Gebruikershandleiding NEDERLANDS • Lees voordat u de camera gebruikt eerst deze handleiding door. • Bewaar de handleiding, zodat u deze later nog kunt raadplegen.
De inhoud van de verpakking controleren Controleer of de verpakking waarin de camera is verzonden, de volgende onderdelen bevat. Indien u merkt dat er iets ontbreekt, neem dan contact op met de leverancier van het product.
Lees dit eerst Proefopnamen Maak enkele proefopnamen en speel deze af om te controleren of de beelden goed zijn opgenomen. Canon Inc., dochterondernemingen van Canon en andere aangesloten bedrijven en distributeurs zijn niet aansprakelijk voor welke gevolgschade dan ook die voortvloeit uit enige fout in de werking van een camera of accessoire, inclusief kaarten, die ertoe leidt dat een opname niet kan worden gemaakt of niet kan worden gelezen door apparaten.
Wat wilt u doen? 4 Opnamen maken ● Opnamen maken en de instellingen aan de camera overlaten. . 20 ● Opnamen maken die zijn aangepast aan speciale omstandigheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 – 52 Mooie opnamen maken van mensen I F Portretten (p. 50) Bij nacht (p. 50) V Kinderen en dieren (p. 50) Landschapsopnamen maken U Zonsondergangen (p. 51) Binnen (p. 51) P In de sneeuw (p. 52) O Gebladerte (p.
Wat wilt u doen? Weergeven 1 ● De foto's bekijken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 ● Foto's automatisch afspelen (diavoorstelling) . . . . . . . . . . . . . . . 88 ● Foto's bekijken op een tv . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91 ● Snel foto's zoeken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86, 87 ● Foto's wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoudsopgave De hoofdstukken 1 t/m 3 beschrijven het basisgebruik en de veelgebruikte functies van deze camera. De hoofdstukken 4 en volgende beschrijven de geavanceerde functies, waarbij u in elk volgend hoofdstuk meer leert. De inhoud van de verpakking controleren.........................................2 Lees dit eerst .....................................3 Wat wilt u doen? ................................4 Veiligheidsvoorschriften.....................8 1 Aan de slag ..........................
Inhoudsopgave W Continu-opnamen ...................... 66 - De ISO-waarde wijzigen .......... 67 De Wit Balans aanpassen............... 68 De kleurtoon van een foto wijzigen (My Colors) ..................................... 69 Opnamen maken via een tv ............ 70 Î Opnamen maken met de 2 seconden-zelfontspanner............. 70 $ De zelfontspanner aanpassen ... 71 De compositie van de opname wijzigen met de focusvergrendeling.......................... 72 5 Haal meer uit uw camera ...
Veiligheidsvoorschriften • Lees de volgende veiligheidsvoorschriften goed door voordat u de camera gebruikt. Bedien de camera altijd zoals wordt beschreven in de handleiding. • De veiligheidsvoorschriften op de volgende pagina's zijn bedoeld om letsel bij uzelf of bij andere personen, of schade aan de apparatuur te voorkomen. • Lees ook altijd de handleidingen van alle afzonderlijk aangekochte accessoires die u gebruikt. Hiermee wordt gewezen op het risico van ernstig letsel Waarschuwing of levensgevaar.
Veiligheidsvoorschriften Batterij • Gebruik alleen de aanbevolen batterijen. • Plaats de batterijen niet in of in de buurt van open vuur. • Laat de batterijen niet in contact komen met water (bijvoorbeeld zeewater) of andere vloeistoffen. • Probeer de batterijen niet te demonteren, te wijzigen of op te warmen. • Laat de batterijen niet vallen en voorkom harde schokken of stoten. Dit kan leiden tot explosies of lekkages die brand, letsel en/of schade aan de omgeving kunnen veroorzaken.
Veiligheidsvoorschriften • Gebruik de flitser niet als er vuil of stof op zit of als uw vingers of uw kleding de flitser bedekken. Dit kan de werking van de camera negatief beïnvloeden. • Als u de camera niet gebruikt, kunt u het beste de batterijen verwijderen en apart bewaren. Als u de batterijen in de camera laat zitten, kunnen ze gaan lekken waardoor er schade kan ontstaan. • Breng voordat u de batterij weggooit, tape of ander isolatiemateriaal aan over de polen van de batterij.
1 Aan de slag Dit hoofdstuk beschrijft het voorbereiden van de opnamen, het maken van opnamen in de modus », en het bekijken, wissen en afdrukken van de gemaakte foto's. Het laatste deel van het hoofdstuk behandelt het maken en bekijken van films en het downloaden van beelden naar een computer. De riem bevestigen/De camera vasthouden • Bevestig de meegeleverde riem en draag deze om uw pols om te vermijden dat de camera valt tijdens het gebruik.
De batterijen en geheugenkaart plaatsen Plaats de meegeleverde batterijen en geheugenkaart in de camera. Controleer het schuifje voor schrijfbeveiliging van de kaart. ● U kunt geen opnamen maken als de kaart een schuifje voor schrijfbeveiliging bevat en dit schuifje dicht zit. Duw het schuifje omhoog totdat u een klik hoort. Open het klepje. ● Schuif de vergrendeling open schuif daarna het klepje (zie de afbeelding). en open Plaats de batterijen.
De batterijen en geheugenkaart plaatsen Sluit het klepje. ● Sluit het klepje en druk erop terwijl u het naar binnen schuift totdat het vastklikt . De geheugenkaart verwijderen ● Duw de geheugenkaart naar binnen tot u een klik hoort en laat de kaart langzaam los. X De geheugenkaart wipt nu omhoog.
De batterijen en geheugenkaart plaatsen Aantal opnamen dat ongeveer kan worden gemaakt Voedingsbron Aantal opnamen* Afspeeltijd (uren) Alkalinebatterijen (meegeleverd) NiMH-batterijen (afzonderlijk verkrijgbaar) 200 8 470 10 * Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt, is gebaseerd op metingen volgens de CIPA-norm (Camera & Imaging Products Association). • In sommige omstandigheden kunnen er wellicht minder opnamen worden gemaakt.
De batterijen en geheugenkaart plaatsen Aantal opnamen per geheugenkaart (bij benadering) Geheugenkaart Aantal opnamen 128 MB 47 2 GB 749 8 GB 2994 • Deze waarden zijn gebaseerd op de standaardinstellingen. • Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt, varieert al naar gelang de camerainstellingen, het onderwerp en de geheugenkaart die u gebruikt. Wilt u kijken hoeveel opnamen u nog kunt maken? U kunt zien hoeveel opnamen u nog kunt maken als de camera in de opnamemodus (p. 20) staat.
De datum en tijd instellen Het scherm voor Datum/Tijd-instellingen verschijnt wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld. Aangezien de datum en tijd die aan uw opnamen worden toegevoegd op deze instellingen worden gebaseerd, is het belangrijk dat u deze instelt. Schakel de camera in. ● Druk op de ON/OFF-knop. X Het scherm Datum/Tijd verschijnt. Stel de datum en tijd in. ● Druk op de knoppen qr om een optie te selecteren. ● Druk op de knoppen op om een waarde in te stellen. Kies de instelling.
De datum en tijd instellen Datum en tijd wijzigen U kunt de huidige instellingen voor de datum en tijd wijzigen. Open de menulijst. ● Druk op de knop n. Selecteer [Datum/Tijd] op het tabblad 3. ● Druk op de knoppen qr om het tabblad 3 te selecteren. ● Druk op de knoppen op om [Datum/Tijd] te selecteren en druk vervolgens op de knop m. Wijzig de datum en/of de tijd. ● Volg stap 2 en 3 op p. 16 om de instelling te wijzigen. ● Druk op de knop n om de menu's te sluiten.
