladen nadat u een opgeladen batterij hebt geplaatst of de camera hebt aangesloten op een voedingsadapterset (afzonderlijk verkrijgbaar, = 280), zelfs als de camera is uitgeschakeld.
De interne oplaadbare lithiumbatterij recyclen • De huidige tijd wordt weergegeven als u in stap 2, nadat u op de knop hebt gedrukt, te lang wacht voordat u op de knop drukt. Druk in dat geval op de knop om de tijdweergave te verwijderen en herhaal stap 2. • U kunt de taal van het LCD-scherm ook wijzigen door op de knop te ] te selecteren op het tabblad [3].
De camera testen 3 Verwijder de batterij. zz Gebruik een pincet om de batterijhouder naar buiten te trekken en verwijder de batterij zoals in de afbeelding wordt weergegeven. Verwijder nooit de camerabehuizing om een andere reden dan om de interne oplaadbare lithiumbatterij te verwijderen voor recycling, wanneer u de camera afdankt. Foto's Films De camera testen Volg deze instructies om de camera in te schakelen, foto- of filmopnamen te maken en deze daarna te bekijken.
De camera testen 2 Open de modus . zz Stel het programmakeuzewiel in op . zz Richt de camera op het onderwerp. Terwijl de camera de compositie bepaalt, maakt deze een licht klikkend geluid. XX De pictogrammen die de modus voor speciale opnamen en de beeldstabilisatiemodus aanduiden, worden rechtsboven in het scherm weergegeven. XX Kaders rond gedetecteerde onderwerpen geven aan dat de camera daarop is scherpgesteld. 3 Kies de compositie.
De camera testen Maak de opname. zz Druk de ontspanknop helemaal naar beneden. XX Wanneer de camera de opname maakt, hoort u het sluitergeluid en wanneer er weinig licht is, gaat de flitser, als deze is uitgeklapt, automatisch af. zz Houd de camera stil tot het sluitergeluid stopt. XX Uw opname wordt weergegeven tot de camera gereed is om een nieuwe opname te maken. Films opnemen Start met opnemen. zz Druk op de filmknop.
De camera testen Bekijken Na het opnemen van foto's of films kunt u deze op de volgende manier op het scherm bekijken. 1 Open de afspeelmodus. zz Druk op de knop <1>. XX Uw laatste opname wordt weergegeven. 2 Blader door uw beelden. zz Als u het vorige beeld wilt bekijken, drukt u op de knop of draait u de knop <7> naar links. Als u het volgende beeld wilt bekijken, drukt u op de knop of draait u de knop <7> naar rechts. zz Houd de knoppen ingedrukt om snel door de beelden te bladeren.
De camera testen 3 Films afspelen zz Druk op de knop om naar het Volume filmbedieningspaneel te gaan. Selecteer [ ] (druk op de knoppen of draai aan de knop <7>) en druk vervolgens weer op de knop . XX Het afspelen begint en nadat de film is ] weergegeven. afgelopen, wordt [ zz Om het volume aan te passen, drukt u op de knoppen . • Om vanuit de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt u de ontspanknop half in.
De camera testen Beelden wissen U kunt beelden die u niet meer nodig hebt één voor één selecteren en wissen. Wees voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen niet worden hersteld. 1 Selecteer het beeld dat u wilt wissen. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om een beeld te selecteren. 2 Wis het beeld. zz Druk op de knop . zz Als [Wissen?] verschijnt, drukt u op de knoppen of draait u aan de knop <7> om [Wissen] te selecteren en drukt u vervolgens op de knop .
Meegeleverde software, handleidingen De software en handleidingen op de meegeleverde disks (= 2) komen hieronder aan de orde, met instructies voor de installatie, de opslag van beelden op een computer en het gebruik van de handleidingen. Software Nadat u de software op de cd-rom hebt geïnstalleerd, kunt u het volgende op uw computer doen.
Meegeleverde software, handleidingen Systeemvereisten De meegeleverde software kan worden gebruikt op de volgende computers. Windows Macintosh Windows 7 SP1 Mac OS X 10.6 – 10.7 Besturingssysteem Windows Vista SP2 Windows XP SP3 (OS X 10.6.
Meegeleverde software, handleidingen De software installeren Bij wijze van illustratie zijn hier Windows 7 en Mac OS X 10.6 gebruikt. U kunt de functie voor automatisch bijwerken gebruiken om de software naar de nieuwste versie bij te werken en nieuwe functies te downloaden via internet (bepaalde software uitgesloten). Zorg er voor dat u de software op een computer met internetverbinding installeert. 1 Plaats de cd-rom in het cd-rom/ dvd-station van de computer.
Meegeleverde software, handleidingen 3 Als er een bericht wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd om de camera aan te sluiten, sluit u deze aan op een computer. zz Open het klepje ( ) terwijl de camera is uitgeschakeld. Steek de kleinste stekker van de meegeleverde interfacekabel (= 2) in de aangegeven richting, helemaal in de aansluiting van de camera ( ). zz Steek de grote stekker van de interfacekabel in de USB-poort van de computer.
Meegeleverde software, handleidingen • Wanneer er geen internetverbinding is, gelden de volgende beperkingen. - Het scherm in stap 3 wordt niet weergegeven. - Bepaalde functies worden mogelijk niet geïnstalleerd • Nadat u de camera voor het eerst op de computer hebt aangesloten, worden er stuurprogramma's geïnstalleerd. Daarom kan het enkele minuten duren voordat u camerabeelden kunt openen.
Meegeleverde software, handleidingen zz Kies [Downloads Images From Canon Camera using Canon CameraWindow/ Beelden van Canon-camera via Canon CameraWindow downloaden] en klik op [OK]. zz Dubbelklik op [ CameraWindow ]. 3 Beelden opslaan op de computer. zz Klik op [Import Images from Camera/ Beelden importeren van camera] en vervolgens op [Import Untransferred Images/Niet-overgedragen beelden importeren].
Meegeleverde software, handleidingen • Als het scherm in stap 2 in Windows 7 niet wordt weergegeven, klikt u op het pictogram [ ] op de taakbalk. • Om CameraWindow in Windows Vista of XP te starten, klikt u op [Downloads Images From Canon Camera using Canon CameraWindow/Beelden van Canon-camera via Canon CameraWindow downloaden] dat op het scherm wordt weergegeven als u de camera bij stap 2 inschakelt.
Accessoires Meegeleverde accessoires Polsriem WS-DC11 Batterijlader CB-2LX/CB-2LXE* Batterij NB-5L* (met kapje) DIGITAL CAMERA Solution Disk Interfacekabel IFC-400PCU* Geheugenkaart Voeding Voedingsadapterset ACK-DC30 Kaartlezer Kabel HDMI-kabel HTC-100 Stereo AV-kabel AVC-DC400ST Flitsereenheid Behuizing Krachtige flitser HF-DC2 Waterdichte behuizing WP-DC47 Windows/ Macintoshcomputer Tv/ Video Systeem Canon PictBridgecompatibele printers * Ook afzonderlijk verkrijgbaar.
Draadloos LAN-handleiding In deze helft wordt beschreven hoe u afbeeldingen draadloos van de camera naar tal van compatibele apparaten kunt sturen en hoe u de camera kunt gebruiken met onlineservices.
Wat u kunt doen met de draadloze LAN-functie Deze camera is een goedgekeurd Wi-Fi®*-product. U kunt draadloos verbinding maken met en afbeeldingen verzenden naar de volgende apparaten. * Wi-Fi is een merknaam die duidt op het compatibiliteitscertificaat van draadloze LAN-apparaten.
Woordenlijst Alle termen die verwijzen naar draadloze LAN worden hier verklaard. Raadpleeg ook de verklaring voor de termen in de respectievelijke delen van deze handleiding. • Toegangspunt Een apparaat dat radiogolven doorstuurt om een draadloos LAN-netwerk te creëren. Deze term verwijst ook naar een plaats waar u met draadloze LAN verbinding kunt maken met internet.
Voorzorgsmaatregelen draadloze LAN • Het modelnummer is PC1819 of PC1882 (inclusief WLAN-modulemodel WM217). Om uw model te identificeren, controleert u het nummer dat begint met PC op het label aan de onderzijde van de camera. • Landen en regio's waarin WLAN-gebruik is toegestaan - Gebruik van WLAN is beperkt in bepaalde landen en regio's en illegaal gebruik kan strafbaar zijn volgens nationale of lokale voorschriften.
Voorzorgsmaatregelen draadloze LAN • Gebruik het product zoals aangegeven in deze handleiding. Gebruik de draadloze LAN-functie van dit product volgens de richtlijnen die in deze handleiding staan beschreven. Canon is niet verantwoordelijk voor schade of verlies zelfs indien de functie en het product op een andere manier worden gebruikt dan in deze handleiding wordt beschreven. • Gebruik de draadloze LAN-functie niet in de buurt van medische apparatuur of andere elektronische apparatuur.
Voorzorgsmaatregelen draadloze LAN Dit product is geïnstalleerd met de WLAN-module die is gecertificeerd volgens normen die zijn ingesteld door IDA Singapore.
Veiligheidsmaatregelen Aangezien draadloze LAN radiogolven gebruikt om signalen te verzenden, zijn strengere veiligheidsmaatregelen nodig dan indien u een LAN-kabel gebruikt. Houd rekening met de volgende punten als u een draadloos LAN gebruikt. • Gebruik alleen netwerken die u mag gebruiken. Dit product zoekt naar draadloze LAN-netwerken in de buurt en geeft de resultaten op het scherm weer. Netwerken waarvoor u geen toestemming hebt (onbekende netwerken), worden mogelijk ook weergegeven.
Draadloze LAN gebruiken om afbeeldingen vanaf de camera te verzenden De camera en bestemming draadloos met elkaar verbinden (verzendbestemming voor beelden) Webservices Smartphone Een andere camera Computer Printer Een bijnaam voor de camera registreren (= 45) Voorbereidingen • De meegeleverde software installeren*1 • Verbinding maken met de computer • Webservices registreren (= 47) • Instellingen aanpassen voor het gebruik van Webservices van CANON iMAGE GATEWAY (= 48) • De meegeleverde software in
Een bijnaam voor de Camera registreren (alleen eerste keer) Registreer om te beginnen een bijnaam voor de camera. Deze bijnaam wordt weergegeven op het scherm van doelapparaten als de camera op andere toestellen wordt aangesloten via draadloze LAN. 1 Open het draadloze LANscherm. zz Druk op de knop <1> om de camera in te schakelen. zz Druk op de knop . 2 Open het toetsenbord. zz Druk op de knop . 3 Geef een bijnaam op. zz Tik op tekens op het toetsenbord om deze in te voeren.
Een bijnaam voor de Camera registreren (alleen eerste keer) • Indien u een draadloze verbinding maakt met een ander apparaat dan een computer, moet een geheugenkaart in de camera worden geplaatst. Daarnaast moet de geheugenkaart beelden bevatten als u toegang wilt krijgen tot Webservices of draadloos verbinding wilt maken met een smartphone of printer. • Om de bijnaam van de camera te wijzigen, kiest u [Instellingen draadloos LAN] op het tabblad [3] en kiest u vervolgens [Bijnaam apparaat veranderen].
Verbinding maken met Webservices U kunt de camera als volgt instellen om verschillende Webservices te gebruiken. • Om Webservices in te stellen is een computer nodig. U moet eerst CANON iMAGE GATEWAY instellen. • Voor informatie over landen en regio's waar CANON iMAGE GATEWAY beschikbaar is, raadpleegt u de Canon website (http://canon.com/cig). Webservices registreren Eerst moet u zich aanmelden voor een gratis CANON iMAGE GATEWAYaccount.
Verbinding maken met Webservices • Er is een internetverbinding vereist om toegang te krijgen tot CANON iMAGE GATEWAY (er moet een internetbrowser op de computer zijn geïnstalleerd, u moet een abonnement hebben bij een internetprovider en er moet een actieve internetverbinding zijn). • Controleer CANON iMAGE GATEWAY voor browserinstellingen (Microsoft Internet Explorer, enzovoort), voorwaarden en versieinformatie wanneer u verbinding maakt met CANON iMAGE GATEWAY.
Verbinding maken met Webservices 3 Selecteer [Set Up Web Services/ Webservices instellen]. zz Klik op [Set Up Web Services/ Webservices instellen]. 4 Meld u aan bij CANON iMAGE GATEWAY. zz Voer uw aanmeldingsnaam en wachtwoord voor CANON iMAGE GATEWAY in en klik op [Login/ Aanmelden]. 5 Stel een Webservice in die u wilt gebruiken. zz Volg de instructies op het scherm om de instellingen te voltooien voor de Webservices die u wilt gebruiken.
Verbinding maken met Webservices 6 Pas Webservice-instellingen toe op de camera. zz Kies de naam van de Webservice die u wilt instellen en klik op [ ] in het midden van de lijsten. XX De naam van de Webservice die op de camera wordt opgeslagen, wordt in de lijst [Camera] weergegeven. zz Klik op [▲] of [▼] om de volgorde van de Webservices te wijzigen die in het draadloze LAN-menu van de camera worden weergegeven.
Verbinding maken met Webservices 2 Kies een Webservice. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om het pictogram van de gewenste Webservice te selecteren en druk vervolgens op de knop . zz Als u e-mail hebt geselecteerd, kiest u de ontvanger op het scherm [Ontvanger selecteren] en drukt u op de knop . 3 Maak verbinding met een toegangspunt. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om [Toegangspunt toevoegen] te selecteren en druk vervolgens op de knop .
Verbinding maken met een smartphone U kunt als volgt een smartphone met draadloze LAN-functionaliteit toevoegen aan de lijst met beschikbare apparaten. Een smartphone toevoegen Voeg een smartphone toe aan uw lijst met apparaten waarmee verbinding kan worden gemaakt via een draadloos LAN. Wanneer u een draadloze verbinding met een smartphone tot stand brengt, kunt u de camera gebruiken als toegangspunt (modus Camera toegangspunt) of een ander toegangspunt gebruiken.
Verbinding maken met een smartphone 3 Kies [Apparaat toevoegen]. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om [Apparaat toevoegen] te selecteren en druk vervolgens op de knop . 4 Selecteer de camera als toegangspunt. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om [Camera toegangspunt maken] te selecteren en druk vervolgens op de knop . 5 Gebruik de smartphone om verbinding te maken met het netwerk op het scherm van de camera.
Verbinding maken met een smartphone 6 Start CameraWindow op de smartphone. XX Nadat de smartphone op de camera is herkend, wordt het verbindingsscherm op de camera weergegeven. 7 Kies een smartphone om verbinding mee te maken. zz Kies de smartphone voor de verbinding (door op de knoppen te drukken of aan de knop <7> te draaien) en druk vervolgens op de knop . 8 Pas de privacy-instellingen aan. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om [Ja] te selecteren.
Verbinding maken met een smartphone • Alle camerabeelden kunnen worden bekeken op de verbonden smartphone wanneer u [Ja] kiest in stap 8. Als u de camerabeelden privé wilt houden, zodat ze niet kunnen worden bekeken op de smartphone, kiest u [Nee] in stap 8. • Het kwaliteitsniveau van films dat kan verzonden worden, is afhankelijk van de smartphone. Raadpleeg de instructiehandleiding die bij uw smartphone is meegeleverd voor details.
Verbinding maken met een andere camera U kunt als volgt twee camera's via draadloos LAN verbinden en beelden tussen de twee camera's verzenden. Een camera toevoegen Voeg een camera toe aan uw lijst met apparaten waarmee verbinding kan worden gemaakt via draadloze LAN. • Er kan alleen verbinding worden gemaakt met Canon-camera's met een draadloze LAN-functie. Er kan zelfs geen verbinding gemaakt worden met Canon-camera's die Eye-Fi-kaarten ondersteunen als deze geen draadloze LAN-functie hebben.
Verbinding maken met een andere camera 3 Kies [Apparaat toevoegen]. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om [Apparaat toevoegen] te selecteren en druk vervolgens op de knop . zz Volg stappen 1 – 3 op de doelcamera. XX Er wordt informatie over de verbinding met de camera toegevoegd als [Verbinding op doel- camera starten] wordt weergegeven op beide cameraschermen. XX Nadat de doelcamera is toegevoegd, wordt het scherm voor de afbeeldingsoverdracht weergegeven (= 77).
Verbinding maken met een computer U kunt als volgt camera-instellingen configureren voor een draadloze computerverbinding en vervolgens beelden overzetten naar de computer met de meegeleverde software CameraWindow. • Wanneer u verbonden bent met een computer, wordt de camera gebruikt om de verbinding te maken en wordt daarna de computer (meegeleverde software CameraWindow) gebruikt om afbeeldingen te verzenden. • Raadpleeg de Softwarehandleiding voor informatie over de meegeleverde software.
Verbinding maken met een computer • Gebruik een draadloos LAN-basisapparaat dat voldoet aan de normen op “Specificaties” (= 335). • Een router is een apparaat dat een netwerkstructuur (LAN) maakt om meerdere computers met elkaar te verbinden. Een router die een interne draadloze functie bevat, wordt een draadloze (LAN) router genoemd. • In deze handleiding worden alle draadloze routers en basisstations “toegangspunten” genoemd.
Verbinding maken met een computer • Zorg dat u het MAC-adres van de camera opgeeft op uw toegangspunt als u MAC-adressen filtert op uw draadloze LAN. U kunt het MAC-adres voor uw camera controleren en selecteren door het tabblad [3] te kiezen, [Instellingen draadloos LAN] en daarna [MAC-adres controleren]. • De verschillende soorten beveiliging zijn als volgt. - Geen: Codering wordt niet gebruikt als u verbinding maakt met een toegangspunt.
Verbinding maken met een computer Computerinstellingen voor verbinding met een draadloos LAN (enkel Windows) Als u een Windows-computer gebruikt, zijn de instellingen van een draadloos LAN nodig om een draadloze verbinding met een camera te maken. Controleer of uw computer is verbonden met een draadloos LAN en volg daarna de volgende stappen. Mediastreaming en Netwerkdetectie inschakelen Als u mediastreaming activeert, kan de camera uw computer detecteren en doorzoeken als deze draadloos verbonden zijn.
Verbinding maken met een computer 6 Schakel mediastreaming in. zz Klik op [Mediastreaming inschakelen]. 7 Kies [OK]. zz Klik op [OK] 8 Schakel netwerkdetectie in. zz Klik op [Netwerkdetectie inschakelen] voor het huidige profiel. 9 Sla de wijzigingen op. zz Klik op [Wijzigingen opslaan] 10 Sluit het Configuratiescherm. Binnenkomende ICMP Echoaanvragen en UPnP services inschakelen Door ICMP (Internet Control Message Protocol) in te schakelen, kunt u de status van de netwerkverbinding controleren.
