Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera GPS-functies gebruiken Auto-modus Andere opnamemodi Gebruikershandleiding P-modus Afspeelmodus Menu Instellingen Accessoires NEDERLANDS • Zorg dat u deze handleiding leest, inclusief het gedeelte “Veiligheidsmaatregelen” (= 7) voordat u de camera in gebruik neemt. • Door deze handleiding te lezen, leert u de camera correct te gebruiken. • Bewaar deze handleiding goed zodat u deze in de toekomst kunt raadplegen.
Inhoud van de verpakking Compatibele geheugenkaarten Controleer, voordat u de camera in gebruik neemt, of de verpakking de onderstaande onderdelen bevat. Indien er iets ontbreekt, kunt u contact opnemen met uw leverancier. De volgende geheugenkaarten (afzonderlijk verkrijgbaar) kunnen, ongeacht de capaciteit, worden gebruikt. • SD-geheugenkaarten* • SDHC-geheugenkaarten* Camera Polsriem Batterij NB-6LH Introductiehandleiding • Een geheugenkaart is niet bijgesloten (= 2).
Opmerkingen vooraf en wettelijke informatie • Maak enkele proefopnamen en bekijk deze om te controleren of de beelden goed zijn opgenomen. Canon Inc., dochterondernemingen van Canon en andere aangesloten bedrijven en distributeurs zijn niet aansprakelijk voor welke gevolgschade dan ook die voortvloeit uit enige fout in de werking van een camera of accessoire, inclusief kaarten, die ertoe leidt dat een opname niet kan worden gemaakt of niet kan worden gelezen door apparaten.
Vóór gebruik Namen van onderdelen en conventies die in deze handleiding worden gebruikt Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera GPS-functies gebruiken Auto-modus Andere opnamemodi P-modus • • • • • • • Flitser Ontspanknop Lampje ON/OFF-knop Microfoon GPS-antenne Filmknop Lens In deze handleiding worden pictogrammen gebruikt om de bijbehorende cameraknoppen, waarop de pictogrammen zijn afgebeeld of die er op lijken, aan te duiden.
Inhoudsopgave Inhoud van de verpakking...............2 Compatibele geheugenkaarten.......2 Opmerkingen vooraf en wettelijke informatie........................3 Namen van onderdelen en conventies die in deze handleiding worden gebruikt...........4 Inhoudsopgave...............................5 Algemene bediening camera..........6 Veiligheidsmaatregelen...................7 Basishandleiding............ 10 Opmerkingen wanneer u deze waterdichte, stofdichte en schokbestendige camera gebruikt.....................
Vóór gebruik Algemene bediening camera 4 Speciale effecten toepassen Basishandleiding Opnamen maken Handleiding voor gevorderden zz Gebruik de door de camera bepaalde instellingen (Auto-modus).........
E Films opnemen/bekijken zz Films opnemen............................................................................... 37, 66 zz Films bekijken (afspeelmodus)............................................................. 82 zz Snel bewegende onderwerpen, afspelen in slow motion...................... 66 c Afdrukken zz Foto’s afdrukken.................................................................................. 124 Opslaan zz Beelden opslaan op een computer.........................................
• Kijk niet door de zoeker (als uw model een zoeker heeft) naar een sterke lichtbron, zoals de zon op een heldere dag of een sterke kunstmatige lichtbron. Dit kan uw gezichtsvermogen aantasten. • Raak het product niet aan tijdens onweer als het is aangesloten. Dit kan leiden tot een elektrische schok of brand. Stop direct met het gebruik van het product en neem afstand van het product. • Gebruik alleen de aanbevolen batterij/batterijen. • Plaats de batterij/batterijen niet in de buurt van of in open vuur.
Voorzichtig Hiermee wordt gewezen op het risico van schade aan eigendom. • Richt de camera niet op sterke lichtbronnen, zoals de zon op een heldere dag of een sterke kunstmatige lichtbron. Hierdoor kunnen de beeldsensor of interne onderdelen beschadigd raken. • Dit product kan niet onder water worden gebruikt op een diepte groter dan 25 m, of in warmwaterbronnen en andere mineraalbronnen. Dit kan schade aan het product of lekkage veroorzaken.
Vóór gebruik Basishandleiding Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera GPS-functies gebruiken Algemene informatie en instructies, van de eerste voorbereidingen tot opnamen maken en afspelen Auto-modus Andere opnamemodi P-modus Afspeelmodus Opmerkingen wanneer u deze waterdichte, stofdichte en schokbestendige camera gebruikt............................................................. 11 Opmerkingen voordat u deze camera gebruikt......
Opmerkingen wanneer u deze waterdichte, stofdichte en schokbestendige camera gebruikt U kunt deze camera gebruiken in de regen, op het strand, tijdens het skiën of onder water tot een diepte van 25 m. De camera kan echter niet worden gebruikt in warmwaterbronnen of andere mineraalbronnen. Canon is niet aansprakelijk voor schade aan de camera, batterijen, geheugenkaarten of opgeslagen gegevens veroorzaakt door lekkage als gevolg van onjuist gebruik van het product.
Opmerkingen na het gebruik van de camera en cameraonderhoud • Spoel de camera schoon als er vloeistof of zand op de camera zit na gebruik. De vloeistof of het zand kan de camera doen roesten, en als u de camera schoonveegt terwijl deze zand bevat, kan krassen veroorzaken. • Nadat u de camera onder water hebt gebruikt (vooral in de oceaan) of in zanderige of vuile omgevingen, moet u deze direct afspoelen onder zoet water zoals kraanwater dat niet heter is dan 30 °C.
2 Laad de batterij op. De camera vasthouden zz CB-2LY: kantel de stekker naar zz Doe de riem om uw pols. zz Houd bij het maken van opnamen uw armen tegen uw lichaam gedrukt en houd de camera stevig vast om te voorkomen dat deze beweegt. Laat uw vingers niet op de flitser rusten. De batterij opladen Laad voor gebruik de batterij op met de meegeleverde oplader. Bij aankoop van de camera is de batterij niet opgeladen. Zorg er daarom voor dat u de batterij eerst oplaadt. 1 Plaats de batterij.
• Zie “Aantal opnamen/opnametijd, afspeeltijd” (= 149) voor meer informatie over de oplaadduur, het aantal opnamen en de opnametijd met een volledig opgeladen batterij. • Opgeladen batterijen verliezen geleidelijk hun lading, ook als ze niet worden gebruikt. Laad de batterij op de dag dat u deze wilt gebruiken op, of vlak daarvoor. • De lader kan worden gebruikt in gebieden met een wisselspanning van 100 – 240 V (50/60 Hz).
4 Sluit het klepje. zz Sluit het klepje in de richting van de pijl Rode markering en druk er lichtjes op totdat het in de gesloten positie klikt. zz Zorg ervoor dat de vergrendeling terugkeert in de aangegeven positie en dat de rode markering niet langer zichtbaar is. • Open de klepjes niet wanneer de camera nat is of onder water wordt gebruikt. Als de camera vochtig is, moet u deze afvegen met een zachte, droge doek tot de camera volledig droog is.
2 Stel de datum en tijd in. zz Druk op de knoppen om een optie te selecteren. zz Druk op de knoppen om de datum en tijd op te geven. zz Als u klaar bent, drukt u op de knop . Vóór gebruik De datum en tijd wijzigen Wijzig de datum en tijd als volgt. 1 Open het cameramenu. zz Druk op de knop . Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera GPS-functies gebruiken Auto-modus 2 Kies [Datum/Tijd]. 3 Stel de tijdzone thuis in.
• Dankzij de ingebouwde datum/tijd-batterij (reservebatterij) kunnen de datumen tijdinstellingen ongeveer 3 weken behouden blijven nadat de batterij is verwijderd. • De datum/tijd-batterij wordt in ongeveer 4 uur opgeladen nadat u een opgeladen batterij hebt geplaatst of de camera hebt aangesloten op een voedingsadapterset (afzonderlijk verkrijgbaar, = 116), zelfs als de camera is uitgeschakeld. • Zodra de datum/tijd-batterij leeg is, verschijnt het scherm [Datum/Tijd] als u de camera inschakelt.
De interne oplaadbare lithiumbatterij recyclen Vóór gebruik 4 Draai de zes schroeven los en verwijder de klep. Als u uw camera afdankt, moet u eerst de interne oplaadbare lithiumbatterij verwijderen voor recycling volgens de lokale voorschriften. Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera 1 Draai de zes schroeven van de achterklep los en verwijder de achterklep.
Vóór gebruik 8 Open het klepje van de geheugenkaart/batterij en het klepje van de aansluitingen en draai de vijf schroeven los. 10 Verwijder de batterij. Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera GPS-functies gebruiken 9 Verwijder het onderdeel. Verwijder nooit de camerabehuizing om een andere reden dan om de interne oplaadbare lithiumbatterij te verwijderen voor recycling, wanneer u de camera afdankt.
De camera testen Foto’s Films Volg deze instructies om de camera in te schakelen, foto- of filmopnamen te maken en deze daarna te bekijken. Opnamen maken (Smart Auto) Laat de camera het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen voor volledig automatische selectie van de optimale instellingen voor specifieke composities. 1 Controleer of de klepjes zijn gesloten.
