Cover-Advanced_Eng.fm Page 1 Wednesday, July 19, 2006 9:46 AM NEDERLANDS DIGITALE CAMERA Voordat u de camera gebruikt Opnamen maken Weergeven/wissen Afdruk-/verzendinstellingen Foto van de PowerShot A640 Beelden weergeven op een televisie Problemen oplossen Berichten © 2006 CANON INC.
Belangrijkste functies Opnamen maken z Opname-instellingen worden automatisch aangepast aan bepaalde omstandigheden z De stand van de camera wordt automatisch herkend via een intelligente sensor z Een hoge ISO-waarde voorkomt bewogen of wazige foto's z Specifieke kleuren in het beeld kunnen worden gewijzigd bij het maken van opnamen (Kleur Accent, Kleur Wissel) z De groothoeklens of telelens (afzonderlijk verkrijgbaar) kan worden bevestigd Weergeven z Films kunnen worden afgespeeld met geluid z U kunt autom
Conventies die in deze handleiding worden gebruikt De pictogrammen die naast of onder de titels worden weergegeven, geven aan in welke opnamemodus de procedure kan worden uitgevoerd. Modusschakelaar Briefkaartmodus Opnamemodus * Opnamemodi die niet beschikbaar zijn, worden grijs weergegeven. Zie Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 143).
Inhoudsopgave Onderwerpen die met een zijn gemarkeerd, geven een overzicht van camerafuncties of procedures. Conventies die in deze handleiding worden gebruikt . . . 1 Voorzorgsmaatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Lees deze informatie aandachtig door . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6 Defecten voorkomen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Opnamen maken van onderwerpen die moeilijk kunnen worden scherpgesteld (focusvergrendeling, AF lock en handmatig scherpstellen) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 De belichting vergrendelen (AE lock). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52 De flitsbelichting vergrendelen (Flitsbelichting vergrendelen) . . . 54 Verschillende methoden voor lichtmeting gebruiken . . . . . . . . . . 55 De belichtingscompensatie aanpassen . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98 Camera. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .98 De camera is ingeschakeld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .99 LCD-scherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .99 Opnamen maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .100 Films opnemen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Voorzorgsmaatregelen Lees deze informatie aandachtig door Proefopnamen Wij raden u aan eerst diverse proefopnamen te maken om te controleren of de camera werkt en of u de camera juist bedient, voordat u belangrijke onderwerpen fotografeert. Canon Inc.
Temperatuur van de camerabehuizing Als u de camera gedurende langere tijd gebruikt, kan de camerabehuizing warm worden. Houd hier rekening mee en wees voorzichtig als u de camera gedurende langere tijd gebruikt. Informatie over het LCD-scherm Het LCD-scherm is gemaakt met zeer nauwkeurige fabricagetechnieken. Meer dan 99,99% van de pixels voldoet aan de specificaties. Minder dan 0,01% van de pixels kan soms weigeren of als zwarte of rode puntjes verschijnen.
Waarschuwingen Apparatuur z Kijk niet recht in de zon of een sterke lamp door de zoeker van de camera. Uw gezichtsvermogen kan hierdoor worden aangetast. z Berg de apparatuur op buiten het bereik van kinderen en peuters. Als een kind de apparatuur per ongeluk beschadigt, kan dat ernstig letsel tot gevolg hebben. • Polsriem: als de riem om de nek van een kind wordt gehangen, kan het kind stikken. • Geheugenkaart: deze kan per ongeluk worden ingeslikt.
z Gebruik geen middelen met alcohol, benzine of verdunners, of andere brandgevaarlijke stoffen om de apparatuur schoon te maken of schoon te houden. z Zorg ervoor dat u het netsnoer niet doorsnijdt, beschadigt of wijzigt en plaats geen zware voorwerpen op het snoer. z Gebruik alleen de aanbevolen accessoires voor de stroomvoorziening. z Maak regelmatig het netsnoer los en veeg het stof en vuil weg dat zich heeft opgehoopt op de stekker, de buitenkant van het stopcontact en het gebied eromheen.
z Gebruik voor het opladen van NiMH-batterijen van AA-formaat van Canon uitsluitend een aanbevolen batterijlader. z De compacte voedingsadapter is uitsluitend bedoeld voor gebruik met deze apparatuur. Gebruik de compacte voedingsadapter niet in combinatie met andere producten. Het gebruik met andere producten of batterijen kan oververhitting en aantasting van de apparatuur tot gevolg hebben, wat kan leiden tot brand of elektrische schokken.
Voorzichtig Apparatuur z Zorg ervoor dat u niet met de camera tegen voorwerpen stoot of de camera op een andere manier blootstelt aan schokken en stoten wanneer u de camera vasthoudt of aan de riem draagt, om te voorkomen dat u gewond raakt of de camera beschadigd raakt. z Bewaar de apparatuur niet op vochtige of stoffige plaatsen. z Zorg ervoor dat er geen metalen objecten (zoals spelden of sleutels) of stof in contact komen met de contactpunten of stekker van de oplader.
Flitser z Gebruik de flitser niet als er vuil of stof op zit. z Zorg dat uw vingers of uw kleding niet voor de flitser komen wanneer u een opname maakt. De flitser kan beschadigd raken en gaan roken of een vreemd geluid maken. De warmteontwikkeling die hierdoor ontstaat, kan beschadiging van de flitser veroorzaken. z Raak de flitser niet aan nadat u snel achter elkaar een aantal opnamen hebt gemaakt. Dit kan resulteren in brandwonden.
Voordat u de camera gebruikt - Basishandelingen Het LCD-scherm gebruiken 1 Druk op . z De weergavemodus verandert telkens wanneer u op deze knop drukt. Opnamemodus ( ) Weergavemodus ( ) Standaard (Geen informatie) Geen informatie Details (Informatieweergave) Standaard Uit Details z Als een instelling wordt gewijzigd, wordt gedurende ongeveer 6 seconden informatie over de opname weergegeven, ongeacht de geselecteerde weergavemodus.
Weergegeven informatie op het LCD-scherm Informatie over de opname (Opnamemodus) Digitale Tele-converter*1 (p. 30) 1 2 *1 Spotmetingkader (p. 55) *1 AF Frame (p. 47) Zoominstelling* * (p. 30) *1 Batterij bijna leeg (p. 112) Flitser (Verkorte handleiding p. 15) Rode-ogenreductie (Verkorte handleiding p. 16) Beeldomkeren (p. 73) Opnamemodus Uitsnede (p. 36) Raster*1 (p. 36) *1 *1 *1 *1 ISO waarde (p. 69) *1 *1 *1 Wit Balans (p. 58) Transport mode (p. 33, Verkorte handleiding p.
Als het lampje oranje knippert en het waarschuwingspictogram dat aangeeft dat de camera beweegt, wordt weergegeven, betekent dit dat er mogelijk een lange sluitertijd is geselecteerd vanwege onvoldoende licht. Verhoog de ISO-waarde (p. 69), selecteer een andere instelling dan (Flitser uit), zet de camera op een statief of gebruik een ander hulpmiddel om de camera stil te houden. Afspeelgegevens (Afspeelmodus) Standaard Geluid in WAVE-indeling (p.
Details ISO waarde (p. 69) Histogram Opnamemodus Diafragmawaarde (pp. 45 - 46) Meetmethode (p. 55) Opnamepixels/ Aantal beelden (Film) (p. 40) Filmlengte (Films) (p. 37) Sluitertijd (pp. 43, 46) ··· Diafragmawaarde (p. 57) Flits output (p. 70) ··· Flitsbelichtingscompensatie (p. 70) Bestandsgrootte (p. 134) * * My Colors (p. 61) My Colors (weergave) (p. 85) Beeld met het My Colors-effect (p. 85) Handm. scherpstellen (p. 51) AF lock (p. 50) Macro (Verkorte handleiding p. 17) Opnamepixels (Foto) (p.
z Informatie voor beelden die met een andere camera zijn opgenomen, wordt mogelijk niet correct weergegeven. z Waarschuwing voor overbelichting In de volgende gevallen knipperen de overbelichte gedeelten van het beeld. - Wanneer u een beeld bekijkt in het LCD-scherm meteen nadat u het beeld hebt opgenomen (informatieweergave) - Wanneer u de detailweergave van de modus Weergave gebruikt De functie Histogram Het histogram is een grafiek waarmee u de helderheid van het beeld kunt beoordelen.
Spaarstand De camera is uitgerust met een spaarstand. In de volgende gevallen wordt de camera uitgeschakeld. Druk op de aan/uit-knop om de camera weer in te schakelen. Weergavemodus Aangesloten op een printer Ongeveer vijf minuten nadat er voor het laatst een camerafunctie is gebruikt, wordt de camera uitgeschakeld. * Deze tijdsduur kan worden gewijzigd. z De energiebesparingsfunctie wordt niet ingeschakeld bij automatisch afspelen of wanneer de camera is aangesloten op een computer.
Menu's en instellingen Via de menu's kunt u opties voor het opnemen, weergeven en afdrukken instellen en ook camera-instellingen, zoals de datum, de tijd en het elektronische piepgeluid aanpassen. De volgende menu's zijn beschikbaar. z Menu FUNC. z De menu's Opname, Keuze, Print, Instellen en Mijn camera Menu FUNC. Via dit menu kunt u veel functies instellen die geregeld worden gebruikt bij het maken van opnamen. a b e c d • In dit voorbeeld wordt het menu FUNC. weergegeven in de modus .