De taal van het LCD-scherm instellen U kunt de taal van de menu's en berichten die op het LCD-scherm worden weergegeven, wijzigen. Schakel de afspeelmodus in. ● Druk op de knop 1. Open het instellingenscherm. ● Houd de knop m ingedrukt vervolgens op de knop n en druk . Stel de taal van het LCD-scherm in. ● Druk op de knoppen opqr om een taal te selecteren en druk vervolgens op de knop m. X Nadat u de taal van het LCD-scherm hebt ingesteld, wordt het taalmenu gesloten.
De sluiterknop indrukken De sluiterknop heeft twee bedieningsfasen. Druk de sluiterknop altijd eerst half in om de focus in te stellen en maak daarna de foto. Druk de sluiterknop half in (zachtjes drukken tot de eerste stop). X De camera selecteert automatisch de nodige instellingen voor een opname, zoals de focus en de helderheid. X Tijdens het scherspstellen van de camera hoort u tweemaal een piepgeluid. Druk de sluiterknop helemaal in (tot de tweede stop).
» Foto's maken De camera kan automatisch alle instellingen selecteren, zodat u alleen nog op de sluiterknop hoeft te drukken om een foto te maken. De camera kan ook gezichten detecteren en hierop automatisch scherpstellen en de kleur en helderheid optimaal instellen. Schakel de camera in. ● Druk op de ON/OFF-knop. X Het opstartgeluid klinkt en het opstartscherm verschijnt. ● Druk nogmaals op de ON/OFF-knop om de camera uit te schakelen. Kies de modus ».
» Foto's maken Stel scherp. ● Druk de sluiterknop half in om scherp te stellen. X Tijdens het scherspstellen van de camera hoort u tweemaal een piepgeluid. X Groene AF-kaders geven aan waarop de camera is scherpgesteld. X Als de camera op meerdere punten scherpstelt, verschijnen er meerdere AF-kaders. AF-kaders Maak de opname. ● Druk de sluiterknop helemaal in. X Het sluitergeluid klinkt terwijl het beeld wordt vastgelegd. Als er weinig licht is, wordt de flitser automatisch geactiveerd.
» Foto's maken Wat als... • De camera maakt geen enkel geluid. Als u op de knop n drukt terwijl u de camera inschakelt, worden alle camerageluiden uitgeschakeld, behalve de waarschuwingsgeluiden. Om het geluid weer in te schakelen, drukt u op n. Dan selecteert u het tabblad 3 en vervolgens de optie [mute]. Gebruik de knoppen qr om [Uit] te selecteren. • Het beeld is donker terwijl toch de flitser is gebruikt bij de opname. Uw onderwerp is te ver weg.
1 Beelden bekijken U kunt uw opnamen op het scherm bekijken. Selecteer de afspeelmodus. ● Druk op de knop 1. X De laatst gemaakte opname verschijnt. Selecteer een beeld. ● Als u op q drukt, doorloopt u de beelden in de omgekeerde volgorde van opname. ● Als u op r drukt, doorloopt u de beelden in de volgorde van opname. ● De beelden volgen elkaar sneller op als u de knoppen qr ingedrukt houdt, maar ze worden grover weergegeven.
Beelden wissen U kunt de beelden één voor één selecteren en wissen. Gewiste beelden kunnen niet worden hersteld. Denk goed na voordat u beelden wist. Selecteer de afspeelmodus. ● Druk op de knop 1. X De laatst gemaakte opname verschijnt. Selecteer het beeld dat u wilt wissen. ● Druk op de knoppen qr om een beeld te selecteren. Wis het beeld. ● Druk op de knop p. X [Wissen?] verschijnt. ● Druk op de knoppen qr om [Wissen] te selecteren. Druk vervolgens op de knop m. X Het getoonde beeld wordt gewist.
Beelden afdrukken U kunt de gemaakte opnamen gemakkelijk afdrukken als u de camera aansluit op een printer die compatibel is met PictBridge (afzonderlijk verkrijgbaar). Benodigdheden • Camera en printer die compatibel is met PictBridge (afzonderlijk verkrijgbaar) • Interfacekabel, meegeleverd bij de camera (p. 2) Schakel de camera en de printer uit. Sluit de camera aan op de printer. ● Open het klepje en steek de kleine stekker stevig in de aansluiting van de camera in de aangegeven richting.
Beelden afdrukken Selecteer het beeld dat u wilt afdrukken. ● Druk op de knoppen qr om een beeld te selecteren. Druk de beelden af. ● Druk op de knop m. ● Druk op de knoppen op om [Print] te selecteren en druk vervolgens op de knop m. X Het afdrukken wordt gestart. ● Als u nog meer beelden wilt afdrukken, herhaalt u stap 5 en 6 nadat het afdrukken is voltooid. ● Wanneer u klaar bent met afdrukken, schakelt u de camera en de printer uit en verwijdert u de interfacekabel.
X Films opnemen De camera kan automatisch alle instellingen selecteren, zodat u alleen nog op de sluiterknop hoeft te drukken om te filmen. Kies de modus X. ● Druk op æ en druk vervolgens op qr om X te selecteren. ● Druk op de knop m. Opnametijd Kies de compositie. ● Als u de zoomknop naar i draait, zoomt u in op het onderwerp zodat dit groter lijkt. Als u de zoomknop naar j draait, zoomt u uit op het onderwerp zodat dit kleiner lijkt. Stel scherp. ● Druk de sluiterknop half in om scherp te stellen.
X Films opnemen Maak de opname. ● Druk de sluiterknop helemaal in. X De camera begint met de filmopname en op het scherm verschijnt [ REC] en de verstreken tijd. ● Als de opname is begonnen, haalt u uw vinger van de sluiterknop. ● Als u tijdens de opname de compositie wijzigt, blijft de focus hetzelfde maar worden de helderheid en de kleurtoon automatisch aangepast. Verstreken tijd ● Raak de microfoon niet aan tijdens de opname. ● Gebruik behalve de sluiterknop geen andere knoppen.
Films bekijken U kunt uw films op het scherm bekijken. Selecteer de afspeelmodus. ● Druk op de knop 1. X De laatst gemaakte opname verschijnt. X verschijnt op het filmscherm. Selecteer een film. ● Druk op de knoppen qr om een film te selecteren om af te spelen en druk vervolgens op de knop m. X Het filmbedieningspaneel verschijnt. Speel de film af. ● Druk op de knoppen qr om te selecteren en druk op m. X De film wordt afgespeeld.
Beelden downloaden naar een computer U kunt de meegeleverde software gebruiken om uw camerabeelden naar een computer te downloaden. Systeemvereisten Hoewel dit de aanbevolen systeemvereisten zijn, kunnen niet alle computerfuncties worden gegarandeerd. Windows Besturingssysteem Windows Vista (inclusief Service Pack 1) Windows XP Service Pack 2, Service Pack 3 Computermodel Het bovenstaande besturingssysteem moet vooraf zijn geïnstalleerd op computers met ingebouwde USB-poorten.
Beelden downloaden naar een computer Benodigdheden • Camera en computer • CD DIGITAL CAMERA Solution Disk, meegeleverd bij de camera (p. 2) • Interfacekabel, meegeleverd bij de camera (p. 2) Voorbereidingen In de volgende beschrijvingen worden Windows XP en Mac OS X (v10.4) gebruikt. Installeer de software. Windows Plaats de CD DIGITAL CAMERA Solution Disk in het cd-romstation van de computer. Start de installatie.
Beelden downloaden naar een computer Sluit de camera aan op de computer. ● Schakel de camera uit. ● Open het klepje en steek de kleine stekker van de kabel stevig in de aansluiting van de camera in de aangegeven richting. ● Steek de grote kabelstekker in de USBpoort van de computer. Raadpleeg de handleiding van de computer voor meer informatie over de aansluiting. Schakel de camera in. ● Druk op 1 om de camera aan te zetten. Open CameraWindow. Windows ● Selecteer [Canon CameraWindow] en klik op [OK].