Vóór gebruik Maak de opname. Films opnemen Start met opnemen. zz Druk de ontspanknop helemaal naar beneden. zz Druk op de filmknop. U hoort één zz Wanneer de camera de opname maakt, hoort u het sluitergeluid en wanneer er weinig licht is, gaat de flitser automatisch af. zz De opname wordt ongeveer twee seconden op het scherm weergegeven. zz Zelfs wanneer de foto nog op het scherm staat, kunt u al op de ontspanknop drukken om een volgende foto te maken.
Vóór gebruik Bekijken zz Films zijn herkenbaar aan het pictogram Na het maken van foto’s of het opnemen van films kunt u deze, zoals hieronder is beschreven, op het scherm bekijken. ]. Ga naar stap 3 als u films wilt [ afspelen. 3 Films afspelen zz Druk op de knop , druk op de 2 Blader door uw beelden. zz Om het vorige beeld te bekijken, drukt u op de knop . Om het volgende beeld te bekijken, drukt u op de knop .
Vóór gebruik Beelden wissen U kunt beelden die u niet meer nodig hebt één voor één selecteren en wissen. Wees voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen niet worden hersteld. 1 Selecteer het beeld dat u wilt wissen. zz Druk op de knoppen om een beeld te selecteren. 2 Wis het beeld. zz Druk op de knop , druk op de knoppen om [a] te selecteren en druk nogmaals op de knop .
Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Overige basishandelingen en meer manieren om van de camera te genieten, inclusief opties voor opnemen en afspelen Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera GPS-functies gebruiken Auto-modus Andere opnamemodi P-modus Afspeelmodus Aan/Uit................................................................ 25 Spaarstandfuncties (Automatisch Uit).................... 25 Ontspanknop..........................
Aan/Uit Spaarstandfuncties (Automatisch Uit) Opnamemodus zz Druk op de ON/OFF-knop om de camera in te schakelen en gereed te maken om op te nemen. zz Druk opnieuw op de ON/OFF-knop om de camera uit te schakelen. Afspeelmodus zz Druk op de knop <1> om de camera in te schakelen en uw foto’s te bekijken. zz Om de camera uit te schakelen drukt u opnieuw op de knop <1>. • Om van de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt u op de knop <1>.
Ontspanknop Opties opnameweergave Om de scherpte van uw foto´s te waarborgen, houdt u de ontspanknop altijd eerst half ingedrukt. Zodra het onderwerp is scherpgesteld, drukt u de knop helemaal in om de foto te maken. In deze handleiding wordt de bediening van de ontspanknop omschreven als de knop half of helemaal indrukken. Druk op de knop
om andere informatie weer te geven op het scherm of om de informatie te verbergen.
Het menu FUNC. Configureer veelgebruikte functies als volgt via het menu FUNC. Menu-items en -opties zijn afhankelijk van de opnamemodus (= 143 – 144) of afspeelmodus (= 148). 1 Open het Menu FUNC. zz Druk op de knop . 2 Selecteer een menu-item. zz Druk op de knoppen om een Opties Menu-items menu-item te selecteren en druk dan op de knop of .
Menu’s gebruiken Configureer verschillende camerafuncties als volgt via overige menu’s. De menu-items zijn op tabbladen per doel gegroepeerd, zoals opnamen maken ([4]), afspelen [1] enzovoort. De beschikbare menu-items verschillen afhankelijk van de geselecteerde opname- of afspeelstand (= 145 – 148). 1 Open het menu. zz Druk op de knop . 2 Selecteer een tabblad. zz Druk op de zoomknop om een tabblad te selecteren.
Indicatorweergave Klok De indicator op de achterkant van de camera (= 4) brandt of knippert afhankelijk van de status van de camera.
Vóór gebruik Basishandleiding GPS-functies gebruiken Basisbewerkingen en functies van de GPS-functie Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera GPS-functies gebruiken Auto-modus Andere opnamemodi P-modus Afspeelmodus GPS-functies gebruiken................................... 31 Waar kunt u GPS gebruiken en hoe houdt u de camera vast.......................................... 31 GPS-functies gebruiken.........................................
GPS-functies gebruiken De locatiegegevens van de camera (breedtegraad, lengtegraad en hoogte) op basis van signalen die afkomstig zijn van GPS-satellieten, kunnen worden toegevoegd aan foto’s en films die u opneemt, of de informatie kan afzonderlijk in een logboek worden geregistreerd. Naast geotagging (toevoegen van GPS-coördinaten) kan ook de cameraklok automatisch gelijk worden gezet.
Vóór gebruik Tijd die nodig is om een GPS-signaal te ontvangen • Nadat u de batterij hebt vervangen of als u de GPS-functies enige tijd niet hebt gebruikt, kan het langer duren voordat u een GPS-signaal ontvangt. GPS-functies gebruiken 1 Configureer de instelling. zz Druk op de knop , kies [ ] in het menu en kies vervolgens [ ] (= 27). zz Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze procedure, maar selecteert u [ ]. 2 Controleer de ontvangststatus.
zz Het pictogram [ • Met geotagging worden de oorspronkelijk cameralocatie en opnamedatum en -tijd toegepast, die zijn verkregen op het moment dat u begon met het opnemen van de film. • Bij films die gemaakt zijn met de modus [ ] (= 61) worden met geotagging de oorspronkelijke cameralocatie en de opnamedatum en -tijd toegepast die zijn verkregen voor de eerste filmclip die op die dag is opgenomen.
Vóór gebruik • Als u de batterij na stap 3 verwijdert, wordt de logger uitgeschakeld. Nadat u de batterij hebt vervangen, moet u de camera uitschakelen en opnieuw inschakelen om de loggerfunctie opnieuw in te schakelen. • Het opslaan van GPS-logbestanden is niet mogelijk als het schuifje voor schrijfbeveiliging is ingesteld op vergrendeld. Zorg ervoor dat het schuifje in de ontgrendelde stand staat.
3 Selecteer het logbestand dat u wilt onderzoeken. zz Rechts van de huidige datum wordt Aantal ontvangen logbestanden Breed- Leng tegraad tegraad Tijd de tijd weergegeven die is verstreken sinds de vorige locatiegegevens werden vastgelegd. zz Selecteer de gewenste datum en druk op de knop . De vastgelegde breedtegraad, lengtegraad, tijd en het aantal op die dag ontvangen logboekgegevens worden weergegeven. zz Druk tweemaal op de knop om terug te keren naar het scherm [GPSinstell.].
Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Auto-modus Handige modus voor eenvoudige opnamen met een betere controle bij het maken van opnamen. Basishandelingen van de camera GPS-functies gebruiken Auto-modus Andere opnamemodi P-modus Afspeelmodus Opnamen maken met door de camera bepaalde instellingen......................... 37 Opnamen maken (Smart Auto).............................. 37 Compositiepictogrammen...................................... 40 Pictogrammen voor beeldstabilisatie...
Opnamen maken met door de camera bepaalde instellingen 3 Open de modus [ ] te knoppen om [ selecteren en druk op de knop . zz De pictogrammen die de modus voor speciale opnamen en de beeldstabilisatiemodus aanduiden, worden rechtsboven in het scherm weergegeven (= 40, 41). zz Kaders rond gedetecteerde onderwerpen geven aan dat de camera daarop is scherpgesteld. Films Opnamen maken (Smart Auto) 1 Controleer of de klepjes zijn gesloten.
Vóór gebruik 5 Maak de opname. Foto’s maken Stel scherp. Films opnemen Start met opnemen. zz Druk op de filmknop. U hoort één zz Druk de ontspanknop half in. Nadat is scherpgesteld hoort u tweemaal een pieptoon en worden AF-kaders weergegeven om aan te geven op welke beeldgebieden is scherpgesteld. zz Wanneer op meer dan één gebied is scherpgesteld, worden meerdere AF-kaders weergegeven.
Vóór gebruik Pas de grootte van het onderwerp aan en wijzig zo nodig de compositie van de opname. zz Om de grootte van het onderwerp te wijzigen, herhaalt u de bewerkingen in stap 4 (= 37). Denk er echter wel aan dat het geluid van de camerabewerkingen ook wordt opgenomen. Films die worden opgenomen met de zoomfactor in blauw kunnen er korrelig uitzien. zz Als u tijdens de opname de compositie wijzigt, worden de focus, helderheid en kleurtoon automatisch aangepast. Voltooi de opname.
Foto’s Films Films Basishandleiding Compositiepictogrammen • De camerabehuizing kan warm worden wanneer u herhaaldelijk gedurende langere tijd films opneemt. Dit is geen teken van beschadiging. • Kom tijdens het opnemen van films niet met uw vingers aan de microfoon. Het blokkeren van de microfoon kan verhinderen dat het geluid wordt opgenomen of het opgenomen geluid klinkt daardoor gedempt.
Foto’s Films Pictogrammen voor beeldstabilisatie Optimale beeldstabilisatie voor de opnameomstandigheden wordt automatisch toegepast (Intelligent IS). Daarnaast worden in de modus [ ] de volgende pictogrammen weergegeven. Beeldstabilisatie voor foto’s Beeldstabilisatie voor films, vermindering van sterke camerabeweging, zoals wanneer u lopend opneemt (modus Dynamische beeldstabilisatie).