Verbinding maken met een computer 3 Kies [Windows Firewall]. zz Klik op [Windows Firewall]. 4 Selecteer [Geavanceerde instellingen]. zz Klik op [Geavanceerde instellingen]. 5 Kies [Regels voor binnenkomende verbindingen]. zz Klik op [Regels voor binnenkomende verbindingen]. 6 Schakel binnenkomende ICMPechoaanvragen in. zz Kies alle items bij [Bestands- en printerdeling] die eindigen op [ICMPv4] en klik op [Regel inschakelen] aan de rechterzijde van het venster. 7 Schakel UPnP-services in.
Verbinding maken met een computer Een computer toevoegen Voeg een computer toe aan uw lijst met apparaten waarmee verbinding kan worden gemaakt via draadloos LAN. • Zorg dat u ook de gebruikershandleiding leest die is meegeleverd met uw toegangspunt. 1 Open het draadloze LANscherm. zz Druk op de knop . 2 Kies een computer. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om [ ] te selecteren en druk vervolgens op de knop .
Verbinding maken met een computer 3 Kies [Apparaat toevoegen]. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om [Apparaat toevoegen] te selecteren en druk vervolgens op de knop . XX Er wordt een lijst met gedetecteerde toegangspunten weergegeven in het scherm [Toeg.punt verbinden]. XX Ga verder met “Verbinding maken met een toegangspunt dat WPS ondersteunt” (= 66) of “Verbinding maken met toegangspunten in de lijst” (= 69).
Verbinding maken met een computer Verbinding maken met een toegangspunt dat WPS ondersteunt WPS (Wi-Fi Protected Setup) is een structuur voor het vereenvoudigen van instellingen bij een verbinding tussen twee draadloze LAN-apparaten. U kunt ofwel de Push Button configuratiemethode gebruiken of de PINmethode voor instellingen op een apparaat dat WPS ondersteunt. De push button-configuratiemethode wordt gebruikt in de volgende uitleg.
Verbinding maken met een computer 6 Breng de verbinding tot stand. zz Houd op het toegangspunt de WPS- verbindingsknop enkele seconden ingedrukt. zz Druk op de camera op de knop . XX De camera maakt verbinding met het toegangspunt. XX Er verschijnt een lijst met computers die met het toegangspunt zijn verbonden in het scherm [Apparaat selecteren]. 7 Kies een computer om verbinding mee te maken.
Verbinding maken met een computer zz Dubbelklik op het pictogram van de verbonden camera. XX Het stuurprogramma wordt geïnstalleerd. XX Nadat het stuurprogramma is geïnstalleerd en de camera en computer met elkaar verbonden zijn, wordt het AutoPlay-scherm weergegeven. Er wordt niets weergegeven op het camerascherm. zz Ga verder met “CameraWindow gebruiken om afbeeldingen naar een computer te verzenden” (= 71). • Als u [PIN-methode] kiest in stap 5, wordt een pincode op het scherm weergegeven.
Verbinding maken met een computer Verbinding maken met toegangspunten in de lijst 4 Kies een toegangspunt. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om een toegangspunt te selecteren en druk vervolgens op de knop . 5 Voer een coderingssleutel in. zz Druk op de knop om het toetsenbord te openen en voer vervolgens de coderingssleutel in (= 45). zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om [Volgende] te selecteren en druk vervolgens op de knop . 6 Kies [Auto].
Verbinding maken met een computer 7 Kies een computer om verbinding mee te maken. zz Volg 7 – 8 op = 67 om de computer te selecteren waarmee u verbinding wilt maken. De computer wordt nu toegevoegd aan de lijst. • Er kunnen maximaal 16 toegangspunten worden weergegeven. Kies [Handmatige instellingen] in stap 4 om een toegangspunt handmatig in te stellen als er geen toegangspunten zijn gedetecteerd. Volg de instructies op het scherm en voer een SSID, beveiligingsinstellingen en een coderingssleutel in.
Verbinding maken met een computer CameraWindow gebruiken om afbeeldingen naar een computer te verzenden Gebruik de computer (meegeleverde software CameraWindow) om afbeeldingen van de camera naar de computer te verzenden. • Raadpleeg de Softwarehandleiding (= 28) voor informatie over het gebruik van CameraWindow. CameraWindow opstarten Windows zz Klik op [Downloads Images From Canon Camera using Canon CameraWindow/ Beelden van Canon-camera via Canon CameraWindow downloaden]. XX CameraWindow verschijnt.
Verbinding maken met een computer Niet-verzonden afbeeldingen naar een computer importeren Afbeeldingen die nog niet verzonden zijn importeren naar een computer. Importeer niet-verzonden afbeeldingen. zz Klik op [Import Images from Camera/ Afbeeldingen importeren vanaf Camera]. zz Klik op [Import Untransferred Images/ Niet-verzonden afbeeldingen importeren]. XX Afbeeldingen die nog niet naar een computer zijn verzonden, worden geïmporteerd.
Verbinding maken met een computer Afbeeldingen kiezen om te importeren Kies de afbeeldingen die u naar een computer wilt importeren. 1 Open het scherm voor afbeeldingen importeren. zz Klik op [Import Images from Camera/ Afbeeldingen importeren vanaf Camera]. zz Klik op [Select Images to Import/ Afbeeldingen selecteren om te importeren]. 2 Selecteer een beeld. zz Klik op de afbeeldingen die u wilt importeren. XX De achtergrond van de geselecteerde afbeeldingen wordt blauw.
Verbinding maken met een printer U kunt als volgt een draadloze printer toevoegen aan de lijst met beschikbare apparaten. Een printer toevoegen Voeg een printer toe aan uw lijst met apparaten waarmee verbinding kan worden gemaakt via draadloos LAN. Wanneer u een draadloze verbinding met een printer tot stand brengt, kunt u de camera gebruiken als toegangspunt (modus Camera toegangspunt) of een ander toegangspunt gebruiken. • Volg deze instructies wanneer u de camera gebruikt als toegangspunt.
Verbinding maken met een printer 3 Kies [Apparaat toevoegen]. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om [Apparaat toevoegen] te selecteren en druk vervolgens op de knop . 4 Selecteer de camera als toegangspunt. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om [Camera toegangspunt maken] te selecteren en druk vervolgens op de knop . 5 Gebruik de printer om verbinding te maken met het netwerk op het scherm van de camera.
Verbinding maken met een printer 6 Selecteer de printer. zz Zodra de printer klaar is voor de verbinding, drukt u op de knop wanneer de printernaam wordt weergegeven op de camera. XX Wanneer de printer is toegevoerd, wordt het afdrukscherm weergegeven. 7 Selecteer een beeld om af te drukken. zz Selecteer een beeld om af te drukken (door op de knoppen te drukken of aan de knop <7> te draaien) en druk vervolgens op de knop om het afdrukscherm te openen.
Afbeeldingen verzenden U kunt als volgt beelden draadloos verzenden naar bestemmingen die zijn geregistreerd op de camera. • Beelden kunnen worden geüpload naar sociale netwerkservices of worden verzonden naar e-mailadressen via CANON iMAGE GATEWAY. Zie CANON iMAGE GATEWAY voor informatie. • U kunt maximaal 50 afbeeldingen tegelijk verzenden. U kunt films samen verzenden zolang de totale afspeeltijd minder is dan 2 minuten.
Afbeeldingen verzenden • Als u de verbinding met de camera wilt verbreken, drukt u op de knop . Selecteer na het bevestigingsbericht [OK] (druk op de knoppen of draai aan de knop <7>) en druk op de knop . • Op het scherm wordt de sterkte van het draadloze signaal aangegeven met de volgende pictogrammen. [ ] hoog, [ ] middel, [ ] laag, [ ] zwak Er wordt echter geen pictogram weergegeven wanneer de camera wordt gebruikt als toegangspunt. • U kunt ook beelden verzenden door op [Dit beeld verz.
Afbeeldingen verzenden 2 Selecteer de beelden. zz Druk op de knoppen om een beeld te selecteren dat u wilt verzenden en druk vervolgens op de knop . [ ] wordt weergegeven. zz Druk nogmaals op de knop als u de selectie wilt opheffen. [ ] wordt niet meer weergegeven. zz Herhaal deze procedure als u meerdere beelden wilt selecteren. zz Als u klaar bent met het selecteren van beelden, drukt u op de knop . 3 Verzend de beelden.
Beelden op de camera geotaggen GPS-gegevens die zijn vastgelegd op een smartphone met de speciale toepassing CameraWindow (= 52), kunnen worden toegevoegd aan beelden op de camera. Beelden worden getagged met informatie, waaronder de breedtegraad, lengtegraad en hoogte. • Voordat u opnamen maakt, moet u ervoor zorgen dat de datum en tijd en uw eigen tijdzone correct zijn ingesteld. (Zie “De datum en tijd instellen” (= 18).
Overige informatie 2 Kies een apparaat om te bewerken. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om het pictogram te selecteren van het apparaat dat u wilt bewerken en druk vervolgens op de knop . 3 Kies [Apparaat bewerken]. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om [Apparaat bewerken] te selecteren en druk vervolgens op de knop . 4 Kies een apparaat om te bewerken.
Overige informatie 5 Kies een optie om te bewerken. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om een optie te selecteren om te bewerken en druk vervolgens op de knop . zz Zie “Verbindingsinformatie wissen” en latere secties hieronder voor instructies voor het wissen van verbindingsinformatie of het wijzigen van bijnamen. • De aanpasbare items hangen af van het apparaat of de bestemming.
Overige informatie 7 Kies de verbindingsinformatie die u wilt verwijderen. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om de verbindingsinformatie te selecteren die u wilt wissen en druk vervolgens op de knop . zz Als [Wissen (verbindingsinfo)?] wordt weergegeven, drukt u op de knoppen of draait u aan de knop <7> om [OK] te selecteren en drukt u vervolgens op de knop . XX De geselecteerde verbindingsinformatie wordt gewist. XX De weergave keert terug naar het scherm in stap 6.
Overige informatie De bijnaam van een apparaat wijzigen U kunt de bijnaam van het apparaat (weergavenaam) die op de camera wordt weergegeven, wijzigen. 6 Wijzig de bijnaam. zz Kies [Bijnaam apparaat veranderen]. zz Selecteer het invoerveld en druk op de knop . Gebruik het weergegeven toetsenbord om een nieuwe bijnaam in te voeren (= 45). XX De camera keert terug naar de weergave in stap 4 en de nieuwe bijnaam wordt weergegeven. • U kunt deze instelling ook configureren via aanraakbediening (= 93).
Overige informatie 3 Kies [Instellingen resetten]. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om [Instellingen resetten] te selecteren en druk vervolgens op de knop . zz Als het scherm [Instellingen resetten] wordt weergegeven, drukt u op de knoppen of draait u aan de knop <7> om [OK] te selecteren en drukt u vervolgens op de knop . XX De standaardinstellingen voor de draadloze LAN worden teruggezet en de camera keert terug naar het oorspronkelijke scherm voor deze instelling.
Handleiding voor gevorderden 1 Basishandelingen van de camera Praktische handleiding waarin andere basishandelingen voor de camera worden geïntroduceerd en de opties voor opnamen en afspelen worden beschreven 87
In- en uitschakelen Opnamemodus zz Druk op de ON/OFF-knop om de camera in te schakelen en gereed te maken om op te nemen. zz Druk opnieuw op de ON/OFF-knop om de camera uit te schakelen. Afspeelmodus zz Druk op de knop <1> om de camera in te schakelen en uw foto's te bekijken. zz Om de camera uit te schakelen drukt u opnieuw op de knop <1>. • Om van de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt u op de knop <1>.
Ontspanknop Om te zorgen dat uw opnamen altijd zijn scherpgesteld, drukt u altijd eerst (licht) de ontspanknop half in. Zodra het onderwerp is scherpgesteld, drukt u de knop helemaal naar beneden om de opname te maken. In deze handleiding worden de handelingen van de ontspanknop beschreven, zoals de knop half of helemaal indrukken. 1 Druk half in. (Licht indrukken om scherp te stellen.) zz Druk de ontspanknop half in.
Opnamemodi Gebruik het programmakeuzewiel om de gewenste opnamemodus te openen. Auto-modus Volledig automatische opnamen, met door de camera bepaalde instellingen (= 98). Modus Filmsynopsis U kunt een korte film van een dag maken door foto’s te maken (= 138). Modus voor speciale opnamen U kunt opnamen maken met de optimale instellingen voor de specifieke scènes (= 139). Modus Creatieve filters Diverse effecten toevoegen aan uw opnamen (= 144).
Menu FUNC. Configureer veelgebruikte opnamefuncties als volgt via het menu FUNC. Menu-items en -opties zijn afhankelijk van de opnamemodus (= 322 – 325). 1 Open het Menu FUNC. zz Druk op de knop . 2 Selecteer een menu-item. zz Druk op de knoppen om een menu-item te selecteren. XX De beschikbare opties worden onder aan het scherm weergegeven. Opties Menu-items 3 Selecteer een optie. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om een optie te selecteren.
Menu FUNC. Bediening via het aanraakscherm gebruiken om instellingen te configureren zz Open het menu FUNC. door op de knop Opties Menu-items 92 te drukken en sleep het menu omhoog of omlaag om het te scrollen of tik op een item om het te selecteren. zz Tik op een optie om deze te selecteren. Tik nogmaals op de optie om uw keuze te bevestigen en druk vervolgens op de knop om terug te keren naar het vorige scherm.
Menu MENU Configureer verschillende camerafuncties als volgt via overige menu’s. Menu-items zijn po tabbladen per doel gegroepeerd, zoals opnamen maken [4], afspelen [1], enzovoort. De beschikbare instellingen verschillen afhankelijk van de geselecteerde opname- of afspeelmodus (= 326 – 332). 1 Open het menu. zz Druk op de knop . 2 Selecteer een tabblad. zz Beweeg de zoomknop om een tabblad te selecteren.
Menu MENU 4 Selecteer een optie. zz Druk op de knoppen om een optie te selecteren. 5 Voltooi de instellingsprocedure. zz Druk op de knop om terug te keren naar het scherm dat werd weergegeven voordat u in stap 1 op de knop drukte. • Als u per ongeluk een instelling hebt gewijzigd, kunt u dat ongedaan maken door de standaardinstellingen van de camera te herstellen (= 278).
Indicatorweergave De indicator van de camera (= 5) brandt of knippert afhankelijk van de status van de camera.
2 Smart Auto-modus Handige modus voor eenvoudige opnamen met een betere controle bij het maken van opnamen 97
Foto's Films Opnamen maken (Smart Auto) Laat de camera het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen, zodat de optimale instellingen voor specifieke composities volledig automatisch worden geselecteerd. 1 Schakel de camera in. zz Druk op de ON/OFF-knop. XX Het opstartscherm wordt weergegeven. 2 Open de modus . zz Stel het programmakeuzewiel in op . zz Richt de camera op het onderwerp. Terwijl de camera de compositie bepaalt, maakt deze een licht klikkend geluid.
Opnamen maken (Smart Auto) 4 Maak de opname. Foto’s maken Stel scherp. zz Druk de ontspanknop half in. De camera piept twee keer nadat is scherpgesteld en er worden AF-kaders weergegeven om aan te geven op welke beeldgebieden is scherpgesteld. XX Wanneer op meer dan één gebied is scherpgesteld, worden meerdere AF-kaders weergegeven. XX Als er weinig licht is, klapt de flitser automatisch omhoog. Maak de opname. zz Druk de ontspanknop helemaal naar beneden.
Opnamen maken (Smart Auto) Films opnemen Start met opnemen. zz Druk op de filmknop. U hoort één pieptoon Verstreken tijd zodra de camera met de filmopname begint en op het scherm verschijnen [ REC] en de verstreken tijd. XX Zwarte balken aan de boven- en onderkant op het scherm geven aan welke gebieden niet worden opgenomen. XX Kaders rond gedetecteerde gezichten geven aan dat de camera daarop is scherpgesteld. zz Zodra de opname is begonnen, kunt u uw vinger van de filmknop wegnemen.
Opnamen maken (Smart Auto) Foto's • Een knipperend [ ]-pictogram is een waarschuwing dat de beelden mogelijk onscherp worden door camerabewegingen. Monteer in dat geval de camera op een statief of neem andere maatregelen om de camera stil te houden. • Zijn uw opnamen te donker, ondanks dat er is geflitst, ga dan dichter naar het onderwerp toe. Zie “Specificaties” (= 335) voor meer informatie over het flitsbereik.
Opnamen maken (Smart Auto) Films Microfoon • Kom tijdens het opnemen van films niet met uw vingers aan de microfoon. Het blokkeren van de microfoon kan verhinderen dat het geluid wordt opgenomen of het opgenomen geluid klinkt daardoor gedempt. • Vermijd tijdens het opnemen van een film om andere camerabediening dan de filmknoppen aan te raken, omdat de geluiden van de camera ook worden opgenomen.
Opnamen maken (Smart Auto) Foto's Films Compositiepictogrammen In de modus geeft de camera automatisch een pictogram weer voor de vastgestelde compositie. Vervolgens worden automatisch de bijbehorende instellingen geselecteerd voor optimale scherpstelling, helderheid en kleur van het onderwerp. Afhankelijk van de compositie worden er mogelijk continu beelden vastgelegd (= 104).
Opnamen maken (Smart Auto) • Als de transportmodus op [ ] (= 181) staat, de [Hg lampcorr.] op [Aan] en composities automatisch worden gecorrigeerd (= 128), worden de volgende pictogrammen niet weergegeven: Glimlach, Slapen, Baby (Glimlach), Baby (Slapen) en Kinderen. • Als de flitser is ingesteld op [ ], worden de tegenlichtpictogrammen voor glimlachen en kinderen niet weergegeven.
Opnamen maken (Smart Auto) Foto's Films Pictogrammen voor beeldstabilisatie Optimale beeldstabilisatie voor de opnameomstandigheden wordt automatisch toegepast (Intelligent IS). Daarnaast worden in de modus de volgende pictogrammen weergegeven. Beeldstabilisatie voor foto’s Beeldstabilisatie voor films, vermindering van sterke camerabeweging, zoals wanneer u lopend opneemt (modus Dynamische beeldstabilisatie).