De menu's Opname, Keuze, Print, Instellen en Mijn camera Via deze menu's kunt u handige instellingen configureren voor het maken, weergeven of afdrukken van opnamen. Menu (Opname) Menu Menu a (Mijn camera) e d • In dit voorbeeld wordt het menu Opname weergegeven in de modus • In de weergavemodus worden de menu's Keuze, Print, Instellen en Mijn camera weergegeven. . aDruk op de knop MENU. bGebruik de knop of om tussen de menu's te schakelen.
Menuoverzicht Menu FUNC. De onderstaande pictogrammen zijn de standaardinstellingen. Menuoptie Pagina Menuoptie Pagina ISO waarde p. 69 Meetmethode p. 55 Wit Balans p. 58 Compressie (foto) p. 29 p. 33, Verkorte Transport mode handleiding p. 18 Aantal beelden (film) p. 40 My Colors p. 61 Opn.Pixels (Foto) p. 28 +/– (Flitser)/ Flits output p. 70 Opn.Pixels (Film) p. 40 Menu Opname ( ) * Standaardinstelling Menuoptie 20 Opties Overzicht/ pagina AF Frame AiAF*/Centrum/FlexiZone p.
Menuoptie Opties Overzicht/ pagina Aan*/Uit Verkorte handleiding p. 16 Spotmetingpunt Centrum*/AF-Punt p. 55 Safety Shift Aan/Uit* p. 45 MF-Punt Zoom Aan*/Uit p. 51 AF-hulplicht Aan*/Uit Rode ogen – Uit/2*-10 sec./Vastzetten Orig. Opslaan Aan/Uit* p. 68 Beeldomkeren Aan*/Uit Verkorte handleiding p. 7 Disp. Sjabloon Uit*/Raster/Uitsnede/Beide p. 36 Datum stempel Uit*/Datum/Datum & Tijd p. 35 Opslaan Menu Keuze ( – ) Menuoptie Pagina Autom. Afspelen p. 89 My Colors p.
Menu Print ( ) Menuoptie Pagina Print Sel. beeld & aantal Sel. alle beelden p. 91 Wis alle selecties Print instellingen Menu Instellen ( ) * Standaardinstelling Menuoptie Mute Opties Aan/Uit* Volume Uit/1/2*/3/4/5 Opstart volume Werkvolume Timer volume Sluitergeluid 22 Overzicht/pagina Stel deze optie in op [Aan] om alle camerageluiden, behalve waarschuwingssignalen, uit te schakelen (Verkorte handleiding p. 9).
Menuoptie Afspeel vol. Opties Voordat u de camera gebruikt - Basishandelingen Overzicht/pagina Hiermee kunt u het volume instellen van filmgeluiden en geluidsmemo's. Spaarstand p. 17 Automatisch Uit Aan*/Uit Hiermee kunt u opgeven of de camera al dan niet automatisch moet worden uitgeschakeld als deze gedurende een bepaalde periode niet is gebruikt. Display uit 10 sec./20 sec./ Hier kunt u opgeven na hoeveel tijd 30 sec./1 min.*/ het LCD-scherm moet worden 2 min./3 min.
Menuoptie Print methode Reset alle Opties Auto*/ Overzicht/pagina Zie hierna* 1. p. 25 *1 De verbindingsmethode met de printer kan worden gewijzigd. Hoewel u deze instelling gewoonlijk niet hoeft te wijzigen, moet u selecteren wanneer u een beeld zonder randen afdrukt in de modus (Breedbeeld) op een breed papierformaat met de Canon Compact Photo Printer SELPHY CP730/CP720/CP710/CP510. Deze instelling wordt in het geheugen opgeslagen en zelfs niet gewist wanneer de camera wordt uitgeschakeld.
Alle standaardwaarden herstellen 1 Menu (Instellen) [Reset alle]. Zie Menu's en instellingen (p. 19). 2 Selecteer [OK] en druk op . Voordat u de camera gebruikt - Basishandelingen z Wanneer de opnamemodus van de camera is ingeschakeld en het programmakeuzewiel is ingesteld op C, worden alleen de instellingen hersteld die zijn opgeslagen voor de modus C. Dit is de enige manier om de standaardinstellingen van de modus C te herstellen.
Geheugenkaarten formatteren U moet een nieuwe geheugenkaart of een geheugenkaart waarvan u alle beelden en andere gegevens wilt wissen, altijd formatteren. Bij het formatteren (initialiseren) van een geheugenkaart worden alle gegevens op de kaart gewist, dus ook beveiligde beelden en andere soorten bestanden. 1 Menu (Instellen) [Formateren]. Zie Menu's en instellingen (p. 19). 2 Selecteer [OK] en druk op .
Opnamen maken Het aantal opnamepixels en de compressie (foto's) wijzigen Opnamemodus 1 Menu FUNC. (Opnamepixels). * (Compressie)/ * Zie Menu's en instellingen (p. 18). * Standaardinstelling. en . Opnamen maken z Gebruik de knop of om de instellingen voor opnamepixels of compressie te selecteren en druk op de knop FUNC./SET.
Geschatte waarden voor opnamepixels Opnamepixels PowerShot PowerShot A640 A630 3648x2736 pixels – – 3264x2448 pixels 2816x2112 pixels – (Groot) (Normaal 1) (Normaal 2) (Normaal 3) (Klein) of (Briefkaart) (Breedbeeld) Afdrukken op ongeveer Hoog A2-formaat (ongeveer 420x594 mm) Afdrukken op ongeveer A3-formaat (ongeveer 297x420 mm) Afdrukken op ongeveer A4-formaat (ongeveer 210x297 mm) Afdrukken tot maximaal 2272x1704 – Letter-formaat pixels 216x279 mm Afdrukken op ongeveer 2048x1536 A5-formaat (
Geschatte waarden voor opnamepixels Compressie Superfijn Fijn Normaal Hoge kwaliteit Normaal Doel Opnamen van hoge kwaliteit maken Opnamen van standaardkwaliteit maken Meer opnamen maken z Zie Grootte beeldgegevens (geschat) (p. 134). z Zie Geheugenkaarten en geschatte capaciteiten (pp. 132, 133).
De digitale zoomfunctie/ digitale tele-converter gebruiken *1 Opnamemodus *1 Kan niet worden ingesteld in de modi *2 Kan alleen worden ingesteld in de modus echter niet worden ingesteld. *2 en . . [Digitale Tele-converter] kan U kunt bij het maken van opnamen de digitale zoom combineren met de optische zoom. De volgende opname-eigenschappen en brandpuntsafstanden (overeenkomstig 35 mm-filmbereik) zijn beschikbaar.
1 Menu (Opname) [Digitale Zoom] [Standaard]*/[Uit]/[1,4x]/[2,3x] (PowerShot A640). [Standaard]*/[Uit]/[1,6x]/[2,0x] (PowerShot A630). Zie Menu's en instellingen (p. 19). * Standaardinstelling. z Bij gebruik van [Standaard] Zie Opnamen maken met de digitale zoom (p. 31). z Bij gebruik van [1,4x], [2,3x], [1,6x] of [2,0x] Zie Opnamen maken met de digitale tele-converter (p. 32). 2 Duw de zoomknop naar en maak de opname.
Opnamen maken met de digitale tele-converter 2 Pas de beeldhoek aan met de zoomknop en maak de opname. wordt weergegeven op het LCD-scherm. z Afhankelijk van het aantal ingestelde opnamepixels, kan de beeldkwaliteit afnemen ( en de zoomfactor worden blauw weergegeven).
Continu *1 Opnamemodus *1 Kan niet worden ingesteld in de modi en . In deze modus worden continu opnamen gemaakt wanneer u de ontspanknop ingedrukt houdt. Als u de aanbevolen geheugenkaart*2 gebruikt, kunt u bij een ingesteld interval continu opnamen maken (vloeiende continuopname) tot de geheugenkaart vol is (pp. 132, 133). *2 Aanbevolen geheugenkaart: Supersnelle geheugenkaart SDC-512MSH (afzonderlijk verkrijgbaar) waarop vlak voor het maken van opnamen een low level format (p. 26) is uitgevoerd.
Briefkaartmodus Opnamemodus U kunt opnamen met de optimale instellingen voor briefkaarten maken door de beelden in het afdrukgebied (lengte-breedteverhouding van ongeveer 3:2) te plaatsen, dat op het LCD-scherm wordt weergegeven. 1 Menu FUNC. (Briefkaart). * (Opnamepixels) Zie Menu's en instellingen (p. 18). * Standaardinstelling. z Het aantal opnamepixels is ingesteld op (1600x1200) en de compressie op (Fijn). z Het gebied dat niet wordt afgedrukt op briefkaartformaat, wordt grijs weergegeven.
De datum opnemen in de beeldgegevens Wanneer de modus (Briefkaartmodus) is geselecteerd, kunt u de datum opnemen in de beeldgegevens. 1 Menu (Opname) [Datum stempel] [Uit]*/[Datum]/[Datum & Tijd]. Zie Menu's en instellingen (p. 19). * Standaardinstelling. z Weergave op LCD-scherm : [Uit] : [Datum]/[Datum & Tijd] Opnamen maken z Zorg ervoor dat de datum en de tijd van de camera van tevoren zijn ingesteld (p. 23).