Algemene, handige functies Foto’s Foto’s Films De zelfontspanner gebruiken Films Nader inzoomen op het onderwerp (Digitale Zoom) Als onderwerpen te ver weg zijn om met behulp van de optische zoom te vergroten, gebruikt u de digitale zoom om tot 20x te vergroten. 1 Druk op de zoomknop . zz Houd de knop vast totdat het zoomen stopt. zz Het inzoomen stopt wanneer de grootst Met de zelfontspanner kunt u een groepsfoto maken waar u zelf ook op staat.
zz Zodra u de zelfontspanner start, gaat het lampje knipperen en speelt de camera het geluid van de zelfontspanner af. zz Twee seconden voor de opname versnellen het knipperen en het geluid. (In het geval dat de flitser afgaat, blijft de lamp branden.) zz Als u het maken van opnamen met de zelfontspanner wilt annuleren nadat u deze hebt ingesteld, drukt u op de knop . zz Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke instelling, selecteert u [ ] bij stap 1.
Foto’s De flitser uitschakelen Bereid de camera als volgt voor op opnemen zonder flitser. zz Druk op de knop , druk op de knoppen om [!] te selecteren en druk vervolgens op de knop . zz Als de instelling is voltooid, wordt [!] weergegeven. zz Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze procedure, maar selecteert u [ ]. Foto’s Een datumstempel toevoegen De camera kan de opnamedatum aan beelden toevoegen, rechtsonder in het beeld.
• Opnamen die zonder datumstempel zijn gemaakt, kunnen als volgt met stempel worden afgedrukt. Als u echter een datumstempel toevoegt aan beelden die al van deze informatie zijn voorzien, kan het gevolg zijn dat deze tweemaal wordt afgedrukt. - Gebruik de printerfuncties om af te drukken (= 124) - Gebruik de DPOF-afdrukinstellingen (= 128) van uw camera om af te drukken. - Om af te drukken gebruikt u de software die kan worden gedownload van de Canon-website (= 121).
Foto’s De beeldresolutie wijzigen (grootte) Kies als volgt uit 4 niveaus voor beeldresolutie. Zie “Aantal 4:3-opnamen per geheugenkaart” (= 150) voor richtlijnen over hoeveel opnamen bij elke resolutie-instelling op een geheugenkaart passen. zz Druk op de knop en kies [ ] in het menu. Kies vervolgens de gewenste optie (= 27). zz De optie die u hebt ingesteld, wordt nu weergegeven. zz Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze procedure, maar selecteert u [ ].
Films Beeldkwaliteit van films wijzigen Films Het windfilter gebruiken Er zijn 3 instellingen voor beeldkwaliteit beschikbaar. Zie “Opnametijd per geheugenkaart” (= 150) voor richtlijnen voor de maximale filmlengte die bij elk beeldkwaliteitsniveau op een geheugenkaart past. zz Druk op de knop en kies [ ] in het menu. Kies vervolgens de gewenste optie (= 27). zz De optie die u hebt ingesteld, wordt nu weergegeven.
Handige opnamefuncties Foto’s Foto’s Films Raster weergeven Als verticale en horizontale referentie tijdens het opnemen kunnen op het scherm rasterlijnen worden weergegeven. zz Druk op de knop , kies [Raster] op het tabblad [4] en kies [Aan] (= 28). zz Zodra de instelling is voltooid, wordt het raster op het scherm weergegeven. zz Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze procedure, maar selecteert u [Uit].
• Het gebied waarop is scherpgesteld wordt in de volgende gevallen niet vergroot wanneer de sluiterknop half wordt ingedrukt. - Als de digitale zoom wordt gebruikt (= 42) - Als de AF Tracking wordt gebruikt (= 77) - Als een tv wordt gebruikt als weergavescherm (= 117) Foto’s Controleren op gesloten ogen [ ] wordt weergegeven als de camera detecteert dat personen misschien hun ogen dicht hebben. 1 Configureer de instelling.
Foto’s Foto’s Het lampje voor rode-ogenreductie uitschakelen U kunt het lampje voor rode-ogenreductie uitschakelen, dat gaat branden om het effect van rode ogen te verminderen dat optreedt wanneer u opnamen maakt met de flitser in een omgeving met weinig licht. De weergaveduur van het beeld na opnamen wijzigen Wijzig als volgt de tijd dat beelden na de opname worden weergegeven. Configureer de instelling.
Foto’s De weergavestijl van het beeld na opnamen wijzigen Wijzig als volgt de manier waarop beelden na de opname worden weergegeven. Configureer de instelling. zz Druk op de knop , kies [Terugkijken] op het tabblad [4] en kies de gewenste optie (= 28). zz Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze procedure, maar selecteert u [Uit]. Uit Geeft alleen het beeld weer. details Geeft details van de opname weer (= 140).
Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Andere opnamemodi Maak effectiever opnamen in verschillende composities en maak betere opnamen met unieke beeldeffecten of vastgelegd met speciale functies. Basishandelingen van de camera GPS-functies gebruiken Auto-modus Andere opnamemodi P-modus Afspeelmodus Specifieke scènes............................................. 53 Speciale effecten toepassen............................
Vóór gebruik Specifieke scènes Foto’s Kies een modus die past bij de opnamelocatie en de camera maakt automatisch de instellingen voor optimale foto’s. 1 Selecteer een opnamemodus. zz Druk op de knop en vervolgens op de knoppen om een opnamemodus te kiezen. zz Wanneer er meerdere pictogrammen worden weergegeven in het midden van het scherm, drukt u op de knoppen om een opnamemodus te kiezen. zz Druk op de knop . 2 Maak de opname.
Vóór gebruik Foto’s Avondcomposities maken zonder statief (Nachtscene handm) zz Mooie opnamen van avondscènes zonder dat u de camera erg stil hoeft te houden, zoals met een statief. zz Eén beeld wordt gemaakt door opeenvolgende foto’s te combineren, waardoor camerabeweging en beeldruis worden verminderd. Foto’s Opnamen maken bij weinig licht (Weinig licht) zz Opnamen maken met minimale beweging van de camera en het onderwerp, zelfs in omstandigheden met weinig licht.
Foto’s Snel opnamen maken onder water Om te voorkomen dat u onverwachte kansen mist onder water met onderwerpen die ongeveer 3 meter van u verwijderd zijn, moet u overschakelen naar de modus [S] mode (= 53) en het scherpstelbereik instellen op [8]. Deze instellingen zijn vooral effectief wanneer opnamen maakt van onderwerpen die bewegen. 1 Selecteer [S]. zz Voer stap 1 in “Specifieke scènes” (= 53) uit en kies [S]. 2 Kies het scherpstelbereik.
Speciale effecten toepassen Foto’s Diverse effecten toevoegen aan uw opnamen. 1 Selecteer een opnamemodus. zz Voer stap 1 in “Specifieke scènes” (= 53) uit om een opnamemodus te kiezen. 2 Maak de opname. Foto’s Opnamen maken met het effect van een visooglens (Fisheye-effect) Basishandleiding Opnamen maken met het vervormende effect van een visooglens. Basishandelingen van de camera 1 Selecteer [ ]. zz Voer stap 1 bij “Specifieke scènes” (= 53) uit en kies [ ]. 2 Kies een effectniveau.
Foto’s 3 Selecteer voor films de Films Foto’s die lijken op een miniatuurmodel (Miniatuureffect) afspeelsnelheid van de film. zz Druk op de knop en druk op de knoppen om de snelheid te kiezen. Geeft het effect van een miniatuurmodel door beeldgebieden boven en onder uw geselecteerde gebied te vervagen. U kunt ook films maken die lijken op scènes in miniatuurmodellen door de afspeelsnelheid te kiezen voordat de film wordt opgenomen.
Foto’s Opnamen maken met een speels effect (Speels effect) Foto’s zz Voer stap 1 bij “Specifieke scènes” zz Druk op de knop
, druk op de ]. knoppen om een kleurtoon te kiezen en druk vervolgens op de knop . zz U ziet een voorbeeld van uw foto waarop het effect is toegepast. 2 Selecteer een kleurtoon. zz Druk op de knop , druk op de Standaard Foto’s die lijken op opnamen die zijn gemaakt met een speelgoedcamera. Warm Beelden hebben een warmere tint dan met [Standaard].
Foto’s Films Opnamen maken met Kleur Accent Kies één kleur die u wilt behouden en wijzig de andere kleuren in zwart-wit. 1 Selecteer [T]. zz Voer stap 1 in “Specifieke scènes” (= 53) uit en kies [T]. 2 Open het instellingenscherm. zz Druk op de knop
. zz Het oorspronkelijke beeld en het beeld waarop Kleur Accent is toegepast, worden na elkaar weergegeven. zz Standaard is groen de kleur die behouden blijft. 3 Geef de kleur op.
Foto’s Films Opnamen maken met Kleur Wissel U kunt de ene beeldkleur vervangen door een andere voordat u een opname maakt. U kunt slechts één kleur vervangen. 1 Selecteer [Y]. zz Voer stap 1 in “Specifieke scènes” (= 53) uit en kies [Y]. 2 Open het instellingenscherm. zz Druk op de knop
. zz Het oorspronkelijke beeld en het beeld waarop Kleur Wissel is toegepast, worden na elkaar weergegeven. zz Groen wordt standaard vervangen door grijs. 3 Geef de kleur op die u wilt vervangen.