Opnamen maken (Smart Auto) Foto's Films Kaders op het scherm Zodra de camera onderwerpen waarop u de camera richt, waarneemt, worden verschillende kaders weergegeven. • Rond het onderwerp (of het gezicht) dat door de camera als hoofdonderwerp wordt vastgesteld, wordt een wit kader weergegeven en om andere gezichten die zijn herkend worden grijze kaders weergegeven. De kaders volgen bewegende onderwerpen binnen een bepaald bereik om de camera er steeds op scherpgesteld te houden.
Algemene, handige functies Foto's Films Verder inzoomen op het onderwerp (Digitale Zoom) Als onderwerpen te ver weg zijn om met behulp van de optische zoom te vergroten, gebruikt u de digitale zoom om tot 20x te vergroten. 1 Duw de zoomknop naar . zz Houd de zoomknop vast totdat het zoomen stopt. XX Het inzoomen stopt wanneer de grootst Zoomfactor mogelijke zoomfactor is bereikt (voordat het beeld merkbaar korrelig wordt) en de zoomfactor wordt op het scherm weergegeven.
Algemene, handige functies Foto's Films Opnemen met vooraf ingestelde brandpuntsafstanden (Trapsgewijs zoomen) U kunt opnemen met vooraf ingestelde brandpuntsafstanden van 24, 28, 35, 50, 85, 100 of 120 mm (equivalent van 35-mm film). Dit is handig als u met de beeldhoek van deze brandpuntafstanden wilt opnemen. Kies een brandpuntsafstand. zz Om de brandpuntsafstand van 24 in 28 mm te wijzigen, draait u de ring linksom totdat u een klik hoort.
Algemene, handige functies Foto's Films De zelfontspanner gebruiken Met de zelfontspanner kunt u een groepsfoto maken waar u zelf ook op staat. De camera maakt de foto ongeveer 10 seconden nadat u de ontspanknop indrukt. 1 Configureer de instelling. zz Druk op de knop , kies [ ] in het menu en kies vervolgens de optie []] (= 91). XX Als de instelling is voltooid, wordt []] weergegeven. 2 Maak de opname.
Algemene, handige functies • U kunt de opname ook annuleren nadat de zelfontspanner is gestart door op ] te tikken. [ Foto's Films Camerabeweging vermijden met de zelfontspanner Met deze optie reageert de sluiter nadat u de ontspanknop indrukt met een vertraging van ongeveer twee seconden. Zou de camera dan bewegen terwijl u de ontspanknop indrukt, dan heeft dat geen invloed op uw opname. Configureer de instelling. zz Voer stap 1 op = 109 uit en selecteer [[].
Algemene, handige functies 2 Configureer de instelling. zz Draai aan de ring om [Vertraging] te selecteren. Druk vervolgens op de knoppen of draai aan de knop <7> om [Beelden] te kiezen. Druk vervolgens op de knop . XX Als de instelling is voltooid, wordt [$] weergegeven. zz Voer stap 2 op = 109 uit om de opname te maken.
Algemene, handige functies Foto's Opnamen maken door op het scherm te tikken (Touch Shutter) Met deze optie kunt u gewoon het scherm aanraken en uw vinger wegnemen om de opname te maken, in plaats van de ontspanknop in te drukken. De camera stelt automatisch scherp op onderwerpen en past automatisch de beeldhelderheid aan. 1 Bereid de camera voor op Touch Shutter. zz Druk op de knop , kies [Touch Shutter] op het tabblad [4] en kies [Aan] (= 93). 2 Kies een onderwerp waarop u wilt scherpstellen.
Algemene, handige functies Foto's De flitser uitschakelen Bereid de camera als volgt voor op opnemen zonder flitser. Configureer de instelling. zz Druk op de knop , selecteer [!] (druk op de knoppen of draai aan de knop <7>) en druk vervolgens op de knop . XX Als de flitser al is uitgeklapt, wordt deze automatisch ingeklapt. XX Als de instelling is voltooid, wordt [!] weergegeven. zz Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze procedure, maar selecteert u [ ].
Algemene, handige functies Foto's Een datumstempel toevoegen De camera kan de opnamedatum aan beelden toevoegen in de rechterbenedenhoek van het beeld. Houd er echter rekening mee dat datumstempels niet kunnen worden bewerkt of verwijderd, dus u moet van tevoren controleren of de datum en tijd correct zijn (= 18). 1 Configureer de instelling. zz Druk op de knop , kies [Datum stempel] op het tabblad [4] en kies de gewenste optie (= 93). XX Als de instelling is voltooid, wordt [DATUM] weergegeven.
Gezichts-ID gebruiken Als u van tevoren een persoon had geregistreerd, zal de camera bij het maken van foto's het gezicht van die persoon detecteren en de scherpstelling, helderheid en kleur voor die persoon instellen. In de -modus kan de camera baby's en kinderen detecteren op basis van geregistreerde verjaardagen en tijdens het maken van foto's de instellingen voor deze baby's en kinderen optimaliseren.
Gezichts-ID gebruiken zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om [Nieuw gezicht toev.] te selecteren en druk vervolgens op de knop . 2 Registreer de gezichtsgegevens. zz Richt de camera zodanig dat het gezicht van de persoon die u wilt registreren zich binnen het grijze kader midden op het scherm bevindt. zz Een wit kader over het gezicht van de persoon geeft aan dat het gezicht is herkend. Zorg dat er een wit kader rond het gezicht van de persoon wordt weergegeven en maak een foto.
Gezichts-ID gebruiken 4 Geef een naam op. zz Druk op de knop . zz Tik op tekens op het toetsenbord om deze in te voeren. zz Er kunnen tot 10 tekens worden gebruikt. zz Druk op de knop om terug te keren naar het profielbewerkingsscherm. 5 Voer een verjaardag in. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om [Verjrdag] te selecteren en druk vervolgens op de knop . zz Druk op de knoppen om een instelling te selecteren.
Gezichts-ID gebruiken • De flitser gaat niet af wanneer u stap 2 volgt. • Als u in stap 5 geen verjaardag registreert, worden de pictogrammen Baby's of Kinderen (= 103) niet weergegeven in de -modus. • U kunt geregistreerde gezichtsgegevens overschrijven en later gezichtsgegevens toevoegen als u nog niet alle vijf velden met gezichtsgegevens hebt ingevuld (= 121).
Gezichts-ID gebruiken • Geregistreerde personen worden mogelijk niet correct gedetecteerd als het vastgelegde beeld of de compositie aanzienlijk afwijkt van de geregistreerde gezichtsgegevens. • Als een geregistreerd gezicht niet wordt gedetecteerd, of niet snel wordt gedetecteerd, overschrijft u de geregistreerde gegevens met de nieuwe gezichtsgegevens. Door voorafgaand aan het maken van foto's de gezichtsinfo te registreren, worden geregistreerde gezichten sneller gedetecteerd.
Gezichts-ID gebruiken 3 Controleer de geregistreerde gegevens. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om een item te selecteren en druk vervolgens op de knop . zz Controleer de geregistreerde gegevens. De Naam of Verjaardag wijzigen 1 Open het scherm [Profiel bew.]. zz Volg stap 1 – 3 hierboven, selecteer [Profiel bew.] en druk op de knop . 2 Wijzigingen invoeren.
Gezichts-ID gebruiken Gezichtsgegevens overschrijven en toevoegen U kunt bestaande gezichtsgegevens met nieuwe overschrijven. Omdat gezichten van met name baby's of kinderen snel veranderen naarmate ze opgroeien, moet u gezichtsgegevens regelmatig bijwerken. U kunt ook gezichtsgegevens toevoegen wanneer nog niet alle vijf gezichtsinfovelden zijn ingevuld. 1 Open het scherm [Gezichtsinfo toevoegen]. zz Kies [Gezichtsinfo toevoegen] in het scherm in stap 1 op = 115 en druk op de knop .
Gezichts-ID gebruiken 5 Registreer de gezichtsgegevens. zz Volg stap 2 – 3 op = 116 om opnamen te maken en registreer vervolgens de nieuwe gezichtsgegevens. zz Geregistreerde gezichten worden sneller herkend als u diverse gezichtsgegevens toevoegt. Voeg naast een rechte invalshoek bijvoorbeeld een enigszins schuine hoek, een opname van een glimlach en binnen- en buitenopnames toe. • U kunt geen gezichtsgegevens toevoegen als alle vijf gezichtsinfovelden zijn ingevuld.
Gezichts-ID gebruiken 3 Open het scherm [Gezicht info lijst]. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om [Gezicht info lijst] te selecteren en druk vervolgens op de knop . 4 Selecteer de gezichtsinfo die u wilt wissen. zz Druk op de knop , druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om het gezicht te selecteren dat u wilt wissen en druk vervolgens op de knop .
Gezichts-ID gebruiken 2 Selecteer de naam van de persoon wiens gegevens u wilt wissen. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om de naam te selecteren van een persoon die u wilt wissen en druk vervolgens op de knop . zz Als [Wissen?] verschijnt, drukt u op de knoppen of draait u aan de knop <7> om [OK] te selecteren en drukt u vervolgens op de knop .
Functies voor de beeldaanpassing Foto's De verhouding wijzigen Wijzig de verhouding (breedte-hoogteverhouding) als volgt: Configureer de instelling. zz Druk op de knop , kies [ ] in het menu en kies de gewenste optie (= 91). XX Zodra de instelling is voltooid, wordt de verhouding van het scherm gewijzigd. zz Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze procedure, maar selecteert u [ ].
Functies voor de beeldaanpassing Foto's De beeldresolutie wijzigen (grootte) Kies als volgt uit 4 niveaus voor beeldresolutie. Zie “Specificaties” (= 335) voor richtlijnen over hoeveel opnamen bij elke resolutie-instelling op een geheugenkaart passen. Configureer de instelling. zz Druk op de knop , kies [ ] in het menu en kies de gewenste optie (= 91). XX De optie die u hebt ingesteld, wordt nu weergegeven.
Functies voor de beeldaanpassing Foto's Rode-ogencorrectie Rode ogen op beelden die met de flitser zijn gemaakt, kunnen als volgt automatisch worden gecorrigeerd. 1 Open het scherm [Flits Instellingen]. zz Druk op de knop , kies [Flits Instellingen] op het tabblad [4] en druk op de knop (= 93). 2 Configureer de instelling. zz Kies [Rode-Ogen] en kies vervolgens [Aan] (= 93). XX Als de instelling is voltooid, wordt [R] weergegeven.
Functies voor de beeldaanpassing Foto's Groenige beeldgebieden door kwiklampen corrigeren In opnamen van avondscènes met onderwerpen die door kwiklampen worden verlicht, kunnen de onderwerpen of de achtergrond een groenige zweem vertonen. Deze groenige zweem kan automatisch worden gecorrigeerd door opnamen te maken met behulp van Witbalans voor meerdere gebieden. Configureer de instelling. zz Druk op de knop , kies [Hg lampcorr.] op het tabblad [4] en kies vervolgens [Aan] (= 93).
Functies voor de beeldaanpassing Films Beeldkwaliteit van films wijzigen Er zijn 3 instellingen voor beeldkwaliteit beschikbaar. Zie “Specificaties” (= 335) voor richtlijnen voor de maximale filmlengte die bij elk beeldkwaliteitsniveau op een geheugenkaart past. Configureer de instelling. zz Druk op de knop , kies [ ] in het menu en kies de gewenste optie (= 91). XX De optie die u hebt ingesteld, wordt nu weergegeven.
Functies voor de beeldaanpassing Films Het windfilter gebruiken De vervorming van het geluid door opnemen bij harde wind kan worden beperkt. Als er geen wind is, kan het opgenomen geluid bij gebruik van deze optie echter onnatuurlijk gaan klinken. Configureer de instelling. zz Druk op de knop , kies [Wind Filter] op het tabblad [4] en kies vervolgens [Aan] (= 93). zz Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze procedure, maar selecteert u [Uit].
Handige opnamefuncties Foto's Films De digitale horizon gebruiken U kunt de digitale horizon, die tijdens het opnemen op het scherm verschijnt, als richtlijn gebruiken om te bepalen of de camera waterpas staat. 1 Geef de digitale horizon weer. zz Druk meerdere keren op de knop
om de digitale horizon weer te geven. 2 Zet indien nodig de camera waterpas. zz Zet de camera waterpas zodat het midden van de digitale horizon groen is.
Handige opnamefuncties Foto's Het gebied waarop wordt scherpgesteld vergroten U kunt de scherpstelling controleren door de ontspanknop half in te drukken, waardoor het gedeelte van het beeld waarop is scherpgesteld in het AF-kader wordt vergroot. 1 Configureer de instelling. zz Druk op de knop , selecteer [AF-Punt Zoom] op het tabblad [4] en selecteer vervolgens [Aan] (= 93). 2 Controleer de scherpstelling. zz Druk de ontspanknop half in.
Handige opnamefuncties Controleren op gesloten ogen [ ] wordt weergegeven als de camera detecteert dat personen misschien hun ogen dicht hebben. 1 Configureer de instelling. zz Druk op de knop , selecteer vervolgens [Knipperdetectie] op het tabblad [4] en selecteer vervolgens [Aan] (= 93). 2 Maak de opname. XX [ ] wordt weergegeven wanneer de camera een persoon detecteert die zijn/ haar ogen dicht heeft. zz Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke instelling, selecteert u [Uit] in stap 1.
De camerabewerkingen aanpassen Pas de opnamefuncties als volgt aan op het tabblad [4] van het menu. Zie “Menu MENU” (= 93) voor instructies over menufuncties. Foto's Het AF-hulplicht uitschakelen U kunt de lamp, die normaal als u de ontspanknop half indrukt gaat branden als hulp bij het scherpstellen, uitschakelen in omstandigheden met weinig licht. Configureer de instelling. zz Druk op de knop , kies [AF- hulplicht] op het tabblad [4] en kies [Uit] (= 93).
De camerabewerkingen aanpassen Foto's De weergaveduur van het beeld na de opname wijzigen Wijzig als volgt hoe lang beelden worden weergeven na de opname. Configureer de instelling. zz Druk op de knop , kies [Bekijken] op het tabblad [4] en kies de gewenste optie (= 93). zz Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze procedure, maar selecteert u [Snel]. Snel Beelden worden weergegeven totdat u weer nieuwe opnamen kunt maken.
De camerabewerkingen aanpassen Foto's De weergavestijl van het beeld na de opname wijzigen Wijzig als volgt de manier waarop beelden na de opname worden weergegeven. 1 Kies bij [Bekijken] 2 – 10 seconden of [Vastzetten] (= 135). 2 Configureer de instelling. zz Druk op de knop , kies [Terugkijken] op het tabblad [4] en kies de gewenste optie (= 93). zz Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze procedure, maar selecteert u [Uit]. Uit Geeft alleen het beeld weer.
3 Andere opnamemodi Maak effectiever opnamen in verschillende composities en maak betere opnamen met unieke beeldeffecten of vastgelegd met speciale functies.
Foto's Films Automatisch opnemen van clips (Filmsynopsis) U kunt een korte film van een dag maken door foto’s te maken. Voor iedere opname neemt de camera automatisch een filmclip uit de scène op. Van alle clips die op die dag zijn opgenomen, wordt één bestand gemaakt. 1 Open de modus < >. zz Stel het programmakeuzewiel in op < 2 Maak de opname. zz Druk de ontspanknop helemaal naar beneden om een foto te maken.
Specifieke scènes Kies een modus die past bij de opnamelocatie en de camera configureert automatisch de instellingen voor optimale foto’s. 1 Open de modus . zz Stel het programmakeuzewiel in op . 2 Selecteer een opnamemodus. zz Druk op de knop , kies [I] in het menu en selecteer vervolgens een opnamemodus (= 91). 3 Maak de opname. Foto's Films I Portretopnamen maken (Portret) zz Mensen fotograferen met een verzachtend effect.
Specifieke scènes Foto's Films S Onderwateropnamen maken (Onderwater) zz Foto's met natuurlijke kleuren van onderwaterleven en -landschappen wanneer u gebruikmaakt van een optionele waterdichte behuizing (= 282). zz Deze modus kan de witbalans corrigeren en kan overeenkomen met het effect dat u zou krijgen bij gebruik van een in de winkel verkrijgbaar kleurcompensatiefilter (= 176).
Specifieke scènes • Onderwerpen lijken in de modus [ ] groter in vergelijking met andere modi. • In de modi [ ] en [S] kunnen opnamen er korrelig uitzien omdat de ISO-waarde (= 171) is verhoogd op basis van de opnameomstandigheden. • Stabiliseer de camera aangezien deze in de modus [ ] continuopnamen maakt. • In de modus [ ] kunnen overmatige camerabeweging of bepaalde opnameomstandigheden ervoor zorgen dat u mogelijk niet het verwachte resultaat verkrijgt.
Specifieke scènes Foto's Onderwateropnamen maken met een scherpstelbereik Als scherpstellen in de modus [S] (= 140) moeilijk is met een scherpstelbereik van [ ], kan het gebruik van een scherpstelbereik dat is ontworpen voor onderwateropnamen, zorgen voor optimale onderwateropnamen. 1 Configureer de instelling. zz Volg stap 1 – 2 op = 139 en kies [S]. zz Druk op de knop , kies het gewenste scherpstelbereik (druk op de knoppen of draai aan de knop <7>) en druk vervolgens op de knop .
Specifieke scènes • U kunt deze instelling ook configureren door op de knop te drukken, op het gewenste scherpstelbereik te tikken en nogmaals hierop te tikken. Foto's Huid er egaler uit laten zien (Egale huid) U kunt tijdens het fotograferen van personen een egalisatie-effect toepassen. Het effectniveau en de kleur ([Lichtere huidtint], [Donkerder huidtint]) kan als volgt worden geselecteerd. 1 Selecteer [ ]. zz Volg stap 1 – 2 op = 139 en selecteer [ ]. 2 Open het instellingenscherm.
Beeldeffecten (Creatieve filters) Diverse effecten toevoegen aan uw opnamen. 1 Open de modus < >. zz Stel het programmakeuzewiel in op < >. 2 Selecteer een opnamemodus. zz Druk op de knop , kies [ ] in het menu en selecteer vervolgens een opnamemodus (= 91). 3 Maak de opname. Foto's Films Opnamen maken in levendige kleuren (Extra levendig) zz Opnamen met rijke, levendige kleuren. Foto's Films Foto's met postereffect (Postereffect) zz Foto’s die lijken op oude posters of illustraties.
Beeldeffecten (Creatieve filters) Foto's Opnamen met veel contrast maken (High Dynamic Range) Steeds als u een opname maakt, worden drie opeenvolgende beelden met verschillende helderheidsniveaus gemaakt, en de camera combineert vervolgens de beeldgebieden met optimale helderheid tot één beeld. Deze modus vermindert de vervaagde highlights en het verlies van details in schaduwgebieden die vaak voorkomen bij opnamen met veel contrast. 1 Selecteer [ ]. zz Volg stap 1 – 2 op = 144 en selecteer [ ].
