NEDERLANDS CANON LUXEMBOURG S.A. Oostenrijk 30-2 Shimomaruko 3-chome, Ohta-ku, Tokyo 146-8501, Japan Rue des Joncs 21, L-1818 Howald, Luxembourg Tel.: (0352) 48 47 961 Fax: (0352) 48 47 96232 Helpdesk : 900-74100 http://www.canon.lu CANON Ges.m.b.H. Europa, Afrika en het Midden-Oosten CANON EUROPA N.V. PO Box 2262, 1180 EG Amstelveen, The Netherlands CANON NEDERLAND N.V. CANON (UK) LTD Neptunusstraat 1, 2132 JA Hoofddorp, The Netherlands Tel.
Stroomdiagram en naslaghandleidingen Oversigt og brugervejledninger Deze handleiding Opnamen maken met de camera De software installeren Deze handleiding De camera op een computer aansluiten Deze handleiding Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [cd Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software] Beelden downloaden naar een computer Gebruikershandleiding voor Direct Print Gebruikershandleiding De printer gebruiken en beelden afdrukken O O O O –(4) U O O O O O Zie pagina 8
Het gebruik van originele accessoires van Canon wordt aangeraden. Dit product werkt het beste in combinatie met de originele accessoires van Canon. Canon is niet aansprakelijk voor enige beschadiging van dit product en/of ongelukken, zoals brand, enzovoort, veroorzaakt door het niet goed functioneren van accessoires van een ander merk dan Canon (bijvoorbeeld een lekkage en/of explosie van een batterij).
Temperatuur van de camerabehuizing Als u de camera gedurende langere tijd gebruikt, kan de camerabehuizing warm worden. Houd hier rekening mee en wees voorzichtig als u de camera gedurende langere tijd gebruikt. Het LCD-scherm Het LCD-scherm is gefabriceerd met extreem hoge precisietechnieken. Meer dan 99,99% van de pixels voldoet aan de specificaties. Minder dan 0,01% van de pixels kan soms weigeren of als zwarte of rode puntjes verschijnen.
Informatie over handelsmerken • Canon en PowerShot zijn handelsmerken van Canon, Inc. • CompactFlash is een handelsmerk van SanDisk Corporation. • iBook en iMac zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc. • Macintosh, PowerBook, Power Macintosh en QuickTime zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer Inc. in de Verenigde Staten en andere landen. • Microsoft, Windows en Windows NT zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Inhoudsopgave Tabellen met functies en handelingen. Deze pagina’s hebben een grijze rand aan de rechterzijde zodat u ze eenvoudig kunt vinden. Lees dit eerst 7 Lees de volgende tekst aandachtig door .................... 7 Veiligheidsvoorschriften.............................................. 8 Defecten voorkomen................................................. 13 Onderdelenoverzicht De camera voorbereiden 14 17 De batterijen plaatsen...............................................
Het keuzewiel gebruiken (creatieve zone)................74 P Automatische belichtingsmodus ............................ 75 Tv De sluitertijd instellen............................................. 75 Av Het diafragma instellen.......................................... 76 M De sluitertijd en het diafragma handmatig instellen...................................................... 77 Schakelen tussen modi voor automatisch scherpstellen.............................................................
Symbolen Pictogrammen onder titelbalken geven de bewerkingsmodus aan. Net als in het onderstaande voorbeeld moet het programmakeuzewiel worden ingesteld op , , , , , , , , , of . , De flitser gebruiken Keuzewiel Met dit symbool worden situaties aangegeven die de werking van de camera kunnen beïnvloeden. Met dit symbool worden onderwerpen aangegeven waarin aanvullende informatie wordt gegeven bij de basisprocedures.
Lees dit eerst Lees de volgende tekst aandachtig door Proefopnamen Wij raden u aan eerst diverse proefopnamen te maken om te controleren of de camera werkt en of u de camera juist bedient, voordat u belangrijke onderwerpen fotografeert.
Lees dit eerst Veiligheidsvoorschriften z Lees de volgende veiligheidsvoorschriften goed door voordat u de camera gebruikt. Gebruik de camera altijd zoals wordt beschreven in de handleiding. z De veiligheidsvoorschriften op de volgende pagina’s zijn bedoeld voor een veilig en correct gebruik van de camera en de accessoires om letsel bij uzelf en anderen en schade aan de apparatuur te voorkomen.
Lees dit eerst WAARSCHUWINGEN z Richt de camera niet rechtstreeks op de zon of een andere sterke lichtbron die uw gezichtsvermogen kan aantasten. z Gebruik de flitser niet dicht bij de ogen van mensen of dieren. Blootstelling aan het sterke licht van de flitser kan het gezichtsvermogen aantasten. Houd vooral bij kleine kinderen ten minste één meter afstand wanneer u de flitser gebruikt. z Berg de apparatuur op buiten het bereik van kinderen en peuters.
Lees dit eerst z Zorg ervoor dat de apparatuur niet in contact komt met of wordt ondergedompeld in water of een andere vloeistof. Zorg ervoor dat er geen vloeistof in de camera komt. De camera is niet waterdicht. Als de buitenkant van de camera in aanraking komt met vloeistof of zilte lucht, veegt u deze droog met een zachte, absorberende doek.
Lees dit eerst z Probeer de batterijen niet te demonteren, te wijzigen of op te warmen. Er bestaat dan een grote kans op letsel wegens explosie. Spoel in geval van een explosie alle onderdelen van het lichaam (waaronder de ogen, de mond en de huid) en de kleding die met de inhoud van een batterij in aanraking zijn gekomen, met water schoon. z Laat de batterijen niet vallen en voorkom beschadiging van de behuizing van de batterijen. Beschadiging van de batterijen kan lekkage en letsel tot gevolg hebben.
Lees dit eerst VOORZORGSMAATREGELEN z Gebruik, plaats of bewaar de apparatuur niet op plaatsen die aan sterk zonlicht of hoge temperaturen blootstaan, zoals het dashboard of de kofferruimte van een auto. Blootstelling aan fel zonlicht en hitte kan ertoe leiden dat de batterijen gaan lekken, oververhit raken of exploderen, wat tot brand kan leiden en brandwonden of ander letsel tot gevolg kan hebben. Hoge temperaturen kunnen er tevens toe leiden dat de behuizing vervormd raakt.
Lees dit eerst Defecten voorkomen Sterk magnetische velden vermijden Plaats de camera nooit in de buurt van elektromotoren of andere apparaten die sterk magnetische velden genereren. Blootstelling aan sterk magnetische velden kan leiden tot defecten of beschadigde opnamegegevens. Condensatieproblemen voorkomen Het blootstellen van de apparatuur aan snel wisselende temperaturen kan condensatie (kleine waterdruppels) aan de binnen- en buitenkant veroorzaken.
Onderdelenoverzicht Ontspanknop (p. 34) Luidspreker Programmakeuzewiel voor opnamen (p. 38) Aan/uit-knop (p. 25) Voedingslampje (p. 16) AF-hulplicht (p. 36) Zoekervenster (p. 35) Lampje voor rode-ogenreductie (p. 43) Lampje van de zelfontspanner Flitser (p. 42) A/V (Audio/Video) uit Aansluiting (p. 112) Ontkoppelknop Lens Zoomhendel van objectief (pagina 33, 46, 58, 59) Ring Microfoon Klepje van de aansluiting DIGITAL-uitgang (p.
Onderdelenoverzicht LCD-scherm** (p. 28) Knop MENU (p. 65) Riembevestigingspunt De polsriem bevestigen* Keuzeschakelaar Indicatielampjes (p. 16) (p. 26) Zoeker Klepje van de CF-kaartsleuf (p. 20) Multifunctionele keuzeknop , , ) ( / , (Macro)/ MF / Knop SET De knop FUNC. (Functie)/ (Eén beeld tegelijk wissen) (pagina 63, 64) Vergrendeling van het batterijdeksel (p. 17) DC INaansluiting (p. 131) Aansluitpunt voor statief Knop DISP. (Weergave) (p. 28) Knop [icon] (Afdrukken/Delen) (p.
Onderdelenoverzicht Programmakeuzewiel voor opnamen Creatieve zone Automatisch Beeldzone Gebruik het programmakeuzewiel om een opnamemodus te selecteren. : automatisch (p. 33) De camera selecteert de instellingen automatisch. • Beeldzone De camera selecteert de instellingen automatisch op basis van het type beeldcompositie. : portret (p. 38) : landschap (p. 38) : nachtopname (p. 38) : snelle sluiter (p. 38) : langzame sluiter (p. 38) : StitchAssist (p. 38, 48) : speciale opname (p. 38, 51) : film (p.
De camera voorbereiden De batterijen plaatsen 3 De camera gebruikt vier AA-formaat alkalinebatterijen die worden meegeleverd met de camera. U kunt eventueel ook nikkelmetaalhydridebatterijen (NiMH) gebruiken. 1 Controleer of de camera is uitgeschakeld. 2 Schuif de vergrendeling van de batterijhouder in de richting van de pijl en open de batterijhouder. Plaats de batterijen zoals aangegeven in het voorbeeld. Pluspool (+) Minpool (-) 4 Sluit het klepje van de batterijhouder.