Speciale modi voor andere doeleinden Foto’s Films Automatisch opnemen van clips (Filmsynopsis) U kunt een korte film van een dag maken door foto’s te maken. Voor iedere opname neemt de camera automatisch een filmclip uit de scène op. Van alle clips die op die dag zijn opgenomen, wordt één bestand gemaakt. 1 Selecteer [ ]. zz Voer stap 1 bij “Specifieke scènes” (= 53) uit en kies [ ]. Vóór gebruik • De filmkwaliteit in de modus [ ] is [ ] en kan niet worden gewijzigd.
Vóór gebruik Foto’s Automatisch opnamen maken na gezichtsdetectie (Smart Shutter) Automatisch opnemen na glimlachdetectie Als de camera een glimlach detecteert, wordt automatisch een opname gemaakt, zelfs wanneer u niet op de ontspanknop drukt. 1 Selecteer [ ]. zz Voer stap 1 in “Specifieke scènes” (= 53) uit en kies [ ]. Druk daarna op de knop
. zz Druk op de knoppen om [ ] te selecteren en druk vervolgens op de knop .
Vóór gebruik Foto’s De knipoogdetectie gebruiken Richt de camera op een persoon en druk de ontspanknop helemaal naar beneden. De camera maakt de foto ongeveer twee seconden nadat een knipoog wordt gedetecteerd. 1 Selecteer [ ]. zz Voer stap 1 in “Specifieke scènes” (= 53) uit en kies [ ]. Druk daarna op de knop
. zz Druk op de knoppen om [ ] te selecteren en druk vervolgens op de knop . 2 Kies de compositie en druk de ontspanknop half in.
3 Druk de ontspanknop helemaal naar beneden. zz De camera gaat nu in stand-bystand voor de opname en op het scherm verschijnt [Kijk recht naar camera om aftellen te starten]. zz Het lampje knippert en u hoort het geluid van de zelfontspanner. 4 Ga bij de anderen staan in het opnamegebied en kijk naar de camera. zz Nadat de camera een nieuw gezicht detecteert, knippert het lampje en het geluid van de zelfontspanner versnelt. (Wanneer de flitser afgaat, blijft de lamp branden.
• De helderheid van het beeld kan afwijken van de helderheid van het scherm bij stap 3 toen de ontspanknop half werd ingedrukt. • Als u een sluitertijd van 1,3 seconde of een langere sluitertijd gebruikt, treedt een vertraging op voordat u opnieuw een foto kunt maken, omdat de camera de beelden verwerkt om ruis te voorkomen. • Stel [IS modus] in op [Uit] als u opnamen maakt met een statief of een andere manier om de camera stil te houden (= 80). • Als de flitser afgaat, kan uw foto overbelicht raken.
Verschillende films opnemen Films Films Basishandleiding Super slow-motion films opnemen Films iFrame-films opnemen U kunt een opname maken van snel bewegende objecten om deze af te spelen in slow motion. Het geluid wordt niet opgenomen. 1 Selecteer [ ]. Maak filmopnamen die kunnen worden bewerkt met software of apparaten die compatibel zijn met iFrame. Met de software (= 121) kunt u snel uw iFrame-films bewerken, opslaan en beheren. zz Voer stap 1 bij “Specifieke scènes” (= 53) uit en kies [ ].
Vóór gebruik • Zoomen is niet beschikbaar tijdens het opnemen, zelfs niet wanneer u op de zoomknop drukt. • De focus, belichting en kleur worden vastgesteld wanneer u op de filmknop drukt. Basishandleiding • Wanneer u de film afspeelt (= 82), wordt deze afgespeeld in slow motion. • Met behulp van de software (= 121) kunt u de afspeelsnelheid van films wijzigen.
Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden P-modus Basishandelingen van de camera Meer veeleisende foto’s in de opnamestijl van uw voorkeur GPS-functies gebruiken Auto-modus Andere opnamemodi P-modus • In dit hoofdstuk wordt verondersteld dat de camera is ingesteld op de modus [G].
Foto’s Films Opnamen maken met programma automatische belichting ([P]-modus) U kunt tal van functie-instellingen aanpassen aan uw favoriete opnamestijl. 1 Open de modus [G]. zz Voer stap 1 in “Specifieke scènes” (= 53) uit en kies [G]. 2 Pas de instellingen naar wens aan (= 69 – 80) en maak een opname. • Als er geen correcte belichting kan worden verkregen wanneer u de ontspanknop half indrukt, worden de sluitertijd en de diafragmawaarden in oranje weergegeven.
Foto’s Films Belichting en helderheid van beeld vergrendelen (AE lock) Voordat u een opname maakt, kunt u de belichting vergrendelen, of u kunt de focus en belichting afzonderlijk instellen. Foto’s De meetmethode wijzigen U kunt op de volgende manier de meetmethode (functie voor meten van helderheid) aanpassen aan de opnameomstandigheden. zz Druk op de knop en kies [ ] in het menu. Kies vervolgens de gewenste optie (= 2 7). zz De optie die u hebt ingesteld, wordt nu weergegeven.
Foto’s De ISO-waarde wijzigen zz Druk op de knop en kies [ ] in het menu. Kies vervolgens de gewenste optie (= 27). zz De optie die u hebt ingesteld, wordt nu weergegeven. Kleur- en continu-opnamen maken Foto’s De witbalans aanpassen Door de witbalans aan te passen kunt u beeldkleuren natuurlijker laten lijken voor de compositie waarvan u een opname maakt. zz Druk op de knop en kies [ ] in het menu. Kies vervolgens de gewenste optie (= 27).
Foto’s Films Aangepaste witbalans Pas de witbalans aan de lichtbron aan terwijl u opnamen maakt voor beeldkleuren die natuurlijk lijken in het licht van uw opname. Stel de witbalans in onder dezelfde lichtbron die uw opname zal verlichten. Foto’s • Kleuren kunnen onnatuurlijk lijken wanneer u de camera-instellingen wijzigt nadat de witbalansgegevens zijn vastgelegd.
• U kunt de witbalans (= 71) niet instellen in de modi [ ] en [ ]. • Met de modi [ ] en [ ] kunnen mogelijk andere kleuren dan huidtinten worden gewijzigd. Deze instellingen geven mogelijk niet het verwachte resultaat met sommige huidtinten. Foto’s Films Custom Kleur Kies het gewenste niveau voor beeldcontrast, scherpte, kleurverzadiging en rode, groene, blauwe en huidkleurige tinten uit een bereik van 1 – 5. 1 Open het instellingenscherm.
Foto’s Close-ups maken (macro) Stel de camera in op [e] om de scherpte te beperken tot onderwerpen die zich dichtbij bevinden. Zie “Opnamebereik” (= 150) voor meer informatie over het scherpstelbereik. zz Druk op de knop , druk op de knoppen om [e] te selecteren en druk vervolgens op de knop . zz Als de instelling is voltooid, wordt [e] weergegeven.
• Wanneer u handmatig scherpstelt, is de modus AF-kader (= 76) ingesteld op [Centrum] en de afmeting van het AF-kader (= 76) op [Normaal]. Deze instellingen kunnen niet worden gewijzigd. • Scherpstellen is mogelijk bij gebruik van digitale zoom (= 42) of de digitale telelens (= 75), of bij gebruik van een tv als beeldscherm (= 120), maar de vergrote weergave zal niet verschijnen. • U kunt de camera op een statief plaatsen om deze te stabiliseren en nauwkeuriger scherp te stellen.
Foto’s Films De modus AF Frame wijzigen Pas de modus AF Frame (automatisch scherpstellen) als volgt aan de opnameomstandigheden aan. zz Druk op de knop , kies [AF Frame] op het tabblad [4] en kies de gewenste optie (= 28). • Wanneer geen gezichten worden gedetecteerd wanneer Servo AF (= 78) is ingesteld op [Aan], verschijnt het AF-kader in het midden van het scherm als u de ontspanknop half indrukt.
Foto’s Onderwerpen selecteren om op scherp te stellen (AF Tracking) Maak als volgt een opname nadat u het onderwerp hebt gekozen waarop moet worden scherpgesteld. 1 Selecteer [AF Tracking]. zz Voer de stappen bij “De modus AF Frame wijzigen” (= 76) uit om [AF Tracking] te selecteren. zz [ ] wordt weergegeven in het midden van het scherm. 2 Kies een onderwerp waarop u wilt scherpstellen. zz Richt de camera zo dat [ ] op het gewenste onderwerp valt en druk op de knop .
Foto’s Opnamen maken met Servo AF Deze modus helpt u om te voorkomen dat u foto’s mist van bewegende onderwerpen, omdat de camera blijft scherpstellen op het onderwerp en de belichting aanpast zolang u de ontspanknop half ingedrukt houdt. 1 Configureer de instelling. zz Druk op de knop , kies [Servo AF] op het tabblad [4] en kies [Aan] (= 28). Foto’s Films Opnamen maken met AF lock U kunt de focus vergrendelen.
Vóór gebruik Flitser [!] Uit Basishandleiding Voor het maken van opnamen zonder flitser. Foto’s Flitsermodus wijzigen U kunt de flitsermodus wijzigen en aanpassen aan de opnamecompositie. Zie “Flitsbereik” (= 150) voor meer informatie over het flitsbereik. 1 Configureer de instelling. zz Druk op de knop , druk op de knoppen om een flitsmodus te kiezen en druk vervolgens op de knop . zz De optie die u hebt ingesteld, wordt nu weergegeven.