Beelden downloaden naar een computer Macintosh X Wanneer er een verbinding tot stand is gebracht tussen de camera en de computer, wordt CameraWindow weergegeven. ● Als CameraWindow niet verschijnt, klikt u op het pictogram [CameraWindow] in de taakbalk onder aan het bureaublad. Beelden downloaden ● Klik op [Transfer Untransferred Images/ Niet-verplaatste beelden verplaatsen]. X Alle beelden die nog niet zijn gedownload, worden nu naar de computer gedownload.
Accessoires Geleverd bij de camera AV-kabel AVC-DC300*1 Interfacekabel IFC-400PCU*1 Geheugenkaart Polsriem WS-800 Alkalinebatterijen van AA-formaat (2 stuks) Set van batterij en oplader CBK4-300*3 Batterijlader CB-5AH NiMH-batterijen van AAformaat (4 stuks NB-3AH) CD DIGITAL CAMERA Solution Disk Voedingsadapterset ACK800 Compacte voedingsadapter CA-PS800 Netsnoer *1 Ook afzonderlijk verkrijgbaar.
Accessoires Video IN-aansluiting Audio IN-aansluiting TV/video Compact Photo Printers (SELPHY-serie)*2 Kaartlezer Inkjetprinters*2 Windows/ Macintosh Krachtige flitser HF-DC1 Gebruik van Canon-accessoires wordt aanbevolen. Dit product is ontworpen om een uitstekende prestatie neer te zetten wanneer het wordt gebruikt in combinatie met accessoires van het merk Canon.
Afzonderlijk verkrijgbare accessoires De volgende camera-accessoires worden apart verkocht. Sommige accessoires worden niet verkocht of zijn niet meer verkrijgbaar in sommige regio's. Voedingen • Set van batterij en oplader CBK4-300 Deze set bevat een speciale lader en vier oplaadbare NiMH (nikkelmetaalhydride)-batterijen van AA-formaat. Deze wordt aanbevolen wanneer u de camera gedurende langere tijd wilt gebruiken.
2 Meer informatie Dit hoofdstuk beschrijft de onderdelen van de camera en de informatie op het scherm, evenals instructies voor het basisgebruik. Conventies die in deze handleiding worden gebruikt • In de tekst worden pictogrammen gebruikt die de knoppen van de camera voorstellen. • Tekst op het scherm wordt weergegeven binnen vierkante haken [ ]. • De knoppen die een richting aanduiden en de knop FUNC./SET worden aangeduid met de volgende pictogrammen. (Knop Omhoog) (Knop FUNC.
Overzicht van de onderdelen Microfoon (p. 28) Lens Sluiterknop (p. 19) ON/OFF-knop (p. 20) Flitser (p. 53) Luidspreker Lampje (AF-hulplicht (p. 103) / lampje voor rode-ogenreductie (p. 103) / lampje van zelfontspanner (pags. 57, 71)) Aansluiting statief Geheugenkaartsleuf/batterijhouder (p. 12) Polsriem (p. 11) Scherm (LCD-venster) (p. 40) Knop 1 (Weergave) (p. 23) Knop æ Lampje (p. 39) Zoomknop Opnemen: i (telelens) / j (groothoek) (p. 20) Afspelen: k (vergroten) (p. 90) / g (index) (p.
De functie Spaarstand (Automatisch Uit) Om energie te sparen wordt de camera automatisch uitgeschakeld als er gedurende een bepaalde tijd geen gebruik van is gemaakt. Spaarstand tijdens opnemen Het scherm wordt uitgeschakeld nadat de camera ongeveer 1 minuut lang niet is gebruikt. Na ongeveer 2 minuten wordt de lens ingetrokken en de camera uitgeschakeld. Als het scherm is uitgeschakeld maar de lens nog niet is ingetrokken, en u de sluiterknop half indrukt (p.
Informatieweergave op het scherm Opname (informatieweergave) Belichtingscompensatie (p. 66) Witbalans (p. 68) My Colors (p. 69) Lichtmeetmethoden (p. 77) Transport mode (p. 66) Beeldkwaliteit (compressie) (p. 64) Resolutie (p. 64) Digitale Zoom (p. 54), Digitale Tele-converter (p. 55) AF-kader (p. 21) Macro (p. 61), Oneindig (p. 63) ISO-waarde (p. 67) Flits mode (pags. 53, 61, 78) Rode-Ogen Corr. (p. 79) Zelfontspanner (pags. 57, 70, 71) Opnamemodus Spotmetingpunt (p. 77) AE lock, FE lock (pags.
Informatieweergave op het scherm Afspelen (uitgebreide informatieweergave) Opnamemodus Sluitertijd Belichtingscompensatie (p. 66) Witbalans (p. 68) Histogram (p. 42) Beeldkwaliteit (compressie) (p. 64), AVI (Films) Lichtmeetmethoden (p. 77) Batterij-oplaadlampje (p. 14) Nummer van weergegeven beeld / totaal aantal beelden Mapnummer – Bestandsnummer (p. 101) ISO-waarde (p. 67) Diafragmawaarde, Beeldkwaliteit (Films) Flits Sync (pags. 61, 78) Macro (p. 61), Oneindig (p. 63) Bestandsgrootte (pags.
Informatieweergave op het scherm Weergave in donkere omgevingen tijdens opnamen Als u in een donkere omgeving opnamen maakt, wordt het LCD-scherm automatisch helder zodat u de compositie kunt controleren (de nachtschermfunctie). De helderheid van de opname op het scherm en de helderheid van het daadwerkelijk vastgelegde beeld kunnen echter verschillend zijn. Er kan schermruis ontstaan en de bewegingen van het onderwerp zijn wellicht wat hoekig op het LCD-scherm.
m Menu FUNC. – Basishandelingen Met het menu FUNC. kunt u algemene opnamefuncties instellen. Het menu en de menu-items zijn afhankelijk van de opnamemodus (p. 116). Selecteer een opnamemodus. ● Druk op de knop æ en op de knoppen opqr om de gewenste opnamemodus te selecteren. ● Druk op de knop m. Open het menu FUNC. ● Druk op de knop m. Selecteer een menu-item. ● Druk op de knoppen op om een menuitem te selecteren. X Onder aan het scherm verschijnen de selecteerbare opties voor het menu-item.
Menu n – Basishandelingen U kunt allerlei functies instellen via de menu's. De menu-items zijn geordend in tabbladen, zoals een tabblad voor opnemen (4) en voor afspelen (1). De menu-items zijn afhankelijk van de modus (pags. 118 – 121). Open het menu. ● Druk op de knop n. Selecteer een tabblad. ● Druk op de knoppen qr of druk op de zoomknop (p. 38) om een tabblad te selecteren. Selecteer een menu-item. ● Druk op de knoppen op om een menuitem te selecteren.
De geluidsinstellingen wijzigen U kunt de camerageluiden uitschakelen of het volume ervan aanpassen. Geluiden dempen Open het menu. ● Druk op de knop n. Selecteer [mute]. ● Druk op de knoppen qr om het tabblad 3 te selecteren. ● Druk op de knoppen op om [mute] te selecteren en druk vervolgens op de knoppen qr om [Aan] te selecteren. Het volume aanpassen Open het menu. ● Druk op de knop n. Selecteer [Volume]. ● Druk op de knoppen qr om het tabblad 3 te selecteren.
De standaardinstellingen van de camera herstellen Als u per ongeluk een instelling hebt gewijzigd, kunt u de standaardinstellingen van de camera herstellen. Open het menu. ● Druk op de knop n. Selecteer [Reset alle]. ● Druk op de knoppen qr om het tabblad 3 te selecteren. ● Druk op de knoppen op om [Reset alle] te selecteren en druk vervolgens op de knop m. Herstel de instellingen. ● Druk op de knoppen qr om [OK] te selecteren en druk vervolgens op de knop m.