Beeldeffecten (Creatieve filters) Kleureffecten toevoegen zz Volg stap 1 – 2 op = 144 en selecteer [ ]. zz Druk op de knop
, kies een kleureffect (druk op de knoppen of draai aan de knop <7>) en druk vervolgens op de knop . Effect uit ― Sepia Sepiakleurige foto’s. Zwart/wit Zwart-witfoto’s. Extra levendig Opnamen met rijke, levendige kleuren. Poster-effect Foto’s die lijken op oude posters of illustraties.
Beeldeffecten (Creatieve filters) 2 Kies een effectniveau. zz Draai aan de ring om een effectniveau te selecteren. XX U ziet een voorbeeld van uw foto waarop het effect is toegepast. 3 Maak de opname. • Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om zeker te zijn dat u het gewenste resultaat verkrijgt. • Het opnamescherm laat wel de verbleekte kleuren zien, maar niet het verouderingseffect. Controleer het beeld in de afspeelmodus om het effect te bekijken (= 218).
Beeldeffecten (Creatieve filters) Foto's Films Foto's die lijken op een miniatuurmodel (Miniatuureffect) Geeft het effect van een miniatuurmodel door beeldgebieden boven en onder uw geselecteerde gebied te vervagen. U kunt ook films maken die lijken op scènes in miniatuurmodellen door de afspeelsnelheid te kiezen voordat de film wordt opgenomen. Mensen en onderwerpen in de scène zullen tijdens het afspelen snel bewegen. Het geluid wordt niet opgenomen. 1 Selecteer [ ].
Beeldeffecten (Creatieve filters) Afspeelsnelheid en geschatte afspeeltijd (voor clips van 1 minuut) Snelheid Afspeeltijd Circa 12 sec. Circa 6 sec. Circa 3 sec. • De zoomfunctie is niet beschikbaar voor het opnemen van films. Stel de zoomfunctie in voordat u de opname start. • Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om zeker te zijn dat u het gewenste resultaat verkrijgt. • Als u in stap 2 op de knoppen drukt, schakelt u naar de verticale richting van het kader.
Beeldeffecten (Creatieve filters) Foto's Opnamen maken met een speels effect (Speels effect) Met dit effect lijkt het alsof het beeld is gemaakt met een speelgoedcamera doordat vignetvorming optreedt (donkerder, vage hoeken) en de algehele kleur wordt aangepast. 1 Selecteer [ ]. zz Volg stap 1 – 2 op = 144 en selecteer [ ]. 2 Selecteer een kleurtoon. zz Draai aan de ring om een kleurtoon te selecteren. XX U ziet een voorbeeld van uw foto waarop het effect is toegepast. 3 Maak de opname.
Beeldeffecten (Creatieve filters) Foto's Opnamen met een Soft focus-effect Met deze functie kunt u opnamen maken alsof er een soft-focusfilter op de camera is gemonteerd. U kunt het effectniveau naar wens instellen. 1 Selecteer [ ]. zz Volg stap 1 – 2 op = 144 en selecteer [ ]. 2 Kies een effectniveau. zz Draai aan de ring om een effectniveau te selecteren. XX U ziet een voorbeeld van uw foto waarop het effect is toegepast. 3 Maak de opname.
Beeldeffecten (Creatieve filters) Foto's Films Opnamen maken in monochroom Opnamen maken in zwart-wit, sepia of blauw en wit. 1 Selecteer [ ]. zz Volg stap 1 – 2 op = 144 en selecteer [ ]. 2 Selecteer een kleurtoon. zz Draai aan de ring om een kleurtoon te selecteren. XX U ziet een voorbeeld van uw foto waarop het effect is toegepast. 3 Maak de opname. Zwart/wit Zwart-witfoto’s. Sepia Sepiakleurige foto’s. Blauw Foto’s in blauw en wit.
Beeldeffecten (Creatieve filters) Foto's Films Opnamen maken met Kleur Accent Kies één kleur die u wilt behouden en wijzig de andere kleuren in zwart-wit. 1 Selecteer [T]. zz Volg stap 1 – 2 op = 144 en kies [T]. 2 Open het instellingenscherm. zz Druk op de knop
. XX Het oorspronkelijke beeld en het beeld waarop Kleur Accent is toegepast, worden na elkaar weergegeven. XX Standaard is groen de kleur die behouden blijft. 3 Geef de kleur op.
Beeldeffecten (Creatieve filters) • U kunt deze instelling ook configureren door op [ ] te tikken om het instellingenscherm te openen, de kleur die u wilt behouden, op te nemen door op het kader te tikken wanneer dit is gevuld met de kleur en vervolgens ] te tikken. op [ Foto's Films Opnamen maken met Kleur Wissel U kunt de ene beeldkleur vervangen door een andere voordat u een opname maakt. U kunt slechts één kleur vervangen. 1 Selecteer [Y]. zz Volg stap 1 – 2 op = 144 en kies [Y].
Beeldeffecten (Creatieve filters) 5 Geef het kleurengamma op dat u wilt vervangen. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om het bereik aan te passen. zz Kies een grote negatieve waarde als u alleen de opgegeven kleur wilt vervangen. Kies een grote positieve waarde als u ook kleuren wilt vervangen die gelijk zijn aan de opgegeven kleur. zz Druk op de knop om terug te keren naar het opnamescherm. 6 Maak de opname.
Speciale modi voor andere doeleinden Foto's Automatisch opnemen na gezichtsdetectie (Smart Shutter) Automatisch opnemen na glimlachdetectie Als de camera een glimlach detecteert, wordt automatisch een opname gemaakt, zelfs wanneer u niet op de ontspanknop drukt. 1 Selecteer [ ]. zz Volg stap 1 – 2 op = 139, kies [ ] en druk vervolgens op de knop
. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om [ ] te selecteren en druk vervolgens op de knop .
Speciale modi voor andere doeleinden • U kunt de opnamemodus ook selecteren door [ ] in stap 1 – 2 op = 139 ] te tikken om het instellingenscherm te openen, op [ ] te te kiezen, op [ ] te tikken. tikken en vervolgens op hetzelfde items of [ Foto's De knipoogdetectie gebruiken Richt de camera op een persoon en druk de ontspanknop helemaal naar beneden. De camera maakt de foto ongeveer twee seconden nadat een knipoog wordt gedetecteerd. 1 Selecteer [ ].
Speciale modi voor andere doeleinden 4 Kijk naar de camera en knipoog. XX De camera maakt de foto ongeveer twee seconden nadat een knipoog wordt gedetecteerd van de persoon van wie het gezicht in het kader valt. zz Als u het maken van opnamen met de zelfontspanner wilt annuleren nadat u deze hebt ingesteld, drukt u op de knop . • Als de knipoog niet wordt gedetecteerd, knipoog dan nogmaals langzaam en opzettelijk.
Speciale modi voor andere doeleinden Foto's De gezicht-zelfontspanner gebruiken De camera maakt de foto ongeveer twee seconden nadat het gezicht van een andere persoon (zoals de fotograaf) in het opnamegebied verschijnt (= 186). Dit is handig wanneer u zelf ook op een groepsfoto of een vergelijkbare foto wilt staan. 1 Selecteer [ ]. zz Volg stap 1 – 2 op = 139, kies [ ] en druk vervolgens op de knop
.
Speciale modi voor andere doeleinden • Ook als uw gezicht niet wordt gedetecteerd nadat u bij de anderen bent gaan staan, maakt de camera na ongeveer 15 seconden een opname. • Om het aantal foto's te wijzigen, drukt u op de knoppen nadat u [ ] in stap 1 hebt gekozen. [Knipperdetectie] (= 133) is alleen beschikbaar voor de laatste opname. • U kunt de opnamemodus ook selecteren door [ ] in stap 1 – 2 op = 139 ] te tikken om het instellingenscherm te openen, op [ ] te te kiezen, op [ ] te tikken.
Speciale modi voor andere doeleinden Beelden weergeven tijdens het afspelen Elke set met doorlopende beelden wordt behandeld als één groep, en alleen het eerste beeld dat is opgenomen in de groep wordt weergegeven. Om aan te geven dat het beeld onderdeel is van een groep, wordt [ ] weergegeven linksboven in het scherm. • Als u een gegroepeerd beeld wist (= 242), worden alle andere beelden in de groep ook gewist. Pas op bij het wissen van beelden.
Speciale modi voor andere doeleinden Foto's Opnamen maken met Stitch Hulp Maak een opname van een groot onderwerp door verschillende opnamen te maken vanuit verschillende posities en gebruik daarna de meegeleverde software (= 28) om de opnamen te combineren tot een panoramafoto. 1 Selecteer [x] of [v]. zz Volg stap 1 – 2 op = 139 en kies [x] of [v]. 2 Maak de eerste opname. XX De eerste opname bepaalt de belichting en de witbalans. 3 Maak extra foto’s.
Films Verschillende films opnemen Films Films opnemen in de modus 1 Open de modus . zz Stel het programmakeuzewiel in op . XX Zwarte balken aan de boven- en onderkant op het scherm geven aan welke gebieden niet worden opgenomen. 2 Configureer de instellingen 3 zodat ze passen bij de film (= 320 – 331). Maak de opname. zz Druk op de filmknop. zz Druk nogmaals op de filmknop om de filmopname te stoppen.
Verschillende films opnemen Films iFrame-films opnemen Maak filmopnamen die kunnen worden bewerkt met software of apparatuur die compatibel is met iFrame. Via de meegeleverde software (= 28) kunt u snel iFrame-films bewerken, opslaan en beheren. 1 Selecteer [ ]. zz Stel het programmakeuzewiel in op . zz Druk op de knop , kies [E] in het menu en kies vervolgens [ ] (= 91). XX Zwarte balken aan de boven- en onderkant op het scherm geven aan welke gebieden niet worden opgenomen.
Verschillende films opnemen 3 Maak de opname (= 163). Aantal beelden Beeldkwaliteit Afspeeltijd (voor een clip van 30 sec.) 240 fps (320 x 240) Circa 4 min. 120 fps (640 x 480) Circa 2 min. • Zoomen is niet beschikbaar tijdens het opnemen, zelfs niet wanneer u de zoomknop gebruikt. • De focus, belichting en kleur worden vastgesteld wanneer u op de filmknop drukt. • De film wordt afgespeeld in slow motion wanneer u stap 1 – 3 op = 218 volgt.
4 P-modus Meer veeleisende foto’s in de opnamestijl van uw voorkeur • In dit hoofdstuk wordt verondersteld dat het programmakeuzewiel is ingesteld op de modus . • : Programma automatische belichting; Automatische belichting: Automatische belichting • Voordat u een in dit hoofdstuk beschreven functie gebruikt in een andere modus dan , moet u controleren of de functie in die modus beschikbaar is (= 320 – 331).
Foto's Films Opnamen maken in de modus Programma automatische belichting (modus
) U kunt vele functie-instellingen aanpassen aan uw favoriete opnamestijl. 1 Open de modus . zz Stel het programmakeuzewiel in op . 2 Pas de instellingen naar wens aan (= 168 – 201) en maak de opname. • Als er geen correcte belichting kan worden verkregen wanneer u de ontspanknop half indrukt, worden de sluitertijd en de diafragmawaarden in oranje weergegeven.
Helderheid van het beeld (Belichtingscompensatie) • U kunt de helderheid ook aanpassen door op de knop te drukken en vervolgens op de balk te tikken of deze te slepen. • U kunt het correctieniveau ook aanpassen door op de rechterrand van het scherm te tikken terwijl u aan de ring draait (= 211). Foto's Helderheid/belichting voor beelden vergrendelen (AE lock) Voordat u een opname maakt, kunt u de belichting vergrendelen, of u kunt de focus en belichting afzonderlijk instellen.
Helderheid van het beeld (Belichtingscompensatie) Foto's De meetmethode wijzigen U kunt op de volgende manier de meetmethode (functie voor meten van helderheid) aanpassen aan de opnameomstandigheden. zz Druk op de knop , kies [ ] in het menu en kies de gewenste optie (= 91). XX De optie die u hebt ingesteld, wordt nu weergegeven. Deelmeting Voor standaardomstandigheden, inclusief onderwerpen die van achteren worden belicht. De belichting wordt automatisch aangepast aan de opnameomstandigheden.
Helderheid van het beeld (Belichtingscompensatie) Foto's De ISO-waarde wijzigen zz Draai aan de ring om de ISOwaarde te kiezen. XX De optie die u hebt ingesteld, wordt nu weergegeven. Hiermee wordt de ISO-waarde automatisch aangepast aan de opnamemodus en – omstandigheden. Voor opnamen buitenshuis bij mooi weer. Laag Voor opnamen bij bewolkt weer of in de schemering. Hoog Voor opnamen bij nacht of binnenshuis in donkere kamers.
Helderheid van het beeld (Belichtingscompensatie) Foto's De instelling wijzigen Wanneer de camera is ingesteld op [ ], kan de maximale ISO-waarde worden opgegeven in een bereik van [ ] – [ ] en kan de gevoeligheid worden opgegeven in een bereik van drie niveaus. 1 Open het instellingenscherm. zz Druk op de knop en kies [ISO autom. inst.] op het tabblad [4]. Druk vervolgens op de knop (= 93). 2 Configureer de instelling.
Helderheid van het beeld (Belichtingscompensatie) Foto's Auto Exposure-bracketing (AEB-modus) Steeds als u een opname maakt, worden drie opeenvolgende beelden opgeslagen met verschillende belichtingsniveaus (standaardbelichting, onderbelichting en overbelichting). U kunt de mate van onder- of overbelichting aanpassen in stappen van 1/3 in een bereik van –2 tot +2 (ten opzichte van standaardbelichting). 1 Selecteer [ ]. zz Druk op de knop , kies [ menu en kies vervolgens [ ] in het ] (= 91).
Helderheid van het beeld (Belichtingscompensatie) Foto's De helderheid corrigeren (i-Contrast) Voordat u een opname maakt, kunnen extreem heldere of donkere gebieden (zoals gezichten of achtergronden) worden gedetecteerd en automatisch worden aangepast aan de optimale helderheid. Geef DR-correctie op om vervaagde highlights te vermijden. Geef schaduwcorrectie op om beelddetails in schaduwen te behouden. • In sommige opnameomstandigheden kan de correctie onnauwkeurig zijn of korrelige beelden veroorzaken.
Helderheid van het beeld (Belichtingscompensatie) • De ISO-waarde (= 171) wordt aangepast aan een waarde binnen het ondersteunde bereik als u een waarde hebt opgegeven die buiten het hier weergegeven ondersteunde bereik valt. Foto's Schaduwcorrectie Behoud als volgt automatisch beelddetails in schaduwen. zz Druk op de knop , kies [ ] in het menu, druk op de knop en kies [ ] (= 91). XX Als de instelling is voltooid, wordt [@] weergegeven.
Kleur- en continu-opnamen maken Foto's Films De witbalans aanpassen Door de witbalans aan te passen kunt u beeldkleuren natuurlijker laten lijken voor de compositie waarvan u een opname maakt. zz Druk op de knop , kies [ ] in het menu en kies de gewenste optie (=91). XX De optie die u hebt ingesteld, wordt nu weergegeven. h S 176 Auto Hiermee wordt de optimale witbalans automatisch ingesteld voor de opnameomstandigheden. Dag Licht Voor opnamen buitenshuis bij mooi weer.
Kleur- en continu-opnamen maken Foto's Films Aangepaste witbalans Pas de witbalans aan de lichtbron aan terwijl u opnamen maakt voor beeldkleuren die natuurlijk lijken in het licht van uw opname. Stel de witbalans in onder dezelfde lichtbron die uw opname zal verlichten. zz Volg de stappen op = 176 en kies [ ] of [ ]. zz Richt de camera op een effen wit onderwerp, zodat het hele scherm wit is. Druk op de knop < >. XX De schermtint verandert nadat de witbalansgegevens zijn vastgelegd.
Kleur- en continu-opnamen maken 2 Configureer geavanceerde instellingen. zz Als u geavanceerde instellingen wilt configureren, drukt u op de knop en past u het correctieniveau aan door aan de ring of de knop <7> te draaien of op de knoppen te drukken. zz Druk op de knop < > om het correctieniveau te herstellen. zz Druk op de knop om de instelling te voltooien.
Kleur- en continu-opnamen maken Foto's Films De kleurtoon van een beeld wijzigen (My Colors) U kunt naar wens de kleurtonen van het beeld wijzigen, zoals beelden converteren naar sepia of zwart-wit. zz Druk op de knop , kies [ ] in het menu en kies de gewenste optie (=91). XX De optie die u hebt ingesteld, wordt nu weergegeven. My Colors uit ― Levendig De nadruk komt te liggen op contrast en kleurverzadiging, voor scherpere beelden.
Kleur- en continu-opnamen maken • U kunt de witbalans (= 176) niet instellen in de modi [ ] en [ ]. • Met de modi [ ] en [ ] kunnen ook andere kleuren dan huidtinten worden gewijzigd. Deze instellingen geven mogelijk niet het verwachte resultaat met sommige huidtinten. Foto's Films Custom Kleur Kies het gewenste niveau voor beeldcontrast, scherpte, kleurverzadiging en rode, groene, blauwe en huidkleurige tinten uit een bereik van 1 – 5. 1 Open het instellingenscherm.
Kleur- en continu-opnamen maken Foto's Continu-opnamen maken Houd de ontspanknop volledig ingedrukt om continu-opnamen te maken. Zie “Specificaties” (= 335) voor meer informatie over de snelheid van continu-opnamen. 1 Configureer de instelling. zz Druk op de knop , kies [ ] in het menu en kies de gewenste optie (= 91). XX De optie die u hebt ingesteld, wordt nu weergegeven. 2 Maak de opname. XX Houdt de ontspanknop volledig ingedrukt om continu-opnamen te maken.
Kleur- en continu-opnamen maken • Kan niet worden gebruikt met de zelfontspanner (= 109) of [Knipperdetectie] (= 133). • Opnamen maken kan tijdelijk stoppen of continu-opnamen maken kan langzamer worden, afhankelijk van de opnameomstandigheden, camera-instellingen en zoompositie. • Opnamen maken kan langzamer worden wanneer meer opnamen worden gemaakt. • Als u flitst, kan de opnamesnelheid afnemen. • Met Touch Shutter (= 112) maakt de camera slechts één opname in plaats van continu-opnamen.