Films • FE: Flitsbelichting Powered IS uitschakelen Foto’s Films Instellingen van de IS-modus wijzigen 1 Open het instellingenscherm. zz Druk op de knop en kies [IS-instellingen] op het tabblad [4] en druk vervolgens op de knop (= 28). Powered IS vermindert subtiele camerabewegingen die kunnen optreden wanneer films worden opgenomen met een telelens.
Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Afspeelmodus Veel plezier bij het bekijken van uw opnamen. U kunt ze op tal van manieren doorbladeren en bewerken. • Druk op de knop <1> om de afspeelmodus te openen en de camera voor te bereiden op deze handelingen. • Beelden die zijn bewerkt op een computer, beelden waarvan de bestandsnaam is gewijzigd en beelden die met een andere camera zijn gemaakt, kunnen mogelijk niet worden afgespeeld of bewerkt.
Bekijken Foto’s Films Na het maken van foto’s of het opnemen van films kunt u deze, zoals hieronder is beschreven, op het scherm bekijken. Vóór gebruik zz Films zijn herkenbaar aan het pictogram ]. Ga naar stap 3 als u films wilt [ afspelen. 2 Blader door uw beelden. zz Om het vorige beeld te bekijken, drukt u op de knop . Om het volgende beeld te bekijken, drukt u op de knop . Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera 1 Open de afspeelmodus. zz Druk op de knop <1>.
• Om vanuit de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt u de ontspanknop half in. • Als u Beeld scrollen wilt uitschakelen, kiest u MENU (= 28) > tabblad [1] > [Beeld scrollen] > [Uit]. • Als u de meest recente opname wilt weergeven wanneer de afspeelmodus geopend wordt, kiest u MENU (= 28) > tabblad [1] > [Ga verder] > [Laatste f.]. • Om de weergegeven overgang tussen beelden te wijzigen, opent u MENU (= 28) en vervolgens kiest u het door u gewenste effect op het tabblad [1] > [Overgang].
Foto’s Films Schakelen tussen weergavemodi Foto’s Histogram Druk op de knop
om andere informatie weer te geven op het scherm of om de informatie te verbergen. Zie “Afspelen (uitgebreide informatieweergave)” (= 140) voor meer informatie over de weergegeven gegevens.
Foto’s De focus controleren Als u de focus van uw opnamen wilt controleren, kunt u het gebied van het beeld vergroten dat zich tijdens het maken van de opname binnen het AF-kader bevindt. 1 Open Focus check. zz Druk op de knop
(= 84). zz Er verschijnt een wit kader waar het AF-kader zich bevond toen de focus werd ingesteld. zz In de afspeelmodus worden grijze kaders weergegeven over gezichten die later zijn gedetecteerd. zz Het gedeelte van het beeld binnen het oranje kader wordt vergroot.
Foto’s Films Beelden zoeken die voldoen aan opgegeven voorwaarden Vind snel de gewenste beelden op een geheugenkaart vol beelden door de beeldweergave te filteren op de door u opgegeven voorwaarden. U kunt deze beelden ook allemaal tegelijk beveiligen (= 89) of verwijderen (= 92). Favorieten Geeft beelden weer die gemarkeerd zijn als favoriet (= 96). Opnamedatum Geeft beelden weer die op een bepaalde datum zijn opgenomen.
Films Digest-films weergeven die zijn gemaakt met filmsynopsis Korte films die zijn gemaakt in de modus [ worden bekeken. ] (= 61) kunnen op datum 1 Selecteer een film. zz Druk op de knop , kies [ menu en kies de datum (= 27). Opties voor het weergeven van foto’s Foto’s Beelden vergroten 1 Vergroot een beeld. zz Als u op de knop drukt, wordt er ingezoomd op het beeld en wordt het beeld vergroot. Als u de zoomknop ingedrukt houdt, wordt er verder ingezoomd tot een factor van 10x.
Foto’s Films Diavoorstellingen bekijken Beelden die zijn opgeslagen op een geheugenkaart, kunt u als volgt automatisch afspelen. Elk beeld wordt ongeveer 3 seconden weergegeven. zz Druk op de knop en kies [.] in het menu. Kies vervolgens de gewenste optie (= 27). zz De diavoorstelling begint nadat [Laden van beeld] enkele seconden wordt weergegeven. zz Druk op de knop om de diavoorstelling te beëindigen. • De spaarstandfuncties van de camera (= 25) werken niet tijdens diavoorstellingen.
Foto’s Vergelijkbare beelden automatisch afspelen (Smart Shuffle) Op basis van het huidige beeld biedt de camera vier beelden aan die u wellicht wilt bekijken. Nadat u een van deze beelden hebt geselecteerd, worden op de camera opnieuw vier beelden weergegeven, zodat u beelden in een onverwachte volgorde kunt afspelen. Probeer deze functie eens als u veel opnamen hebt gemaakt, in verschillende omgevingen. 1 Selecteer Smart Shuffle. zz Druk op de knop en selecteer [ het menu (= 27).
Via het menu Afzonderlijke beelden selecteren 1 Open het instellingenscherm. zz Druk op de knop en selecteer [Beveilig] op het tabblad [1] (= 28). 1 Selecteer [Selectie]. zz Volg stap 2 in “Via het menu” (= 90), kies [Selectie] en druk op de knop . 2 Selecteer een beeld. zz Druk op de knoppen om een 2 Selecteer een selectiemethode. zz Kies een menu-item en de gewenste optie (= 28). zz Druk op om terug te keren naar het menuscherm.
Een reeks selecteren 1 Selecteer [Select. reeks]. zz Volg stap 2 in “Via het menu” (= 90), 3 Selecteer het laatste beeld. zz Druk op de knop , kies [Laatste beeld] en druk op de knop . kies [Select. reeks] en druk op de knop . beeld te kiezen en druk vervolgens op de knop . Handleiding voor gevorderden GPS-functies gebruiken zz Druk op de knoppen om een beeld te kiezen en druk vervolgens op de knop .
Alle beelden in één keer opgeven 1 Selecteer [Sel. alle beelden]. zz Volg stap 2 in “Via het menu” (= 90), kies [Sel. alle beelden] en druk op de knop . 2 Beveilig de beelden. zz Druk op de knoppen om [Beveilig] te kiezen. Druk vervolgens op de knop . Foto’s Beelden wissen Films Basishandleiding U kunt beelden die u niet meer nodig hebt één voor één selecteren en wissen. Wees voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen niet worden hersteld.
Meerdere beelden tegelijk wissen U kunt meerdere beelden selecteren om in één keer te wissen. Wees voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen niet worden hersteld. Beveiligde beelden (= 89) kunnen echter niet worden gewist. Een selectiemethode selecteren 1 Open het instellingenscherm. zz Druk op de knop en kies vervolgens [Wissen] op het tabblad [1] (= 28). 2 Selecteer een selectiemethode. zz Kies een menu-item en de gewenste optie (= 28).
Vóór gebruik Een reeks selecteren 1 Selecteer [Select. reeks]. zz Volg stap 2 in “Een selectiemethode selecteren” (= 93), kies [Select. reeks] en druk op de knop . 2 Selecteer de beelden. zz Voer de stappen 2 – 3 in “Een reeks selecteren” (= 91) uit om beelden op te geven. 3 Wis de beelden. zz Druk op de knop om [Wissen] te selecteren. Druk vervolgens op de knop . Alle beelden in één keer opgeven 1 Selecteer [Sel. alle beelden].
Beelden roteren Foto’s Films Wijzig de stand van beelden en sla ze als volgt op. 1 Selecteer [\]. Vóór gebruik Via het menu Basishandleiding 1 Selecteer [Roteren]. zz Druk op de knop en kies [Roteren] op het tabblad [1] (= 28). menu (= 27). Auto-modus 2 Draai het beeld. zz Druk op de knoppen om een zz Druk op de knop of , afhankelijk van de gewenste richting. Het beeld wordt telkens als u op de knop drukt 90° geroteerd. Druk op de knop om de instelling te voltooien.
Automatisch draaien uitschakelen Voer deze stappen uit om automatisch draaien van beelden uit te schakelen. Bij automatisch draaien worden beelden gedraaid, afhankelijk van de huidige oriëntatie van de camera. zz Druk op de knop om [Autom. draaien] te kiezen op het tabblad [1]. Kies vervolgens [Uit] (= 28). Beeldcategorieën Foto’s Vóór gebruik Films Basishandleiding U kunt beelden markeren als favorieten of ze toewijzen aan groepen in My Category.
Via het menu Beelden indelen op categorie (My Category) 1 Selecteer [Favorieten]. zz Druk op de knop en kies [Favorieten] op het tabblad [1] (= 28). 2 Selecteer een beeld. zz Druk op de knoppen om een beeld te kiezen en druk vervolgens op de knop . [ ] wordt weergegeven. zz Druk nogmaals op de knop om de markering van het beeld op te heffen. [ ] wordt niet meer weergegeven. zz Herhaal deze procedure als u meerdere beelden wilt selecteren. 3 Voltooi de instellingsprocedure.