De camera voorbereiden z Zie Batterijprestaties voor belangrijke informatie over batterijen (p. 140). z Zie het document Systeemschema voor informatie over de batterij- en opladerset en de oplaadbare AA-formaat NiMH-batterijen. Juiste behandeling van de batterijen zGebruik alleen AA-formaat alkalinebatterijen of Canon AA-formaat NiMH-batterijen (apart verkrijgbaar). Zie Oplaadbare batterijen gebruiken (p. 128) voor informatie over AA-formaat NiMH-batterijen.
De camera voorbereiden zAls u de camera langere tijd niet denkt te gaan gebruiken, verwijdert u de batterijen en bergt u deze op een veilige plaats op. Batterijen kunnen gaan lekken en de camera beschadigen als ze langdurig in het apparaat blijven zitten zonder te worden gebruikt. Als de batterijen langer dan drie weken verwijderd zijn, kunnen de standaardinstellingen voor datum en tijd en voor andere camerainstellingen worden hersteld. De positieve elektrode (pluspool) is plat.
De camera voorbereiden Een CF-kaart plaatsen 1 Zorg dat de camera is uitgeschakeld. 2 Schuif het klepje van de CFkaartsleuf in de richting van de pijl en open het klepje. 3 Plaats de CF-kaart met het label naar boven. 4 markering z Duw de kaart helemaal in de sleuf, zodat de eject-knop helemaal naar buiten komt. Eject-knop CF-kaart Kaartlabel z Als u de CF-kaart wilt verwijderen, drukt u op de eject-knop. 20 Sluit het klepje van de CFkaartsleuf goed.
De camera voorbereiden Informatie over CF-kaarten zEen CF-kaart is een met hoge precisie samengesteld elektronisch onderdeel. Buig de kaart niet en stel deze niet bloot aan druk, schokken of trillingen. zProbeer een CF-kaart niet te demonteren of te veranderen. zHet blootstellen van de CF-kaarten aan snel wisselende temperaturen kan condensatie op de kaart veroorzaken, wat ertoe kan leiden dat de kaart niet goed functioneert.
De camera voorbereiden 4 Selecteer [OK] met of en druk op de knop SET. z Als u de kaart toch niet wilt formatteren, selecteert u [Stop] en drukt u op de knop SET. z De capaciteit van de CF-kaart die na het formatteren wordt weergegeven, is kleiner dan de opgegeven capaciteit van de CF-kaart. Dit is geen defect van de CF-kaart of camera. 5 Het menu Stel Datum & Tijd in verschijnt wanneer u de camera voor het eerst aanzet of wanneer de datumbatterij leeg is.
De camera voorbereiden 4 Stel de datum en tijd in. z Druk op of om een ander veld te selecteren. z Druk op of om de waarde van het geselecteerde veld te wijzigen. z De datum kan worden ingesteld tot met het jaar 2030. 5 6 Druk op de knop SET. Druk op de knop MENU. z Als de batterijen langer dan drie weken verwijderd zijn geweest, kunnen de standaardinstellingen voor datum en tijd en voor andere camera-instellingen zijn hersteld. Als dat het geval is, stelt u deze instellingen opnieuw in.
De camera voorbereiden De taal instellen 4 Met deze functie stelt u de taal in die wordt weergegeven op het LCD-scherm. 1 Zet de camera aan (p. 25). 2 Druk op de knop MENU en selecteer het menu [ (Instellen)] met of . 3 24 Selecteer (Taal) met of en druk op de knop SET. Selecteer een taal met , , of en druk op de knop SET. z Als u op de knop SET drukt zonder op de knop MENU te drukken, keert u terug naar het menu Instellen zonder de taal in te stellen. 5 Druk op de knop MENU.
Basisfuncties De camera aan- of uitzetten 1 Druk op de aan/uit-knop tot het voedingslampje groen oplicht (p. 16). Opnamemodus z De huidige instellingen voor de opname worden ongeveer 6 seconden weergegeven op het LCD-scherm. Als u het keuzewiel instelt op , wordt de lens na ongeveer 1 minuut automatisch ingetrokken. Afspeelmodus z Op het LCD-scherm wordt een beeld weergegeven. De camera uitzetten z Druk nogmaals op de aan/uit-knop om de camera uit te zetten.
Basisfuncties Als de functie Automatische energiespaarstand wordt geactiveerd Druk nogmaals op de aan/uit-knop. [Uit]: De energiebesparingsfunctie wordt niet geactiveerd. zDisplay uit Het LCD-scherm wordt automatisch uitgezet, ongeveer 1 minuut* nadat u voor het laatst een functie hebt gebruikt. * Deze tijd kan worden gewijzigd (p. 70). Schakelen tussen opnemen en afspelen U kunt snel overschakelen van de opnamemodus naar de afspeelmodus en andersom.
Basisfuncties z Als er een printer (apart verkrijgbaar) goed is aangesloten, ziet u , of op het LCD-scherm. z Als er een computer goed is aangesloten, wordt het LCD-scherm uitgeschakeld.
Basisfuncties Het LCD-scherm gebruiken Gebruik het LCD-scherm om beelden te controleren tijdens de opname, menu-instellingen aan te passen en beelden af te spelen. Telkens als u op de knop DISP. drukt, wordt de volgende modus voor het LCD-scherm gekozen. Opnamemodus Knop DISP. LCD-scherm (Informatieweergave) LCD-scherm (Geen informatie) AF-frame Frame automatische belichtingspunt voor spotmeting Knop DISP.
Basisfuncties zAls een instelling van de opnamemodus wordt gewijOpnamemodus Belichtingscompensatie Witbalans Transportmodus Rood) p. 38, 74 p. 80 p. 81 p. 45, 47 ISO-waarde p. 84 Foto-effect p. 85 Methode voor lichtmeting p. 79 Compressie p. 40 Resolutie Briefkaart afdrukken p. 40 p. 53 Flitser p. 42 Rode-ogenreductie p. 43 Macromodus p. 44 Handmatig scherpstellen p. 89 Functie Automatisch roteren p. 91 Opnamemodus voor films p. 55 Digitaal inzoomen*2 p.
Basisfuncties Afspeelmodus Standaardweergave Bestandsnummer Knop DISP. Knop DISP. Geen weergave Beeldnummer en totaal (Weergegeven beeld/totaal) Opnamedatum/-tijd Detailweergave* Histogram Diafragmawaarde Sluitertijd Knop DISP. 30 Compressie pagina 40 Resolutie (stilstaand beeld) pagina 40 Geluidsmemo (wav-bestand) pagina 92 Film pagina 55 Beveiligingsstatus pagina 94 * Detailweergave is niet beschikbaar in indexweergave (9 beelden).
Basisfuncties Opnamemodus pagina 38, 74 Belichtingscompensatie pagina 80 Witbalans pagina 81 Foto-effecten pagina 85 ISO-waarde pagina 84 Flitser pagina 42 Macromodus pagina 44 Handmatig scherpstellen pagina 89 Methode voor lichtmeting pagina 79 Resolutie (films) pagina 40 Batterij bijna leeg pagina 19 Bovendien worden de sluitertijd, de diafragmainstelling, het histogram en de reeds opgenomen filmtijd weergegeven zoals in het voorbeeld in de afbeelding links.
Basisfuncties z Terwijl een opgenomen beeld op het LCDscherm wordt weergegeven, kunt u de belichting controleren aan de hand van de grafiek (zie Het histogram (hierna)) waarin de verdeling van de helderheidsgegevens wordt weergegeven. Als de belichting moet worden aangepast, stelt u de belichtingscompensatie in en maakt u een nieuwe opname. (Druk op de knop DISP. als het histogram en andere informatie niet worden weergegeven.
Opnamen maken – basisprocedures In Beschikbare functies in de verschillende opnamemodi (p. 159) achter in deze handleiding kunt u nagaan welke instellingen u in de verschillende opnamemodi kunt wijzigen. 4 Gebruik de zoomhendel om de gewenste compositie te maken (relatieve grootte van het onderwerp in de zoeker). Automatische modus Keuzewiel : hiermee vergroot u het onderwerp (groothoek) In deze modus hoeft u alleen de sluiterknop in te drukken. De camera doet de rest.
Opnamen maken – basisprocedures 5 Druk de sluiterknop half in. z De camera beschikt over een sluiterknop die in twee fasen kan worden bediend. Half indrukken Als u de knop half indrukt, worden de belichting en scherpstelling automatisch geregeld. • Wanneer de camera de benodigde metingen heeft verricht, hoort u twee piepjes. Het lampje naast de zoeker brandt groen of oranje. Als het LCD-scherm is ingeschakeld, wordt het AF-frame groen weergegeven.
Opnamen maken – basisprocedures z Het geluidssignaal en het sluitergeluid kunt u in- en uitschakelen in het menu Instellen (p. 69). z Als het sluitergeluid is ingesteld op [ , , (Aan)] (p. 72) en ook de optie [Mute] is ingeschakeld, is er geen sluitergeluid. z Er is geen sluitergeluid als u films opneemt. z U kunt geen opnamen maken terwijl de flitser wordt opgeladen. Opnamen maken met de zoeker U kunt energie besparen door het LCD-scherm uit te schakelen (p. 28) en opnamen te maken met de zoeker.