Weergavesjablonen Opnamemodus *1 *1 U kunt alleen [Raster] instellen. U kunt tijdens het maken van opnamen verticale en horizontale rasterlijnen, een uitsnede voor het afdrukgebied of beide op het LCD-scherm weergeven, zodat u de positie van het onderwerp beter kunt bepalen. Raster Hiermee geeft u een raster weer, zodat het scherm in negen delen wordt opgesplitst. Hiermee kunt u de verticale en horizontale positie van het onderwerp bepalen.
Filmopnamen maken Opnamemodus De volgende filmmodi zijn beschikbaar. Zie Opnamepixels en aantal beelden (p. 40) voor meer informatie over de opnamepixels en het aantal beelden in elke modus. Standaard U kunt het aantal opnamepixels en het aantal beelden selecteren en opnemen totdat de geheugenkaart vol is (wanneer u een supersnelle geheugenkaart gebruikt, zoals het aanbevolen model SDC-512MSH). De digitale zoomfunctie kan ook worden gebruikt in deze modus (p. 30).
1 Selecteer een filmmodus met de knop of . z In de modus , of kunt u het aantal opnamepixels en het aantal beelden per seconde wijzigen (p. 40). z Zie De kleur wijzigen (p. 64) voor procedures in de modi en . 2 Maak de opname. z Als u de ontspanknop half indrukt, worden de belichting, scherpstelling en witbalans automatisch ingesteld. z Als u de ontspanknop volledig indrukt, worden video en geluid tegelijkertijd opgenomen.
Opnamen maken z Wij raden u aan voor het opnemen van films een geheugenkaart te gebruiken die in uw camera is geformatteerd (p. 26). De geheugenkaart die bij de camera wordt geleverd, kunt u gebruiken zonder dat u de kaart hoeft te formatteren. z Let op het volgende wanneer u aan opnamen maakt: - Raak de microfoon niet aan (Verkorte handleiding p. 1). - Gebruik behalve de ontspanknop geen andere knoppen. Het geluid van andere knoppen wordt met de film opgenomen.
Opnamepixels en het aantal beelden wijzigen (films) U kunt het aantal opnamepixels en het aantal beelden per seconde* wijzigen als de filmmodus is ingesteld op (Standaard), (Kleur Accent) of (Kleur Wissel). 1 Menu FUNC. (Opn.Pixels). * (Aantal beelden)/ * Zie Menu's en instellingen (p. 18). * Standaardinstelling. z Gebruik de knop of om het aantal opnamepixels of het aantal beelden per seconde te selecteren en druk op de knop FUNC./SET.
Panoramabeelden maken (Stitch Hulp) Opnamemodus Gebruik Stitch Hulp om overlappende beelden te maken die u later op een computer kunt samenvoegen (stitch) tot een panoramisch beeld. 1 Gebruik de knop of om een opnamerichting te selecteren. z U kunt kiezen tussen de volgende twee opnamerichtingen.
3 Maak de tweede opname zodanig dat deze een deel van de eerste opname overlapt. z U kunt op de knop of drukken als u wilt terugkeren naar het vorige opgenomen beeld om de opname opnieuw te maken. z Kleine verschuivingen in de overlappende delen kunnen worden gecorrigeerd tijdens het samenvoegen van de opnamen. 4 Herhaal de procedure voor de overige beelden. z Een opnamereeks kan maximaal 26 beelden bevatten. z Druk na de laatste opname op de knop FUNC./SET.
Programma AE Opname modus In de camera worden de sluitertijd en diafragmawaarde automatisch ingesteld op basis van de helderheid van het onderwerp. z Wanneer de juiste belichting niet kan worden ingesteld, worden de waarden voor sluitertijd en diafragma rood weergegeven op het LCDscherm wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt. Gebruik de volgende opnamemethoden om de belichting te corrigeren en de waarden wit weer te geven. - Gebruik de flitser. - Wijzig de ISO-waarde. - Wijzig de lichtmeetmethode.
z De diafragmawaarde en sluitertijd veranderen als volgt wanneer de zoomstatus verandert. Diafragmawaarde F2,8 - 3,2 Maximale groothoek Maximale telestand Sluitertijd (seconden) 15 - 1/1250 F3,5 - 4,0 15 - 1/1600 F4,5 15 - 1/2000 F5,0 - 8,0*1 15 - 1/2500 F4,1 - 4,5 15 - 1/1250 F5,0 - 6,3 15 - 1/1600 F7,1 - 8,0*2 15 - 1/2500 *1 In de modus kan de maximale diafragmawaarde voor de groothoek in bepaalde opnamesituaties zelfs worden ingesteld op F11.
Het diafragma instellen Opnamemodus Met het diafragma kunt u de hoeveelheid licht die de lens binnenkomt, aanpassen. Als u de diafragmawaarde instelt, selecteert de camera automatisch een bijpassende sluitertijd afgestemd op de helderheid van het onderwerp. Als u een lagere diafragmawaarde selecteert (het diafragma verder opent), kunt u de achtergrond laten vervagen en zo bijvoorbeeld een fraai portret maken.
De sluitertijd en diafragmawaarde handmatig instellen Opnamemodus U kunt de sluitertijd en diafragmawaarde handmatig instellen voor het maken van opnamen. z Als u de ontspanknop half indrukt, wordt het verschil tussen de standaardbelichting* en de geselecteerde belichting op het LCD-scherm weergegeven. Als het verschil meer is dan ± 2 stappen, wordt '-2' of '+2' rood weergegeven. * Standaardbelichtingsniveaus worden berekend door het licht te meten volgens de op dat moment geselecteerde meetmethode.
Een AF Frame selecteren * Opnamemodus * Kan niet worden ingesteld in de modi en . Het AF Frame geeft aan op welk gebied in de beeldcompositie de camera scherpstelt. U kunt het AF Frame op de volgende manieren instellen. AiAF De camera kiest automatisch een van de 9 AF Frames om het beeld scherp te stellen op basis van de opnameomstandigheden. Centrum De camera gebruikt het middelste AF Frame om scherp te stellen.
Handmatig een AF Frame selecteren (wanneer [FlexiZone] is geselecteerd) 1 2 Schakel het LCD-scherm in. Druk meerdere malen op de knop totdat het AF Frame groen wordt. z Afhankelijk van de opnamemodus kunt u schakelen tussen de volgende opties door op de knop te drukken.
Opnamen maken van onderwerpen die moeilijk kunnen worden scherpgesteld (focusvergrendeling, AF lock en handmatig scherpstellen) * Opnamemodus * Kan niet worden gebruikt in de modus . Opnamen maken met de scherpstelvergrendeling 1 Zorg dat een onderwerp met dezelfde focusafstand als het hoofdonderwerp zich in het midden van de zoeker of het AF Frame van het LCD-scherm bevindt. 2 Druk de ontspanknop half in om de scherpstelling te vergrendelen.
Opnamen maken met AF lock * Kan niet worden gebruikt in de modi en 1 2 Schakel het LCD-scherm in. 3 Houd de ontspanknop ingedrukt en druk op de knop . Zorg ervoor dat een onderwerp met dezelfde focusafstand als het hoofdonderwerp zich in het midden van het AF Frame bevindt. z Het pictogram en de MF-indicator worden op het LCDscherm weergegeven. 4 Wijzig de stand van de camera om de gewenste beeldcompositie te krijgen en maak de opname. AF lock opheffen Druk op de knop .
Opnamen maken in de modus Handmatig scherpstellen U kunt handmatig scherpstellen. * Kan niet worden gebruikt in de modi 1 2 en . Schakel het LCD-scherm in. Druk meerdere malen op de knop weer te geven. z De MF-indicator wordt weergegeven. z Als in het menu (Opname) de optie [MF-Punt Zoom] is ingesteld op [Aan], wordt het gedeelte van het beeld in het AF Frame vergroot weergegeven*.
De belichting vergrendelen (AE lock) Opnamemodus U kunt de belichting en de scherpstelling afzonderlijk instellen. Dit is handig wanneer het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond te groot is of wanneer het onderwerp van achteren wordt belicht. U moet de flitser instellen op . U kunt de belichting niet vergrendelen wanneer de flitser wordt gebruikt. 1 2 Schakel het LCD-scherm in. 3 Druk de ontspanknop half in en druk op de knop .
De combinatie van sluitertijd en diafragmawaarde wijzigen De automatisch geselecteerde combinaties van sluitertijden en diafragmawaarden kunnen naar wens worden aangepast zonder dat de belichting wordt gewijzigd voor het maken van opnamen. 1 Stel het programmakeuzewiel in op of . 2 3 Schakel het LCD-scherm in. , z In de modi of werkt de functie Safety Shift als [Safety Shift] is ingesteld op [Aan] (p. 45). 4 Druk de ontspanknop half in en druk op de knop .
De flitsbelichting vergrendelen (Flitsbelichting vergrendelen) Opnamemodus U kunt de flitsbelichting vergrendelen zodat de belichting juist is ingesteld, ongeacht de compositie van het onderwerp. 1 2 Schakel het LCD-scherm in. 3 Stel scherp op het onderwerp waarvan u de flitsbelichting wilt vergrendelen. 4 Druk de ontspanknop half in en druk op de knop . Druk op de knop (flits aan). en selecteer z De flitser maakt een proefflits en het pictogram weergegeven.