3 Selecteer een categorie. • Als u overschakelt naar de opnamemodus of de camera uitschakelt voordat u de instellingsprocedure in stap 3 hebt voltooid, worden de beelden niet toegewezen aan een categorie. Via het menu zz Druk op de knoppen om een categorie te selecteren en druk op de knop . [ ] wordt weergegeven. zz Druk nogmaals op de knop als u de selectie wilt opheffen. [ ] wordt niet meer weergegeven. zz Herhaal deze procedure als u meerdere beelden wilt selecteren.
3 Selecteer een categorie. zz Druk op de knop
om de categorieopties te selecteren en druk vervolgens op de knoppen om een categorie te selecteren. Vóór gebruik Foto’s bewerken Basishandleiding • Beeldbewerking (= 99 – 103) is alleen mogelijk als er op de geheugenkaart voldoende vrije ruimte is. Foto’s 4 Voltooi de instellingsprocedure. zz Druk op de knop om [Selecteer] te selecteren. Druk vervolgens op de knop .
4 Sla het nieuwe beeld op. zz Druk op de knoppen om [OK] te kiezen en druk vervolgens op de knop . zz Het beeld wordt nu opgeslagen als een nieuw bestand. Foto’s Basishandleiding Bijsnijden U kunt een gedeelte van een beeld opgeven om als afzonderlijk afbeeldingsbestand op te slaan. 1 Selecteer [Trimmen]. zz Druk op de knop en kies 5 Bekijk het nieuwe beeld. [Trimmen] op het tabblad [1] (= 28). zz Druk op de knop . [Nieuw beeld weergeven?] wordt weergegeven.
Resolutie na bijsnijden 4 Sla het beeld op als een nieuw beeld en bekijk dit. zz Voer de stappen 4 – 5 in “Het formaat van beelden wijzigen” (= 100) uit. Foto’s De kleurtoon van een beeld wijzigen (My Colors) U kunt de kleuren van een beeld wijzigen en het gewijzigde beeld opslaan als een apart bestand. Zie “De kleurtoon van een beeld wijzigen (My Colors)” (= 72) voor meer informatie over elke optie. 1 Selecteer [My Colors].
Vóór gebruik • De kleur van de beelden die u met deze functie hebt bewerkt, kan licht afwijken van die van de beelden die zijn opgenomen met de functie My Colors (= 72). Foto’s De helderheid corrigeren (i-Contrast) Extreem heldere of donkere gebieden (zoals gezichten of achtergronden) kunnen worden gedetecteerd en automatisch worden aangepast aan de optimale helderheid.
4 Sla het beeld op als een nieuw beeld en bekijk dit. zz Druk op de knoppen om [Nieuw bestand] te selecteren en druk vervolgens op de knop . zz Het beeld wordt nu opgeslagen als een nieuw bestand. zz Voer stap 5 in “Het formaat van beelden wijzigen” (= 100) uit. • Sommige beelden worden mogelijk niet juist gecorrigeerd. • Als u bij stap 4 [Overschrijven] selecteert, wordt het oorspronkelijke beeld overschreven door het gecorrigeerde beeld. Het oorspronkelijke beeld wordt dan gewist.
3 Bekijk de bewerkte film. zz Druk op de knoppen om [ ] te selecteren en druk vervolgens op de knop . De bewerkte film wordt nu afgespeeld. zz Herhaal stap 2 als u de film nog een keer wilt bewerken. zz Als u de bewerking wilt annuleren, drukt u op de knoppen om [ ] te selecteren. Druk op de knop , druk op de knoppen om [OK] te selecteren en druk vervolgens nogmaals op de knop . 4 Sla de bewerkte film op.
Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Menu Instellingen Basisfuncties van de camera aanpassen voor meer gebruiksgemak Basishandelingen van de camera GPS-functies gebruiken Auto-modus Andere opnamemodi P-modus Afspeelmodus Basisfuncties van de camera aanpassen..... 106 Camerageluiden dempen..................................... 106 Het volume aanpassen........................................ 106 Geluiden aanpassen............................................
Basisfuncties van de camera aanpassen Functies van MENU (= 28) op het tabblad [3] kunnen worden ingesteld. Voor meer gebruiksgemak kunt u handige en veelgebruikte functies naar wens aanpassen. Camerageluiden dempen Het volume aanpassen U past het volume van afzonderlijke camerageluiden als volgt aan. zz Selecteer [Volume] en druk op de knop . zz Kies een item en druk vervolgens op de knoppen om het volume aan te passen. U dempt camerageluiden en films als volgt.
Hints en tips verbergen Er verschijnen hints en tips wanneer u items kiest in FUNC. (= 27) of MENU (= 28). U kunt deze informatie desgewenst uitschakelen. zz Selecteer [Hints en tips] en selecteer [Uit]. Vóór gebruik Schermhelderheid Pas de helderheid van het scherm als volgt aan. zz Selecteer [LCD Helderheid] en druk vervolgens op de knoppen om de helderheid aan te passen.
2 Selecteer een van uw foto’s. Opstartscherm Het opstartscherm dat wordt weergegeven wanneer u de camera inschakelt, past u als volgt aan. zz Kies [opstart scherm] en druk op de knop . zz Selecteer een beeld en druk op de knop . Als [Registreren?] verschijnt, drukt u op de knoppen om [OK] te selecteren. Druk daarna op de knop . zz Druk op de knoppen om een optie te selecteren. • De vorige opstartoptie wordt overschreven wanneer u een nieuw opstartbeeld toewijst.
2 Kies [OK]. zz Druk op de knoppen om [Stop] te selecteren, druk op de knoppen om [OK] te selecteren en druk vervolgens op de knop . 3 Formatteer de geheugenkaart. zz Druk op de knoppen om het formatteren te starten en [OK] te selecteren. Druk vervolgens op de knop . zz Als het formatteren is voltooid, verschijnt de melding [Geheugenkaart is geformatteerd]. Druk op de knop .
Bestandsnummering Uw opnamen worden automatisch opeenvolgend genummerd (0001 – 9999) en opgeslagen in mappen die elk maximaal 2.000 opnamen kunnen bevatten. U kunt de toewijzing van de bestandsnummers wijzigen. zz Selecteer [Bestandnr.] en kies een optie. Beelden opslaan op datum U kunt beelden opslaan in mappen die elke maand worden gemaakt, maar u kunt de camera ook mappen laten maken voor elke dag waarop u opnamen maakt. zz Selecteer [Maak folder] en selecteer vervolgens [Dagelijks].
Wereldklok Als u in het buitenland bent en wilt dat uw foto’s de juiste lokale tijd en datum krijgen, moet u gewoon uw bestemming van tevoren registreren en naar die tijdzone overschakelen. Deze handige functie maakt het onnodig om de datum/tijd-instelling handmatig te wijzigen. Voordat u de wereldklok gebruikt, moet u de datum en tijd in uw tijdzone thuis instellen, zoals wordt beschreven in “De datum en tijd instellen” (= 15). 1 Geef uw bestemming op. zz Selecteer [Tijdzone] en druk op de knop .
Metrische/Niet-metrische weergave Desgewenst kunt u de maateenheid, die wordt getoond bij de hoogteinformatie voor GPS (= 32), de zoombalk (= 37), de MF-indicator (= 74) en andere plaatsen, wijzigen van m/cm naar ft/in. zz Selecteer [Maateenheden] en selecteer vervolgens [ft/in]. Standaardwaarden herstellen Als u per ongeluk een instelling hebt gewijzigd, kunt u de standaardinstellingen van de camera herstellen. 1 Open het scherm [Reset alle]. zz Selecteer [Reset alle] en druk op de knop .
Andere instellingen aanpassen U kunt ook de volgende instellingen aanpassen op het tabblad [3]. • [GPS Auto Tijd] (= 35) • [GPS-instell.
Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Accessoires Haal meer uit uw camera met optionele Canon-accessoires en andere apart verkrijgbare, compatibele accessoires Basishandelingen van de camera GPS-functies gebruiken Auto-modus Andere opnamemodi P-modus Afspeelmodus Systeemoverzicht............................................ 115 Optionele accessoires.................................... 116 Voedingen............................................................ 116 Flitseenheid...........
Vóór gebruik Systeemoverzicht Basishandleiding Flitseenheid Meegeleverde accessoires Polsriem Batterij NB-6LH*1 Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Batterijlader CB-2LY/CB-2LYE*1 GPS-functies gebruiken Krachtige flitser HF-DC2 Auto-modus PictBridge-compatibele printers van Canon Andere opnamemodi P-modus USB-kabel (op de camera: Mini-B)*2 Afspeelmodus Voeding Overige accessoires Geheugenkaart Kaartlezer Zachte hoes SC-DC80 Kabels Voedingsadapterset ACK-DC40*3 Menu
Optionele accessoires De volgende camera-accessoires worden apart verkocht. De verkrijgbaarheid varieert per gebied, en sommige accessoires zijn wellicht niet meer verkrijgbaar. Voedingen Vóór gebruik • De batterijlader en de voedingsadapterset kunnen worden gebruikt in gebieden met een wisselspanning van 100 – 240 V (50/60 Hz). • Als de stekker niet in het stopcontact past, moet u een geschikte stekkeradapter gebruiken.