Opnamen maken – basisprocedures AF-hulplicht z Het AF-hulplicht brandt soms wanneer de sluiterknop half wordt ingedrukt om u in bepaalde omstandigheden te helpen bij het scherpstellen, bijvoorbeeld als het donker is. z U kunt het AF-hulplicht uitschakelen. (p. 67). Als u bijvoorbeeld in het donker opnamen van dieren wilt maken, moet u het hulplicht uitschakelen om te voorkomen dat de dieren schrikken. Houd in dat geval echter rekening met de volgende punten.
Opnamen maken – basisprocedures De duur van de weergave van beelden wijzigen U kunt de duur voor weergave van beelden instellen op 2 tot maximaal 10 seconden, maar u kunt de weergave ook uitschakelen. 1 z Als u de sluiterknop volledig ingedrukt houdt, blijft een beeld op het LCD-scherm staan, ongeacht de instelling van Bekijken. z U kunt zelfs een andere opname maken terwijl de laatste opname wordt weergegeven. Druk op de knop MENU. z Het menu [ (Opname)] wordt weergegeven.
Opnamen maken – basisprocedures Het keuzewiel gebruiken (beeldzone) Met behulp van het keuzewiel kunt u heel eenvoudig opties selecteren voor de opnamesituatie. Portret Film In deze modus kunt u filmbeelden vastleggen. Het opnemen van beeld en geluid wordt gelijktijdig gestart (p. 55). StitchAssist Gebruik deze modus wanneer u opnamen maakt die u tot een panorama wilt samenvoegen (p. 48). Gebruik deze modus wanneer u het onderwerp scherp en de achtergrond vaag wilt weergeven.
Opnamen maken – basisprocedures 1 Draai het keuzewiel zodat het pictogram van de functie die u wilt gebruiken naast staat. z De procedures voor het maken van opnamen zijn dezelfde als in de modus (p. 33). Opnamemodi en Gebruik altijd een statief om te voorkomen dat de camera beweegt. z Op pagina 159 vindt u een overzicht van de instellingen die u in deze modus kunt wijzigen.
Opnamen maken – basisprocedures De resolutie en compressie wijzigen Keuzewiel z De resolutie wordt ingesteld op M1 (1600 * *Afdrukken op briefkaartformaat is niet mogelijk in en x 1200) en de compressie op of . U kunt de instellingen voor de resolutie en de compressie (behalve voor films) aanpassen aan het beeld dat u wilt opnemen.
Opnamen maken – basisprocedures 1 2 Druk op de knop FUNC. Selecteer L* met behulp van de pijltoetsen en . * De huidige instelling wordt weergegeven. 3 4 5 Selecteer de gewenste resolutie of compressie met behulp van de pijltoetsen en . Met uitzondering van . z U kunt direct na het selecteren van de instellingen een opname maken door op de sluiterknop te drukken. Zodra het beeld is vastgelegd, wordt dit scherm opnieuw weergegeven.
Opnamen maken – basisprocedures De flitser gebruiken Keuzewiel * In de modus gebruiken. * (Vuurwerk) kunt u de flitser niet Gebruik de flitser volgens de onderstaande richtlijnen. Rode-ogenreductie, automatisch Automatisch De flitser wordt op basis van het belichtingsniveau automatisch geactiveerd. De rodeogenreductie wordt geactiveerd telkens wanneer de hoofdflitser wordt geactiveerd. Flits aan De flitser wordt altijd gebruikt. Flits uit Er wordt geen flitser gebruikt.
Opnamen maken – basisprocedures z De procedures voor het maken van opnamen zijn dezelfde als in de modus (p. 33). z U kunt geen opnamen maken terwijl de flitser wordt opgeladen. z Het kan soms wel tien seconden duren voordat de flitser is geladen. De werkelijke tijd is afhankelijk van het gebruik en de lading van de batterij. z De flitserinstelling blijft bewaard in het geheugen wanneer de camera wordt uitgeschakeld in de opnamemodi , , en .
Opnamen maken – basisprocedures z U kunt de functie voor rode-ogenreductie niet gebruiken als de modus voor speciale opnamen (p. 51) is ingesteld op (Vuurwerk). z Rode-ogenreductie Wanneer u opnamen maakt met de functie voor rode-ogenreductie, werkt deze functie alleen wanneer het onderwerp recht in de lamp voor rode-ogenreductie kijkt. Vraag de persoon recht in de lamp te kijken.
Opnamen maken – basisprocedures z Het lampje naast de zoeker brandt geel wanneer u de sluiterknop half indrukt. z De procedures voor het maken van opnamen zijn dezelfde als in de modus (p. 33). z Gebruik altijd het LCD-scherm als u opnamen wilt maken in de macromodus. U kunt ook opnamen met de zoeker maken, maar in dat geval zal een deel van het beeld niet in de uiteindelijke opname worden opgenomen (p. 35). z Wanneer u de lens uitzoomt tot de maximale groothoek, is het opnamegebied ca. 55 x 41 mm*1.
Opnamen maken – basisprocedures 3 Maak de opname. z Wanneer is geselecteerd, begint het lampje van de zelfontspanner te knipperen als de sluiterknop volledig wordt ingedrukt. Twee seconden voordat de sluiter wordt geactiveerd, wordt er een geluid weergegeven en begint het lampje sneller te knipperen. z Wanneer is geselecteerd, begint het lampje van de zelfontspanner meteen snel te knipperen. De sluiter wordt na twee seconden geactiveerd.
Opnamen maken – basisprocedures 4 Duw de zoomhendel naar . z De lens zoomt in tot de maximale optische telelensinstelling en stopt daar. Laat de hendel los en duw deze nogmaals naar om verder digitaal op het beeld in te zoomen. z Duw de hendel naar om weer uit te zoomen. De weergegeven zoominstelling is een combinatie van de optische en digitale zoom. 5 Maak de opname. z De procedures voor het maken van opnamen zijn dezelfde als in de modus (p. 33).
Opnamen maken – basisprocedures 5 Druk de sluiterknop volledig in om de opname te maken. z Als u sluiterknop loslaat, worden er geen opnamen meer gemaakt. z Er worden ca. 2,2 opnamen per seconde gemaakt (Hoog/Fijn, LCD-scherm uitgeschakeld. Deze waarden zijn gebaseerd op de testnorm van Canon. De werkelijke waarden kunnen verschillen, afhankelijk van het onderwerp en de opnamesituatie.
Opnamen maken – basisprocedures Een kader om een onderwerp plaatsen z Zorg dat de helderheid in elk beeld consistent is. Als de verschillen in helderheid te groot zijn, komt het samengevoegde beeld onnatuurlijk over. z Draai voor een goed resultaat de camera om de as om de opeenvolgende opnamen te maken. z Beweeg bij het maken van close-ups de camera over het onderwerp, waarbij u de camera recht houdt tijdens de verplaatsing.
Opnamen maken – basisprocedures z U kunt ook meteen op de sluiterknop drukken zonder eerst op de knop SET te drukken. 3 Maak de eerste opname. z De belichting en de witbalans worden ingesteld en vergrendeld bij de eerste opname. 4 Maak de tweede opname zodanig dat deze de eerste opname overlapt. z Kleine verschillen in het overlappende gedeelte Opnamevolgorde kunnen met de software worden gecorrigeerd. z U kunt een opname opnieuw maken.
Opnamen maken – basisprocedures 1 Speciale opname Keuzewiel U kunt de meest geschikte instellingen voor de opname oproepen door eenvoudig een van de volgende zes speciale situaties selecteren. Geschikt voor het fotograferen van bloemen, bladeren of bomen. Geschikt voor het fotograferen van met sneeuw bedekte bergen. Donkere Sneeuw objecten en blauwe achtergronden worden voorkomen. Geschikt voor het fotograferen aan het strand of op zee.
Opnamen maken – basisprocedures Flora Binnen z In de modus wordt de sluitertijd langer. Gebruik een statief om bewegen van de camera te voorkomen. z Hogere ISO-waarden in de modi en kunnen meer ruis in het beeld veroorzaken. of of of Sneeuw Onderwater of of Strand Vuurwerk of 52 z Op pagina 159 vindt u een overzicht van de instellingen die u in deze modus kunt wijzigen. z De resultaten zijn afhankelijk van het onderwerp.
Opnamen maken – basisprocedures Afdrukken op briefkaartformaat Keuzewiel U kunt opmaken maken met instellingen die geschikt zijn voor het afdrukken op briefkaartformaat. * Als u opnamen met standaardbeeldgegevens afdrukt op briefkaartformaat, kan het voorkomen dat een strook van het beeld langs de bovenkant, onderkant of zijkanten niet wordt afgedrukt. Als u in de modus Briefkaart opnamen maakt, kunt u vooraf het afdrukgebied (3:2-verhouding verticaal/horizontaal) controleren.
Opnamen maken – basisprocedures z Zie de Gebruikershandleiding voor Direct Print voor meer informatie over afdrukken. 3 De datum opnemen in de beeldgegevens Als is geselecteerd, kunt u de datum in de beeldgegevens opnemen. Zelfs als er op de computer of printer geen datum is ingesteld, wordt de datum op de beelden afgedrukt. z Controleer vooraf of de datum en tijd zijn ingesteld op de camera (p. 22). 1 Controleer of het pictogram op het LCD-scherm wordt weergegeven.