Verschillende methoden voor lichtmeting gebruiken Opnamemodus 1 Menu FUNC. * (Deelmeting). Zie Menu's en instellingen (p. 18). * Standaardinstelling. z Gebruik de knop of om de methode voor de lichtmeting te selecteren en druk op de knop FUNC./SET. Deelmeting Geschikt voor standaardopnameomstandigheden, waaronder objecten die van achter worden belicht. Het beeld wordt verdeeld in een aantal gebieden voor lichtmeting.
Het spotmetingpunt vergrendelen in het midden van het LCD-scherm of verplaatsen naar de positie van het AF Frame 1 Menu (Opname) [Spotmetingpunt] [Centrum]*/[AF-Punt] Zie Menu's en instellingen (p. 19). * Standaardinstelling. z Als [Spotmetingpunt] op [Centrum] wordt ingesteld, wordt het spotmetingkader in het midden van het LCD-scherm weergegeven. z Als [Spotmetingpunt] op [AF-Punt] wordt ingesteld, wordt het spotmetingpunt binnen het geselecteerde AF Frame weergegeven.
De belichtingscompensatie aanpassen Opnamemodus * * Kan niet worden ingesteld in de modi en . Pas de belichtingscompensatie aan om te voorkomen dat het onderwerp te donker wordt als het van achteren wordt belicht of als de achtergrond erg helder is, of om te voorkomen dat lichtjes te helder worden weergegeven in nachtscènes. 1 2 Schakel het LCD-scherm in. Druk meerdere malen op de knop totdat de belichtingscompensatiebalk wordt weergegeven.
De kleurtint aanpassen (witbalans) * Opnamemodus *Kan niet worden ingesteld in de modi en . Normaal wordt met de automatische witbalansinstelling (Auto) de optimale witbalans geselecteerd. Pas de instelling van de witbalans aan de lichtbron aan als de instelling (Auto) geen natuurlijke kleuren kan genereren. 1 Menu FUNC. * (Auto). Zie Menu's en instellingen (p. 18). * Standaardinstelling. z Gebruik de knop of om een instelling voor de witbalans te selecteren en druk op de knop FUNC./SET.
Custom Voor het vastleggen van de optimale witbalans in de camera aan de hand van een witgekleurd object, zoals wit papier of een witte doek. De instelling van de witbalans kan niet worden aangepast wanneer u of hebt geselecteerd bij My Colors. De aangepaste witbalans gebruiken 1 Menu FUNC. * (Auto) (Custom).
2 Richt de camera op een stuk wit papier of witte stof en druk op . z Controleer of het witte beeld het middelste kader volledig beslaat als u dit bekijkt met het LCD-scherm. Controleer of het hele veld is gevuld wanneer u de optische zoeker gebruikt. Het middelste kader wordt echter niet weergegeven met een zoomfactor van 5,0x of hoger of wanneer wordt weergegeven. z U wordt aangeraden de opnamemodus te kiezen en de belichtingscompensatie op [±0] in te stellen voordat u een aangepaste witbalans instelt.
Opnamen maken in een My Colors-modus * Opnamemodus * Kan niet worden ingesteld in de modi en . U kunt de weergave van een opname wijzigen wanneer u de opname maakt. My Colors-instellingen My Colors uit Normale opnamen. Levendig Neutraal Sepia De nadruk komt te liggen op contrast en kleurintensiteit, zodat u een opname met heldere kleuren krijgt. Hiermee worden het contrast en de kleurverzadiging afgevlakt, zodat u neutrale kleuren krijgt. De opnamen worden gemaakt in sepiakleuren.
1 Menu FUNC. * (My Colors uit). Zie Menu's en instellingen (p. 18). * Standaardinstelling. z Gebruik de knop of om een modus van My Colors te selecteren. 2 Maak de opname. z Modus Zie De camera instellen op een Custom Kleur-modus (p. 63). z Andere modi dan Druk op de knop FUNC./SET. U keert terug naar het opnamescherm en kunt opnamen maken. De ISO-waarde wordt bij een aantal instellingen verhoogd, waardoor de ruis in het beeld mogelijk wordt verhoogd.
De camera instellen op een Custom Kleur-modus 1 (Custom Kleur) . Zie Menu's en instellingen (p. 18). 2 z De aangepaste kleur wordt weergegeven. Opnamen maken Gebruik de knop of om [Contrast], [Scherpte], [Verzadiging], [Rood], [Groen], [Blauw] of [Huidtint] te selecteren en gebruik de knop of om de instelling aan te passen. Een item selecteren Aanpassen 3 . z De instelling wordt voltooid. Als u nu op de knop MENU drukt, gaat u terug naar het scherm waar u een My Colors-modus kunt selecteren.
De kleur wijzigen Opnamemodus ( ) ( ) U kunt tijdens het maken van opnamen gemakkelijk kleuren in een beeld aanpassen. Deze functie kan zowel voor foto's als films worden gebruikt en biedt u de mogelijkheid om interessante beelden filmeffecten te creëren.
Opnamen maken in de modus Kleur Accent 1 Foto: Film: knop knop of of . . Zie Een opnamemodus selecteren in de Verkorte handleiding (p. 11). Foto 2 Film . 3 Opnamen maken z De camera schakelt over op de kleureninvoermodus en op het scherm worden afwisselend het oorspronkelijke beeld en het beeld met kleuraccent weergegeven (met de vooraf ingestelde kleur). Richt de camera zodat de kleur die u wilt behouden, wordt weergegeven in het midden van het LCD-scherm en druk op de knop .
z De standaardaccentkleur is groen. z Mogelijk krijgt u niet de verwachte resultaten als u de flitser gebruikt. z Het opgegeven kleuraccent blijft behouden, ook wanneer de camera wordt uitgeschakeld. Opnamen maken in de modus Kleur Wissel Oorspronkelijke kleur (vóór conversie) 1 Foto: Film: Gewenste kleur (na conversie) knop knop of of . . Zie Een opnamemodus selecteren in de Verkorte handleiding (p. 11).
2 . z De camera schakelt over op de kleureninvoermodus en op het scherm worden afwisselend het oorspronkelijke beeld en het beeld met kleurwissel weergegeven (met de vooraf ingestelde kleur). 3 Foto Richt de camera zodat de oorspronkelijke kleur wordt weergegeven in het midden van het LCD-scherm en druk op de knop . –5: hiermee wordt uitsluitend de opgegeven kleur verwisseld voor een andere kleur. +5: hiermee worden ook andere kleuren die sterk lijken op de opgegeven kleur, verwisseld.
De methode van opslaan van het oorspronkelijke beeld wijzigen Wanneer u foto's maakt in een modus Kleur Accent of Kleur Wissel, kunt u opgeven of u naast het aangepaste beeld ook het oorspronkelijke beeld wilt opnemen. 1 Menu (Opname) [Aan]/[Uit]*. [Orig. Opslaan] Zie Menu's en instellingen (p. 19). * Standaardinstelling. z Als u [Aan] selecteert, worden de twee beelden opeenvolgend genummerd, waarbij het gewijzigde beeld volgt op het oorspronkelijke, ongewijzigde beeld. Als [Orig.
De ISO-waarde aanpassen Opnamemodus Verhoog de ISO-waarde als u een korte sluitertijd wilt gebruiken om de effecten van een bewegende camera te verminderen of te voorkomen dat uw onderwerpen wazig worden, of als u de flitser wilt uitschakelen bij het maken van opnamen in een donkere omgeving. {* {* {* {* – { { – – – ISO 80 – { { { {* ISO 100 – { { { { ISO 200 – { { { { ISO 400 – { { { { ISO 800 – { { { { {: Beschikbaar *: Standaardinstelling 1 Menu FUNC.
Schakelen tussen flitsinstellingen Opnamemodus Hoewel de flits van de ingebouwde flitser automatisch wordt aangepast aan de omstandigheden (behalve in de modus ), is het ook mogelijk om de flitser zodanig in te stellen dat deze flitst zonder dat de flits wordt aangepast. 1 Menu (Opname) [Flits instel.] [Automatisch]*/[Handmatig]. Zie Menu's en instellingen (p. 19). * Standaardinstelling.
1 Menu FUNC. (+/– (Flitser))/ (Flits output). Zie Menu's en instellingen (p. 18). z Pas de compensatie/output aan met de knop of en druk op de knop FUNC./SET. Voorbeeld: Flitsbelichtingscompensatie De timing van de flits aanpassen Opnamemodus De flitser flitst meteen nadat de sluiter wordt geopend, ongeacht de sluitertijd. Meestal wordt bij het maken van opnamen het 1e gordijn gebruikt. 2e gordijn De flitser flitst vlak voordat de sluiter wordt gesloten.
Aangepaste instellingen opslaan Opnamemodus U kunt veelgebruikte opnamemodi en verscheidene opnameinstellingen in de modus (Custom) opslaan. U kunt desgewenst opnamen maken met eerder opgeslagen instellingen door eenvoudig het programmakeuzewiel naar te draaien. Ook andere instellingen die niet in het geheugen worden opgeslagen wanneer er een andere opnamemodus wordt gekozen of de camera wordt uitgezet (zoals die voor continuopnamen of de zelfontspanner), blijven bewaard.