Opnamebereik en scherpstellen Foto's Close-ups maken (macro) Stel de camera in op [e] om de scherpte te beperken tot onderwerpen die zich dichtbij bevinden. Zie “Specificaties” (= 335) voor meer informatie over het scherpstelbereik. zz Druk op de knop , kies [e] (druk op de knoppen of draai aan de knop <7>) en druk vervolgens op de knop . XX Als de instelling is voltooid, wordt [e] weergegeven. • Als u flitst, kan vignetvorming optreden.
Opnamebereik en scherpstellen Foto's Films Opnamen maken in de modus Handmatig scherpstellen Gebruik handmatig scherpstellen wanneer automatisch scherpstellen niet mogelijk is. U kunt de algemene focuspositie opgeven en dan de ontspanknop half indrukken om de camera de optimale scherpstelpositie te laten vastleggen die het dichtst bij de door u opgegeven positie ligt. Zie “Specificaties” (= 335) voor meer informatie over het scherpstelbereik. 1 Selecteer [ ].
Opnamebereik en scherpstellen • U kunt de focus ook verder aanpassen door aan de ring te draaien (= 208). • U kunt de camera op een statief plaatsen om deze te stabiliseren en nauwkeuriger scherp te stellen. • Druk op de knop en stel [MF-Punt Zoom] op het tabblad [4] in op [Uit] (= 93) om het vergrote beeldgebied te verbergen.
Opnamebereik en scherpstellen Foto's Films De modus AF Frame wijzigen Pas de modus AF Frame (automatisch scherpstellen) als volgt aan de opnameomstandigheden aan. zz Druk op de knop , kies [AF Frame] op het tabblad [4] en kies de gewenste optie (= 93). Foto's Films Gezichts-AiAf • Hiermee kan de camera gezichten detecteren en erop scherpstellen, en de belichting (alleen deelmeting) en witbalans (alleen [ ]) instellen.
Opnamebereik en scherpstellen Foto's Films 1-punts Eén AF-kader wordt weergegeven. Effectief voor betrouwbaar scherpstellen. • Een geel AF-kader wordt weergegeven met [ ] als de camera niet kan scherpstellen wanneer u de ontspanknop half indrukt. AF-puntzoom (= 132) is niet mogelijk.
Opnamebereik en scherpstellen • AF-kaders worden weergegeven in de normale afmeting wanneer u de digitale zoom (= 107) of digitale telelens (= 185) gebruikt, en in de modus Handmatig scherpstellen (= 184). • U kunt het spotmetingpuntkader ook koppelen aan het AF-kader (= 170). • U kunt de afmeting van het AF-kader ook instellen door op de knop te drukken en [AF kader afm.] te kiezen op het tabblad [4].
Opnamebereik en scherpstellen Foto's Opnamen maken met Servo AF Deze modus helpt u om te voorkomen dat u foto’s mist van bewegende onderwerpen, omdat de camera blijft scherpstellen op het onderwerp en de belichting aanpast zolang u de ontspanknop half ingedrukt houdt. 1 Configureer de instelling. zz Druk op de knop , kies [Servo AF] op het tabblad [4] en kies [Aan] (= 93). 2 Stel scherp.
Opnamebereik en scherpstellen Foto's De focusinstelling wijzigen U kunt de standaardwaarden van de camera zo instellen dat deze constant scherpstelt op de onderwerpen waarop deze wordt gericht, zelfs wanneer de ontspanknop niet wordt ingedrukt. U kunt in plaats hiervan de camera beperken tot scherpstellen op het moment waarop u de ontspanknop half indrukt. zz Druk op de knop , kies [Continu] op het tabblad [4] en kies [Uit] (= 93).
Opnamebereik en scherpstellen XX De camera piept en [ ] verschijnt zodra het onderwerp is gedetecteerd. De camera blijft het onderwerp volgen, zelfs als dit beweegt. zz Tik op [^] om Touch AF te annuleren. 3 Maak de opname. zz Druk de ontspanknop half in. Nadat de camera heeft scherpgesteld, verandert [ ] in een groen [ ]. zz Druk de ontspanknop helemaal naar beneden om de opname te maken.
Opnamebereik en scherpstellen Foto's Een persoon selecteren op wie u wilt scherpstellen (Gezichtsselectie) U kunt een opname maken nadat u een bepaald gezicht hebt geselecteerd waarop moet worden scherpgesteld. 1 Bereid de camera voor op Gezichtsselectie. zz Stel het AF-kader in op [Gezichts-AiAf] (= 186). zz Wijs [ ] toe aan de knop < > (= 213). 2 Open de modus Gezichtsselectie. zz Richt de camera op het gezicht en druk op de knop < >.
Opnamebereik en scherpstellen Foto's Films Opnamen maken met AF lock U kunt de focus vergrendelen. Als de focus is vergrendeld, wordt de focuspositie niet gewijzigd, zelfs niet als u de ontspanknop loslaat. 1 Vergrendel de focus. zz Houd de ontspanknop half ingedrukt en druk op de knop . XX De focus is nu vergrendeld en [ ] wordt weergegeven. XX Om de focus te ontgrendelen, houdt u de ontspanknop half ingedrukt en drukt u opnieuw op de knop . 2 Kies de compositie en maak een opname.
Opnamebereik en scherpstellen 2 Configureer de instelling. zz Druk op de knop en pas de instelling aan door op de knoppen te drukken of door aan de knop <7> te draaien. • Focusbracketing is alleen beschikbaar in de modus [!] (= 113). • Continu-opnamen maken (= 181) is niet mogelijk in deze modus. • U kunt het instellingenscherm in stap 2 ook openen door [ ] in stap 1 op = 184 te kiezen en op de knop te drukken. • Er worden drie opnamen gemaakt, ongeacht het in [$] (= 110) opgegeven aantal.
Flitser Foto's Flitser activeren U kunt de flitser zo instellen dat deze altijd flitst als u een opname maakt. Zie “Specificaties” (= 335) voor meer informatie over het flitsbereik. 1 Configureer de instelling. zz Druk op de knop , kies [h] (druk op de knoppen of draai aan de knop <7>) en druk vervolgens op de knop . XX Als de flitser is ingeklapt, wordt deze automatisch weer uitgeklapt. XX Als de instelling is voltooid, wordt [h] weergegeven.
Flitser Foto's Opnamen maken met Slow sync Met deze optie wordt geflitst om de helderheid van het hoofdonderwerp (zoals mensen) te verbeteren terwijl de camera opnamen maakt met een korte sluitertijd, zodat de helderheid wordt verbeterd van de achtergrond buiten het flitsbereik. Zie “Specificaties” (= 335) voor meer informatie over het flitsbereik. 1 Configureer de instelling. zz Druk op de knop , kies [Z] (druk op de knoppen of draai aan de knop <7>) en druk vervolgens op de knop .
Flitser Foto's De flitsbelichtingscompensatie aanpassen Net als bij de normale belichtingscompensatie (= 168) kunt u de flitsbelichting aanpassen met stappen van 1/3 in een bereik van –2 tot +2. zz Druk op de knop en draai vervolgens meteen aan de ring om het compensatieniveau te selecteren. Druk vervolgens op de knop . XX Als de instelling is voltooid, wordt [X] weergegeven.
Flitser Foto's Opnamen maken met FE-vergrendeling Net als met de AE lock (= 169) kunt u de belichting vergrendelen voor het maken van opnamen met de flitser. 1 Stel de flitser in op [h] (= 195). 2 Vergrendel de flitsbelichting. zz Richt de camera met vergrendelde belichting op het onderwerp waarvan u een opname wilt maken. Houd de ontspanknop half ingedrukt en druk op de knop . XX De flitser gaat af en wanneer [ ] wordt weergegeven, blijf het flitsuitvoerniveau behouden.
Flitser Foto's De flitstiming wijzigen Wijzig de timing van de flitser en de sluiter als volgt. 1 Open het instellingenscherm. zz Druk op de knop , kies [Flits Instellingen] op het tabblad [4] en druk op de knop (= 93). 2 Configureer de instelling. zz Kies [Sluiter sync.] en kies vervolgens de gewenste optie (= 93). 1e gordijn De flitser flitst direct nadat de sluiter opengaat. 2e gordijn De flitser flitst direct voordat de sluiter dichtgaat.
Foto's RAW-beelden opnemen RAW-beelden bestaan uit onbewerkte gegevens die zijn opgenomen met zo goed als geen verlies aan beeldkwaliteit door interne beeldverwerking van de camera. Gebruik de Digital Photo Professional (= 28) om RAWbeelden naar wens aan te passen met minimaal kwaliteitsverlies. zz Druk op de knop , kies [ ] in het menu en kies de gewenste optie (= 91). Hiermee neemt u JPEG-beelden op.
Overige instellingen Foto's De compressieverhouding wijzigen (beeldkwaliteit) Selecteer als volgt een van de twee compressieverhoudingen: [ ] (Superfijn), [ ] (Fijn). Zie “Specificaties” (= 335) voor richtlijnen over hoeveel opnamen bij elke compressieverhouding op een geheugenkaart passen. Configureer de instelling. zz Druk op de knop , kies [ ] in het menu, druk op de knop en kies de gewenste optie (= 91). Foto's Films Instellingen van de IS-modus wijzigen Configureer de instelling.
5 Tv-, Av-, M- en C-modus Maak slimmer geraffineerde opnamen en pas de camera aan uw favoriete opnamestijl aan • In dit hoofdstuk wordt verondersteld dat de camera is ingesteld op de betreffende modus.
Foto's Specifieke sluitertijden (-modus) Stel de gewenste sluitertijd in voordat u met het opnemen begint. Op de camera wordt de diafragmawaarde automatisch aangepast aan de ingestelde sluitertijd. Zie “Specificaties” (= 335) voor informatie over de beschikbare sluitertijden. 1 Open de modus . zz Stel het programmakeuzewiel in op . 2 Stel de sluitertijd in. zz Draai aan de ring om de sluitertijd in te stellen.
Foto's Specifieke diafragmawaarden (modus) Stel de gewenste diafragmawaarde in voordat u met het opnemen begint. Op de camera wordt de sluitertijd automatisch aangepast aan de ingestelde diafragmawaarde. Zie “Specificaties” (= 335) voor informatie over de beschikbare diafragmawaarden. 1 Open de modus . zz Stel het programmakeuzewiel in op . 2 Stel de diafragmawaarde in. zz Draai aan de ring om de diafragmawaarde in te stellen.
Foto's Specifieke sluitertijden en diafragmawaarden (-modus) Voer de volgende stappen uit voor het instellen van de sluitertijd en diafragmawaarde van uw voorkeur voordat u opnamen maakt, zodat u de gewenste belichting krijgt. Zie “Specificaties” (= 335) voor informatie over beschikbare sluitertijden en diafragmawaarden. 1 Open de modus . zz Stel het programmakeuzewiel in op . 2 Configureer de instelling.
Specifieke sluitertijden en diafragmawaarden (-modus) • : Handmatig • De standaardbelichting wordt berekend op basis van de opgegeven lichtmeetmethode (= 170). • U kunt de camerabediening aanpassen zodat u de sluitertijd wijzigt door aan de knop te draaien en de diafragmawaarde wijzigt door aan de knop <7> te draaien (= 208). Foto's De flitsuitvoer aanpassen Maak een keuze uit de drie flitsniveaus in de modus . 1 Open de modus . zz Stel het programmakeuzewiel in op .
Aanpassing voor opnamestijlen Foto's Films Instellingen wijzigen met de ring U kunt de functies van de ring als volgt opnieuw toewijzen. Met de ring kunt u de camera net zo handig besturen als een volledig handmatige camera. 1 Kies een functie om aan de ring toe te passen. zz Druk op de knop < >. zz Kies een optie door op de knoppen < > of te drukken of aan de ring of knop <7> te draaien. zz Druk op de knop om de instelling te voltooien.
Aanpassing voor opnamestijlen Functies die aan de ring kunnen worden toegewezen De functies die u kunt toewijzen aan de ring variëren afhankelijk van de opnamemodus en deze toewijzingen bepalen welke functies u aan de controleknop kunt toewijzen. Opnamemodus Toewijsbare functie y b @ D B M G Av Av Tv ISO 7 Tv – – – y ISO ISO ISO ISO 7 Tv, Av* Av Tv – y Tv +/– +/– +/– Av Av Tv – 7 y Handmatig scherpstellen is mogelijk (= 184).
Aanpassing voor opnamestijlen Foto's Films Functies toewijzen aan de ring U wijst functies toe aan de ring op basis van de betreffende opnamemodus. 1 Selecteer [ ]. zz Voer stap 1 op = 208 uit, kies [ druk op de knop . ] en 2 Configureer de instelling. zz Druk op de knoppen of draai Functies die u aan de ring kunt toewijzen aan de knop <7> om de opnamemodus met de toe te wijzen functies te selecteren.
Aanpassing voor opnamestijlen Foto's Schakelen tussen de functies van de ring tijdens het configureren van instellingen Wanneer u op het scherm tikt om te schakelen tussen de functies die u configureert, kunt u aan de ring draaien om de ISO-waarde, belichtingscompensatie, sluitertijd en diafragmawaarde meteen op te geven zz Nadat u op de rechterrand van het scherm hebt getikt (in het kader dat aan de linkerkant wordt weergegeven) om instellingen te bekijken, kunt u met uw vinger omhoog of omlaag vegen om
Aanpassing voor opnamestijlen Foto's Films Weergegeven informatie wijzigen Pas naar wens aan welke informatie moet worden weergegeven in de verschillende weergavemodi (u schakelt door op de knop
te drukken), en of de informatie al dan niet moet worden weergegeven op de LCDmonitor of in de zoeker. 1 Open het instellingenscherm. zz Druk op de knop , kies [Custom Display] op het tabblad [4] en druk vervolgens op de knop (= 93). 2 Configureer de instelling.
Aanpassing voor opnamestijlen Foto's Functies toewijzen aan de knop < Films > 1 Open het instellingenscherm. zz Druk op de knop , kies [Instellen knop] op het tabblad [4] en druk vervolgens op de knop (= 93). 2 Configureer de instelling. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om een toe te wijzen functie te selecteren en druk vervolgens op de knop . 3 Gebruik de toegewezen functie naar behoefte. zz Druk op de knop < > om de toegewezen functie in te schakelen.
Aanpassing voor opnamestijlen Foto's Opname-instellingen opslaan Sla opnamemodi en uw geconfigureerde functie-instellingen die u veel gebruikt, op zodat u ze kunt hergebruiken. Zet het programmakeuzewiel in de stand < > om de opgeslagen instellingen te openen. Zelfs als u van opnamemodus wisselt of de camera uitschakelt, worden instellingen die normaal gesproken worden gewist (zelfontspanner, enzovoort), opgeslagen.
Aanpassing voor opnamestijlen • Als u opgeslagen instellingen (met uitzondering van de opnamemodus) wilt bewerken, kiest u < > en brengt u de wijzigingen aan. Herhaal vervolgens stap 2 en 3. Deze instellingen worden niet doorgevoerd in andere opnamemodi. • Als u informatie die u hebt opgeslagen in < > wilt wissen en de standaardwaarden wilt herstellen, draait u het programmakeuzewiel naar < > en kiest u [Reset alle] (= 278).
Aanpassing voor opnamestijlen 3 Herschik indien gewenst de volgorde van de menulijst. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om [Sorteer] te selecteren en druk vervolgens op de knop . zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om een menu te selecteren dat u wilt verplaatsen en druk vervolgens op de knop . zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om de volgorde te wijzigen en druk vervolgens op de knop . zz Druk op de knop .
6 Afspeelmodus Veel plezier bij het bekijken van uw opnamen. U kunt ze op tal van manieren doorbladeren en bewerken. • Druk op de knop <1> om de afspeelmodus te openen en de camera voor te bereiden op deze handelingen. • Beelden die zijn bewerkt op een computer, beelden waarvan de bestandsnaam is gewijzigd en beelden die met een andere camera zijn gemaakt, kunnen mogelijk niet worden afgespeeld of bewerkt.
Foto's Films Bekijken Na het opnemen van foto's of films kunt u deze op de volgende manier op het scherm bekijken. 1 Open de afspeelmodus. zz Druk op de knop <1>. XX Uw laatste opname wordt weergegeven. 2 Selecteer een beeld. zz Als u het vorige beeld wilt bekijken, drukt u op de knop of draait u de knop <7> naar links. Als u het volgende beeld wilt bekijken, drukt u op de knop of draait u de knop <7> naar rechts. zz Houd de knoppen ingedrukt om snel door de beelden te bladeren.
Bekijken 3 Speel films af. zz Om het afspelen te starten, drukt u op de Volume knop om het filmbedieningspaneel te openen, selecteert u [ ] (druk op de knoppen of draai aan de knop <7>) en drukt u vervolgens nogmaals op de knop . 4 Pas het volume aan. zz Om het volume aan te passen, drukt u op de knoppen . 5 Onderbreek het afspelen. zz Druk op de knop als u het afspelen wilt onderbreken of hervatten. ].
Bekijken zz Als u de modus Beeld scrollen wilt openen, veegt u met uw vinger herhaaldelijk snel naar links of rechts. zz U kunt ook beelden in de modus Beeld scrollen selecteren door met uw vinger naar links of rechts te vegen. zz Als u op het centrale beeld tikt, wordt de enkelvoudige weergave hersteld. zz Als u in de modus Beeld scrollen wilt bladeren door beelden die zijn gegroepeerde op opnamedatum, bladert u omhoog of omlaag. zz Als u het afspelen wilt starten, tikt u op [ ] in stap 3 op = 219.
Bekijken Foto's Films Schakelen tussen weergavemodi Druk op de knop
om andere informatie weer te geven op het scherm of om de informatie te verbergen. Zie = 316 voor meer details over de weergegeven informatie. Geen Korte informatieweergave informatieweergave Uitgebreide informatieweergave Hiermee kunt u de scherpstelling controleren (= 224)* *Wordt niet weergegeven voor films.
Bekijken Foto's Films RGB-histogram, GPS-informatieweergave zz Druk op de knop in de uitgebreide informatieweergave als u wilt schakelen tussen het RGB-histogram (alleen foto's) en de GPS-informatieweergave. zz Het RGB-histogram toont de distributie van de tinten rood, groen en blauw in een beeld. De horizontale as toont de helderheidsgraad van R, G of B en de verticale as geeft aan welk gedeelte van het beeld zich op dat helderheidsniveau bevindt.