Geheugenkaarten formatteren Voordat u een nieuwe geheugenkaart gaat gebruiken, of een geheugenkaart die al is gebruikt in een ander apparaat, moet u de kaart formatteren met deze camera. Door het formatteren (initialiseren) van een geheugenkaart worden alle gegevens op de kaart gewist. Aangezien u de gewiste gegevens niet kunt herstellen, moet u uiterst voorzichtig zijn als u een geheugenkaart gaat formatteren. Open het menu. ● Druk op de knop n. Selecteer [Formateren].
De weergaveduur van het beeld wijzigen Informatie over formatteren • De meegeleverde geheugenkaart is al geformatteerd. • Als het bericht [Geheugenkaart fout] verschijnt, of als de camera niet goed werkt, kan het probleem wellicht worden opgelost door de geheugenkaart te formatteren. Kopieer eerst de beelden van de geheugenkaart naar een computer of een ander apparaat voordat u gaat formatteren.
3 Opnamen maken in speciale omstandigheden en veelgebruikte functies Dit hoofdstuk beschrijft het maken van opnamen in speciale omstandigheden en het gebruik van andere basisfuncties, zoals de flitser en de zelfontspanner. • Als u een modus kiest voor een specifieke opname, selecteert de camera automatisch de benodigde instellingen. U hoeft alleen nog op de sluiterknop te drukken om een optimale foto te maken.
K Opnamen maken in speciale omstandigheden Als u de juiste modus kiest, selecteert de camera automatisch de benodigde instellingen voor het soort opname dat u wilt maken. Selecteer een opnamemodus. ● Druk op de knop æ. ● Druk op de knoppen qr om K te selecteren en gebruik de knoppen op om de gewenste soort opname te kiezen. ● Druk op de knop m. Maak de opname. I Portretten fotograferen (Portret) ● Hiermee krijgt u een zacht effect wanneer u mensen fotografeert.
K Opnamen maken in speciale omstandigheden ’ Binnenshuis foto's maken (Binnen) ● Hiermee maakt u binnenshuis mooie foto's met natuurlijke kleuren. U Zonsondergangen fotograferen (Zonsondergang) ● Hiermee maakt u foto's van zonsondergangen in levendige kleuren. t Foto's maken van vuurwerk (Vuurwerk) ● Hiermee maakt u foto's van vuurwerk in levendige kleuren. w Strandfoto's maken (Strand) ● Hiermee maakt u heldere foto's van mensen op zandstranden waarop het zonlicht sterk wordt gereflecteerd.
K Opnamen maken in speciale omstandigheden O Foto's maken van gebladerte (Flora) ● Hiermee kunt u bomen en gebladerte (bijvoorbeeld nieuw blad, herfstbladeren of bloesem) in levendige kleuren vastleggen. P Mensen in de sneeuw fotograferen (Sneeuw) ● Hiermee maakt u heldere foto's met natuurlijke kleuren van mensen tegen een besneeuwde achtergrond. • In de modus F, V, ’ of y kunnen de opnamen grof lijken omdat de ISO-waarde (p. 67) wordt verhoogd om bij de opnameomstandigheden te passen.
! De flitser uitzetten U kunt opnamen maken terwijl de flitser uit staat. Druk op de knop r. Selecteer !. ● Druk op de knoppen qr om ! te selecteren en druk vervolgens op de knop m. X ! verschijnt. ● Volg de stappen hierboven om de instelling opnieuw in te stellen op Wat als . knippert op het scherm? Als u de sluiterknop half indrukt in een omgeving met weinig licht waar onscherpe opnamen waarschijnlijk lijken, knippert op het scherm.
Nader inzoomen op het onderwerp (digitale zoom) U kunt met de digitale zoomfunctie inzoomen tot maximaal 13x, en zo onderwerpen vastleggen die te ver weg zijn om te vergroten met de optische zoom (p. 20). De beelden kunnen echter grof lijken, afhankelijk van de instelling van de resolutie (p. 64) en de gebruikte zoomfactor. Schuif de zoomknop naar i. ● Houd de knop vast totdat het zoomen stopt.
Nader inzoomen op het onderwerp (digitale zoom) Als u de digitale zoomfunctie gebruikt, is de brandpuntsafstand 37 – 488 mm (in equivalent van 35mm- film). Digitale Tele-converter De brandpuntsafstand van de lens kan worden vergroot met een equivalent van 1.4x of 2.3x. Dit verkort de sluitertijd en vermindert de kans op onscherpe opnamen ten opzichte van het gebruik van alleen de zoomfunctie (inclusief digitale zoom) met dezelfde zoomfactor.
‘ Datum en tijd aan de opname toevoegen U kunt de datum en tijd van de opname toevoegen in de rechterbenedenhoek van het beeld. U kunt deze daarna echter niet meer verwijderen. Controleer dus op voorhand of de datum en tijd correct zijn ingesteld (p. 16). Selecteer de resolutie (het aantal pixels voor de opname). ● Druk eerst op m en daarna op op om te selecteren. Selecteer ‘. ● Druk op de knoppen qr om het tabblad ‘ te selecteren. Selecteer een optie.
Ò De zelfontspanner gebruiken U kunt de zelfontspanner gebruiken om een groepsfoto te maken waar u zelf ook op staat. De camera maakt de foto ongeveer 10 seconden nadat de sluiterknop is ingedrukt. Druk op de knop p. Selecteer Ò. ● Druk op de knoppen op om Ò te selecteren en druk vervolgens op de knop m. X Daarna ziet u Ò op het scherm. Maak de opname. ● Druk de sluiterknop half in om scherp te stellen op het onderwerp en druk de knop daarna volledig in.
4 Zelf instellingen selecteren In dit hoofdstuk leert u hoe u met de diverse functies in de modus G uw fotografische vaardigheden gaandeweg kunt uitbreiden. • In dit hoofdstuk wordt verondersteld dat u de modus G hebt geselecteerd door op æ te drukken en vervolgens op qr. • G staat voor 'programma automatische belichting'. • Voordat u in een andere modus dan G een opname wilt maken met een functie die in dit hoofdstuk wordt uitgelegd, moet u controleren of de functie in die modus beschikbaar is (pags.
G Opnamen maken met automatische belichting U kunt instellingen selecteren om allerlei opnamefuncties aan te passen aan uw voorkeuren. AE staat voor Auto Exposure (automatische belichting). Kies de modus G. ● Druk eerst op æ en daarna op qr om G te selecteren en druk daarna op m. Pas de instellingen naar wens aan (pags. 61 – 71). Maak de opname.
h De flitser aanzetten Als u wilt, kan de flitser bij elke opname worden gebruikt. De mogelijke afstand voor de flitser is ongeveer 30 cm – 3,0 m met de maximale groothoekinstelling en met de zoomknop naar j, en ongeveer 30 cm – 2,0 m met een maximale telelens en met de zoomknop naar i. Selecteer h. ● Druk eerst op r en daarna op qr om h te selecteren en druk daarna op m. X Daarna ziet u h op het scherm.
œ Close-ups maken (super macroopnamen) U kunt inzoomen op het onderwerp en van dichtbij een opname maken. De mogelijke afstand voor een opname is ongeveer 1 – 10 cm vanaf het uiteinde van de lens. Met de digitale zoom kunt u nog verder inzoomen op het onderwerp en van zeer dichtbij een opname maken. Door het digitale inzoomen kunnen de beelden echter grof lijken bij bepaalde resolutie-instellingen (p. 64). Selecteer œ. ● Druk op æ en vervolgens op qr om K te selecteren.
u Objecten op grote afstand fotograferen (Oneindig) U kunt foto's maken van landschappen en objecten die ver weg zijn. Het focusbereik is 3 m en meer vanaf de camera. Selecteer u. ● Druk eerst op q en daarna op qr om u te selecteren en druk daarna op m. X Daarna ziet u u op het scherm.