De functie Beeldomkeren instellen Opnamemodus Uw camera is uitgerust met een intelligente sensor die de stand van een beeld herkent wanneer u de camera verticaal houdt. Het beeld wordt automatisch naar de juiste stand gedraaid wanneer u het op het LCD-scherm bekijkt. 1 Menu (Instellen) [Aan]*/[Uit]. [Beeldomkeren] Zie Menu's en instellingen (p. 19). * Standaardinstelling. (links is z Wanneer de camera recht omhoog of recht omlaag wijst, werkt deze functie mogelijk niet naar behoren.
Een doelmap (folder) voor beelden maken Opnamemodus U kunt op ieder moment een nieuwe map maken en de opnamen worden automatisch in die map opgeslagen. Maak nieuwe folder Hiermee maakt u een nieuwe map voor de volgende keer dat u opnamen maakt. Als u nog een map wilt maken, plaatst u opnieuw een vinkje bij deze optie. Maak autom. U kunt ook een datum en tijd opgeven als u een nieuwe map wilt maken met een opnametijd na de opgegeven datum en tijd. 1 Menu (Instellen) [Maak folder].
De datum en tijd instellen voor het automatisch maken van mappen 2 Selecteer een datum voor de optie [Maak autom.] en een tijd voor de optie [Tijd] z . wordt weergegeven als de opgegeven tijd nadert. Het pictogram verdwijnt zodra de nieuwe map is gemaakt. Opnamen maken Er kunnen maximaal 2000 beelden in één map worden opgeslagen. Er wordt automatisch een nieuwe map gemaakt als u meer dan 2000 opnamen maakt, zelfs als u zelf geen nieuwe map maakt.
Bestandsnummers opnieuw instellen Opnamemodus Aan de opnamen die u maakt, worden automatisch bestandsnummers toegewezen. U kunt selecteren hoe bestandsnummers worden toegewezen. 1 Menu (Instellen) [Bestandnr.] [Continu]*/[Auto reset]. Zie Menu's en instellingen (p. 19). * Standaardinstelling. Functie File No. Reset 76 Continu De volgende opname krijgt een nummer dat één hoger is dan de vorige opname.
Nummers van bestanden en mappen Opnamen krijgen opeenvolgende bestandsnummers toegewezen, beginnend bij 0001 en eindigend bij 9999. Bij mappen beginnen de nummers bij 100 en eindigen deze bij 999. In een map kunnen maximaal 2000 beelden worden opgeslagen.
Weergeven/wissen Raadpleeg ook de Verkorte gebruikershandleiding (p. 20). Een beeld vergroten 1 Druk de zoomknop naar . wordt weergegeven en op het scherm ziet u een vergroot gedeelte van het beeld. z Beelden kunnen ongeveer 10 maal worden vergroot. z Geschatte locatie van het weergegeven gebied 2 Gebruik de knop , , of om andere delen van het beeld te vergroten. z Wanneer u in een vergrote weergave op de knop FUNC.
Negen beelden tegelijk weergeven (Indexweergave) 1 Druk de zoomknop naar . z In de indexweergave kunt u maximaal negen beelden tegelijk bekijken. z Gebruik de knop , , of om een ander beeld te selecteren. Geselecteerd beeld Film De springbalk wordt weergegeven als u de zoomknop naar drukt in de indexweergave en u kunt de weergave schakelen tussen sets van negen beelden. z Gebruik de knop of om naar de vorige of volgende reeks van negen beelden te gaan. z Houd de knop FUNC.
Naar beelden springen Wanneer u op een geheugenkaart veel beelden hebt vastgelegd, is het handig om de vijf zoekcriteria hieronder te gebruiken om door de beelden te springen om te vinden wat u zoekt. 1 Volgende 10 U springt met 10 beelden tegelijk. Volgende 100 U springt met 100 beelden tegelijk. Ga naar datum U springt naar het eerste beeld van elke opnamedatum. Ga naar film U springt naar een film. Ga naar folder U springt naar het eerste beeld van elke map.
Films bekijken U kunt geen films afspelen als de indexweergave is geactiveerd. 1 Geef een film weer en druk op . z Beelden met het pictogram zijn films. Filmbedieningspaneel Volume (Pas dit aan met de knop of ). Selecteer (Afspelen) en druk op . z De film wordt tijdelijk gestopt wanneer u tijdens het afspelen op de knop FUNC./SET drukt. Het afspelen gaat verder als u nogmaals op die knop drukt. z Wanneer het afspelen is voltooid, wordt het laatste beeld weergegeven. Druk op de knop FUNC.
Hiermee speelt u de film af in slowmotion. (U kunt het afspelen vertragen met de knop of versnellen met de knop .) Hiermee wordt het eerste beeld weergegeven. Hiermee geeft u het vorige beeld weer. (Als u de knop FUNC./SET ingedrukt houdt, wordt de film teruggespoeld.) Hiermee geeft u het volgende beeld weer. (Als u de knop FUNC./SET ingedrukt houdt, wordt de film vooruitgespoeld.) Hiermee wordt het laatste beeld weergegeven. Hiermee schakelt u over naar de filmbewerkingsmodus. (p.
2 Gebruik de knop of om (Snijden begin) of (Snijden eind) te selecteren en de knop of om het snijpunt aan te geven ( ). z U kunt een film die tijdelijk is bewerkt, bekijken door (Afspelen) te selecteren en op de knop FUNC./SET te drukken. z Als u (Uit) selecteert, worden de bewerkingen geannuleerd en keert u terug naar het filmbedieningspaneel. 3 4 Selecteer (Opslaan) en druk op . Selecteer [Nieuw bestand] of [Overschrijven] en druk op .
Beelden draaien in het scherm U kunt beelden 90º of 270º rechtsom draaien op het scherm. Origineel 1 Menu 90° 270° (Keuze) Zie Menu's en instellingen (p. 19). 2 Gebruik de knop of om het beeld te selecteren dat u wilt draaien en druk op om het draaien uit te voeren. z Druk herhaaldelijk op de knop FUNC./SET om de standen 90°/270°/origineel te doorlopen. z U kunt dit ook instellen in de indexweergave. z Filmbeelden kunt u niet roteren.
My Colors-effecten toevoegen U kunt effecten toevoegen aan vastgelegde beelden (alleen foto's) met de functie My Colors. De volgende My Colors-effecten zijn beschikbaar. Zie p. 61 voor meer informatie. Levendig 1 Lichtere Huidtint Neutraal Donkerder Huidtint Sepia Levendig Blauw Zwart/Wit Levendig Groen Positief Film Levendig Rood Menu (Keuze) . Zie Menu's en instellingen (p. 19). Gebruik de knop of selecteren en druk op om een beeld te .
3 Selecteer het My Colors-type met de knop of en druk op . z In het weergegeven beeld wordt het My Colors-effect opgenomen. z U kunt de zoomknop naar drukken om het beeld te bekijken met een hogere vergroting. Wanneer het beeld is ingezoomd, kunt u op de knop FUNC./SET drukken om te schakelen tussen het beeld dat is aangepast met het My Colors-effect en het oorspronkelijke beeld. 4 Selecteer [OK] en druk op .
z De functie My Colors werkt niet als de geheugenkaart onvoldoende ruimte bevat. z Hoewel My Colors-effecten onbeperkt op een beeld kunnen worden toegepast, wordt de beeldkwaliteit geleidelijk slechter en worden de bedoelde kleuren mogelijk niet bereikt. z De kleur in beelden die zijn gemaakt met My Colors (p. 61) in de opnamemodus en beelden die zijn bewerkt met de My Colors-functie in de afspeelmodus kan enigszins verschillen. Geluidsmemo's aan beelden toevoegen 1 Menu (Keuze) .
3 Selecteer (Opnemen) en druk op . z De verstreken tijd en de resterende tijd worden weergegeven. z Als u op de knop FUNC./SET drukt, wordt de opname tijdelijk onderbroken. Druk nogmaals op de knop om het opnemen te hervatten. z U kunt een geluidsmemo van Geluidsmemopaneel maximaal 1 minuut aan een beeld Verstreken tijd/ toevoegen. resterende tijd Volume (Pas dit aan met de knop of .
Opnamen automatisch weergeven (Autom. Afspelen) Gebruik deze optie om automatisch alle beelden op de geheugenkaart weer te geven. Elk beeld wordt ongeveer drie seconden op het LCD-scherm weergegeven. 1 Menu (Keuze) . Zie Menu's en instellingen (p. 19). 2 Druk op . Weergeven/wissen z Tijdens het automatisch afspelen kunt u de volgende functies gebruiken: - Het automatisch afspelen onderbreken/hervatten: druk op de knop FUNC./SET.
2 Gebruik de knop of om een beeld te selecteren dat u wilt beveiligen, en druk vervolgens op . z U kunt de instelling annuleren door nogmaals op de knop FUNC./SET te drukken. z U kunt beelden ook beveiligen in de indexweergave. Beveiligingspictogram Alle beelden wissen z Gewiste beelden kunnen niet worden hersteld. Denk goed na voordat u beelden wist. z Beveiligde beelden kunnen niet worden gewist met deze functie. 1 Menu (Keuze) . Zie Menu's en instellingen (p. 19). 2 Selecteer [OK] en druk op .