Bekijken Films Clips weergeven die zijn gemaakt met filmsynopsis U kunt filmclips die automatisch zijn opgenomen in de modus [ op een dag waarop u foto's maakte, als volgt bekijken. ] (= 138) 1 Selecteer een beeld. zz Foto's die zijn opgenomen in de modus [ ], zijn gelabeld met een pictogram ]. [ zz Selecteer een foto die is gelabeld met ] en druk op de knop . [ 2 Speel de clip af.
Bekijken Foto's Personen controleren die zijn gedetecteerd met Gezichts-ID Als u de camera schakelt naar de korte informatieweergave (= 221), worden de namen van maximaal vijf gedetecteerde in Gezichts-ID geregistreerde personen (= 115) weergegeven. Schakel over op korte informatieweergave en controleer. zz Druk herhaaldelijk op de knop
totdat de korte informatieweergave is geactiveerd en druk vervolgens op de knoppen om een beeld te kiezen.
Bekijken 2 Schakel tussen kaders. zz Duw de zoomknop één keer naar . XX Het scherm links wordt weergegeven. zz Druk op de knop om naar een ander kader te gaan wanneer er meerdere kaders worden weergegeven. 3 Zoom in of uit of bekijk andere beeldgebieden. zz Terwijl u de focus test, kunt u inzoomen of uitzoomen met de zoomknop. Druk op de knoppen om de weergavepositie aan te passen. zz Druk op de knop om terug te keren naar de oorspronkelijke weergave in stap 1.
Door beelden bladeren en beelden filteren Foto's Films Bladeren door beelden in een index U kunt snel de beelden vinden die u zoekt door meerdere beelden in een index weer te geven. 1 Geef beelden weer in een index. zz Verschuif de zoomknop naar als u beelden in een index wilt weergeven. Als u de zoomknop nogmaals verschuift, worden meer beelden weergegeven. zz Verschuif de zoomknop naar om minder beelden weer te geven. Het aantal beelden neemt elke keer af wanneer u de zoomknop verschuift.
Door beelden bladeren en beelden filteren zz Als u minder miniaturen per scherm wilt weergeven, spreidt u uw vingers. zz Tik op een beeld om deze te selecteren en tik er nogmaals op om het beeld in de enkelvoudige weergave te bekijken. Foto's Films Beelden zoeken die voldoen aan opgegeven voorwaarden Vind snel de gewenste beelden op een geheugenkaart vol beelden door de beeldweergave te filteren of door tussen de beelden te springen volgens de door u opgegeven voorwaarden.
Door beelden bladeren en beelden filteren 2 Selecteer de eerste voorwaarde voor beeldweergave of bladeren. zz Druk op de knoppen om een weergavefilter te selecteren. ] is geselecteerd, kunt u alleen beelden die overeenkomen met deze voorwaarde, weergeven door op de knoppen te drukken. Als u een actie voor al deze beelden wilt uitvoeren, drukt u op de knop en gaat u naar stap 4. zz Wanneer [ 3 Selecteer de tweede voorwaarde en controleer de gevonden beelden.
Door beelden bladeren en beelden filteren • Opties voor het bekijken van de gevonden beelden (in stap 4) zijn “Bladeren door beelden in een index” (= 226), “Diavoorstellingen bekijken” (= 236) en “Beelden vergroten” (= 235). U kunt alle gevonden beelden beveiligen, wissen, afdrukken of toevoegen aan een fotoboek door [Alle beelden zoekopdr. sel.
Door beelden bladeren en beelden filteren • U kunt beelden met een bepaalde persoon ook weergeven door op de persoon in stap 2 te tikken en vervolgens nogmaals op de persoon te tikken. Foto's Films De ring gebruiken om te springen Gebruik de ring om gewenste beelden snel te vinden en hiertussen te springen door de beeldweergave te filteren op basis van uw opgegeven voorwaarden. Naar favorieten Geeft beelden weer die zijn gemarkeerd als favoriet (= 246).
Door beelden bladeren en beelden filteren Bediening via het aanraakscherm zz U kunt ook naar het vorige of volgende beeld springen volgens de springmethode die u hebt gekozen in stap 1 op = 230 door met twee vingers naar links of rechts te slepen. Films Films weergeven die zijn gemaakt met filmsynopsis Films die zijn gemaakt in de modus [ worden bekeken. ] (= 138) kunnen op datum 1 Selecteer een film. zz Druk op de knop om [Filmsynopsis afspelen] te selecteren op het tabblad [1] en kies de datum.
Door beelden bladeren en beelden filteren Foto's Afzonderlijke beelden in een groep weergeven Gegroepeerde beelden die in de modus [ ] zijn gemaakt (= 160), worden over het algemeen samen getoond, maar kunnen ook afzonderlijk worden weergegeven. 1 Selecteer een beeldgroep. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om een beeld te selecteren dat is gelabeld met [ ] en druk vervolgens op de knop . 2 Geef de afzonderlijke beelden in de groep weer.
Gezichts-ID-gegevens bewerken Als u tijdens het afspelen merkt dat een naam incorrect is, kunt u deze wijzigen of wissen. U kunt echter geen namen toevoegen voor personen die niet door Gezichts-ID gedetecteerd zijn (namen worden niet weergegeven en voor personen waarvan de naam is gewist. Namen wijzigen 1 Open het instellingenscherm. zz Druk op de knop en kies [Info gezichts-ID] op het tabblad [1] (= 93). zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om [ID-info bew.
Gezichts-ID-gegevens bewerken • U kunt het scherm [ID-info bew.] ook openen door op een beeld op het ] te tikken om het oranje kader weer te scherm in stap 2 te tikken, op [ geen en vervolgens op het gezicht te tikken dat u wilt overschrijven. • U kunt ook te bewerken items kiezen door op deze items in stap 3 te tikken. Namen wissen zz Voer stap 3 op = 233 uit, selecteer [Wissen] en druk op de knop .
Opties voor het weergeven van foto’s Foto's Beelden vergroten 1 Vergroot een beeld. zz Verschuif de zoomknop naar als u wilt inzoomen op het beeld en het beeld wilt vergroten. Als u de zoomknop vasthoudt, wordt er verder ingezoomd tot een factor van 10x. zz Verschuif de zoomknop naar om uit te zoomen. Als u de zoomknop vasthoudt, keert u terug naar de enkelvoudige weergave. Geschatte locatie van weergegeven gebied 2 Verschuif de weergavelocatie en schakel indien nodig tussen beelden.
Opties voor het weergeven van foto’s zz Knijp uw vingers samen om uit te zoomen. zz Tik op [ ] om terug te keren naar de enkelvoudige weergave. Foto's Films Diavoorstellingen bekijken Beelden die zijn opgeslagen op een geheugenkaart, kunt u als volgt automatisch afspelen. 1 Open het instellingenscherm. zz Druk op de knop en kies vervolgens [Diavoorstelling] op het tabblad [1] (= 93). 2 Configureer de instelling. zz Kies het menu-item dat u wilt configureren en kies de gewenste optie (= 93).
Opties voor het weergeven van foto’s • Druk op de knop als u het afspelen van diavoorstellingen wilt onderbreken of hervatten. • Tijdens het afspelen kunt u schakelen naar andere beelden als u op de knoppen drukt of aan de knop <7> draait. Houd voor vooruitspoelen of achteruitspoelen de knoppen ingedrukt. • U kunt [Speeltijd] niet wijzigen als [Bubbel] is geselecteerd bij [Effect]. • U kunt diavoorstellingen ook stoppen door op het scherm te tikken.
Beelden beveiligen • U kunt in Smart Shuffle alleen foto's afspelen die met deze camera zijn gemaakt.
Beelden beveiligen • Als u de geheugenkaart formatteert (= 269, 270), worden beveiligde beelden ook gewist. • Beveiligde beelden kunnen niet worden gewist met de wisfunctie van de camera. Als u de beelden op deze manier wilt wissen, moet u de beveiliging eerst annuleren. Afzonderlijke beelden selecteren 1 Selecteer [Selectie]. zz Voer stap 2 op = 238 uit, kies [Selectie] en druk op de knop . 2 Selecteer een beeld.
Beelden beveiligen Een reeks selecteren 1 Selecteer [Select. reeks]. zz Voer stap 2 op = 238 uit, kies [Select. reeks] en druk op de knop . 2 Selecteer het eerste beeld. zz Druk op de knop . zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om een beeld te selecteren en druk vervolgens op de knop . 3 Selecteer het laatste beeld. zz Druk op de knop , kies [Laatste beeld] en druk op de knop .
Beelden beveiligen 4 Beveilig de beelden. zz Druk op de knop
, kies [Beveilig] en druk op de knop . • U kunt ook het eerste of het laatste beeld selecteren door aan de knop <7> te draaien terwijl het bovenste scherm in stap 2 en 3 wordt weergegeven. • U kunt het eerste of het laatste beeld ook selecteren door op een van de beelden boven aan het scherm in stap 2 en 3 te tikken. • U kunt beelden ook beveiligen door op [Beveilig] op het scherm in stap 4 te tikken.
Foto's Films Beelden wissen U kunt beelden die u niet meer nodig hebt één voor één selecteren en wissen. Wees voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen niet worden hersteld. Beveiligde beelden (= 238) kunt u echter niet wissen. 1 Selecteer het beeld dat u wilt wissen. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om een beeld te selecteren. 2 Wis het beeld. zz Druk op de knop .
Beelden wissen Alle beelden wissen U kunt alle beelden tegelijk wissen. Wees voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen niet worden hersteld. Beveiligde beelden (= 238) kunt u echter niet wissen. Een selectiemethode selecteren 1 Open het instellingenscherm. zz Druk op de knop en kies vervolgens [Wissen] op het tabblad [1] (= 93). 2 Selecteer een selectiemethode. zz Kies naar wens een menu-item en een instelling (= 93). zz Druk op om terug te keren naar het menuscherm.
Beelden wissen 3 Wis het beeld. zz Druk op de knop . Er verschijnt een bevestigingsbericht op het scherm. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om [OK] te selecteren en druk vervolgens op de knop . Een reeks selecteren 1 Selecteer [Select. reeks]. zz Voer stap 2 op = 243 uit, kies [Select. reeks] en druk op de knop . 2 Selecteer de beelden. zz Voer stap 2 en 3 op = 240 uit om beelden op te geven. 3 Wis de beelden. zz Druk op de knop om [Wissen] te selecteren.
Foto's Films Beelden roteren Wijzig de stand van beelden en sla ze als volgt op. 1 Selecteer [Roteren]. zz Druk op de knop en kies [Roteren] op het tabblad [1] (= 93). 2 Draai het beeld. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om een beeld te selecteren. zz Het beeld wordt telkens 90° geroteerd wanneer u op de knop drukt. zz Druk op om terug te keren naar het menuscherm. • Films met een beeldkwaliteit van [ ] of [ ] kunnen niet worden geroteerd.
Beeldcategorieën • Beelden kunnen niet worden geroteerd (= 245) als u [Autom. draaien] instelt op [Uit]. Daarnaast worden reeds geroteerde beelden ook in hun oorspronkelijke richting weergegeven. • In de modus Smart Shuffle (= 237) worden beelden die verticaal zijn gemaakt verticaal weergegeven, zelfs als [Autom. draaien] is ingesteld op [Uit], en verschijnen gedraaide beelden in de gedraaide stand. Beeldcategorieën U kunt beelden als favoriet markeren of ze toewijzen aan My Category (= 247).
Beeldcategorieën 3 Voltooi de instellingsprocedure. zz Druk op de knop . Er verschijnt een bevestigingsbericht op het scherm. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om [OK] te selecteren en druk vervolgens op de knop . • Als u overschakelt naar de opnamemodus of de camera uitschakelt voordat u de instellingsprocedure in stap 3 hebt voltooid, worden de beelden niet gemarkeerd als favoriet.
Beeldcategorieën 2 Selecteer een selectiemethode. zz Kies naar wens een menu-item en een instelling (= 93). zz Druk op om terug te keren naar het menuscherm. Afzonderlijke beelden selecteren 1 Selecteer [Selectie]. zz Voer stap 2 hierboven uit, kies [Selectie] en druk op de knop . 2 Selecteer een beeld. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om een beeld te selecteren. 3 Selecteer een categorie. zz Druk op de knoppen om een categorie te kiezen en druk op de knop .
Beeldcategorieën • U kunt uw keuze ook bevestigen door op [OK] op het scherm in stap 4 te tikken. Een reeks selecteren 1 Selecteer [Select. reeks]. zz Voer stap 2 op = 247 uit, kies [Select. reeks] en druk op de knop . 2 Selecteer de beelden. zz Voer stap 2 en 3 op = 240 uit om beelden op te geven. 3 Selecteer een categorie. zz Druk op de knop om het type beeld te selecteren en druk vervolgens op de knoppen of draai aan de knop <7> om een categorie te selecteren.
Foto's Films Handige bediening: Touch-acties In de enkelvoudige weergave kunt u in een handomdraai functies inschakelen die u hebt toegewezen aan elk van de vier ingestelde aanraakhandelingen (Touch-acties). Een functie gebruiken die is toegewezen aan [ ] zz Sleep over het scherm zoals is aangegeven. XX De functie die is toegewezen aan [ nu ingeschakeld. ] is zz Op deze manier kunt u ook functies inschakelen die zijn toegewezen aan [ ], [ ] en [ ].
Handige bediening: Touch-acties Toewijsbare functies Favorieten Hiermee markeert u beelden als favoriet of heft u de markering op. Volgende favoriet Hiermee geeft u het volgende beeld weer dat is gemarkeerd als favoriet. Vorige favoriet Hiermee geeft u het vorige beeld weer dat is gemarkeerd als favoriet. Volgende datum Hiermee geeft u het eerste beeld met de volgende opnamedatum weer. Vorige datum Hiermee geeft u het eerste beeld met de vorige opnamedatum weer.
Foto's bewerken • Beeldbewerking (= 252 – 257) is alleen mogelijk als er op de geheugenkaart voldoende vrije ruimte is. • U kunt bewerkingsschermen voor verschillende functies openen door op een beeld te tikken nadat u de functie in het menu hebt geselecteerd. ] wordt weergegeven op een bewerkingsscherm, kunt u • Wanneer [ ] tikken in plaats van op de knop te drukken.
Foto's bewerken 4 Sla het nieuwe beeld op. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om [OK] te selecteren en druk vervolgens op de knop . XX Het beeld wordt nu opgeslagen als een nieuw bestand. 5 Bekijk het nieuwe beeld. zz Druk op de knop . [Nieuw beeld weergeven?] wordt weergegeven. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om [Ja] te selecteren. Druk vervolgens op de knop . XX Het opgeslagen beeld wordt nu weergegeven.
Foto's bewerken 2 Selecteer een beeld. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om een beeld te selecteren en druk vervolgens op de knop . Bijsnijgebied 3 Pas het bijsnijgebied aan. XX Er verschijnt een kader rond het gedeelte van het beeld dat u wilt bijsnijden. XX Het oorspronkelijke beeld wordt linksboven Voorbeeld van beeld na bijsnijden Resolutie na bijsnijden in het scherm weergegeven en een voorbeeld van het bijgesneden beeld wordt rechtsboven weergegeven.
Foto's bewerken • Als u het kader wilt verplaatsen, sleept u een van de beelden op het scherm in stap 3. • U kunt het formaat van kaders ook wijzigen door uw vingers samen te knijpen of te spreiden (= 235) op het scherm in stap 3. Foto's De kleurtoon van een beeld wijzigen (My Colors) U kunt de kleuren van een beeld wijzigen en het gewijzigde beeld opslaan als een apart bestand. Zie = 179 voor meer informatie over elke optie. 1 Selecteer [My Colors].
Foto's bewerken • U kunt deze instelling ook configureren door op een optie te tikken om deze te selecteren op het scherm in stap 3 en vervolgens nogmaals hierop te tikken. Foto's De helderheid corrigeren (i-Contrast) Extreem heldere of donkere gebieden (zoals gezichten of achtergronden) kunnen worden gedetecteerd en automatisch worden aangepast aan de optimale helderheid.
Foto's bewerken • Bij sommige beelden kan de correctie onnauwkeurig zijn of kan korrelige beelden veroorzaken. • Beelden zien er wellicht korrelig uit nadat u ze herhaaldelijk hebt bewerkt met behulp van deze functie. • RAW-beelden kunnen niet op deze manier worden bewerkt. • Als met [Auto] niet de verwachte resultaten kunnen worden bereikt, probeert u de beelden te corrigeren met [Laag], [Middel] of [Hoog]. • U kunt deze instelling ook configureren door op [q][r] op het scherm in stap 3 te tikken.
Films bewerken 4 Sla het beeld op als een nieuw beeld en bekijk dit. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om [Nieuw bestand] te selecteren en druk vervolgens op de knop . XX Het beeld wordt nu opgeslagen als een nieuw bestand. zz Voer stap 5 op = 253 uit. • Sommige beelden worden mogelijk niet juist gecorrigeerd. • Als u bij stap 4 [Overschrijven] selecteert, wordt het oorspronkelijke beeld overschreven door het gecorrigeerde beeld. Het oorspronkelijke beeld wordt dan gewist.
Films bewerken Filmbewerkingspaneel 2 Geef aan welke delen u eruit wilt knippen. zz Druk op de knoppen om [ Bewerkingsbalk voor films ] of [ ] te selecteren. zz Als u de delen wilt weergeven die u kunt afsnijden (aangegeven met [ ] op het scherm), drukt u op de knoppen of draait u aan de knop <7> om [ ] te verschuiven. Snijd het begin van de film af (vanaf [ ]) door [ ] te selecteren en snijd het einde van de film af met behulp van [ ].
Films bewerken • Als u bij stap 4 [Overschrijven] selecteert, wordt de oorspronkelijke film overschreven door de ingekorte film. De oorspronkelijke film wordt dan gewist. • [Overschrijven] is alleen mogelijk als er op de geheugenkaart niet voldoende vrije ruimte is. • Als de batterij halverwege het opslaan leeg raakt, worden films mogelijk niet opgeslagen. • Gebruik tijdens het bewerken van films een volledig opgeladen batterij of een voedingsadapterset (afzonderlijk verkrijgbaar, = 280).
Films bewerken Films Clips bewerken die zijn gemaakt met filmsynopsis Afzonderlijke hoofdstukken (= 138) die zijn opgenomen in de modus [ ], kunnen naar wens worden gewist. Wees voorzichtig bij het wissen van hoofdstukken, want ze kunnen niet worden hersteld. 1 Selecteer het hoofdstuk dat u wilt wissen. zz Volg stap 1 – 2 op = 218 om een film te selecteren die is opgenomen in de modus [ ] en druk vervolgens op de knop om het filmbedieningspaneel te openen.