De resolutie (beeldgrootte) wijzigen U kunt kiezen uit zes instellingen. Selecteer de resolutie (het aantal pixels voor de opname). ● Druk eerst op m en daarna op op om te select eren. Selecteer een optie. ● Druk op qr om een optie te selecteren en druk daarna op m. X De gekozen instelling verschijnt op het scherm. Als u ‘ of selecteert, kunt u de functies Digitale Zoom (p. 54) of Digitale Tele-converter (p. 55) NIET gebruiken.
De beeldkwaliteit (compressieverhouding) wijzigen Geschatte waarden voor resolutie en beeldkwaliteit Resolutie Beeldkwaliteit Gegevensgrootte van 1 opname (geschatte kB) Aantal mogelijke opnamen 128 MB 2 GB 8 GB (Hoog) 10 M/3648x2736 2.565 47 749 2994 1.226 99 1536 6140 (Normaal 1) 6 M/2816x2112 1.620 75 1181 4723 780 156 2363 9446 (Normaal 2) 4 M/2272x1704 1.
De helderheid aanpassen (belichtingscompensatie) U kunt de standaardbelichting die door de camera wordt ingesteld, aanpassen in het bereik van -2 tot +2 stops, met tussenstappen van 1/3 stop. Selecteer de belichtingscompensatie. ● Druk eerst op m en daarna op op om # te selecteren. Pas de belichting aan. ● Druk op qr om de belichting aan te passen en druk daarna op m. X De belichtingscompensatie verschijnt op het scherm. W Continu-opnamen U kunt doorlopend foto's maken met ongeveer 0,8 beelden/seconde.
- De ISO-waarde wijzigen Selecteer de ISO-waarde. ● Druk eerst op o en daarna op op om de ISO-waarde te selecteren en druk daarna op m. X Nadat u de instelling hebt geselecteerd, verschijnt de ISO-waarde op het scherm. Hiermee wordt automatisch de optimale ISO-waarde ingesteld voor de opnamemodus en -omstandigheden.
De Wit Balans aanpassen De witbalansfunctie (WB) zorgt voor de optimale witbalans, voor natuurlijke kleuren. Selecteer de witbalans. ● Druk eerst op m en daarna op op om te selecteren. Selecteer een optie. ● Druk op qr om een optie te selecteren en druk daarna op m. X De gekozen instelling verschijnt op het scherm. Auto Hiermee wordt de optimale witbalans automatisch ingesteld voor de opnameomstandigheden.
De kleurtoon van een foto wijzigen (My Colors) U kunt tijdens de opname de kleurtoon van een foto wijzigen in sepia of zwart-wit. Selecteer My Colors. ● Druk eerst op m en daarna op op om te selecteren. Selecteer een optie. ● Druk op qr om een optie te selecteren en druk daarna op m. X De gekozen instelling verschijnt op het scherm. My Colors uit Levendig Neutraal — De nadruk komt te liggen op contrast en kleurintensiteit, voor een levendige impressie.
Opnamen maken via een tv U kunt de inhoud van het camerascherm op een tv weergeven. • Sluit de camera aan op een tv, zoals beschreven in 'Beelden weergeven op een tv' (p. 91). • Het opnemen werkt op dezelfde manier als via het camerascherm. Î Opnamen maken met de 2 secondenzelfontspanner U kunt een vertraging van ongeveer twee seconden instellen voor de zelfontspanner. Selecteer Î. ● Druk eerst op p en daarna op op om Î te selecteren en druk daarna op m. X Daarna ziet u Î op het scherm.
$ De zelfontspanner aanpassen U kunt de vertraging (0 – 30 seconden) en het aantal gemaakte opnamen (1 – 10 opnamen) instellen. Selecteer $. ● Druk eerst op p en daarna op op om $ te selecteren en druk daarna meteen op n. Selecteer de instellingen. ● Druk op de knoppen op om [Vertraging] of [Beelden] te selecteren. ● Druk op de knoppen qr om een waarde te selecteren en druk vervolgens op de knop m. ● Volg stap 3 op p. 57 om de opname te maken.
De compositie van de opname wijzigen met de focusvergrendeling Als u de sluiterknop half ingedrukt houdt, worden de focus en de belichting vergrendeld. U kunt nu de compositie wijzigen en de opname maken. Dit wordt focusvergrendeling genoemd. Stel scherp. ● Zorg dat het gewenste object is gecentreerd en scherpgesteld, en druk de sluiterknop half in. ● Controleer of er een groen AF-kader rond het onderwerp wordt weergegeven. Maak een nieuwe compositie.
5 Haal meer uit uw camera Dit hoofdstuk is een uitgebreide versie van hoofdstuk 4. Hierin wordt uitgelegd hoe u diverse functies gebruikt om foto's te maken. • In dit hoofdstuk wordt verondersteld dat u de modus G hebt geselecteerd door op æ te drukken en vervolgens op qr. • '≈ Opnamen met lange sluitertijd maken' (p. 80) wordt uitgelegd met de camera ingesteld op de modus ≈.
De modus AF Frame wijzigen U kunt de modus AF Frame (autofocus) aanpassen aan de omstandigheden van de opname. Selecteer [AF Frame]. ● Druk op de knop n en selecteer het tabblad 4. Selecteer vervolgens [AF Frame] en druk op de knoppen qr om een optie te selecteren. Gezichts-AiAF • Hiermee kan de camera gezichten detecteren en erop scherpstellen, en de belichting (alleen deelmeting) en witbalans (alleen ) instellen.
% Opnamen maken met AF lock Centrum Het AF-kader staat altijd in het midden. Dit is handig wanneer u wilt scherpstellen op een bepaald punt. U kunt het AF-kader kleiner maken • Druk op de knop n en selecteer het tabblad 4. Selecteer vervolgens het menu-item [AF kader afm.] en de optie [Klein]. • De instelling wordt vastgelegd op [Normaal] wanneer u de Digitale Zoom (p. 54) of Digitale Tele-converter (p. 55) gebruikt.
Het autofocuskader vergroten Als u de sluiterknop half indrukt, wordt het AF-kader vergroot en kunt u de focus controleren. Selecteer [AF-Punt Zoom]. ● Druk op n en selecteer [AF-Punt Zoom] op het tabblad 4. Gebruik de knoppen qr om [Aan] te selecteren. Controleer de scherpstelling. ● Druk de sluiterknop half in. X In [Gezichts-AiAF] (p. 74) wordt het gezicht dat als hoofdonderwerp is geselecteerd, vergroot weergegeven. X In [Centrum] (p.
De meetmethode wijzigen U kunt de meetmethode (functie voor meten van de helderheid) aanpassen aan de opnameomstandigheden. Selecteer de meetmethode. ● Druk eerst op m en daarna op op om te selecteren. Selecteer een optie. ● Druk op qr om een optie te selecteren en druk daarna op m. X De instelling verschijnt op het scherm. Geschikt voor standaardomstandigheden, inclusief objecten die van achter worden belicht. De belichting wordt automatisch aangepast aan de opnameomstandigheden.
( Opnamen maken met FE-vergrendeling Net als met AE-vergrendeling (p. 77) kunt u de belichting vergrendelen voor het maken van opnamen met de flits. Flitsbelichting wordt ook wel aangeduid met FE. Dit staat voor Flash Exposure. Selecteer h (p. 61). Vergrendel de belichting. ● Richt de camera op het onderwerp en druk op de knop o terwijl u de sluiterknop half ingedrukt houdt. X De flitser gaat af en wanneer ( verschijnt, is de belichting ingesteld.
Œ Rode-Ogen Corr. U kunt automatisch rode ogen corrigeren in beelden die met de flitser zijn gemaakt. Selecteer [Flits Instellingen]. ● Druk op de knop n en selecteer [Flits Instellingen] op het tabblad 4. Druk vervolgens op de knop m. Wijzig de instelling. ● Druk op de knoppen op om [Rode Ogen] te selecteren en gebruik vervolgens de knoppen qr om [Aan] te selecteren. X Œ verschijnt (p. 40). Rode-ogencorrectie kan ook worden toegepast op andere rode gedeelten dan rode ogen.