Opnamen maken – basisprocedures Films Keuzewiel In deze modus kunt u filmbeelden vastleggen. U kunt de resolutie instellen op [ (640 × 480)], [ (320 × 240)] of [ (160 × 120)] (p. 40). 1 Zet het keuzewiel in de stand . z Het LCD-scherm wordt ingeschakeld en geeft de maximale opnametijd (in seconden) weer. 2 Druk de sluiterknop helemaal in. z Het opnemen van beeld en geluid wordt gelijktijdig gestart. z Tijdens de opname verschijnt er een rode cirkel in de rechterbovenhoek van het LCD-scherm.
Opnamen maken – basisprocedures Hoewel de opnametijd mogelijk niet goed wordt weergegeven tijdens het filmen, wordt de film goed opgenomen op de CF-kaart. De opnametijd wordt wel goed weergegeven als u de CF-kaart formatteert in deze camera (met uitzondering van trage CF-kaarten). z Let erop dat u de microfoon tijdens de opname niet aanraakt.
Weergeven – basisprocedures Beelden afzonderlijk weergeven (enkelvoudige weergave) U kunt de opgenomen beelden weergeven op het LCD-scherm. 1 z Druk op de knop DISP. om de beeldgegevens van de weergegeven opname te bekijken (p. 30). z Druk op de knop als u de weergegeven opname snel wilt verwijderen (p. 63). Zet de keuzeschakelaar op . z Het beeld dat u als laatste hebt opgenomen, wordt weergegeven (enkelvoudige weergave). 2 Blader door de beelden met behulp van de pijltoetsen en .
Weergeven – basisprocedures Het vergrote beeld weer normaal weergeven Beelden vergroten In de enkelvoudige weergave kunnen beelden tot ongeveer 10 keer worden vergroot. 1 2 Zet de keuzeschakelaar op Duw de zoomhendel naar 1 . Duw de zoomhendel naar . Filmbeelden en beelden in de indexweergave kunnen niet worden vergroot. . U kunt een beeld direct na opname vergroten terwijl het wordt weergegeven op het LCDscherm (p. 36).
Weergeven – basisprocedures 3 Selecteer een ander beeld met behulp van de pijltoetsen , , en . Als u in deze rij op de pijltoets drukt, worden de vorige negen beelden weergegeven. Film Geselecteerde beelden Als u in deze rij op de pijltoets drukt, worden de volgende negen beelden weergegeven. 4 Duw de zoomhendel naar . z De indexweergave wordt geannuleerd en de enkelvoudige weergave wordt weer geactiveerd. Druk op de knop DISP. om de beeldgegevens van de weergegeven opname te bekijken (p. 30).
Weergeven – basisprocedures Films bekijken en bewerken Films bekijken U kunt de opnamen die in de modus gemaakt, opnieuw bekijken. zijn 1 Zet de keuzeschakelaar op . 2 Selecteer een film met behulp van de pijltoetsen en en druk op de knop SET. z U kunt geen films bekijken in de indexweergave. z Een film herkent u aan het pictogram . z Het scherm voor het afspelen van films wordt weergegeven. 3 60 Selecteer (Afspelen) met behulp van de pijltoetsen en en druk op de knop SET.
Weergeven – basisprocedures z z (Volgend beeld): verdergaan met het volgende frame (u gaat verder vooruit als u de knop SET ingedrukt houdt). (Laatste beeld): het laatste frame weergeven. Het kan voorkomen dat er beelden uitvallen en dat het geluid wegvalt als u een film afspeelt op een computer met onvoldoende systeembronnen. z U kunt het volume waarmee films worden afgespeeld aanpassen in het menu Instellen (p. 69). z Als de optie [Mute] (p.
Weergeven – basisprocedures 4 5 Selecteer het gedeelte dat u wilt bewerken met behulp van de pijltoetsen en . Selecteer (Afspelen) met behulp van de pijltoetsen en en druk op de knop SET. z De tijdelijk bewerkte film wordt afgespeeld. z Het afspelen wordt onderbroken als u op de knop SET drukt. 6 Selecteer (Opslaan) met behulp van de pijltoetsen en en druk op de knop SET. z Als is geselecteerd, wordt de bewerkte film niet opgeslagen en wordt de film afgespeeld.
Wissen Alle beelden wissen Gewiste beelden kunnen niet worden hersteld. Denk goed na voordat u een beeldbestand wist. 1 Afzonderlijke beelden wissen 1 2 Zet de keuzeschakelaar op . Selecteer het beeld dat u wilt wissen met behulp van de pijltoetsen en en druk op de knop . z Er verschijnt een scherm waarin u om een bevestiging wordt gevraagd. 3 Selecteer [Wissen] met behulp van de pijltoetsen en en druk op de knop SET.
Opnamen maken – geavanceerde functies Menu's en instellingen selecteren Instellingen selecteren met behulp van de knop FUNC. (alleen in opnamemodus) 3. Selecteer in het menu FUNC. een menuoptie met behulp van de pijltoetsen en en selecteer vervolgens de gewenste instellingen met de pijltoetsen en . 2. Belichtingscompensatie (±0) (p. 80) Flitsintensiteit ( FUNC. Witbalans ( 1 2 3 4 5 64 Zet de keuzeschakelaar op . Druk op de knop FUNC. Selecteer in het menu FUNC.
Opnamen maken – geavanceerde functies Instellingen selecteren met de knop MENU 1 2 Druk op de knop MENU. Gebruik de pijltoetsen en schakelen. om tussen menu’s te z U kunt ook tussen menu’s schakelen met behulp van de zoomhendel. Opnamemodus (Opname) Afspeelmodus 3 4 5 Gebruik de pijltoetsen en om een menuoptie te selecteren. Gebruik de pijltoetsen en om de instellingen te selecteren die u wilt aanpassen. Druk op de knop MENU.
Opnamen maken – geavanceerde functies z Sommige menuopties zijn alleen in bepaalde opnamemodi beschikbaar (p. 159). z U kunt een bepaald beeld en geluid koppelen aan de opties en in het menu Mijn camera. Zie voor meer informatie De instellingen voor Mijn camera vastleggen (p. 116) of de Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software].
Opnamen maken – geavanceerde functies Menuopties en standaardinstellingen Het menu Opname Menuoptie Mogelijkheden Zie pagina Hiermee kunt u de optie AiAF inschakelen (het AF-frame wordt automatisch geselecteerd wanneer u een opname maakt) of uitschakelen 78 AiAF (het AF-frame wordt ingesteld op het midden van het scherm). • Aan*/Uit Instellen of de lamp voor rode-ogenreductie al dan niet wordt geactiveerd.
Opnamen maken – geavanceerde functies Het menu Afspelen Menuoptie Beveilig Roteren Geluidsmemo Alles wissen Automatisch afspelen Printopties Volgorde Mogelijkheden Beelden beveiligen zodat ze niet per ongeluk worden gewist. Beelden 90 of 270 graden met de klok mee draaien in de display. Geluidsmemo’s toevoegen aan beelden. Alle beelden van een CF-kaart wissen (behalve beveiligde beelden). Hiermee kunt u opnamen automatisch achter elkaar afspelen.
Opnamen maken – geavanceerde functies Menuoptie Volume Mogelijkheden Zie pagina Hiermee kunt u het volume van het opstartgeluid, werkgeluid, geluid van de zelfontspanner, sluitergeluid of weergavegeluid aanpassen. U kunt het volume niet aanpassen als de optie [Mute] is ingesteld op [Aan]. • (Uit) • (3) • (1) • (4) • (2)* • (5) Sluitergeluid Hiermee kunt u het volume aanpassen van het geluid dat de sluiter maakt 34 als de sluiterknop helemaal wordt ingedrukt. Er is geen sluitergeluid als u films opneemt.
Opnamen maken – geavanceerde functies Menuoptie Spaarstand Datum/Tijd Formatteren File No. Reset (bestandsnummering) Mogelijkheden U kunt de instellingen Automatisch uit en Display uit instellen door op de knop SET te drukken. Automatisch Uit Hiermee kunt u aangeven of de camera automatisch moet worden uitgeschakeld als de camera gedurende een bepaalde periode niet wordt bediend.
Opnamen maken – geavanceerde functies Menuoptie Maateenheid Taal Video Systeem Mogelijkheden Zie pagina De notatie instellen van de eenheid waarin de afstand wordt weergegeven bij de indicator voor handmatig scherpstellen. 89 • m/cm* • ft/in Instellen welke taal wordt gebruikt voor menu's en berichten op het LCD-scherm.
Opnamen maken – geavanceerde functies De camera-instellingen aanpassen (Instellingen voor Mijn camera) U kunt het thema, opstartscherm en -geluid, sluitergeluid, werkgeluid en geluid van de zelfontspanner voor de camera instellen. Dit worden de camera-instellingen genoemd. U kunt de opties en voor elk item ook aanpassen met beelden die zijn opgeslagen op de CF-kaart of met nieuw opgenomen geluiden. U kunt ook de meegeleverde software gebruiken om de camera een persoonlijk tintje te geven.