Afdruk-/verzendinstellingen De DPOF-afdrukinstellingen selecteren Met de camera kunt u vooraf de beelden op een geheugenkaart selecteren die u wilt afdrukken en het gewenste aantal exemplaren instellen. De instellingen op de camera zijn compatibel met de DPOF-norm (Digital Print Order Format). Dit is heel handig als u beelden wilt afdrukken met een printer die de functie Direct Print ondersteunt of als u beelden wilt verzenden naar een fotozaak die DPOF ondersteunt.
2 Gebruik de knop of om de beelden te selecteren die u wilt afdrukken. z De selectiemethode is afhankelijk van de instellingen van het afdruktype (p. 93). (Standaard)/ (Beide) Selecteer een beeld, druk op de knop FUNC./SET en gebruik de knop of om het aantal afdrukken te selecteren (maximaal 99). - (Index) Selecteer een beeld en druk op de knop FUNC./SET om het beeld te selecteren of de selectie ervan op te heffen.
Alle beelden op een geheugenkaart 1 Menu (Print) [Sel. alle beelden] . Zie Menu's en instellingen (p. 19). z Van elk beeld wordt één afdruk gemaakt. z Door [Wis alle selecties] te selecteren, annuleert u alle afdrukinstellingen. z Wanneer de camera op een printer is aangesloten, gaat de knop blauw branden. Druk nu op de knop en controleer of [Print] is geselecteerd. Wanneer u op de knop FUNC./SET drukt, begint het afdrukken. 2 Selecteer [OK] en druk op .
Datum (Aan/Uit*) De datum wordt ook afgedrukt. File No. (Aan/Uit*) Het bestandsnummer wordt ook afgedrukt. Wis DPOF data (Aan*/Uit) 1 Menu (Print) Hiermee worden alle afdrukinstellingen gewist nadat de beelden zijn afgedrukt. [Print instellingen]. Zie Menu's en instellingen (p. 19). 2 Met de knop of kunt u [Afdruktype], [Datum], [File No.] of [Wis DPOF data] selecteren en vervolgens de instellingen opgeven. z De instellingen voor Datum en File No.
De DPOF-verzendinstellingen selecteren Met de camera kunt u instellingen voor beelden opgeven voordat u deze naar een computer gaat downloaden. Raadpleeg de Startershandleiding voor instructies voor het overbrengen van beelden naar een computer. De instellingen op de camera zijn compatibel met de DPOF-norm (Digital Print Order Format). Het pictogram wordt mogelijk weergegeven bij gebruik van een geheugenkaart met verzendinstellingen van een andere DPOF-compatibele camera.
3 Gebruik de knop of om een beeld te selecteren dat u wilt verzenden, en druk vervolgens op . z U kunt de selectie van de instelling opheffen door nogmaals op de knop FUNC./SET te drukken. z U kunt ook opnamen selecteren in de indexweergave. Verzendselectie Alle beelden op een geheugenkaart 2 Selecteer [Markeer] en druk op . z Door [Herstel] te selecteren, annuleert u alle verzendinstellingen. 3 Selecteer [OK] en druk op . z De beelden worden in volgorde van bestandsnummer verzonden.
Beelden weergeven op een televisie U kunt een televisietoestel als monitor gebruiken om beelden af te spelen of tijdens het maken van opnamen weer te geven, als u de camera op de televisie aansluit met de meegeleverde AV-kabel. 1 2 Schakel de camera en de televisie uit. Sluit de AV-kabel aan op de A/V OUT-uitgang van de camera. z Open het klepje van de in- en uitgangen door uw vingernagel onder de linkerrand te schuiven en het klepje open te trekken.
Problemen oplossen Camera Camera doet niets. De camera is niet ingeschakeld. z Druk op de aan/uit-knop (Verkorte handleiding p. 9). De geheugenkaartsleuf/ batterijhouder is open. z Controleer of het klepje van de geheugenkaartsleuf/batterijhouder goed is gesloten (Verkorte handleiding p. 2). De batterijen zijn omgekeerd in de batterijhouder geplaatst. z Plaats de batterijen goed in de houder (Verkorte handleiding p. 5). U gebruikt niet het juiste type batterijen.
De camera is ingeschakeld Het bericht 'Kaart op slot!' wordt weergegeven. Het schuifje voor z Als u gegevens naar de schrijfbeveiliging van de SD- geheugenkaart wilt schrijven of de of SDHC-geheugenkaart is kaart wilt wissen of formatteren, moet ingesteld op 'beveiligd tegen u het schuifje voor schrijfbeveiliging schrijven'. eerst omhoog duwen (p. 115). Het menu Datum/Tijd wordt weergegeven.
wordt weergegeven. Waarschijnlijk is een langere sluitertijd geselecteerd vanwege onvoldoende licht. z Pas de ISO-waarde aan (p. 69) of stel de camera in op een andere instelling dan (Flits uit) of plaats de camera op bijvoorbeeld een statief (Verkorte handleiding p. 15). wordt weergegeven. z Deze instellingen worden overschreven Dit wordt weergegeven wanneer op de geheugenkaart door de instellingen die u opgeeft (p. 91).
De geheugenkaart is niet goed z Formatteer de geheugenkaart (p. 26). geformatteerd. z Als opnieuw formatteren niet helpt, is de geheugenkaart mogelijk beschadigd. Neem contact op met de dichtstbijzijnde helpdesk van Canon Klantenservice. z Schuif het lipje voor de schrijfbeveiliging De SD- of SDHComhoog (p. 115). geheugenkaart is beveiligd tegen schrijven. Het LCD-scherm is gesloten. z Wanneer de opnamemodus of is ingeschakeld in de -modi of , opent u het LCD-scherm en maakt u een opname van het onderwerp.
Het onderwerp valt buiten z Maak een opname op de juiste het focusbereik. afstand van het onderwerp (p. 127). Het onderwerp laat zich z Gebruik de focusvergrendeling, moeilijk scherpstellen. AF lock of stel handmatig scherp om opnamen te maken (p. 49). Het onderwerp van de opname is te donker. Er is niet voldoende licht. z Stel de flitser in op (Flits uit) (Verkorte handleiding p. 15). Het onderwerp is z Stel de belichtingscompensatie in onderbelicht omdat de op een positieve waarde (+) (p. 57).
Het beeld bevat ruis. De ISO-waarde is te hoog. z Hogere ISO-waarden of zorgen mogelijk voor meer ruis in het beeld. Voor een hogere beeldkwaliteit gebruikt u een zo laag mogelijke ISO-waarde (p. 69). z In de modi , , , , en in de modus neemt de ISO-waarde toe en kan er ruis ontstaan. Er verschijnen witte stippen op het beeld. Het licht van de flitser z Dit is een fenomeen dat optreedt bij digitale camera's en wijst niet op wordt weerspiegeld door een storing of defect.
Het maken van continu-opnamen vertraagt. De prestaties van de geheugenkaart zijn teruggelopen. z Als u de prestaties tijdens het maken van continu-opnamen wilt verbeteren, wordt u aangeraden low level format op de geheugenkaart in de camera toe te passen nadat u alle beelden van de kaart op de computer hebt opgeslagen (p. 26). Schrijven van beelden naar geheugenkaart verloopt traag. De geheugenkaart is met z Gebruik een geheugenkaart die met een ander apparaat uw camera is geformatteerd (p. 26).
'!' wordt in rood op het LCD-scherm weergegeven en het opnemen wordt automatisch gestopt. Er is onvoldoende vrije z Probeer de volgende procedures. ruimte in het ingebouwde - Formatteer de kaart met een low level geheugen van de camera. format voordat u gaat opnemen (p. 26) - Verlaag het aantal opnamepixels of het aantal beelden per seconde dat wordt opgenomen (p. 40) - Gebruik een geheugenkaart met hoge snelheid (bijvoorbeeld SDC-512MSH). Zoomfunctie werkt niet.
Films worden mogelijk niet correct afgespeeld. Films die zijn opgenomen met veel opnamepixels en een groot aantal beelden per seconde, worden mogelijk tijdelijk gestopt als ze vanaf trage geheugenkaarten worden afgespeeld. Als u een film afspeelt op een computer met onvoldoende systeembronnen, is het mogelijk dat er problemen met het beeld of geluid ontstaan. Het lezen van beelden op de geheugenkaart verloopt traag.
Weergave op televisie Het videosysteem is niet correct ingesteld. Het videosysteem is niet correct ingesteld. z Kies het juiste videosysteem, NTSC of PAL, voor uw tv (p. 23). Opnamen maken in de modus Stitch Hulp. z In de modus Stitch Hulp worden beelden niet weergegeven op een tv-scherm. Opnamen maken in een andere opnamemodus (Verkorte handleiding p. 11). Afdrukken met een Direct Printcompatibele printer Kan niet afdrukken.
Berichten De volgende berichten kunnen tijdens het opnemen of weergeven van beelden op het LCD-scherm verschijnen. In de Gebruikershandleiding voor Direct Print vindt u meer informatie over de berichten die verschijnen als de camera op een printer is aangesloten. Bezig... Er wordt een beeld vastgelegd op of gelezen van de geheugenkaart. De weergavemodus wordt gestart.
Fout in benaming. Het beeld kan niet worden gemaakt, omdat er een beeld is dat dezelfde naam heeft als de map die de camera probeert te maken of omdat het hoogste bestandsnummer is bereikt. Stel in het menu Instellen [Bestandnr.] in op [Auto reset]. U kunt ook alle beelden die u wilt bewaren op een computer opslaan en vervolgens de geheugenkaart formatteren. Bij het formatteren worden alle bestaande beelden en andere gegevens gewist.