≈ Opnamen met lange sluitertijd maken U kunt de sluitertijd instellen tussen 1 en 15 seconden en opnamen met een lange sluitertijd maken. U moet echter wel de camera op een statief bevestigen zodat de camera niet kan bewegen, waardoor het beeld onscherp kan worden. Selecteer ≈. ● Druk eerst op æ en daarna op qr om K te selecteren. ● Druk op de knoppen op om ≈ te selecteren en druk vervolgens op de knop m. Selecteer de sluitertijd. ● Druk eerst op m en daarna op op om ) te selecteren.
6 Diverse functies voor het opnemen van films Dit hoofdstuk bevat meer geavanceerde informatie dan de gedeelten 'X Films opnemen' en 'Films bekijken' in hoofdstuk 1. • In dit hoofdstuk wordt verondersteld dat u de modus X hebt geselecteerd door op æ te drukken en vervolgens op qr.
De beeldkwaliteit wijzigen U kunt kiezen uit drie instellingen voor de beeldkwaliteit. Selecteer de beeldkwaliteit. ● Druk eerst op m en daarna op op om te selecteren. Selecteer een optie. ● Druk op qr om een optie te selecteren en druk daarna op m. X De instelling verschijnt op het scherm. Tabel met beeldkwaliteit Beeldkwaliteit (resolutie/aantal beelden) Inhoud 640x480 pixels, 30 beelden/sec. Voor filmopnamen met een standaardkwaliteit. 640x480 pixels, 30 beelden/sec.
AE-vergrendeling/belichting In de modus X kunt u de belichting instellen of wijzigen met 1/3 stops in een bereik van ±2. Stel scherp. ● Druk de sluiterknop half in om scherp te stellen. Vergrendel de belichting. ● Druk op de knop o om de belichting te vergrendelen. De belichtingsschuifbalk verschijnt. ● Druk nogmaals op de knop o om de vergrendeling op te heffen. Wijzig de belichting. ● Kijk naar het scherm terwijl u de knoppen qr gebruikt om de helderheid aan te passen. Maak de opname.
Afspeelfuncties De volgende functies kunnen op dezelfde manier worden gebruikt als voor foto's. • Beelden wissen (p. 24) • g Beelden doorzoeken in groepen van 9 (Indexweergave) (p. 86) • d Naar beelden zoeken in de springweergave (p. 87) • . Diavoorstellingen bekijken (p. 88) • + Beeldovergangen wijzigen (p. 90) • Beelden weergeven op een tv (p. 91) • : Opnamen beveiligen (p. 92) • / Alle beelden wissen (p. 93) • \ Beelden roteren (p. 93) Overzicht voor 'Films bekijken' (p.
7 Afspeelfuncties en andere functies gebruiken In het eerste deel van dit hoofdstuk worden verschillende manieren beschreven voor het afspelen en bewerken van beelden. In het laatste deel wordt beschreven hoe u aangeeft welke beelden u wilt afdrukken. • Druk op 1 om de afspeelmodus te selecteren voordat u de camera bedient.
g Beelden doorzoeken in groepen van 9 (Indexweergave) Door 9 beelden tegelijk weer te geven, vindt u snel het beeld dat u zoekt. Schuif de zoomknop naar g. X De beelden worden weergegeven in een index. Het geselecteerde beeld is voorzien van een groen kader en wordt vergroot weergegeven. Selecteer een beeld. ● Druk op de knoppen opqr om een beeld te selecteren. ● Als u de zoomknop verschuift naar k, wordt het geselecteerde beeld weergegeven. 9 beelden tegelijk doorzoeken Schuif de zoomknop naar g.
d Naar beelden zoeken in de springweergave Als er veel beelden op de geheugenkaart staan, kunt u zoeken aan de hand van een opgegeven methode of in een opgegeven groep beelden. Selecteer een springmethode. ● Druk in de enkelvoudige weergave op de knop o. X De zoekmethode en de locatie van het beeld dat op dat moment wordt weergegeven, verschijnen onder aan het scherm. ● Druk op de knoppen op om de gewenste zoekmethode te selecteren. Spring naar een beeld.
. Diavoorstellingen bekijken Beelden die zijn opgeslagen op een geheugenkaart kunt u automatisch afspelen. Elk beeld wordt ongeveer 3 seconden weergegeven. Selecteer [Diavoorstelling]. ● Druk op de knop n en selecteer het tabblad 1, selecteer vervolgens [Diavoorstelling] en druk op de knop m. Selecteer een overgangseffect en start de diavoorstelling. ● Druk op de knop qr om een overgangseffect te selecteren, en druk vervolgens op de knop m.
De focus controleren U kunt het gebied vergroten dat zich in een opgenomen beeld binnen het AF-kader bevond, of het gebied van een gedetecteerd gezicht, om de focus te controleren. Selecteer [Focus check]. ● Druk op de knop n, selecteer het tabblad 1 en [Info Weerg.]. ● Druk op de knoppen qr om [Focus check] te selecteren en druk vervolgens op de knop n. X Er verschijnt een wit kader waar het AF-kader of het gezicht zich bevond toen de focus werd ingesteld.
k Beelden vergroten Schuif de zoomknop naar k. ● De weergave zoomt in op het beeld en Geschatte locatie van weergegeven gebied verschijnt. Als u de zoomknop vasthoudt, wordt er verder ingezoomd tot een factor 10x. ● Met de knoppen opqr kunt u de locatie van het weergegeven gebied aanpassen. ● Als u de zoomknop naar g schuift, wordt de weergave minder vergroot. Als u de zoomknop ingedrukt houdt, keert de enkelvoudige weergave terug. ● Als op het scherm verschijnt, drukt u op m om over te schakelen naar .
Beelden weergeven op een tv Met de meegeleverde AV-kabel kunt u de camera aansluiten op een televisie om gemaakte beelden te bekijken. Benodigdheden • Camera en televisie • Bij de camera geleverde AV-kabel (p. 2) Schakel de camera en de tv uit. Sluit de camera aan op de tv. ● Open het klepje van de aansluiting en Wit of zwart Geel Geel Zwart steek de stekker van de meegeleverde AV-kabel helemaal in de A/V OUT-uitgang van de camera.
: Opnamen beveiligen U kunt belangrijke beelden beveiligen, zodat ze niet door de camera kunnen worden gewist (pags. 24, 93). Selecteer [Beveilig]. ● Druk op de knop n en selecteer het tabblad 1. Selecteer vervolgens [Beveilig] en druk op de knop m. Beveilig de opname. ● Druk op qr om een beeld te selecteren en druk vervolgens op m. X Nadat het beeld beveiligd is, verschijnt . ● Druk nogmaals op de knop m om de selectie van het beeld ongedaan te maken. Vervolgens verdwijnt .
/ Alle beelden wissen U kunt de beelden allemaal tegelijk selecteren en wissen. Gewiste beelden kunnen niet worden hersteld, dus denk goed na voordat u ze wist. Beveiligde beelden (p. 92) kunnen niet worden gewist. Selecteer [Alles wissen]. ● Druk op de knop n, selecteer [Alles wissen] op het tabblad 1 en druk op de knop m. Wis alle beelden. ● Druk op de knoppen qr om [OK] te selecteren en druk vervolgens op de knop m. X Alle beelden worden gewist. ● Druk op n om terug te keren naar het menuscherm.
= Het formaat van beelden veranderen U kunt beelden omzetten naar een lagere resolutie-instelling en de gewijzigde beelden opslaan als een afzonderlijk bestand. Selecteer [Veranderen]. ● Druk op de knop n en selecteer het tabblad 1, selecteer vervolgens [Veranderen] en druk op de knop m. Selecteer een beeld. ● Druk op qr om een beeld te selecteren en druk vervolgens op m. Selecteer een beeldformaat. ● Druk op de knoppen qr om een formaat te selecteren en druk vervolgens op de knop m.