Opnamen maken – geavanceerde functies Alle standaardwaarden herstellen U kunt de standaardwaarden van de instellingen voor de menu’s en knoppen herstellen. 1 Zet de camera aan. z Het maakt hierbij niet uit of de camera in de opnamemodus of afspeelmodus staat. 2 Houd de knop MENU ten minste vijf seconden ingedrukt. z Op het LCD-scherm ziet u de vraag ”Reset naar standaard?”. 3 z Als u het herstellen van de standaardwaarden wilt annuleren, selecteert u [Stop] in plaats van [OK].
Opnamen maken – geavanceerde functies Het keuzewiel gebruiken (creatieve zone) Keuzewiel Een aantal camera-instellingen, zoals de sluitertijd en diafragmawaarde, kunt u naar believen wijzigen voor het maken van opnamen. Nadat u de instellingen hebt aangepast, gelden dezelfde procedures voor het maken van opnamen als in de modus (p. 33). In Beschikbare functies in de verschillende opnamemodi (p. 159) achter in deze handleiding kunt u nagaan welke instellingen u in de verschillende opnamemodi kunt wijzigen.
Opnamen maken – geavanceerde functies Automatische belichtingsmodus Gebruik de automatische belichtingsmodus als u wilt dat de camera automatisch de sluitertijd en de diafragmawaarde aan de helderheid van de situatie aanpast. z De sluitersnelheid en diafragmawaarde worden op het LCD-scherm rood weergegeven als het niet is gelukt de juiste belichting in te stellen. Ga als volgt te werk om de juiste belichting te krijgen en de sluitertijd en diafragmawaarde wit weer te geven. • Gebruik de flitser.
Opnamen maken – geavanceerde functies z Houd er rekening mee dat camerabewegingen een belangrijke factor vormen bij lange sluitertijden. Als de waarschuwing dat de camera beweegt midden op het LCD-scherm verschijnt, moet u de camera op een statief plaatsen wanneer u een opname wilt maken. z De diafragmawaarde en de sluitertijd veranderen als volgt aan de hand van de zoomwaarde.
z ! ! # $ ! # $< = ! < z > ! ! ! @ ! ! @ <# < X$ z > ! ! !
Opnamen maken – geavanceerde functies z Op pagina 159 vindt u een overzicht van de instellingen die u in deze modus kunt wijzigen. z Als u de belichting wilt wijzigen, selecteert u de sluitertijd of het diafragma met de knop SET en wijzigt u de waarde met de pijltoetsen en . z De helderheid van het LCD-scherm komt overeen met de geselecteerde sluitertijd en diafragmawaarde.
Opnamen maken – geavanceerde functies 2 3 Selecteer met behulp van de pijltoetsen en [Aan] of [Uit]. Verschillende methoden voor lichtmeting gebruiken Keuzewiel Druk op de knop MENU. z U kunt de opname meteen maken met het geselecteerde AF-frame door op de sluiterknop te drukken in plaats van op de knop MENU. Deelmeting De automatische scherpstelling wordt vergrendeld in het midden wanneer u de digitale zoom gebruikt.
Opnamen maken – geavanceerde functies 1 Selecteer * (Deelmeting) in het menu FUNC. z Zie Menu's en instellingen selecteren (p. 65). * De huidige instelling wordt weergegeven. 2 3 Selecteer met behulp van de pijltoetsen en een methode voor lichtmeting. Druk op de knop FUNC. Belichtingscompensatie instellen Keuzewiel Pas de instelling voor de belichtingscompensatie aan om te voorkomen dat het onderwerp te donker wordt wanneer het van achteren wordt belicht of als de achtergrond erg helder is.
Opnamen maken – geavanceerde functies z U kunt direct na het selecteren van de instellingen een opname maken door op de sluiterknop te drukken. Na de opname wordt het menu opnieuw weergegeven, zodat u de instellingen eenvoudig kunt wijzigen. 3 De toon (witbalans) aanpassen Keuzewiel Wanneer de witbalans in overeenstemming met de lichtbron is ingesteld, kan de camera de kleuren nauwkeuriger reproduceren. Druk op de knop FUNC.
Opnamen maken – geavanceerde functies Custom (aangepast) 1 Voor het instellen van een aangepaste waarde met behulp van een wit doek of een wit vel papier om de optimale witbalans te bepalen voor de omstandigheden. Selecteer * (Auto) in het menu FUNC. z Zie Menu's en instellingen selecteren (p. 64). * De huidige instelling wordt weergegeven. 2 Selecteer de gewenste witbalans met behulp van de pijltoetsen en . z Op de volgende pagina vindt u meer informatie over de aangepaste instelling .
Opnamen maken – geavanceerde functies 1 Selecteer * (Auto) in het menu FUNC. z Zie Menu's en instellingen selecteren (p. 64). * De huidige instelling wordt weergegeven. 2 Selecteer (Custom) met behulp van de pijltoetsen en . 3 Richt de camera op een stuk wit papier, een witte doek of een grijze kaart en druk op de knop SET. z Zorg ervoor dat het witte papier of de doek het frame in het midden van het LCD-scherm of de zoeker helemaal vult. Druk vervolgens op de knop SET.
Opnamen maken – geavanceerde functies • Flitser Het is raadzaam de flitser aan of uit te zetten. Als de flitser is ingesteld op Automatisch met rode-ogenreductie of Automatisch en tijdens het bepalen van de witbalans wordt geactiveerd, moet u de flitser ook gebruiken tijdens het maken van de opname. • ISO-waarde z De aangepaste witbalans wordt niet gewist, zelfs niet als de standaardwaarden worden hersteld. (p.
Opnamen maken – geavanceerde functies z Hogere ISO-waarden geven meer ruis in het beeld. Als u zuivere opnamen wilt maken, gebruikt u een zo laag mogelijke ISO-waarde. z Als de ISO-waarde is ingesteld op Automatisch, wordt de optimale waarde gekozen. De waarde wordt ook automatisch verhoogd wanneer het licht van de flitser onvoldoende is om het onderwerp te verlichten. U kunt heel eenvoudig opnamen maken op donkere plaatsen (bijvoorbeeld binnenshuis) als u de optie (Binnen (p.
Opnamen maken – geavanceerde functies 1 Selecteer * (Effect uit) in het menu FUNC. z Zie Menu's en instellingen selecteren (p. 64). * De huidige instelling wordt weergegeven. 2 Selecteer het gewenste fotoeffect met behulp van de pijltoetsen en . z Als het LCD-scherm is ingeschakeld, kunt u het foto-effect controleren door het beeld op het LCD-scherm te bekijken. z U kunt hierna meteen een opname maken door op de sluiterknop te drukken.
Opnamen maken – geavanceerde functies 3 Druk op de knop FUNC. Bij een geringe flitsintensiteit valt er minder schaduw in het beeld. Wanneer u echter een opname maakt van een groot gebied, zal het beeld snel donker worden door onvoldoende belichting. Houd bij het instellen van de flitsintensiteit rekening met alle opnameomstandigheden, inclusief de afstand tot het onderwerp.
Opnamen maken – geavanceerde functies 3 Druk de sluiterknop half in om de scherpstelling te vergrendelen. z Als u dit doet, wordt de instelling voor de automatische belichting ook vergrendeld. De belichting kan soms onjuist zijn als het verschil tussen de twee items te groot is. Gebruik in dat geval vergrendelde automatische scherpstelling. 4 Neem de compositie opnieuw in beeld en druk de sluiterknop volledig in om de opname te maken.
Opnamen maken – geavanceerde functies z Als u opnamen maakt met vergrendelde automatische scherpstelling, kunt u de scherpstelling vergrendelen op het object in het AF-frame in het midden van het beeld. U moet hiervoor in het menu [ (Opname)] uitzetten. z Het voordeel van opnamen maken met vergrendelde automatische scherpstelling is dat u de sluiterknop kunt loslaten om het beeld opnieuw samen te stellen.
Opnamen maken – geavanceerde functies 3 Stel de camera scherp met behulp van de pijltoetsen en en maak de opname. z Stel de camera scherp door op de pijltoetsen en te drukken totdat het beeld scherp op het LCD-scherm verschijnt. z Als u nogmaals op de knop MF drukt, wordt de handmatige scherpstelling geannuleerd. z U kunt de handmatige scherpstelling gebruiken voor een macrobrandpuntsafstand van 5-46 cm bij maximale groothoek en een afstand van 26-46 cm bij maximale telelens.
Weergeven – geavanceerde functies z Wanneer de camera recht omhoog of recht omlaag wijst, werkt deze functie mogelijk niet naar behoren. Controleer of de pijl in de juiste richting wijst. Is dit niet het geval, zet dan de functie Beeld omkeren [Uit]. z Zelfs als de functie Beeld omkeren [Aan] staat, hangt de stand van de beelden die u naar een computer downloadt af van de software waarmee u ze downloadt.
Weergeven – geavanceerde functies 3 Druk op de knop MENU. z Het menu Afspelen wordt opnieuw weergegeven. Druk nogmaals op de knop MENU om het menu te sluiten. z Filmbeelden kunt u niet draaien. z Wanneer een beeld op de camera is gedraaid voordat het naar een computer wordt gedownload, bepaalt de software die u voor het downloaden gebruikt of de rotatie-instelling bewaard blijft. 1 z Zie Menu's en instellingen selecteren (p. 65). z Het pictogram wordt weergegeven.