Kan niet roteren U probeert een beeld dat met een andere camera of een ander gegevenstype is opgenomen, een beeld dat met een computer is bewerkt of een film te roteren. Onjuist WAVE formaat Er kan geen geluidsmemo worden toegevoegd aan dit beeld omdat het gegevenstype van de bestaande memo onjuist is. Kan beeld niet wijzigen U wilt een My Colors-effect toepassen op een film of een beeld dat met een andere camera is opgenomen.
Lens fout, herstart camera Er is een fout gedetecteerd op het moment dat de lens in beweging was en de camera is automatisch uitgeschakeld. Deze fout kan zich voordoen als u de lens vasthoudt terwijl deze in beweging is of als u de camera gebruikt in een omgeving waar erg veel stof of zand in de lucht aanwezig is. Probeer de camera opnieuw in te schakelen en ga verder met het opnemen of weergeven van beelden.
Bijlagen Omgaan met de batterij Batterijlading Onderstaand pictogram en bericht worden weergegeven. /Aan/uit-lampje knippert groen. De batterij is bijna leeg. Als u de camera langere tijd wilt gebruiken, moet u de batterijen zo snel mogelijk vervangen. Vervang de batterijen De batterijen zijn helemaal leeg en de camera werkt niet meer. Vervang de batterijen onmiddellijk.
z Veeg voordat u de batterijen plaatst de polen van de batterijen schoon met een droge doek. Als de polen van een batterij vies zijn door huidsmeer of ander vuil, kunt u mogelijk aanzienlijk minder opnamen maken of wordt de gebruiksduur verkort. z Bij lage temperaturen kunnen de prestaties van de batterij teruglopen en kan het pictogram waarmee wordt aangegeven dat de batterij bijna leeg is ( ), sneller dan normaal verschijnen.
De heroplaadbare lithiumbatterij recyclen Als u uw camera weggooit, moet u eerst de batterij verwijderen en voor recycling aanbieden volgens de regels die in uw land gelden. 114 1 Open het LCD-scherm 180 graden en draai het 90 graden in de richting van de zoeker. Draai vervolgens de schroef van de behuizing los. 2 Draai het LCD-scherm 90 graden vanaf de positie bij stap 1 en draai de schroef van de behuizing aan de andere zijde los.
Omgaan met de geheugenkaart Het schuifje voor schrijfbeveiliging op de SD- of SDHC-geheugenkaart Het schuifje voor schrijfbeveiliging Zet het schuifje omhoog. Schrijven/wissen mogelijk Zet het schuifje omlaag (hiermee beschermt u de beelden en andere gegevens op de kaart) Schrijven/wissen niet mogelijk Waarschuwingen voor het gebruik Bijlagen z Een geheugenkaart bestaat uit zeer geavanceerde elektronica. Buig de kaart niet en stel deze niet bloot aan druk, schokken of trillingen.
Formatteren z Bij het formatteren (initialiseren) van een geheugenkaart worden alle gegevens op de kaart gewist, dus ook beveiligde beelden. z Wij raden u aan geheugenkaarten te gebruiken die in uw camera zijn geformatteerd. • De kaart die bij de camera wordt geleverd, kunt u gebruiken zonder dat u de kaart hoeft te formatteren. • Als de camera niet goed functioneert, kan de geheugenkaart beschadigd zijn. Mogelijk kunt u het probleem verhelpen door de geheugenkaart opnieuw te formatteren.
Een adapterset gebruiken (afzonderlijk verkrijgbaar) Oplaadbare batterijen gebruiken (set van batterij en oplader CBK4-300) Deze set bestaat uit een batterijlader en vier oplaadbare NiMHbatterrijen (nikkel-metaalhydride) van AA-formaat. Laad de batterijen op, zoals hierna wordt getoond.
z De batterijlader CB-5AH/CB-5AHE kan alleen worden gebruikt om NiMH-batterij NB-3AH en NB-2AH van AAformaat van Canon op te laden. Probeer hiermee geen ander type batterij op te laden. z Gebruik geen combinatie van batterijen met verschillende aankoopdatums. Gebruik ook geen combinatie van volledig en half opgeladen batterijen. Wilt u de batterijen opnieuw opladen, moet u de batterijen alle vier tegelijk oplaen. z Probeer volledig opgeladen batterijen niet opnieuw op te laden.
z Als u batterijen lange tijd (ongeveer een jaar) wilt opbergen, wordt u aangeraden de batterijen te gebruiken in de camera totdat deze helemaal leeg zijn. Vervolgens bewaart u de batterijen bij kamertemperatuur (0 tot 30 °C) in een ruimte waar de luchtvochtigheid laag is. Als u de batterijen opbergt terwijl deze nog volledig zijn opgeladen, neemt de levensduur van de batterijen mogelijk af of worden de prestaties van de batterijen minder.
De voedingsadapterset ACK600 gebruiken U wordt aangeraden de voedingsadapterset ACK600 (afzonderlijk verkrijgbaar) op de camera aan te sluiten wanneer u de camera lange tijd gebruikt of aansluit op een computer. Schakel de camera uit voordat u de voedingsadapter aansluit of loskoppelt. 1 2 120 Sluit het netsnoer eerst aan op de compacte voedingsadapter en steek vervolgens het andere uiteinde in het stopcontact. Open het klepje van de aansluitingen en sluit het snoer aan op de DC INaansluiting.
De afzonderlijk verkrijgbare lenzen gebruiken De camera ondersteunt het gebruik van de afzonderlijk verkrijgbare groothoeklens WC-DC58N en telelens TC-DC58N. Om deze lenzen op de camera te bevestigen hebt u ook de afzonderlijke verkrijgbare lensadapter LA-DC58F nodig. z Als u de groothoeklens of telelens wilt bevestigen, moet u ervoor zorgen dat u de lenzen stevig vastschroeft op de camera. Als de lenzen losraken, kunnen ze van de lensadapter vallen en kunnen de glasscherven letsel veroorzaken.
Lensadapter LA-DC58F Dit is een lensadapter die vereist is voor het bevestigen van de groothoeklens of telelens (de schroefdraaddiameter is 58 mm). Een lens bevestigen 1 2 Zorg ervoor dat de camera is uitgeschakeld. Houd de ringontgrendelingsknop ingedrukt en draai de ring in de richting van de pijl. Ringontgrendelingsknop Ring 3 122 Als de markering { op de camera en de markering op de ring op één lijn zijn gebracht, haalt u de ring van de camera.
4 Breng de markering z op de lensadapter op één lijn met de markering { op de camera en draai de adapter in de richting van de pijlen tot aan de ringontgrendelingsknop op de camera. z Als u de lensadapter wilt verwijderen, draait u deze in tegenovergestelde richting terwijl u de ringontgrendelingsknop ingedrukt houdt. 5 Zet de lens op de adapter en draai de lens in de aangegeven richting om deze stevig op de camera te bevestigen.
Een op een flitsschoen gemonteerde flitser gebruiken (afzonderlijk verkrijgbaar) Krachtige flitser HF-DC1 Deze flitser wordt gebruikt in aanvulling op de ingebouwde flitser van de camera wanneer het onderwerp te ver weg is om goed te worden belicht. Gebruik de volgende procedure om de camera en de krachtige flitser te bevestigen aan de montageplaat. Lees de instructies bij de flitser en deze uitleg.
z Als u opnamen maakt in de modus , flitst de krachtige flitser niet. z De oplaadtijd van de flitser wordt langer naarmate de batterij leger raakt. Zet de modusschakelaar of aan/uit-schakelaar op [UIT] wanneer u de flitser niet meer gaat gebruiken. z Let erop dat u het venster van de flitser of de sensor niet met uw vingers aanraakt zolang de flitser wordt gebruikt. z Het is mogelijk dat de flitser wordt geactiveerd als er een andere flitser in de directe nabijheid wordt gebruikt.
Onderhoud en verzorging van de camera Gebruik nooit oplosmiddelen, wasbenzine, synthetische reinigingsmiddelen of water om de camera te reinigen. Deze middelen kunnen de apparatuur aantasten of beschadigen. Camerabehuizing Verwijder het vuil voorzichtig van de camerabehuizing met een zachte doek of een brillendoekje. Lens Gebruik eerst een lensblazer om stof en vuil te verwijderen en verwijder vervolgens het resterende vuil door de lens voorzichtig schoon te vegen met een zachte doek.
Specificaties Alle gegevens zijn gebaseerd op standaardtests van Canon. Wijzigingen zonder kennisgeving zijn mogelijk.
Meetsysteem: Deelmeting, Gemiddelde centrummeting of Spotmeting (Centrum/AF-Punt) Belichtingscompensatie: ± 2,0 standen in stappen van 1/3 stop, Safety Shift is beschikbaar Auto*, Hoge ISO Auto*, ISO 80/100/200/400/ ISO-waarde: 800 of gelijkwaardig * De optimale waarde wordt automatisch geselecteerd wanneer u Auto of Hoge ISO Auto hebt ingesteld.