] Het rode-ogeneffect corrigeren U kunt rode ogen in beelden automatisch corrigeren en deze beelden opslaan als nieuwe bestanden. Selecteer [Rode-Ogen Corr.]. ● Druk op de knop n en selecteer het tabblad 1, selecteer vervolgens [RodeOgen Corr.] en druk op de knop m. X Het scherm [Rode-Ogen Corr.] verschijnt. Selecteer een beeld. ● Druk op de knoppen qr om een beeld te selecteren. Corrigeer het beeld.
Beelden selecteren voor afdrukken (DPOF) U kunt bepaalde foto's op een geheugenkaart selecteren om af te drukken (tot 998 beelden) en het gewenste aantal exemplaren instellen zodat deze samen kunnen worden afgedrukt of verwerkt in een fotozaak. U kunt daarna alle geselecteerde beelden in één keer afdrukken of met de geheugenkaart naar een fotozaak gaan om afdrukken te bestellen. Deze selectiemethoden voldoen aan de DPOF-normen (Digital Print Order Format).
Beelden selecteren voor afdrukken (DPOF) • Wanneer [Index] is geselecteerd, kunnen de opties [Datum] en [File No.] niet tegelijk op [Aan] worden ingesteld. • De datum wordt afgedrukt volgens de notatie die is ingesteld in de functie [Datum/Tijd] op het tabblad 3 (p. 16). Het aantal exemplaren selecteren Selecteer [Sel. beeld & aantal]. ● Druk op de knop n en selecteer het tabblad 2. Selecteer vervolgens [Sel. beeld & aantal] en druk op de knop m. Selecteer een beeld.
Beelden selecteren voor afdrukken (DPOF) Instellen dat alle beelden één keer worden afgedrukt Selecteer [Sel. alle beelden]. ● Selecteer [Sel. alle beelden] in het scherm bij stap 1 op p. 97 en druk op de knop m. Kies de afdrukinstellingen. ● Druk op de knoppen qr om [OK] te selecteren en druk vervolgens op de knop m. X Alle beelden worden ingesteld op één afdruk. Alle selecties wissen Selecteer [Wis alle selecties]. ● Selecteer [Wis alle selecties] in stap 1 op p. 97 en druk op de knop m.
8 De camera aanpassen U kunt allerlei opnamefuncties aanpassen aan uw voorkeuren. Het eerste deel van dit hoofdstuk beschrijft enkele handige en veelgebruikte functies. Daarna wordt uitgelegd hoe u instellingen voor opnemen en afspelen aanpast aan uw wensen.
Functies aanpassen U kunt enkele handige en veelgebruikte functies aanpassen via het tabblad 3 (p. 44). Het opstartscherm uitschakelen U kunt het opstartscherm uitschakelen dat verschijnt als u de camera inschakelt. ● Selecteer [opstart scherm] en druk op de knoppen qr om [Uit] te selecteren. De spaarstandfunctie uitschakelen U kunt de spaarstandfunctie (p. 39) op [Uit] zetten. De instelling [Aan] wordt aanbevolen om de batterij te sparen. ● Selecteer [spaarstand] en druk op de knop m.
Functies aanpassen De bestandsnummering wijzigen Uw opnamen krijgen automatisch opeenvolgende bestandsnummers toegewezen van 0001 t/m 9999 en worden opgeslagen in mappen met maximaal 2.000 opnamen. U kunt de toewijzing van de bestandsnummers wijzigen. ● Selecteer [Bestandnr.] en druk op de knoppen qr om een optie te selecteren. Continu ook als u opnamen maakt met een nieuwe geheugenkaart, krijgen de bestanden steeds een oplopend nummer totdat u een opname maakt en opslaat met het nummer 9999.
Functies aanpassen Mappen maken op dag en tijd U kunt een dag en een tijd instellen voor het maken van een map. ● Selecteer [Maak folder] en druk op de knop m. ● Selecteer [Maak autom.] en druk op de knoppen qr om een interval te selecteren. ● Selecteer [Tijd] en druk op de knoppen qr om een tijd in te stellen. ● De nieuwe map wordt gemaakt op de ingestelde dag en tijd. Opnamen die na deze datum worden gemaakt, worden in de nieuwe map opgeslagen.
Opnamefuncties aanpassen U kunt functies instellen op het tabblad 4 nadat u op de knop æ hebt gedrukt en de knoppen qr hebt gebruikt om G te selecteren (p. 44). Voordat u in een andere modus dan G een opname wilt maken met een functie die in dit hoofdstuk wordt uitgelegd, moet u controleren of de functie in die modus beschikbaar is (pags. 118 – 119).
Opnamefuncties aanpassen De beeldinformatie wijzigen die na de opname verschijnt U kunt de beeldinformatie wijzigen die na de opname wordt weergegeven. ● Selecteer [terugkijken] en druk op de knoppen qr om een optie te selecteren. Details Focus check voor gedetailleerde beeldinformatie (p. 41). het gebied binnen het AF-kader wordt vergroot weergegeven, zodat u de focus kunt controleren. De procedure is hetzelfde als in 'De focus controleren' (p. 89).
De afspeelfuncties aanpassen U kunt de instellingen op het tabblad 1 aanpassen door te drukken op de knop 1 (p. 44). Het beeld selecteren waarmee het afspelen begint ● Selecteer [Ga verder] en gebruik de knoppen qr om een optie te selecteren. Laatst gez. De weergave wordt hervat met de laatst bekeken opname. Laatste f. De weergave wordt hervat met de laatst gemaakte opname.
9 Nuttige informatie Dit hoofdstuk bevat beschrijvingen van het vervangen van de datum/tijdbatterij en het gebruik van de voedingsadapterset (afzonderlijk verkrijgbaaar), tips voor het oplossen van problemen en overzichten van de beschikbare camerafuncties. Verder vindt u aan het einde de index.
De datum/tijd-batterij vervangen De levensduur van de datum/tijd-batterij (reservebatterij) bedraagt ongeveer zeven jaar. Indien het scherm voor Datum/Tijd-instellingen iedere keer verschijnt als u de camera inschakelt, moet u een nieuwe datum/tijd-batterij (CR1220) plaatsen. Schakel de camera uit. Open het klepje en verwijder de AA-batterijen (p. 12). Verwijder de houder van de datum/ tijd-batterij. Vervang de batterij.
Aansluiten op het lichtnet Als u de voedingsadapterset ACK800 (afzonderlijk verkrijgbaar) gebruikt, kunt u de camera gebruiken zonder dat u zich zorgen hoeft te maken over het batterijpeil. Schakel de camera uit. Sluit het snoer aan op de camera. ● Open het klepje en steek de stekker van de adapter helemaal in de camera. Sluit het netsnoer aan. ● Sluit het netsnoer aan op de compacte voedingsadapter en steek vervolgens het andere uiteinde in een stopcontact. ● U kunt de camera inschakelen en gebruiken.
Voorzorgsmaatregelen Apparatuur • Deze camera is een apparaat met zeer geavanceerde elektronica. Laat de camera niet vallen en stel deze niet bloot aan schokken of stoten. • Plaats de camera nooit in de nabijheid van magneten of motoren die sterke elektromagnetische velden genereren. Blootstelling aan sterke magnetische velden kan leiden tot defecten of beschadigde beeldgegevens.
Probleemoplossing Controleer eerst het volgende als u denkt dat er een probleem is met de camera. Als u met de onderstaande tips uw probleem niet kunt verhelpen, neemt u contact op met de helpdesk van Canon Klantenservice die wordt vermeld op de adreslijst die bij het product wordt geleverd. Voeding Er gebeurt niets als u op de ON/OFF-knop drukt. • Controleer of de batterijen goed zijn geplaatst (p. 12). • Controleer of de batterijen niet leeg zijn (p. 14).