Weergeven – geavanceerde functies z Als u de opname wilt stoppen, drukt u op de knop SET. Als u de opname wilt hervatten, drukt u nogmaals op SET. z U kunt doorgaan met het toevoegen van geluidsmemo's totdat de totale tijd 60 seconden bedraagt. Geluidsmemo's afspelen z Selecteer (Afspelen) in stap 3. Het pictogram verschijnt op alle beelden waaraan geluidsmemo’s zijn gekoppeld. z Als u de weergave wilt stoppen, drukt u op de knop SET. Als u de weergave wilt hervatten, drukt u nogmaals op de knop SET.
Weergeven – geavanceerde functies Automatisch afspelen z De weergavetijd van de beelden kan variëren. z De weergavetijd van filmbeelden is even lang als de opnametijd. z De energiebesparingsfunctie is uitgeschakeld tijdens automatische weergave (p. 94). Gebruik deze optie om automatisch alle beelden op de CF-kaart te bekijken. Elk beeld wordt ongeveer 3 seconden weergegeven op het LCD-scherm. 1 Selecteer in het menu [ (Afspelen)] de optie (Automatisch afspelen).
Weergeven – geavanceerde functies z Op beveiligde beelden wordt het pictogram weergegeven. z Als u de beveiliging wilt annuleren, drukt u nogmaals op de knop SET. z U kunt beelden voor beveiliging selecteren in de enkelvoudige weergave en in de indexweergave (p. 57, 58). 3 Druk op de knop MENU. z Het menuscherm wordt opnieuw weergegeven. Druk nogmaals op de knop MENU om het menuscherm te sluiten.
Diverse functies Informatie over afdrukken Beelden die met deze camera zijn opgenomen, kunnen op een van de volgende manieren worden afgedrukt. - Sluit de camera met één kabel aan op een printer die Direct Print ondersteunt*1 en druk vervolgens op de knop op de camera. - Selecteer met de camera beelden en geef het aantal afdrukken op (DPOF*2-afdrukinstellingen) voordat u de beelden (CF-kaart) naar een fotozaak verstuurt die DPOF ondersteunt.
Diverse functies Afdrukken op een printer die Direct Print ondersteunt • Sluit de camera aan op de printer • Stel de diverse afdrukinstellingen in (met uitzondering van DPOFafdrukinstellingen) • Druk de beelden af Zie de Gebruikershandleiding voor Direct Print (afzonderlijke handleiding) voor instructies voor afdrukken. DPOF-afdrukinstellingen z Selecteer het beeld dat u wilt afdrukken (p. 98) z Selecteer hoeveel exemplaren u wilt afdrukken (p. 98) Afdrukken z Selecteer de afdrukstijl (p.
Diverse functies DPOF-afdrukinstellingen Met de camera kunt u vooraf de beelden op een CF-kaart selecteren die u wilt afdrukken en het aantal afdrukken opgeven. Dit is bijzonder handig als u beelden wilt verzenden naar een fotozaak die DPOF ondersteunt of als u beelden wilt afdrukken op een printer die de functie Direct Print ondersteunt. Raadpleeg de Gebruikershandleiding voor Direct Print voor instructies voor het selecteren van afdrukinstellingen vanaf de printer.
Diverse functies z Als het afdruktype (p. 100) is ingesteld op [Index], selecteert u een beeld met of en plaatst of verwijdert u markeringen met of . Op het gemarkeerde beeld verschijnt een vinkje. z U kunt op de zoomhendel drukken en dezelfde procedures gebruiken om beelden in indexweergave te selecteren (drie beelden). Alle beelden op een CF-kaart z Druk op de zoomhendel om over te schakelen naar indexweergave (drie beelden).
Diverse functies z U kunt ook met de meegeleverde software, ZoomBrowser EX of ImageBrowser, op een computer afdrukinstellingen aan beelden toewijzen. Stel echter niet de datum in de DPOFafdrukinstellingen in als u beelden afdrukt waarvoor de datum is opgenomen met de functie [Datum stempel]. Als u dat wel doet, wordt de datum mogelijk twee keer afgedrukt. De afdrukstijl instellen Datum File No. 1 Afdruktype Index Beide 100 Er wordt één beeld per vel afgedrukt.
Diverse functies 4 Selecteer een instelling met of . Afdruktype Selecteer [Standaard], [Index] of [Beide]. Datum Selecteer [Aan] of [Uit]. 5 Druk op de knop MENU. z Het menu Instellen wordt gesloten en het menu Printopties wordt opnieuw weergegeven. z Als u [Index] als afdruktype hebt gekozen, kunt u [Datum] en [File No.] niet tegelijkertijd op [Aan] instellen. z Als u bij CP-printers [Beide] als afdruktype hebt gekozen, kunt u zowel [Datum] als [File No.
Diverse functies 1 Selecteer (Print Opties) in het menu [ (Afspelen)] en druk op de knop SET. z Zie Menu’s en instellingen selecteren (p. 65). 2 Selecteer [Herstel] met of en druk op de knop SET. 3 Selecteer [OK] met op de knop SET. of en druk z Selecteer [Stop] en druk op de knop SET om het herstellen te annuleren. Instellingen voor beeldverzending (DPOF-verzendopties) U kunt de camera gebruiken om instellingen voor beelden op te geven voordat u naar een computer gaat downloaden.
Diverse functies Beelden selecteren voor verzending 1 Selecteer (Volgorde) in het menu [(Afspelen)] en druk op de knop SET. z Zie Menu’s en instellingen selecteren (p. 65). 2 Selecteer [Opdracht] met of en druk op de knop SET. z U kunt alle overdrachtsmarkeringen in een keer verwijderen door [Herstel] te selecteren. 3 Selecteer de beelden die u wilt overbrengen. Beelden één voor één instellen z Gebruik of om het beeld te selecteren en markeer het beeld of verwijder de markering met of .
Diverse functies Beelden downloaden naar een computer U kunt door de camera opgenomen beelden op de volgende manieren naar een computer downloaden. Sommige manieren gelden niet voor alle besturingssystemen. z Downloaden via een verbinding tussen camera en computer Windows Windows Windows Windows Mac Mac OS 9 OS X 98 Me 2000 XP z Op deze manier kunt u beelden met computeropdrachten downloaden nadat u de desbetreffende software hebt geïnstalleerd.
Diverse functies zHulpprogramma’s van Canon De camera op een computer aansluiten Systeemvereisten voor de computer zWindows Besturingssysteem Windows 98 (ook Tweede editie) Windows ME Windows 2000 Windows XP (Home Edition, Professional) Computermodel Het bovenstaande besturingssysteem moet vooraf zijn geïnstalleerd op computers met ingebouwde USB-poorten.
Diverse functies BELANGRIJK U moet de software en driver die worden meegeleverd op de Canon Digital Camera Solution Disk (Cd met Canon Digital Camerasoftware) op de computer installeren voordat u de camera op de computer aansluit. De camera werkt niet goed als u deze aansluit op de computer terwijl de driver en de software nog niet zijn geïnstalleerd.
!"# ^< < ~< < z $ J ! < % ;< < = > ;?@= J Q = ! !"#
Diverse functies 6 Klik op [Set] in het venster [CameraWindow - Set AutoLaunch] (alleen de eerste keer). z Het venster Download Image verschijnt. 108 z Beelden downloaden met de software en de computer: J Zie de Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software]. z Beelden downloaden met de camera (functie Verplaats): J Zie Beelden downloaden met Verplaats (p. 109).
Diverse functies Beelden downloaden met Verplaats Gebruik deze methode om beelden met de camera te downloaden. Installeer de bijgeleverde software en pas de computerinstellingen aan voordat u deze methode voor de eerste keer gebruikt (p. 106). Alle beelden Hiermee kunt u alle beelden naar de computer verzenden en opslaan. Nieuwe beelden Hiermee kunt u alleen de beelden naar de computer verzenden en opslaan die niet eerder zijn verzonden.
Diverse functies Alle beelden/Nieuwe beelden/ Verplaats DPOF beeld 2 Gebruik of om , of te selecteren en druk op de knop . z Als u de verzending wilt annuleren, drukt u op de knop SET. z De beelden worden gedownload en het menu Verplaats verschijnt weer. 3 Gebruik of om beelden die u wilt downloaden te selecteren en druk op de knop (of op de knop SET). z De beelden worden gedownload. z Tijdens het downloaden knippert de knop blauw. 4 Druk op de knop MENU. z Het menu Verplaats verschijnt weer.
Diverse functies De camera op de computer aansluiten om beelden te downloaden zonder de software te installeren Als u Windows XP of Mac OS X (v10.1 of v10.2) gebruikt, kunt u de software van dit besturingssysteem gebruiken om beelden te downloaden (alleen JPEG-bestanden) zonder dat u de software op de Canon Digital Camera Solution Disk (Cd met Canon Digital Camera-software) hoeft te installeren. Dit is handig voor het downloaden van beelden naar een computer waarop de software niet is geïnstalleerd.
Diverse functies 2 Dubbelklik op het pictogram van het station waarin zich de CFkaart bevindt. z Afhankelijk van het besturingssysteem wordt automatisch een venster geopend. 3 Kopieer beelden van de kaart naar een map naar keuze op de vaste schijf. z De beelden worden opgeslagen in mappen met de naam [xxxCANON] in de map [DCIM] (waarbij xxx staat voor een getal van drie cijfers tussen 100 en 998 (p. 114)).