Interfacekabel IFC-400PCU zz Om de camera op een computer of Foto’s Optionele accessoires gebruiken printer aan te sluiten. Foto’s Films Basishandleiding Films Afspelen op een tv AV-kabel AVC-DC400 zz Als u de camera aansluit op een televisie, kunt u uw opnamen afspelen op een groter scherm. Als u de camera aansluit op een televisie, kunt u uw opnamen bekijken op een groter scherm. Raadpleeg de handleiding van de tv voor meer informatie over de aansluiting en over het wijzigen van de ingangen.
zz Open het klepje van de camera- aansluiting en steek de kabelstekker er volledig in. 3 Schakel de tv in en stel deze in op de video-ingang. zz Stel de tv-ingang in op de video-ingang waarop u in stap 2 de kabel hebt aangesloten. 4 Schakel de camera in. zz Druk op de knop <1> om de camera aan te zetten. zz De camerabeelden worden nu weergegeven op de tv. (Het camerascherm blijft leeg.) zz Als u klaar bent, schakelt u de camera en de tv uit en verwijdert u daarna de kabel.
4 Bedien de camera via de afstandsbediening van de tv. zz Druk op de afstandsbediening op de knoppen om te bladeren door de beelden. zz Druk op de knop OK/Selecteren om het bedieningspaneel van de camera weer te geven. Om opties op het bedieningspaneel te kiezen, drukt u op de knoppen en daarna nogmaals op de knop OK/Selecteren. Overzicht van de bedieningspaneelopties van de camera die worden weergegeven op de tv . Terug Het menu wordt gesloten. Film afspelen De film afspelen.
Vóór gebruik • Als de camera is aangesloten op een televisie, kunt u ook opnamen maken terwijl u de beelden bekijkt op het grotere tv-scherm. Opnamen maken werkt op dezelfde manier als via het camerascherm. AF-Punt Zoom (= 48), Stitch Hulp (= 65) en MF-Punt Zoom (= 74) zijn echter niet beschikbaar. Foto’s Films De camera voeden via het lichtnet Als u de camera voedt via de afzonderlijk verkrijgbare voedingsadapterset ACK-DC40, hoeft u niet meer te letten op de resterende batterijlading.
De drijver gebruiken Als u de drijver FT-DC1 (los verkrijgbaar) vastmaakt, wordt voorkomen dat de camera zinkt bij gebruik in water. Kan worden gebruikt tot een diepte van 10 m. zz Plaats de drijver zoals aangegeven aan het einde van de polsriem die bij de camera is geleverd. De software gebruiken De software die als download beschikbaar is op de website van Canon komt hieronder aan bod, met instructies voor de installatie en het opslaan van beelden op een computer.
De computeromgeving controleren De software kan op de volgende computers gebruikt worden. Voor uitgebreide informatie over systeemvereisten en compatibiliteit, inclusief ondersteuning door nieuwe besturingssystemen, gaat u naar de website van Canon. Windows Besturingssysteem* Windows 8/8.1 Windows 7 SP1 Windows Vista SP2 Windows XP SP3 Mac OS Mac OS X 10.9 Mac OS X 10.8 Mac OS X 10.
Vóór gebruik Beelden opslaan op een computer zz Kies [Downloads Images From Canon Camera/Beelden van Canon-camera downloaden] en klik op [OK]. Bij wijze van illustratie zijn hier Windows 7 en Mac OS X 10.8 gebruikt. Voor overige functies raadpleegt u het Help-systeem van de desbetreffende software (met uitzondering van sommige software). GPS-functies gebruiken computer. zz Open het klepje terwijl de camera is zz Steek de grote steker van de USB- kabel in de USB-poort van de computer.
• Windows 7: Als het scherm in stap 2 niet wordt weergegeven, klikt u op het pictogram [ ] op de taakbalk. • Windows Vista of XP: Om CameraWindow te starten, klikt u op [Downloads Images From Canon Camera/Beelden van Canon-camera downloaden] op het scherm dat wordt weergegeven wanneer u de camera bij stap 2 inschakelt. Als CameraWindow niet verschijnt, klik dan op het menu [Start] en kies [Alle programma’s] ► [Canon Utilities] ► [CameraWindow] ► [CameraWindow].
3 Schakel de printer in. 4 Schakel de camera in. Foto’s Afdrukinstellingen configureren zz Druk op de knop <1> om de camera 1 Open het afdrukscherm. aan te zetten. zz Voer de stappen 1 – 6 in “Eenvoudig afdrukken” (= 124 – 125) uit om het scherm links te openen. 5 Selecteer een beeld. zz Druk op de knoppen om een 2 Configureer de instellingen. beeld te selecteren. zz Druk op de knoppen om een 6 Open het afdrukscherm.
Vóór gebruik Foto’s Basishandleiding Het papierformaat en de indeling selecteren vóór het afdrukken Handleiding voor gevorderden Foto’s Beelden bijsnijden vóór het afdrukken Als u vóór het afdrukken de beelden bijsnijdt, kunt u het gewenste beeldgebied afdrukken in plaats van het hele beeld. 1 Selecteer [Trimmen]. zz Voer eerst stap 1 in “Afdrukinstellingen configureren” (= 125) uit om het afdrukscherm te openen, kies [Trimmen] en druk op de knop .
3 Selecteer het afdrukgebied. Beschikbare indelingsopties zz Voer stap 2 in “Beelden bijsnijden vóór Default Hiermee worden de huidige printerinstellingen gebruikt. Randen Hiermee worden de beelden afgedrukt met een lege ruimte eromheen. Randloos Hiermee maakt u randloze afdrukken. N-plus Hiermee geeft u het aantal beelden per vel op. ID Foto Hiermee drukt u foto’s af voor identiteitsbewijzen. Alleen beschikbaar voor beelden met een resolutie L en een verhouding 4:3. Vaste afm.
Foto’s Afdrukopties voor films Afdrukinstellingen configureren Enkel Hiermee wordt de huidige scène afgedrukt als een foto. Reeks Hiermee wordt een reeks scènes met een bepaald interval afgedrukt op een enkel vel papier. Als u [Onderschrift] instelt op [Aan], kunt u ook het mapnummer, bestandsnummer en de verstreken tijd voor het kader afdrukken. U kunt de instellingen, zoals de afdrukindeling, toevoegen van datum of bestandsnummer, en de overige instellingen, als volgt opgeven.
• Als u [Index] opgeeft, kunt u wellicht niet tegelijkertijd [Aan] kiezen voor zowel [Datum] als [File No.]. • Indexafdrukken zijn niet beschikbaar op sommige PictBridge-compatibele printers van het merk Canon (afzonderlijk verkrijgbaar). • De datum wordt afgedrukt in een indeling die overeenkomt met de instelgegevens in [Datum/Tijd] op het tabblad [3] (= 15). Foto’s Afdrukinstellingen voor afzonderlijke beelden 1 Selecteer [Sel. beeld & aantal]. zz Druk op de knop en selecteer [Sel.
Foto’s Afdrukinstellingen voor alle beelden zz Voer stap 1 in “Afdrukinstellingen voor afzonderlijke beelden” (= 129) uit om [Sel. alle beelden] te selecteren en druk op de knop . zz Druk op de knoppen om [OK] te kiezen en druk vervolgens op de knop . Foto’s Alle beelden in de printlijst wissen zz Voer stap 1 in “Afdrukinstellingen voor afzonderlijke beelden” (= 129) uit om [Wis alle selecties] te selecteren en druk op de knop .
Vóór gebruik • [ ] kan verschijnen op de camera om u te waarschuwen dat de geheugenkaart afdrukinstellingen bevat die zijn geconfigureerd op een andere camera. Als u de afdrukinstellingen wijzigt met deze camera, worden alle bestaande instellingen wellicht overschreven. • Raadpleeg nadat u beelden op uw computer hebt geïmporteerd ook “Softwarehandleiding” (= 121) en de handleiding van de printer voor meer informatie. Foto’s Afzonderlijke beelden toevoegen 1 Selecteer [Selectie].
Foto’s Een Eye-Fi-kaart gebruiken Films Voordat u een Eye-Fi-kaart gebruikt, controleert u altijd of dit op uw locatie is toegestaan (= 2). Als u een Eye-Fi-kaart die klaar is voor gebruik in de camera plaatst, kunt u uw beelden automatisch draadloos overdragen naar een computer of uploaden naar een website voor gedeelde foto’s. De beelden worden overgedragen via de Eye-Fi-kaart.
Eye-Fi-overdracht uitschakelen Configureer de instelling als volgt om de Eye-Fi-overdracht via de kaart uit te schakelen, indien nodig. zz Druk op de knop en selecteer [Eye-Fi instellingen] op het tabblad [3]. Druk vervolgens op de knop . zz Selecteer achtereenvolgens [Eye-Fi trans.] en [Uit]. • [Eye-Fi instellingen] wordt alleen weergegeven als er een Eye-Fi-kaart in de camera is geplaatst en als het schuifje voor schrijfbeveiliging niet in de vergrendelstand staat.
Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Bijlage Basishandelingen van de camera Nuttige informatie over het gebruik van de camera GPS-functies gebruiken Auto-modus Andere opnamemodi P-modus Afspeelmodus Problemen oplossen....................................... 135 Berichten op het scherm................................ 137 Informatie op het scherm............................... 139 Opname (informatieweergave)............................. 139 Afspelen (uitgebreide informatieweergave).