7 Menu Instellingen Basisfuncties van de camera aanpassen voor meer gebruiksgemak 263
Basisfuncties van de camera aanpassen Functies kunnen worden ingesteld op het tabblad [3]. Voor meer gebruiksgemak kunt u handige en veelgebruikte functies naar wens aanpassen (= 93). Camerageluiden dempen U dempt camerageluiden en films als volgt. zz Selecteer [mute] en kies vervolgens [Aan]. • U kunt de camerageluiden ook dempen door de knop
ingedrukt te houden terwijl u de camera inschakelt. • Als u de camerageluiden dempt, worden films afgespeeld zonder geluid (= 218).
Basisfuncties van de camera aanpassen Geluiden aanpassen U past bedieningsgeluiden van de camera als volgt aan. zz Kies [Geluidsopties] en druk op de knop . zz Selecteer een item en druk op de knoppen om een optie te selecteren. 1, 2 Vooringestelde geluiden (kunnen niet worden gewijzigd) 3 Vooringestelde geluiden Kunnen worden gewijzigd via de meegeleverde software. • Het standaard sluitergeluid wordt gebruikt in de modus [ ongeacht de wijzigingen in [Sluiter geluid].
Basisfuncties van de camera aanpassen De datum en tijd wijzigen Wijzig de datum en tijd als volgt. 1 Open het scherm [Datum/Tijd]. zz Selecteer [Datum/Tijd] en druk op de knop . 2 Configureer de instelling. zz Druk op de knoppen om een item te selecteren en pas de instelling aan door op de knoppen te drukken of aan de knop <7> te draaien.
Basisfuncties van de camera aanpassen 2 Schakel over naar de tijdzone van uw bestemming. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om [ Wereld] te selecteren en druk vervolgens op de knop . XX [ ] verschijnt nu op het opnamescherm (= 316). • Als u in de modus [ ] de datum of tijd wijzigt (= 266), worden de datum Thuis] automatisch bijgewerkt. en tijd voor de optie [ Schermhelderheid Pas de helderheid van het scherm als volgt aan.
Basisfuncties van de camera aanpassen Opstartscherm Pas het weergegeven opstartscherm wanneer u de camera inschakelt als volgt aan. zz Kies [opstart scherm] en druk op de knop . zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om een optie te selecteren. Geen opstartbeeld 1, 2 Vooringesteld beeld (kunnen niet worden gewijzigd) 3 Vooringesteld beeld Wijs een gewenste foto toe of wijzig het beeld via de meegeleverde software.
Basisfuncties van de camera aanpassen • Via de meegeleverde software kunt u bedieningsgeluiden en een opstartbeeld toewijzen aan uw camera. Raadpleeg de Softwarehandleiding (= 28) voor meer informatie. Geheugenkaarten formatteren Voordat u een nieuwe geheugenkaart of een geheugenkaart die is geformatteerd in een ander apparaat gaat gebruiken, moet u de kaart formatteren met deze camera. Bij het formatteren worden alle gegevens op de geheugenkaart verwijderd.
Basisfuncties van de camera aanpassen • Door het formatteren van de geheugenkaart of het wissen van de gegevens op de geheugenkaart wordt alleen de bestandsbeheerinformatie op de kaart gewijzigd. Hiermee wordt dus niet de volledige inhoud gewist. Tref voorzorgsmaatregelen wanneer u een geheugenkaart weggooit, zoals het fysiek vernietigen van de kaart, om te voorkomen dat persoonlijke informatie wordt verspreid.
Basisfuncties van de camera aanpassen Bestandsnummering Uw opnamen worden automatisch opeenvolgend genummerd (0001 – 9999) en opgeslagen in mappen die elk maximaal 2.000 opnamen kunnen bevatten. U kunt de toewijzing van de bestandsnummers wijzigen. zz Selecteer [Bestandnr.] en kies een optie. Continu Ook als u een andere geheugenkaart gebruikt, worden de beelden oplopend genummerd totdat u een opname maakt en opslaat met het nummer 9999.
Basisfuncties van de camera aanpassen Beelden opslaan op datum U kunt beelden opslaan in mappen die elke maand worden gemaakt, maar u kunt de camera ook mappen laten maken voor elke dag waarop u opnamen maakt. zz Selecteer [Maak folder] en selecteer vervolgens [Dagelijks]. XX Beelden worden nu opgeslagen in mappen die op de opnamedatum worden gemaakt.
Basisfuncties van de camera aanpassen De spaarstand aanpassen U kunt desgewenst de timing voor het automatisch uitschakelen van de camera en het scherm (respectievelijk Automatisch Uit en Display uit) aanpassen (= 88). 1 Open het scherm [Spaarstand]. zz Selecteer [Spaarstand] en druk op de knop . 2 Configureer de instellingen. zz Nadat u een item hebt geselecteerd, drukt u op de knoppen om dit item aan te passen.
Basisfuncties van de camera aanpassen De digitale horizon kalibreren Kalibreer de digitale horizon als het lijkt alsof deze niet helpt om waterpas opnamen te maken. De kalibratie is nauwkeuriger als u van tevoren een raster weergeeft (= 212) waarmee u de camera waterpas kunt krijgen. 1 Zet de camera waterpas. zz Plaats de camera op een vlakke ondergrond, zoals op een tafel. 2 Open het scherm [Digitale horizon]. zz Selecteer [Digitale horizon] en druk vervolgens op de knop .
Basisfuncties van de camera aanpassen Foto's Films De gevoeligheid van het aanraakscherm verhogen De gevoeligheid van het aanraakscherm kan worden verhoogd, zodat de camera reageert op lichtere aanraakhandelingen. zz Selecteer [Schermrespons] en selecteer vervolgens [Hoog]. Auteursrechtinformatie instellen die in beelden moet worden opgenomen Als u de naam van de maker en auteursrechtdetails in beelden wilt opnemen, stelt u deze informatie als volgt op voorhand in. 1 Open het instellingenscherm.
Basisfuncties van de camera aanpassen 3 Sla de instellingen op. zz Druk op de knop . [Wijzigingen accepteren?] wordt weergegeven. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om [Ja] te selecteren. Druk vervolgens op de knop . XX De hier ingestelde informatie wordt nu in beelden opgenomen. • Als u de ingevoerde informatie wilt controleren, kiest u [Geef copyrightinfo weer] op het scherm in stap 1 en drukt u op de knop .
Basisfuncties van de camera aanpassen Certificatielogo's controleren Sommige logo's voor certificatievereisten waaraan de camera voldoet, kunnen op het scherm worden bekeken. Andere certificatielogo's staan in deze handleiding afgedrukt, op de verpakking van de camera, of op de camerabehuizing. zz Selecteer [Certificaatlogo weergeven] en druk vervolgens op de knop . Taal van LCD-scherm U kunt de weergavetaal desgewenst wijzigen. 1 Open het scherm [Taal]. zz Selecteer [Taal .
Basisfuncties van de camera aanpassen Standaardwaarden herstellen Als u per ongeluk een instelling hebt gewijzigd, kunt u de standaardinstellingen van de camera herstellen. 1 Open het scherm [Reset alle]. zz Selecteer [Reset alle] en druk op de knop . 2 Herstel de standaardinstellingen. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om [OK] te selecteren en druk vervolgens op de knop . XX De standaardinstellingen zijn nu hersteld.
8 Accessoires Gebruik de bijgesloten accessoires efficiënt en haal meer uit uw camera met optionele Canon-accessoires en andere apart verkrijgbare, compatibele accessoires 279
Tips voor het gebruik van bijgesloten accessoires Efficiënt gebruik van batterij en oplader • Laad de batterij op de dag dat u deze wilt gebruiken op, of vlak daarvoor Opgeladen batterijen verliezen geleidelijk hun lading, ook als ze niet worden gebruikt. U kunt de oplaadstatus van de batterij eenvoudig controleren door het klepje zo te plaatsen dat ▲ op een opgeladen batterij zichtbaar is en door hem zo te plaatsen dat ▲ niet zichtbaar is op een niet-opgeladen batterij.
Optionele accessoires Voedingsadapterset ACK-DC30 zz Hiermee kunt u de camera aansluiten op een gewoon stopcontact. Dit wordt aanbevolen wanneer u de camera gedurende langere tijd wilt gebruiken of wanneer u de camera aansluit op een printer of computer. U kunt op deze manier niet de batterij in de camera opladen. • De batterijlader en de voedingsadapterset kunnen worden gebruikt in gebieden met een wisselspanning van 100 – 240 V (50/60 Hz).
Optionele accessoires Flitsereenheid Krachtige flitser HF-DC2 zz Externe flitser voor de belichting van onderwerpen die buiten het bereik van de ingebouwde flitser zijn. Overige accessoires Waterdichte behuizing WP-DC47 zz Voor onderwaterfoto's tot een diepte tot 40 meter. Ook bruikbaar voor foto’s in de regen, op het strand en op skipistes. Stereo AV-kabel AVC-DC400ST zz Als u de camera aansluit op een televisie, kunt u uw opnamen afspelen op een groter scherm.
Foto's Films Optionele accessoires gebruiken Foto's Films Afspelen op een tv Als u de camera aansluit op een televisie, kunt u uw opnamen bekijken op een groter scherm. Raadpleeg de handleiding van de tv voor meer informatie over de aansluiting en over het wijzigen van de ingangen. • Sommige gegevens worden mogelijk niet weergegeven op de tv (= 318).
Optionele accessoires gebruiken 3 Schakel de tv in en stel deze in op de video-ingang. zz Stel de tv-ingang in op de video-ingang waarop u in stap 2 de kabel hebt aangesloten. 4 Schakel de camera in. zz Druk op de knop <1> om de camera in te schakelen. XX De camerabeelden worden nu weergegeven op de tv. (Het camerascherm blijft leeg.) zz Als u klaar bent, schakelt u de camera en de tv uit en verwijdert u daarna de kabel.
Optionele accessoires gebruiken 3 Geef beelden weer. zz Zet de tv aan. Druk op de camera op de knop <1>. XX De camerabeelden worden nu weergegeven op de tv. (Het camerascherm blijft leeg.) 4 Bedien de camera via de afstandsbediening van de tv. zz Druk op de afstandsbediening op de knoppen om te bladeren door de beelden. zz Druk op de knop OK/Selecteren om het bedieningspaneel van de camera weer te geven.
Optionele accessoires gebruiken Foto's Films Afspelen op een SD-tv Met de afzonderlijk verkrijgbare stereo AV-kabel AVC-DC400ST kunt u de camera aansluiten op een tv om uw opnamen te bekijken op een groter scherm terwijl u de camera bedient. 1 Zorg dat de camera en de tv zijn uitgeschakeld. Geel Geel Wit Rood Rood Wit 2 Sluit de camera aan op de tv. zz Steek de kabelstekker volledig in de video-ingangen van de tv, zoals weergegeven.
Optionele accessoires gebruiken Foto's Films De camera voeden via het lichtnet Als u de camera voedt via de afzonderlijk verkrijgbare voedingsadapterset ACK-DC30, hoeft u niet meer te letten op de resterende batterijlading. 1 Zorg dat de camera is uitgeschakeld. 2 Plaats de koppeling. zz Volg stap 2 op = 16 om het klepje te openen. zz Plaats de gelijkstroomkoppeling in de Aansluiting aangegeven richting, net als een batterij (volg stap 3 op = 16). zz Volg stap 5 op = 17 om het klepje te sluiten.
Beelden afdrukken • Haal de adapter of het netsnoer niet weg terwijl de camera nog is ingeschakeld. Daarmee kunt u de opnamen wissen of de camera beschadigen. • Sluit de adapter of het adaptersnoer niet aan op andere voorwerpen. Dit kan defect of schade aan het product tot gevolg hebben. Foto's Films Beelden afdrukken U kunt uw foto’s eenvoudig afdrukken door de camera aan te sluiten op een printer.
Beelden afdrukken 3 Schakel de printer in. 4 Schakel de camera in. zz Druk op de knop <1> om de camera in te schakelen. XX [ ] wordt weergegeven. 5 Selecteer een beeld. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om een beeld te selecteren. 6 Open het afdrukscherm. zz Druk op de knop . 7 Druk het beeld af. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om [Print] te selecteren en druk vervolgens op de knop . XX Het afdrukken start nu.
Beelden afdrukken Foto's Afdrukinstellingen configureren 1 Open het afdrukscherm. zz Voer stap 1 – 6 op = 288 – 289 uit om het scherm links te openen. 2 Configureer de instellingen. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om een item te selecteren en selecteer vervolgens een optie door op de knoppen te drukken. Default Hiermee worden de huidige printerinstellingen gebruikt. Datum Hiermee worden de beelden afgedrukt met een datum. File No.
Beelden afdrukken Foto's Beelden bijsnijden vóór het afdrukken (Trimmen) Als u vóór het afdrukken de beelden bijsnijdt, kunt u het gewenste beeldgebied afdrukken in plaats van het hele beeld. 1 Selecteer [Trimmen]. zz Volg eerst stap 1 op = 290 om het afdrukscherm te openen, kies [Trimmen] en druk op de knop . XX Er verschijnt een kader voor bijsnijden dat het af te drukken beeldgebied aanduidt. 2 Pas het kader naar wens aan. zz Om de grootte van het kader te wijzigen, beweegt u de zoomknop.
Beelden afdrukken Foto's Het papierformaat en de indeling selecteren vóór het afdrukken 1 Selecteer [papier inst.] zz Volg eerst stap 1 op = 290 om het afdrukscherm te openen, kies [papier inst.] en druk op de knop . 2 Selecteer een papierformaat. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om een optie te selecteren en druk vervolgens op de knop . 3 Selecteer een papiersoort.
Beelden afdrukken Beschikbare indelingsopties Default Hiermee worden de huidige printerinstellingen gebruikt. Randen Hiermee worden de beelden afgedrukt met een lege ruimte eromheen. Randloos Hiermee maakt u randloze afdrukken. N-plus Hiermee geeft u het aantal beelden per vel op. ID Foto Hiermee drukt u foto’s af voor identiteitsbewijzen. Alleen beschikbaar voor beelden met een resolutie L en een verhouding 4:3. Vaste afm. Hiermee wordt het afdrukformaat geselecteerd.
Beelden afdrukken Films Filmscènes afdrukken 1 Open het afdrukscherm. zz Volg stap 1 – 5 op = 288 – 289 om een film te kiezen en druk vervolgens op de knop . zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om [c] te selecteren en druk vervolgens op de knop . Het scherm links wordt weergegeven. 2 Selecteer een afdrukmethode. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om [ ] te selecteren en druk vervolgens op de knoppen om de afdrukmethode te selecteren.
Beelden afdrukken Foto's Beelden toevoegen aan afdruklijst (DPOF) U kunt op de camera instellingen maken voor afdrukken in serie (= 298) en bestellingen bij fotozaken. Selecteer maximaal 998 beelden op een geheugenkaart en configureer de nodige instellingen, zoals het aantal exemplaren, als volgt. De afdrukinformatie die u op deze manier samenstelt, is in overeenstemming met de DPOF-norm (Digital Print Order Format). • U kunt geen RAW-beelden opnemen in een afdruklijst.
Beelden afdrukken • Sommige printers of fotozaken zijn wellicht niet in staat om alle DPOF-instellingen toe te passen bij het afdrukken. • [ ] kan verschijnen op de camera om u te waarschuwen dat de geheugenkaart afdrukinstellingen bevat die zijn geconfigureerd op een andere camera. Als u de afdrukinstellingen wijzigt met deze camera, worden alle bestaande instellingen wellicht overschreven. • Als u [Datum] instelt op [Aan], drukken sommige printers de datum wellicht tweemaal af.
Beelden afdrukken 3 Geef het aantal afdrukken op. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om het aantal afdrukken op te geven (maximaal 99). zz Herhaal stap 2 en 3 om het afdrukken van andere beelden in te stellen en het aantal afdrukken van elk beeld op te geven. zz Voor indexafdrukken kunt u het aantal afdrukken niet instellen. U kunt alleen de af te drukken beelden selecteren, via stap 2. zz Als u klaar bent, drukt u op de knop om terug te keren naar het menuscherm.
Beelden afdrukken Foto's Alle beelden wissen van de afdruklijst 1 Selecteer [Wis alle selecties]. zz Volg stap 1 op = 296, selecteer [Wis alle selecties] en druk op de knop . 2 Bevestig dat u de printlijst wilt wissen. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om [OK] te selecteren en druk vervolgens op de knop .
Beelden afdrukken Een selectiemethode selecteren zz Druk op de knop , kies [Fotoboek instellen] op het tabblad [1] en bepaal hoe u de beelden wilt selecteren. • [ ] kan verschijnen op de camera om u te waarschuwen dat de geheugenkaart afdrukinstellingen bevat die zijn geconfigureerd op een andere camera. Als u de afdrukinstellingen wijzigt met deze camera, worden alle bestaande instellingen wellicht overschreven.
Beelden afdrukken 2 Selecteer een beeld. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om een beeld te selecteren en druk vervolgens op de knop . XX [ ] wordt weergegeven. zz Druk nogmaals op de knop om het beeld te verwijderen uit het fotoboek. [ ] wordt niet meer weergegeven. zz Herhaal deze procedure om andere beelden op te geven. zz Als u klaar bent, drukt u op de knop om terug te keren naar het menuscherm.
Beelden afdrukken Foto's Alle beelden verwijderen uit een fotoboek 1 Selecteer [Wis alle selecties]. zz Volg de procedure op = 299, kies [Wis alle selecties] en druk op de knop . 2 Bevestig dat u het fotoboek wilt wissen. zz Druk op de knoppen of draai aan de knop <7> om [OK] te selecteren en druk vervolgens op de knop .
Foto's Films Een Eye-Fi-kaart gebruiken Voordat u een Eye-Fi-kaart gebruikt, controleert u altijd of dit op uw locatie is toegestaan (= 2). Als u een Eye-Fi-kaart die klaar is voor gebruik in de camera plaatst, kunt u uw beelden automatisch draadloos overdragen naar een computer of uploaden naar een website voor gedeelde foto's. De beelden worden overgedragen via de Eye-Fi-kaart.
Een Eye-Fi-kaart gebruiken Beelden met een pictogram [ ] zijn overgedragen. • Als u de modus [ ] selecteert, wordt de Eye-Fi-verbinding verbroken. Als u een andere opnamemodus of de afspeelmodus activeert, wordt de Eye-Fi-verbinding hersteld. Films die zijn gemaakt in de modus [ ] worden mogelijk opnieuw overgedragen. Verbindingsgegevens controleren U kunt indien nodig het toegangspunt SSID of de verbindingsstatus van de Eye-Fi-kaart controleren.