Diverse functies 3 Sluit de andere uiteinden van de AV-kabel aan op de video- en audio-ingangen op de televisie. Gele connector in de Video-in aansluiting Zwarte connector in de Audio-in aansluiting 4 Zet de tv aan en selecteer het videokanaal. 5 Zet de camera aan (p. 25). z Het beeld wordt weergegeven op de televisie. U kunt op de normale manier opnamen maken of weergeven. z Als de opname die u maakt niet op het televisietoestel wordt weergegeven, drukt u op de knop DISP.
Diverse functies De bestandsnummering opnieuw instellen Selecteer de instellingsmethode voor het bestandsnummer. Telkens als u een nieuwe (ongebruikte) CF-kaart in de camera plaatst, wordt het bestandsnummer weer ingesteld op Aan 100-0001. Als u een kaart plaatst die al enkele beelden bevat, wordt de nummering hervat vanaf het volgende beschikbare nummer. De camera onthoudt het laatste bestandsnummer en begint te nummeren vanaf het Uit volgende nummer als u een nieuwe CFkaart plaatst.
Diverse functies Aantal bestanden in een map Elke map bevat meestal maximaal 100 beelden. Aangezien beelden die in de modus Continu of de modus StitchAssist zijn gemaakt altijd in dezelfde map worden opgeslagen, kunnen sommige mappen 100 of meer beelden bevatten. Het aantal beelden kan ook groter zijn dan 100 als een map beelden bevat die zijn gekopieerd van een computer of die zijn gemaakt met een andere camera. Beelden in mappen met 2001 of meer beelden kunnen niet worden weergegeven op deze camera.
Diverse functies 2 Selecteer [ (Mijn camera)] met of en selecteer een menuoptie met of . 3 Selecteer de inhoud die u wilt instellen met of . 4 Druk op de knop MENU. z Als u op de knop drukt, wordt het menu gesloten en zijn de instellingen van kracht. z In de opnamemodus kunt u het menu sluiten door de sluiterknop half in te drukken. z Als u in stap 3 [Thema] selecteert, kunt u een consistent thema selecteren voor elke camerainstelling.
Diverse functies 2 5 Druk op de knop MENU. z Het menu [ (Afspelen)] wordt weergegeven. Druk op de knop DISP. z Er wordt een beeld weergegeven. Opstartscherm: ga naar stap 6a, 7a Opstartgeluid, Sluitergeluid, Werkgeluid en Geluid zelftimer: ga naar stap 6b, 7b 6a Selecteer het beeld dat u wilt vastleggen met 3 of . Selecteer [ (Mijn camera)] met en selecteer de menuoptie die u wilt vastleggen met of . 7a Druk op de knop SET. 6b Selecteer (Opnemen) met 4 z Selecteer of met of .
Diverse functies z Het opnemen wordt gestart. z Het opnemen stopt als de tijd is verstreken. • Opstartgeluid: 1 seconde • Werkgeluid: 0,3 seconde • Geluid zelftimer: 2 seconden • Sluitertijd: 0,3 seconde 7b Selecteer of 8 (Registreren) met . Selecteer [OK] met op de knop SET. of en druk z Geluiden die zijn opgenomen met de functie Geluidsmemo en films kunnen niet worden vastgelegd als instellingen voor Mijn camera (pagina 55, 92).
Diverse functies • Opnametijd 11,025 kHz 8,000 kHz Opstartgeluid 1,0 sec. of minder 1,3 sec. of minder Werkgeluid 0,3 sec. of minder 0,4 sec. of minder Geluid zelftimer 2,0 sec. of minder 2,0 sec. of minder Sluitergeluid 0,3 sec. of minder 0,4 sec. of minder Zie de bijgeleverde Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software] voor meer informatie over het maken en toevoegen van bestanden met camera-instellingen.
Overzicht van berichten In de volgende tabel worden alle berichten uitgelegd die op het LCD-scherm kunnen verschijnen. z Raadpleeg de Gebruikershandleiding voor Direct Print voor berichten die kunnen verschijnen als er een printer is aangesloten. Bezig... Geen geheugenkaart Kan niet opnemen Geheugenkaart fout Geheugenkaart vol Fout in benaming Vervang de batterijen Geen beeld Beeld te groot Onjuist JPEG formaat 120 De camera is beeldgegevens aan het opnemen op de CF-kaart. De afspeelmodus is actief.
Overzicht van berichten Corrupte data RAW U probeert een beeld met beschadigde gegevens weer te geven. U probeert een beeld weer te geven dat in de RAW-indeling is opgenomen. U probeert een beeld weer te geven dat in een andere indeling is opgenomen Onbekend beeld (specifieke indeling van een camera van een andere fabrikant) of u probeert een film af te spelen die met een andere camera is gemaakt.
Problemen oplossen Probleem De camera werkt niet. De camera maakt geen opnamen. 122 Oorzaak De camera staat uit. Het klepje van de CF-kaartsleuf of het klepje van de batterijhouder is open. De batterijen zijn verkeerd geplaatst. Batterijen zijn leeg. Oplossing z Druk een aantal seconden op de aan/uit-knop. z Controleer of het klepje goed is gesloten. z Plaats de batterijen in de juiste richting.
Problemen oplossen Probleem De camera maakt geen opnamen. Weergave niet mogelijk De lens wordt niet ingetrokken De batterijen zijn snel leeg. Oorzaak De CF-kaart is niet goed geformatteerd. Oplossing z Formatteer de CF-kaart (p. 21). z De kaart kan beschadigd zijn. Neem contact op met de dichtstbijzijnde helpdesk van Canon Klantenservice.
Problemen oplossen Probleem De batterijen zijn snel leeg. Als u oplaadbare batterijen gebruikt: de batterijen worden niet opgeladen in een apart verkrijgbare batterijoplader. 124 Oorzaak Oplossing De capaciteit van de batterijen z Als u opnamen maakt in een koude omgeving, neemt af door lage houdt u de batterijen warm (door ze in uw omgevingstemperatuur. binnenzak te bewaren) totdat u ze wilt gebruiken. De contactpunten van de batterij zijn z Maak de contactpunten van de batterij goed niet schoon.
= ! \ > @ < @ < ? ! < ! < @ { < ! @ ! ! < > < ? z ! < z
Problemen oplossen Probleem Het onderwerp is onderbelicht (te donker). Oorzaak Er is onvoldoende licht om te fotograferen. Het onderwerp is donkerder dan de omgeving. Onderwerp bevindt zich buiten het bereik van flitser. Het onderwerp is overbelicht (te licht). Het onderwerp is overbelicht (te licht). Er verschijnt een verticale lichtbalk (rood, paars) op het LCD-scherm. 126 Het onderwerp bevindt zich te dicht bij de flitser. Het onderwerp is lichter dan de omgeving.
Problemen oplossen Probleem Het beeld bevat witte stippen of sterretjes. Oorzaak Licht van de flitser is weerspiegeld door stofdeeltjes of insecten in de lucht. Dit treedt vaker op onder de volgende omstandigheden: - Wanneer u opnamen maakt met de groothoeklens - Wanneer u opnamen maakt met een hoge diafragmawaarde in de automatische belichtingsmodus met diafragmaprioriteit De flitser werkt niet. De flitsermodus is ingesteld op Uit.
Bijlage De opladersets gebruiken (apart verkrijgbaar) Oplaadbare batterijen gebruiken (Batterij- en opladerset CBK4-200) Deze batterijopladerset bevat zowel een oplader als vier oplaadbare AA-formaat NiMH-batterijen (nikkelmetaalhydride). Hieronder ziet u hoe u de batterijen oplaadt. Naar het stopcontact indicator Het lampje knippert tijdens het opladen en blijft continu branden zodra de batterijen volledig zijn opgeladen.
Bijlage - Als de gebruiksduur van de batterij aanzienlijk korter is geworden. - Als het aantal beelden dat kan worden opgenomen sterk is verminderd. - Tijdens het opladen van de batterijen (plaats en verwijder de batterijen twee of drie keer voordat u ze oplaadt). - Als het opladen in een aantal minuten is voltooid (het lampje van de oplader blijft continu branden).
Bijlage z De oplader heeft ongeveer 250 minuten nodig om de batterijen volledig op te laden (volgens tests uitgevoerd door Canon). Laad batterijen niet op bij een temperatuur die lager is dan 0 of hoger dan 35°C. z De oplaadtijd hangt af van de omgevingstemperatuur en de mate waarin de batterijen nog opgeladen waren. z Tijdens het opladen kan de oplader geluid maken. Dit is geen defect. z U kunt ook de batterij- en opladerset CBK100 gebruiken.
Bijlage 2 Open het klepje van de aansluiting en sluit de gelijkstroomconnector van de compacte voedingsadapter aan op de DC IN-uitgang van de camera. z Haal de adapter stekker van de adapter uit het stopcontact wanneer u de camera niet langer wilt gebruiken. Gebruik bij deze camera geen andere voedingsadapter dan de voedingsadapterset ACK600. Gebruik van een andere adapter kan de camera of de adapterset beschadigen.