Probleemoplossing Het beeld is wazig. • • • • • Druk de sluiterknop half in om scherp te stellen en maak de opname (p. 19). Maak een opname op de juiste scherpstelafstand van het onderwerp (p. 122). Stel [AF-hulplicht] in op [Aan] (p. 103). Controleer of functies die u niet wilt gebruiken (macro enz.), niet zijn ingesteld. Gebruik de focusvergrendeling bij de opname (p. 72). Ook als u de sluiterknop half indrukt, verschijnt het kader niet en stelt de camera niet scherp.
Probleemoplossing Het schrijven van opnamen naar een geheugenkaart verloopt traag of het maken van continu-opnamen gaat langzamer. • Formatteer de geheugenkaart in de camera (p. 47). U kunt geen instellingen kiezen voor opnamefuncties of het menu FUNC. • Welke opties u kunt instellen, is afhankelijk van de opnamemodus. Raadpleeg 'Beschikbare functies per opnamemodus' (pags. 116 – 117). Films opnemen De juiste opnametijd wordt niet weergegeven of stopt.
Lijst met berichten die op het scherm verschijnen Als er foutmeldingen verschijnen op het LCD-scherm, kunt u een van de volgende oplossingen proberen. Geen geheugenkaart • De geheugenkaart is niet in de juiste richting geplaatst. Plaats de geheugenkaart in de juiste richting (p. 12). Kaart op slot! • Het schuifje voor schrijfbeveiliging van de SD- of de SDHC-geheugenkaart staat in de vergrendelingsstand. Ontgrendel het schuifje voor schrijfbeveiliging (p. 15).
Lijst met berichten die op het scherm verschijnen Teveel markeringen. • U hebt in de afdrukinstellingen meer dan 998 beelden geselecteerd voor verzending. Selecteer minder dan 998 beelden (p. 96). Kan niet voltooien! • Afdrukinstellingen of verplaatsingsinstellingen konden niet correct worden opgeslagen. Maak het aantal instellingen kleiner en probeer het opnieuw (p. 96). Fout in benaming.
Beschikbare functies per opnamemodus Opnamemodi Functie { { { Elke afstand { — e — { — { — { u Flitser (pags. 53, 61, 78) Modus Zelfontspanner (pags. 57, 70, 71) G — ISO-waarde (p. 67) Scherpstelzone (pags. 61, 63) » { { h — { … — { ! { { { { { { Ò Î $ *2 { { AF lock (p. 75) — { AE lock (pags. 77, 83)/FE lock (p. 78) — { AE lock/belichting (p. 83) — — Weergave op een tv (p. 70) Schermweergave (p.
Beschikbare functies per opnamemodus K I F V ’ U t ≈ w y O P œ E { { { { { { — { { { { { { — — — — — — { — — — — { — — — — — — — — — — — — — — { { — { — — { { { { { — { { { { { { { { { { { { — { { { — { — — { { { { { — { { *1 { { *1 — — { — { { — — { *1 { { *1 — *1 { { { { — — — — — — — — — — — — — — — { { { { { { { { { { { { — { { { { { { { { { { { { {
Menu's 4 Opnamemenu Opnamemodi » G Gezichts-AiAF { { Centrum — { Normaal/Klein — { Standaard/Uit { { Functie AF Frame (p. 74) AF kader afm. (p. 75) Digitale Zoom (p. 54) Digitale Tele-converter (1.4x/2.3x) { { AF-Punt Zoom (p. 76) Aan/Uit { { AF-hulplicht (p. 103) Aan/Uit { { Flits Instellingen (p. 79) Rode ogen Aan/Uit { { Lamp Aan Aan/Uit { { { Opname Info (p. 40) Aan/Uit { Bekijken (p. 48) Uit/2 – 10 sec./Vastzetten { { terugkijken (p.
Menu's K ≈ w y O P œ E I F V ’ U t { { { { { — { { { { { { *1 { { { { { { { { { { { { — — — — — — — — — — — — — — { { { { { { { { { { { — { { { { { { { { { { { { — — { { { { { { { { { { { { — { { { { { — { { *2 { { { { { { { { { — { { { { { — — { { { { { — { { { { { — — { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { { — { { { { { { { { { { {
Menu's 3 Menu Instellen Item Opties/overzicht Ref. pag. mute Volume opstart scherm Aan/Uit* Alle bedieningsgeluiden instellen (5 niveaus). Aan*/Uit Formatteren Bestandnr. Maak folder Hiermee formatteert u de kaart en wist u alle gegevens Continu*/Auto reset Maak nieuwe folder/Maak autom. Lens intrekken 1 min.*/0 sec. p. 101 pags. 101, 102 p. 102 Automatisch Uit: Aan*/Uit Display uit: 10, 20 of 30 sec./1*, 2 of 3 min. Datum- en tijdinstellingen pags. 39, 100 p.
Menu's 2 Menu Afdrukken Item Print Sel. beeld & aantal Opties/overzicht Ref. pag. p. 25 Sel. alle beelden Afdrukscherm weergeven. Afzonderlijke beelden selecteren die u wilt afdrukken. Alle beelden selecteren voor afdrukken. Wis alle selecties Print instellingen Alle instellingen voor afdrukken annuleren. Hiermee stelt u de afdrukstijl in. p. 98 p. 96 p. 97 p.
Specificaties Effectieve pixels in camera . . . . . . . . . . Ongeveer 10,0 miljoen Beeldsensor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1/2,3 inch CCD (totaal aantal pixels: ongeveer 10,3 miljoen) Lens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6,6 (G) – 21,6 (T) mm Overeenkomstig 35mm-filmbereik: 37 (G) – 122 (T) mm f/3,0 (W) – f/5,8 (T) Digitale zoom. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Ongeveer 4,0x (in combinatie met de optische zoomfunctie maximaal ongeveer 13x) LCD-scherm . . . . . .
Specificaties Aantal opnamepixels (resolutie) (Foto's) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Hoog: 3648 x 2736 pixels Normaal 1: 2816 x 2112 pixels Normaal 2: 2272 x 1704 pixels Normaal 3: 1600 x 1200 pixels Laag: 640 x 480 pixels Datum stempel: 1600 x 1200 pixels Breedbeeld: 3648 x 2048 pixels (Films). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 640x480 pixels (30 beelden/sec.) 640x480 pixels (30 beelden/sec. LP) 320x240 pixels (30 beelden/sec.) Aantal mogelijke opnamen . . . . . . .
Index A Aansluiting.................................... 25, 32, 91 Aantal opnamen ....................................... 14 Accessoires .............................................. 34 AE-vergrendeling................................ 77, 83 AF J Autofocus AF lock ..................................................... 75 Afdrukken ................................................. 25 AF-kader................................................... 21 Afspeelknop..............................................
Index Flitser Aan........................................................ 61 Extra flitser ............................................ 36 Slow sync .............................................. 78 Uit.......................................................... 53 Focus AF lock .................................................. 75 AF-kader ............................................... 21 AF-Punt Zoom....................................... 76 Modus AF Frame ..................................
Index R V Raster..................................................... 104 Resolutie (beeldgrootte) ........................... 64 Riem ..................................................... 2, 11 Rode ogen Automatische correctie ......................... 79 Correctie ............................................... 95 Reductie.............................................. 103 Vergrote weergave ................................... 90 Verwijderen J Wissen Video J Films Voedingsadapterset ....................
Informatie over handelsmerken • Het SDHC-logo is een handelsmerk. Disclaimer • Geen enkel gedeelte van deze gebruikershandleiding mag worden gereproduceerd, overgedragen of in een opslagsysteem worden bewaard zonder toestemming van Canon. • Canon behoudt zich het recht voor de inhoud van deze handleiding te allen tijde zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. • De illustraties en schermafbeeldingen in deze handleiding kunnen enigszins afwijken van het werkelijke apparaat.