9 Bijlage Nuttige informatie over het gebruik van de camera 305
Problemen oplossen Controleer eerst het volgende als u denkt dat er een probleem is met de camera. Als u met de onderstaande tips uw probleem niet kunt verhelpen, neemt u contact op met de helpdesk van Canon Klantenservice. Voeding Er gebeurt niets als u op de ON/OFF-knop drukt. • Controleer of de batterij is opgeladen (= 15). • Controleer of de batterij in de juiste richting is geplaatst (= 16). • Controleer of het geheugenkaart-/batterijklepje goed is gesloten (= 17).
Problemen oplossen • Datumstempels worden niet toegevoegd in opnamemodi (= 330 – 331) waarin deze instelling niet kan worden geconfigureerd. [h] knippert op het scherm wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt, en opnemen is niet mogelijk (= 101). • Stel [IS modus] in op [Continu] (= 201). • Stel de flitsmodus in op [h] (= 195). • Verhoog de ISO-waarde (= 171). • Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om de camera stil te houden. In dit geval moet u [IS modus] instellen op [Uit] (= 201).
Problemen oplossen • Pas de helderheid aan met behulp van flitsbelichtingscompensatie of door het niveau voor de flitsuitvoer te wijzigen (= 197, 199). • Verhoog de ISO-waarde (= 171). De onderwerpen in geflitste foto's zijn te helder, de highlights zijn vervaagd. • Maak de opname binnen het bereik van de flits (= 337). • Stel de flitsmodus in op [!]. (= 113). • Pas de helderheid aan met behulp van flitsbelichtingscompensatie of door het niveau voor de flitsuitvoer te wijzigen (= 197, 207).
Problemen oplossen Films opnemen De verstreken tijd wordt verkeerd weergegeven, of de opname wordt onderbroken. • Formatteer de geheugenkaart via de camera of gebruik een geheugenkaart die hogesnelheidsopnamen ondersteunt. Denk erom dat ook als de verstreken tijd verkeerd wordt weergegeven, de lengte van de films op de geheugenkaart overeenstemt met de werkelijke opnameduur (= 336, 269). [ ] verschijnt en de opname stopt automatisch.
Problemen oplossen Computer Kan geen beelden overdragen naar een computer. Als u beelden wilt overdragen naar de computer via een kabel, probeert u als volgt de overdrachtsnelheid te verlagen: • Druk op de knop <1> om de afspeelmodus in te schakelen. Houd de knop ingedrukt en druk tegelijkertijd op de knoppen en . Druk in het volgende scherm op de knoppen om [B] te kiezen. Druk vervolgens op de knop . Eye-Fi-kaarten Kan geen beelden overdragen (= 302).
Problemen oplossen Kan geen afbeeldingen verzenden. • Het bestemmingsapparaat heeft onvoldoende opslagruimte. Vergroot de opslagruimte op het bestemmingsapparaat en verzend de afbeeldingen opnieuw. • Het lipje voor de schrijfbeveiliging van de SD/SDHC/SDXC geheugenkaart of EyeFi-kaart van de bestemmingscamera staat in de vergrendelde positie. Schuif het lipje voor de schrijfbeveiliging in de ontgrendelde positie. • Beelden die in de modus [ ] zijn opgenomen, worden gegroepeerd.
Berichten op het scherm Indien er een foutmelding verschijnt op het scherm, reageert u als volgt. Geen geheugenkaart • Wellicht is de geheugenkaart in de verkeerde richting geplaatst. Plaats de geheugenkaart opnieuw, en in de juiste richting (= 17). Geheugenkaart op slot • Het schuifje voor schrijfbeveiliging van de geheugenkaart is vergrendeld. Ontgrendel het schuifje voor de schrijfbeveiliging (= 16). Kan niet opnemen • U probeert een opname te maken zonder geheugenkaart in de camera.
Berichten op het scherm Kan niet vergroten!/Kan dit niet afspelen in Smart Shuffle/Kan niet roteren/Kan beeld niet wijzigen/Kan beeld niet registreren/Kan Niet Wijzigen/Kan niet aan Cat. toekennen/Niet selecteerbaar beeld./Geen ID-info • De volgende functies zijn wellicht niet beschikbaar voor beelden waarvan de bestandsnaam is gewijzigd of die al zijn bewerkt op een computer, of beelden die met een andere camera zijn gemaakt. Denk erom dat functies met een sterretje (*) niet beschikbaar zijn voor films.
Berichten op het scherm Camerafout gedetecteerd (foutnummer) • Als deze foutmelding verschijnt direct nadat u een opname hebt gemaakt, is het beeld mogelijk niet opgeslagen. Ga naar de afspeelmodus om dit te controleren. • Als deze foutmelding vaak verschijnt, kan dit duiden op schade aan de camera. Schrijf in dat geval de foutcode op (Exx) en neem contact op met de helpdesk van Canon Klantenondersteuning.
Berichten op het scherm Verbinding verbroken/Bestand(en) niet ontvangen/Bestand(en) niet verzonden • De omgeving waarin u zich bevindt, is mogelijk niet geschikt voor gebruik van een draadloze LAN. • Vermijd het gebruik van de draadloze LAN-functie van de camera in de buurt van magnetrons, Bluetooth-apparaten en andere apparaten die op de 2,4 GHz band werken.
Informatie op het scherm Opname (informatieweergave) Batterijniveau (= 317) Camerastand* Eye-Fiverbindingsstatus (= 302) Witbalanscorrectie (= 177) My Colors (= 179) AEB-opname (= 173) / Focusbracketing (= 193) Transportmodus (= 104, 181) Meetmethode (= 170) Compressie (beeldkwaliteit) (= 201), Resolutie (= 126), RAW (= 200) 316 Histogram (= 212, 221) Aantal opnamen (= 336) Zelfontspanner (= 109) Filmkwaliteit (= 129) Focuslengte (= 108) Resterende tijd (= 336) Digitale zoomvergroting (= 107), Digitale t
Informatie op het scherm ND filter (= 175) AE lock (= 169), FE-vergrendeling (= 198) Raster (= 212) Sluitertijd (= 204, 206) Digitale horizon (= 212) Verhouding (= 125) Diafragmawaarde (= 205, 206) Belichtingscompensatieniveau (= 168) * i-Contrast (= 174) Witbalans (= 176) Correctie kwiklampje (= 128) Touch Shutter (= 112) Waarschuwing: camera beweegt (= 101) Belichtingsschuifbalk (= 163) Zoombalk (= 98) Knipperdetectie (= 133) Belichtingsniveau (= 206) MF-indicator (= 184) Beeldstabilisatie (= 201) Tijd
Informatie op het scherm Afspelen (uitgebreide informatieweergave) Weergave schakelen: RGBhistogram (= 222), GPS-informatie (= 222) My Category (= 247) Witbalans (= 176) / Witbalanscorrectie (= 177) Histogram (= 221) ND filter (= 175) Belichtingscompensatieniveau (= 168), Belichtingsniveau (= 163) ISO-waarde (= 171), Afspeelsnelheid (= 149, 164) Opnamemodus (= 320) Overdracht via Eye-Fi (= 302) 318 Batterijniveau (= 317) Meetmethode (= 170) Mapnummer bestandsnummer (= 271) Nummer huidig beeld / totaal a
Informatie op het scherm • Sommige gegevens worden mogelijk niet weergegeven als u beelden bekijkt op een tv (= 283). Overzicht van filmbedieningspaneel in “Bekijken” (= 218) Afsluiten Tik om het volumepaneel weer te geven. Tik vervolgens op [o][p] om het volume aan te passen. Bij een volume van 0 wordt [ ] weergegeven. Afspelen Slow Motion (Druk op de knoppen of draai aan de knop <7>. Er wordt geen geluid afgespeeld.
Functies en menutabellen Beschikbare functies per opnamemodus Opnamemodus K D B M G A Functie Belichtingscompensatie (= 168) Flitser (= 113, 195, 196) h Z ! Flitsbelichtingscompensatie (= 197) Flits output (= 207) Diafragmawaarde (= 205) Sluitertijd (= 204) Programma Shift (= 169) AE lock (= 169)/FE-vergrendeling (= 198)*3 AE lock (film)/Belichting (= 163) AF lock (indien toegewezen aan de knop >) (=213)) < Scherpstelbereik (= 142, 183, 184) e *1 – *1 (= 184)/AF lock (= 193) O – O – – – – O O O
Functies en menutabellen K E T E Y x S P t v O O O O O O O O O – O O O O O O O – – – – – – O O O – – – O O O O O O O O O – – – O O O – O O O – O – O O O O O O O O O – – – – – – – *2 – – – O – – – – – – – – – – – – – O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – –
Functies en menutabellen Menu FUNC.
Functies en menutabellen K E T E Y x S P t v O O O O O – O O O O O O O O O O O O O – – – – – – – – O – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – O O O O O O O O O O O O O O O O O O O – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O – – –
Functies en menutabellen Opnamemodus K D B M G A I Functie Zelfontspanner (= 109) O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O *1 O O O O O O O O O O O O O – O O *1 O O O O O O O O *1 O O O O – O – – *1 O O O O – O – – *1 O O O O O O O O *1 O O O O O – O – *1 O O O O – – *1 O O O O O O O O *1 O O O O O O O – *1 O O O O – – *1 O O O O O O O O *1 O O O O O O O O *1 O O O O O O O O *1 O O O O O O O O
Functies en menutabellen K E T E Y x S P t v O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O – – – – O O O O O O O O O O O O O O O O O O – – – – O O O O O O O O O O O O O O O O O O – – – – – – – – O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O – O O O O O O O O O O – – – O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O – – O O O –
Functies en menutabellen 4 Opnamemenu Opnamemodus K D B M G A Functie AF Frame (= 186) Gezichts-AiAf*2 1-punts AF kader afm. (= 187)*3 Normaal Klein Digitale Zoom (= 107, 185) Standaard Uit Digitale telelens (1.5x/2.
Functies en menutabellen K E T E Y x S P t v O O O O O – O – – O O – – – – O – O O O O – O O – – O O O O O O O O O O O O O O O O O O – – – – O O O O O O O O O O O O O O O O O O – – – – O O – – O O O O O O – – – – O O O – O O O – – O O O – – – – – – – – – – – O O – O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – O O O O – O O – – O O – – – – O O O O – – – O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O – – – – – O O – – – O – – – – O O O O – – – O O O O O O
Functies en menutabellen Opnamemodus K D B M G A Functie Flits Instellingen (= 127, 134, 197, 199, 207) Auto Flits mode Handmatig Flitsbel. comp. Flits output 1e gordijn Sluiter sync. 2e gordijn Aan Rode-Ogen Uit Aan Lamp Aan Uit Aan Veiligheids FE Uit ISO autom. inst. (= 172) Max ISO-waarde Snelheid inst. Hoog ISO nr. (= 172) Hg lampcorr. (= 128) Aan/Uit Spotmetingpunt (= 170) Centrum AF-Punt Safety Shift (= 205) Aan Uit Wind Filter (= 130) Aan Uit Bekijken (= 135) Uit/Snel/2 – 10 sec.
Functies en menutabellen K E T E Y x S P t v O – – – O – O O O O O – O – – – O – O O O O O – O – – – O – O O O O O – – – – – – – – – – – – – O – – – O – O O O O O – O – – – O – – O – O O – O – – – O – O O O O O – – – – – – – – – – – – – O – – – O – – O O O O – – – – – – – – – – – – – O – – – O – – O O O O – O – – – O – – O O O O – O – – – O – – O O O O – O – – – O – – O O O O – O – – – O – – O O O O – O – – – O – – O O O O – O – – – O – – O O O O – O – – – O – – O O O O – O – – – O – – O
Functies en menutabellen Opnamemodus K D B M G A Functie Custom Display (= 212) Opname Info Raster Digitale horizon Histogram IS modus (= 201) Uit Continu Opname Datum stempel (= 114) Uit Datum/Datum & Tijd Inst.
Functies en menutabellen K E T E Y x S P t v O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O – O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O – O O O O O O O O O O O O O O – – – O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O – – O O O – – – – – – – – – – – – – – O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O – –
Functies en menutabellen 3 Menu Instellen Item Item Zie pagina Zie pagina mute = 264 Spaarstand Volume = 264 Maateenheden = 273 Geluidsopties = 265 Digitale horizon = 131 Hints en tips = 265 Video Systeem = 286 Datum/Tijd = 18 Ctrl via HDMI = 284 Tijdzone = 266 Schermrespons = 275 LCD Helderheid = 267 Instellingen draadloos LAN = 37 opstart scherm = 268 Eye-Fi instellingen = 302 Formateren = 269, 270 Copyrightinformatie = 275 Bestandnr.
Functies en menutabellen 1 Menu Afspelen Item Zie pagina Item Zie pagina Beeld zoeken = 227 Rode-Ogen Corr. = 257 Filmsynopsis afspelen = 231 Trimmen = 253 Smart Shuffle = 237 Veranderen = 252 Diavoorstelling = 236 My Colors = 255 Wissen = 242 Info gezichts-ID = 224 Beveilig = 238 Beeld scrollen = 219 Roteren = 245 Beelden groep. = 232 Favorieten = 246 Autom.
Voorzorgsmaatregelen • De camera is een apparaat met zeer geavanceerde elektronica. Laat de camera niet vallen en stel deze niet bloot aan schokken of stoten. • Plaats de camera nooit in de nabijheid van magneten, motoren of andere apparaten die sterke elektromagnetische velden genereren. Dit kan leiden tot storing of verlies van beeldgegevens. • Als er waterdruppels of vuil vastzitten op de camera of het scherm, wrijft u dit af met een droge zachte doek, zoals een brillendoekje.
Specificaties Effectieve pixels in de Circa 12,1 miljoen pixels camera (max.) 5x zoom: 5.2 (G) – 26.0 (T) mm Focuslengte lens (equivalent aan 35-mm film: 24 (G) – 120 (T) mm) 7,5 cm (3,0 inch) kleur TFT LCD (aanraakscherm) LCD-monitor Effectieve pixels: Ong. 461.000 punten Design rule for Camera File system, compatibel met DPOF Bestandsformaat (versie 1.1) Foto’s: Exif 2.3 (JPEG), RAW (CR2 (Canon Original)) Gegevenstype Films: MOV (beeldgegevens: H.
Specificaties Aantal 4:3-opnamen per geheugenkaart Opnamepixels Compressieverhouding Aantal 4:3-opnamen per geheugenkaart (aantal opnamen bij benadering) 8 GB 32 GB (Groot) 12M/4000x3000 1379 5568 2192 8850 (Medium 1) 6M/2816x2112 2431 9814 3721 15020 (Medium 2) 2M/1600x1200 (Klein) 0.
Specificaties Flitsbereik Maximale groothoek (j) 50 cm – 7,0 m Maximale telelens (i) 50 cm – 2,3 m Opnamebereik Opnamemodus Scherpstelbereik A – Andere modi e* f* 8 Maximale groothoek (j) 3 cm – oneindig Maximale telelens (i) 30 cm – oneindig 5 cm – oneindig 3 cm – 50 cm 3 cm – oneindig 30 cm – oneindig 30 cm – 50 cm 30 cm – oneindig 3 cm – 50 cm 1,5 m – 20 m – 1,5 m – 20 m * Niet beschikbaar in bepaalde opnamemodi.
Specificaties Diafragma f/nummer Beschikbare waarden modus * f/2.0 – f/8.0 (G), f/5.9 – f/8.0 (T) f/2.0, f/2.2, f/2.5, f/2.8, f/3.2, f/3.5, f/4.0, f/4.5, f/5.0, f/5.6, f/5.9, f/6.3, f/7.1, f/8.0 * Afhankelijk van de zoompositie zijn mogelijk niet alle diafragmawaarden beschikbaar. Batterij NB-5L Type: Nominale spanning: Nominaal vermogen: Oplaadcycli: Bedrijfstemperatuur: Afmetingen: Gewicht: Oplaadbare lithium-ionbatterij 3,7 V gelijkstroom 1.
Index Cijfers 1-punts (modus AF Frame)................ 187 Letters A Aangepaste witbalans........................ 177 Aansluiting.................. 283, 286, 287, 288 Accessoires........................................ 280 AE lock............................................... 169 AEB-modus........................................ 173 AF lock............................................... 193 AF-kaders................................... 186, 187 Afbeeldingen verzenden.......................
Index CameraWindow Scherm........................................... 71 Smartphone.................................... 52 CANON iMAGE GATEWAY.................. 47 Instellingen..................................... 48 Cd DIGITAL CAMERA Solution Disk...... 2 Compressieverhouding (beeldkwaliteit)................................... 201 Computer Doelapparaat toevoegen................ 64 Omgeving....................................... 58 Voordat u begint............................. 58 Continu-opnamen maken.......
Index M Gezichts-AiAf (modus AF Frame)....... 186 Gezichts-ID..........................................115 Gezichtsselectie................................. 192 Glimlach (opnamemodus).................. 156 GPS-informatieweergave................... 222 H Handmatig scherpstellen (scherpstelmodus).............................. 184 Het formaat van beelden wijzigen...... 252 High Dynamic Range (opnamemodus)................................. 145 High-speedburst HQ (opnamemodus).................................
Index R Raster................................................. 212 Sneeuw (opnamemodus)................... 140 Soft focus (opnamemodus)................ 151 Ring.................................................... 208 Software Beelden opslaan op een computer........................................ 30 Cd DIGITAL CAMERA Solution Disk.................................... 2 Installatie........................................ 30 Spaarstand........................................... 88 Rode ogen corrigeren...
Index Voeding Voedingsadapterset Batterij Compacte voedingsadapter Set van batterij en oplader Voedingsadapterset.................... 281, 287 Vuurwerk (opnamemodus)................. 140 W Webservices Doelapparaat toevoegen................ 47 Maximaal aantal e-mailadressen............................... 50 Verbinding...................................... 50 Weergavevolgorde......................... 50 Wereldklok.......................................... 266 Wi-Fi...........................
VOORZICHTIG ONTPLOFFINGSGEVAAR ALS DE BATTERIJEN WORDEN VERVANGEN DOOR EEN ONJUIST TYPE. HOUD U BIJ HET WEGGOOIEN VAN GEBRUIKTE BATTERIJEN AAN DE LOKALE VOORSCHRIFTEN HIERVOOR. Informatie over handelsmerken • Het SDXC-logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC. • Dit apparaat gebruikt exFAT-technologie die in licentie is gegeven door Microsoft. • HDMI, het HDMI-logo en High-Definition Multimedia Interface zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
CEL-ST3DA281 © CANON INC.