Bijlage z Als u de telelens gebruikt, kunt u de brandpuntsafstand het beste instellen op de maximale telelenswaarde. Bij andere zoominstellingen lijkt het alsof de randen van het beeld zijn afgeknipt. z Stel bij gebruik van de groothoeklens de camera in op maximale groothoek. z De groothoeklens blokkeert gedeeltelijk het zicht door de zoeker. Groothoeklens WC-DC52 Gebruik deze lens bij groothoekopnamen.
Bijlage Een lens bevestigen 1 2 Lijn de markering z op de lensadapter uit met de markering op de camera. Draai de adapter in de richting van de pijlen tot aan de markering op de camera. 5 Plaats de lens op de adapter en bevestig deze door in de aangegeven richting te draaien. Zorg dat de camera uit is. Druk op de ontkoppelknop voor het objectief en houd deze knop ingedrukt. Draai de ring in de richting van de pijl.
Bijlage z Verwijder stof en vuil van de lenzen met een lensblazer voordat u de lenzen gebruikt. Het kan anders gebeuren dat de camera wordt scherpgesteld op achtergebleven vuil. z Behandel lenzen altijd heel voorzichtig omdat er gemakkelijk vingerafdrukken op kunnen komen. z Pas op dat u bij het verwijderen van de ring de camera of de adapter niet laat vallen. z Als u opnamen maakt met een optionele lens, gebruikt u het LCD-scherm om uw opnamen te controleren.
Bijlage LCD-scherm, zoeker Gebruik een lensblazer om stof en vuil te verwijderen. Wrijf eventueel hardnekkig vuil op de zoeker en het LCD-scherm voorzichtig af met een zachte doek of een brillendoekje. z Wrijf of druk nooit hard op het LCD-scherm. Het scherm kan hierdoor beschadigd raken of er kunnen andere problemen ontstaan. Gebruik bij het reinigen nooit water, verdunners, benzeen of afwasmiddelen. Hierdoor kan de camera beschadigd of vervormd raken.
Specificaties Alle gegevens zijn gebaseerd op standaardtests van Canon. Wijzigingen zonder kennisgeving zijn mogelijk.
Specificaties Methode voor belichtingsregeling Belichtingscompensatie Gevoeligheid Witbalans Ingebouwde flitser Flitsbereik Opnamemodi Continu-opnamen Zelfontspanner Opnamen maken als de camera op de computer is aangesloten Programmeerbare automatische belichting, automatische belichting met sluitertijdprioriteit, automatische belichting met diafragmaprioriteit, handmatige belichtingsregeling ± 2 standen met stappen van 1/3 Automatisch, ISO 50, ISO 100, ISO 200, ISO 400 of equivalent Automatisch, vooraf
Specificaties Opnamemedia Bestandsindeling Indeling voor opgenomen beelden Compressie CompactFlashTM (CF)-kaart (Type I) Voldoet aan DCF-norm (Design Rule for Camera File System) en DPOF Stilstaande beelden: JPEG (Exif 2.
Specificaties Interface Voedingsbron Bedrijfstemperatuur: Luchtvochtigheid Afmetingen Gewicht Universal Serial Bus (mini-B, PTP [Picture Transfer Protocol]) Audio-/videosignaal (NTSC of PAL instelbaar, mono audio) AA-formaat alkalinebatterijen (meegeleverd met de camera) Oplaadbare AA-formaat NiMH-batterijen (apart verkrijgbaar) Voedingsadapterset ACK600 (apart verkrijgbaar) 0 – 40 °C 10 – 90% 101,0 x 64,0 x 31,5 mm (exclusief uitstekende onderdelen) Ongeveer 200 g (alleen de camerabehuizing) *1 Deze dig
Specificaties Batterijprestaties Aantal opnamen LCD-scherm LCD-scherm aan uit AA-formaat alkalinebatterijen (meegeleverd met de camera) AA-formaat NiMH-batterij (NB-2AH) Typen CF-kaarten en geschatte opnamecapaciteit (Aantal beelden dat kan worden opgenomen) Weergavetijd Ongeveer 250 opnamen Ongeveer 800 opnamen Ongeveer 280 min. Ongeveer 500 opnamen Ongeveer 1200 opnamen Ongeveer 360 min.
Specificaties FCFCFCFC32MH FC-64M 128M 256MH 512MSH 30 sec. 61 sec. 124 sec. 249 sec. 499 sec. Film 91 sec. 183 sec. 368 sec. 735 sec. 1451 sec. 242 sec. 486 sec. 973 sec. 1954 sec. 3902 sec. zSommige CF-kaarten zijn niet in alle landen verkrijgbaar. zDe maximale lengte van films is ongeveer 30 sec. ( )* of 3 min. ( , ). De weergegeven tijden zijn de maximale tijden voor continu opnemen.
Specificaties Levensduur Bedrijfstemperatuur: Afmetingen Gewicht Ongeveer 300 keer 0 – 35 °C Diameter: 14,5 mm Lengte: 50 mm Ongeveer 29 g Batterijoplader CB-4AH/CB-4AHE Geleverd met de optionele batterij- en opladerset CBK4-200. Nominaal ingangsvermogen Nominaal uitgangsvermogen 100 – 240 V wisselstroom (50/60Hz), CB-4AH: 16 – 21 VA CB-4AHE: 9,13 – 0,08 A 565 m A*1, 1275 mA*2 Compacte voedingsadapter CA-PS500 (Geleverd met de apart verkrijgbare voedingsadapterset ACK600.
` % > J Q % " ` # q ~ q $ ~ #! $ q~ # q~ $ qq ~ q % > J
Tips en informatie over het maken van foto’s Hier vindt u tips over fotografie. z Tip voor gebruik van de zelfontspanner (p. 45) Gewoonlijk beweegt de camera een beetje als u op de sluiterknop drukt. Als u de zelfontspanner instelt op , wordt de werking van de sluiter twee seconden vertraagd. De camera beweegt dan niet meer en de opname wordt niet wazig. Een beter resultaat krijgt u als u de camera op een vast, stabiel oppervlak of op een statief plaatst. z ’s Nachts opnamen maken zonder onderwerp (p.
Tips en informatie over het maken van foto’s Optimale belichting Overbelichting De hele opname is licht, waardoor zwarte elementen grijs worden weergegeven. Wanneer u opnamen maakt van donkere onderwerpen of op donkere locaties, kan de opname overbelicht zijn. Zet de belichtingscompensatie lager (richting de -.) z ISO-waarde (p. 84) De ISO-waarde is de numerieke weergave van de lichtgevoeligheid van de camera. Hoe hoger de ISO-waarde, des te gevoeliger is de camera voor licht.
Index A AF-frame . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78 A/V Out-aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112 Aan-/uitzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 - 26 Aantal op te nemen beelden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 140 Afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 96 Afdrukstijl . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Index DPOF Afdrukinstellingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98 Volgorde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102 E Enkelvoudige weergave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57 F Film Afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60 Bewerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60 Opnemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Index M Macromodus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44 Menu Afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68 FUNC. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64 Instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68 - 71 Opname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67 Selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Index Sluiter Automatische belichting met sluitertijdprioriteit . . . . . . . 75 Geluid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72 Tijd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75 Volume. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69 Sluiterknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 Half indrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Index Zoomen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 Zoeker LCD-scherm. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15, 28 Zwart-witmodus. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
De interne oplaadbare lithiumbatterij verwijderen en inleveren schroevendraaier voor de binnenste schroef. Als u uw camera wegdoet, moet u eerst de interne oplaadbare lithiumbatterij verwijderen en inleveren voor bij het verzamelpunt voor chemisch afval van uw gemeente. 1 Open het klepje van de A/V OUTaansluiting en draai de schroeven aan de zijkant (1) en onderkant (3) van de behuizing los. 3 2 Open het klepje van de CFkaartsleuf en draai de schroeven (2) los.
De interne oplaadbare lithiumbatterij verwijderen en inleveren Klepje sluiterknop 4 Verwijder het klepje van de achterkant. Dit klepje is met een lipje aan de onderkant bevestigd. Het kan wat moeite kosten om het los te krijgen. Raak de flitser niet aan. De flitser kan Raak onder hoge het gedeelte spanning staan waardoor rondom de flitser u een elektrische sch niet aan! Raak de flitser niet aan. Raak de flitser niet aan.
De interne oplaadbare lithiumbatterij verwijderen en inleveren 5 Verwijder de interne oplaadbare lithiumbatterij uit de camera. Raak het gedeelte rondom de flitser niet aan! Lithiumbatterij Verwijder de behuizing Verwijder de behuizing van de camera alleen alsvan de camera als u oplaadbare de interne oplaadbare ualleen de interne lithiumbatterijwilt wilt verwijderen en lithiumbatterij inleveren omdat u de camera verwijderen en inleveren wegdoet. omdat u de camera wegdoet.
MEMO 154
MEMO 155
MEMO 156
MEMO 157
MEMO 158
Beschikbare functies in de verschillende opnamemodi Hieronder vindt u een overzicht van de beschikbare functies en instellingen in de verschillende opnamemodi.
Enkele opname Aanstu- Opnameserie ringsZelfontspanner modus (10 sec.) Zelfontspanner (2 sec.