Opnamemedia: Bestandsindeling: Gegevens type SD- of SDHC-geheugenkaart/MultiMediaCard DCF (Design rule for Camera File system), compatibel met DPOF (Foto's): Exif 2.2 (JPEG)* Geluids memo: WAVE (mono) (Films): AVI (beeldgegevens: Motion JPEG; Audiogegevens: WAVE (mono)) * Deze digitale camera ondersteunt Exif 2.2 (ook 'Exif Print' genoemd). Exif Print is een standaard voor het verbeteren van de communicatie tussen digitale camera's en printers.
* Bij gebruik van supersnelle geheugenkaarten (SDC-512 MSH wordt aanbevolen). ** Zelfs als de clip nog geen 1 GB groot is, wordt de opname beëindigd op het moment dat de cliplengte 1 uur bedraagt. Afhankelijk van het volume en de snelheid waarmee gegevens naar de geheugenkaart worden geschreven, wordt de opname gestopt na één uur continu opnemen, zelfs als de hoeveelheid opgenomen gegevens nog geen 1 GB bedraagt.
Batterijcapaciteit Alkalinebatterijen van AA-formaat (meegeleverd bij de camera) NiMH-batterijen van AA-formaat (NB-3AH (volledig opgeladen)) Aantal beelden LCD-scherm Aan LCD-scherm Weergavetijd (gebaseerd op de Uit CIPA-norm) Ongeveer 280 afbeeldingen Ongeveer (PowerShot A640) Ongeveer 1200 20 uur Ongeveer afbeeldingen 350 afbeeldingen (PowerShot A630) Ongeveer 500 afbeeldingen Ongeveer 1500 afbeeldingen Ongeveer 20 uur z De werkelijke waarden zijn afhankelijk van de opnameomstandigheden en de instel
Geheugenkaarten en geschatte capaciteiten PowerShot A640 : Kaart die bij de camera is geleverd Opnamepixels (Groot) 3648x2736 pixels (Normaal 1) 2816x2112 pixels (Normaal 2) 2272x1704 pixels (Normaal 3) 1600x1200 pixels Compressie 32 MB SDC-128M SDC512MSH 7 29 116 12 50 194 25 103 402 10 45 176 18 75 292 38 156 603 14 61 237 27 109 425 53 217 839 30 121 471 53 217 839 102 411 1590 114 460 1777 177 711 2747 278 1118 4317 (Briefkaart) 1600x1200 pixels 53
PowerShot A630 : Kaart die bij de camera is geleverd Opnamepixels (Groot) 3264x2448 pixels (Normaal 1) 2592x1944 pixels (Normaal 2) 2048x1536 pixels (Normaal 3) 1600x1200 pixels (Klein) 640x480 pixels (Briefkaart) 1600x1200 pixels • 16 MB SDC-128M SDC512MSH 4 35 139 7 59 231 14 123 479 5 49 190 10 87 339 21 173 671 9 76 295 16 136 529 33 269 1041 14 121 471 26 217 839 50 411 1590 56 460 1777 88 711 2747 138 1118 4317 26 217 839 5 47 183 9 79 307
Film : Kaart die bij de camera is geleverd Opnamepixels Standaard 32 MB 16 MB Aantal SDC- SDC(PowerShot (PowerShot beelden 128M 512MSH A640) A630) 640x480 pixels Kleur Accent 320x240 pixels Kleur Wissel Compact 160x120 pixels * Maximumlengte van een filmclip bij maximale continue opnametijd aan. 1 min. 4 sec. 4 min. 9 sec. 15 sec. 7 sec. 31 sec. 15 sec. 2 min. 8 min. 7 sec. 14 sec. 44 sec. 22 sec. 3 min. 11 min. 1 sec. 42 sec. 1 min. 28 sec. 43 sec. 5 min. 22 min. 55 sec. 53 sec.
PowerShot A640 2272x1704 pixels 2002 kB 1116 kB 556 kB PowerShot A630 2048x1536 pixels 1602 kB 893 kB 445 kB 1600x1200 pixels 1002 kB 558 kB 278 kB 640x480 pixels 249 kB 150 kB 1600x1200 pixels – 558 kB 84 kB – PowerShot A640 3648x2048 pixels 3040 kB 1847 kB 874 kB PowerShot A630 3264x1832 pixels 2601 kB 1540 kB 736 kB Opnamepixels Standaard 640x480 pixels Kleur Accent Kleur Wissel 320x240 pixels Compact 160x120 pixels Aantal beelden Bestandsgrootte 1920 kB/sec. 960 kB/sec.
NiMH-batterij NB-3AH (Geleverd bij de afzonderlijk verkrijgbare set van NiMH-batterijen NB4-300 of de set van batterij en oplader CBK4-300) Type Oplaadbare NiMH-batterijen (nikkelmetaalhydride) van AA-formaat Nominale spanning 1,2 V gelijkstroom Nominale capaciteit 2500 mAh (min.
Groothoeklens WC-DC58N (afzonderlijk verkrijgbaar) Vergroting Ongeveer 0,7x Focusbereik (vanaf de voorkant van de lens) 20 cm - oneindig (G)*1 Schroefdraaddiameter 58 mm standaardschroefdraad voor filters*2 Maximale diameter x lengte 94,5x54,9 mm Gewicht Ongeveer 275 g (9,70 ounce) Telelens TC-DC58N (afzonderlijk verkrijgbaar) Vergroting Ongeveer 1,75x Focusbereik (vanaf de voorkant van de lens) 1,4 m - oneindig (T)*1 Schroefdraaddiameter 58 mm standaardschroefdraad voor filters*2 Maximale d
INDEX Getallen 1e gordijn ............................... 71 2e gordijn ............................... 71 A Aan/uit-knop ............ Verkorte handleiding 3, 9 Aantal beelden ....................... 40 AE lock................................... 52 AF Frame ......................... 13, 47 AF lock ................................... 50 Afdrukken ....... 91, Verkorte handleiding 23 Afdrukken/Delen, knop .......... Verkorte handleiding 3, 23 AF-hulplicht .................... 21, 101 Afspeel vol. ............
E Enkelvoudige weergave ...............Verkorte handleiding 20 F Film Bekijken.............................. 81 Bewerken ........................... 82 Opnamen maken ................ 37 Flitsbelichtingsvergrendeling.... 54 Flitser.... Verkorte handleiding 15 Formatteren ............................ 26 FUNC./SET .................Verkorte handleiding 3 G Geheugenkaart Behandeling ..................... 115 Formatteren........................ 26 Geschatte capaciteiten ..... 132 plaatsen ............
Menu Menu FUNC................. 18, 20 Menu Instellen ............. 19, 22 Menu Keuze................. 19, 21 Menu Mijn camera ....... 19, 24 Menu Opname ............. 19, 20 Menu Print ................... 19, 22 Menu's en instellingen .... 18, 19 Menu FUNC. .......................... 20 Menu Instellen ....................... 22 Menu Keuze........................... 21 Menu Mijn camera ................. 24 Menu Opname ....................... 20 Menu Print ............................. 22 MF-Punt Zoom ......
Sluitergeluid............................ 22 Sluitertijd........................... 43, 46 Sluitertijdprioriteit AE-modus.... 43 Spaarstand ............................. 17 Speciale opnamen ...............Verkorte handleiding 12 Spotmetingkader .............. 13, 55 Springen (beelden zoeken) .... 80 Standaardweergave ............... 14 Stitch Hulp .............................. 41 Systeemvereisten ...............Verkorte handleiding 26 Weergavemodus ..............
Disclaimer • Hoewel ernaar is gestreefd de informatie in deze handleiding volledig en accuraat weer te geven, kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor mogelijke fouten of weglatingen. • Canon behoudt zich het recht voor de specificaties van de hierin beschreven hardware en software te allen tijde zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen.
Beschikbare functies in elke opnamemodus In de volgende tabel worden de functies en instellingen weergegeven die in elke opnamemodus beschikbaar zijn. U kunt opnamen maken met de instellingen die zijn opgeslagen in de modus (p. 72).
Pagina Enkel z z z – { {(9) – – { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { handleiding { { {(9) – – { { { { AiAF z z z(10) z z z z z z Centrum – { { – – { { { { FlexiZone – – – – – { { { { AF lock – { {(4) – { { { { { p. 50 Handm. scherpstellen – { {(4) – { { { { { p. 51 AF-hulplicht z z z(4) z z z z z z p. 21 { {(11) Standaardcontinu Transport mode Zelfontspanner (10 sec.) Zelfontspanner (2 sec.
(1) Hierna volgen de opnamepixels en opnamesnelheden voor (2) is de standaardinstelling in de modus (3) is de standaardinstelling in de modus (Film) (p. 40). . , (4) Dit kan niet worden ingesteld in de modus en . . (5) [Uit] kan niet worden ingesteld. In de modus kunnen instellingen ook permanent op [Uit] worden ingesteld. (6) [Aan] alleen in de modus ([Uit] kan niet worden ingesteld). (7) [Uit] kan niet worden ingesteld. (8) De standaardinstelling is 0.
Cover-Advanced_Eng.fm Page 1 Wednesday, July 19, 2006 9:46 AM NEDERLANDS DIGITALE CAMERA Voordat u de camera gebruikt Opnamen maken Weergeven/wissen Afdruk-/verzendinstellingen Foto van de PowerShot A640 Beelden weergeven op een televisie Problemen oplossen Berichten © 2006 CANON INC.