Problemen oplossen Controleer eerst het volgende als u denkt dat er een probleem is met de camera. Als u met de onderstaande tips uw probleem niet kunt verhelpen, neemt u contact op met de helpdesk van Canon Klantenservice. Voeding Er gebeurt niets als u op de ON/OFF-knop drukt. • Controleer of de batterij is opgeladen (= 13). • Controleer of de batterij in de juiste richting is geplaatst (= 14). • Controleer of het klepje van de geheugenkaart/batterijhouder goed is gesloten (= 15).
De onderwerpen in de opnamen zijn te donker. • • • • Stel de flitsmodus in op [h] (= 79). Pas de helderheid aan met behulp van belichtingscompensatie (= 69). Pas het contrast aan met i-Contrast (= 71, 102). Gebruik AE lock of spotmeting (= 70). • • • • Stel de flitsmodus in op [!]. (= 44). Pas de helderheid aan met behulp van belichtingscompensatie (= 69). Gebruik AE lock of spotmeting (= 70). Verminder de belichting van het onderwerp. De onderwerpen zijn te helder, de highlights zijn vervaagd.
Geluid wordt niet weergegeven tijdens films. • Pas het volume aan (= 82) als [mute] is geactiveerd (= 106) of als het geluid van de film zwak is. • Er wordt geen geluid afgespeeld in films die zijn opgenomen in de modus [ (= 57) of [ ] (= 66) omdat in deze modi geen geluid wordt opgenomen. ] Geheugenkaart De geheugenkaart wordt niet herkend. • Herstart de camera met de geheugenkaart erin (= 25). Computer Kan geen beelden overdragen naar een computer.
Kan niet vergroten!/Kan dit niet afspelen in Smart Shuffle/Kan niet roteren/Kan beeld niet wijzigen/Kan beeld niet registreren/Kan Niet Wijzigen/Kan niet aan Cat. toekennen/Niet selecteerbaar beeld. Lens fout • De volgende functies zijn wellicht niet beschikbaar voor beelden waarvan de bestandsnaam is gewijzigd of die al zijn bewerkt op een computer, of beelden die met een andere camera zijn gemaakt. Houd er rekening mee dat functies met een sterretje (*) niet beschikbaar zijn voor films.
Informatie op het scherm Rode-ogencorrectie (= 46) AF Frame (= 76) Spotmetingpuntkader (= 70) Datum stempel (= 44) ISO-waarde (= 71) GPSontvangststatus (= 32) GPS-loggerindicator (= 33) AE lock (= 70), FE-lock (= 79) Sluitertijd Opname (informatieweergave) * Batterijniveau (= 140) Camerarichting* Witbalans (= 71) My Colors (= 72) Transport mode (= 73) Raster (= 48) Waarschuwing: camera beweegt (= 39) Meetmethode (= 70) Resolutie (= 46) Aantal opnamen (= 150) Zelfontspanner (= 42) Fil
Afspelen (uitgebreide informatieweergave) Batterijniveau Op het scherm verschijnt een pictogram of bericht dat het resterende niveau van de batterij aangeeft.
Vóór gebruik • Sommige gegevens worden mogelijk niet weergegeven als u beelden bekijkt op een tv (= 117). Overzicht van filmbedieningspaneel in “Bekijken” (= 82) Afsluiten Afspelen Slow motion (Druk op de knoppen om de afspeelsnelheid aan te passen. Er wordt geen geluid afgespeeld.) Terug springen* (Om verder terug te springen, houdt u de knop ingedrukt.) Vorig beeld (Om snel terug te spoelen, houdt u de knop ingedrukt.
Vóór gebruik Functies en menutabellen Basishandleiding Beschikbare functies per opnamemodus Handleiding voor gevorderden 4 Opnamemodus G S O – O O O O O O O O O – O O – O – O – O – O – O O – – *1 O – O Z O – – ! O – O O O – O – O – O AE lock/FE-lock (= 70, 79)*3 O O – O – O – O – AF lock (= 70) – O – – – O – – – – O O O – – – O O O O O O O O O – O O O – O – O – O – O – O – O – O – O – O – O – O – O – O – O – O – O
Vóór gebruik Menu FUNC.
Vóór gebruik 4 Opnamemodus G S O – O O O O O O O O O O O O O – Functie Transport mode (= 73) P Basishandleiding I O O O – – O O O O – O – O O O O O – TY t N xv O – O – O – Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera O – O – O – O O O O O O O O O O O – O O O O O O O O O O – – O O O O – – – *1 – O O O O O O – – – Auto-modus O O O O O O – O – O – O – O – O – O O – O – O O – O – O O – O – O
Vóór gebruik 4 Opnametabbladmenu Basishandleiding 4 Opnamemodus Functie AF Frame (= 76) Gezichts-AiAf*1 AF Tracking Centrum AF kader afm. (= 76)*2 Normaal Klein Digitale zoom (= 42) Standaard Uit 1.5x/2.
Vóór gebruik 4 Opnamemodus Basishandleiding G S O O O O O O O O – O – O – O – O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O – – – – O O O O – O O O – O O O – O O O – O O O – O O O Auto Uit Wind Filter (= 47) O – O O O – O – – O O O – O – O – O – O – O O – – O – O – O – O Aan/Uit Bekijken (= 50) O O O O O O O O O O O O O – O Uit/2 – 10 sec.
Vóór gebruik 3 Tabbladmenu Instellen Item Zie pagina 1 Tabbladmenu Afspelen Item Zie pagina Item Zie pagina Basishandleiding Item Zie pagina mute = 106 Tijdzone = 111 Diavoorstelling = 88 Trimmen = 100 Volume = 106 Datum/Tijd = 15 Wissen = 92 Veranderen = 99 Geluidsopties = 106 GPS Auto Tijd Hints en tips = 107 GPS-instell.
Voorzorgsmaatregelen Afspeelmodus menu FUNC. Item Zie pagina Item Zie pagina Roteren = 95 Film afspelen = 82 Printlijst = 128 Filmsynopsis afspelen = 87 Print = 124 Smart Shuffle = 89 Beveilig = 89 Beeld zoeken = 86 Favorieten = 96 Diavoorstelling = 88 Wissen = 92 Vóór gebruik Basishandleiding • De camera is een apparaat met zeer geavanceerde elektronica. Laat de camera niet vallen en stel deze niet bloot aan schokken of stoten.
Specificaties Effectieve pixels in de Ongeveer 12,1 miljoen pixels camera (max.) Focuslengte lens 5x zoom: 5.0 (G) – 25.0 (T) mm (equivalent aan 35 mm-film: 28 (G) – 140 (T) (mm) Waterdichtheid Equivalent aan IEC/JIS-beschermingsklasse “IPX8”*1 Voor gebruik tot een diepte van 25 meter gedurende maximaal 60 minuten. Stofdichtheid Equivalent aan IEC/JIS-beschermingsklasse “IP6X”*1 Schokbestendigheid Canon-standaard gebaseerd op MIL-standaard 810F Methode 516.
Aantal 4:3-opnamen per geheugenkaart Aantal opnamen per geheugenkaart (aantal opnamen bij benadering) Opnamepixels • De opname stopt automatisch zodra de bestandsgrootte van een clip 4 GB is, of wanneer de opnametijd ongeveer 29 minuten en 59 seconden is bij opnemen in [ ] of [ ], of na circa 1 uur opnemen in [ ]. • Bij sommige geheugenkaarten kan de opname ook worden gestopt als de maximale cliplengte nog niet is bereikt. U kunt het beste SD Speed Class 6-geheugenkaarten of hoger gebruiken.
Vóór gebruik Snelheid continu-opnamen Circa 1,9 beelden/sec. Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Sluitertijd [ ]-modus, automatisch ingesteld bereik 1 – 1/1600 sec. Basishandelingen van de camera GPS-functies gebruiken Auto-modus Diafragma f/nummer f/3.9 / f/8.0 (G), f/4.8 / f/10 (T) Andere opnamemodi P-modus Batterij NB-6LH Type: Nominale spanning: Nominale capaciteit: Oplaadcycli: Bedrijfstemperatuur: Afmetingen: Gewicht: Oplaadbare lithium-ionbatterij 3,7 V gelijkstroom 1.
D Index A Aangepaste witbalans.......................... 72 Aansluiting........................... 118, 119, 124 Accessoires.........................................116 Active Display....................................... 83 AE lock................................................. 70 AF lock................................................. 78 AF Tracking.......................................... 77 AF-kaders............................................. 76 Afdrukken......................
Knipoogdetectie (opnamemodus)........ 63 Portret (opnamemodus)....................... 53 Sneeuw (opnamemodus)..................... 53 Knipperdetectie.................................... 49 Poster-effect (opnamemodus).............. 56 Software Beelden opslaan op een computer...................................... 123 Installatie...................................... 122 Spaarstand........................................... 25 L Lampje............................................
Gebruik van originele Canon-accessoires wordt aanbevolen. Dit product is ontworpen om een uitstekende prestatie neer te zetten wanneer het wordt gebruikt in combinatie met accessoires van het merk Canon. Canon is niet aansprakelijk voor eventuele schade aan dit product en/of ongelukken zoals brand, enzovoort, die worden veroorzaakt door de slechte werking van accessoires van een ander merk (bijvoorbeeld lekkage en/of explosie van een batterij).