NEDERLANDS CANON INC. 30-2 Shimomaruko 3-chome, Ohta-ku, Tokyo 146-8501, Japan PO Box 2262, 1180 EG Amstelveen, The Netherlands CANON (UK) LTD For technical support, please contact the Canon Help Desk: P.O. Box 431, Wallington, Surrey, SM6 0XU, UK Tel: (08705) 143723 Fax: (08705) 143340 www.canon.co.uk/Support/index.asp CANON COMMUNICATION & IMAGE FRANCE S.A. CANON (SCHWEIZ) AG Bessenveldstraat 7, B - 1831 Diegem, Belgium Tel.: (02) 722.04.11 Fax: (02) 721.32.74 Helpdesk : 0900-10627 http://www.canon.
Stroomschema en naslagmateriaal Deze handleiding Fotograferen met de camera Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software] Installeren van de software Deze handleiding De camera aansluiten op een computer Deze handleiding Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software] Beelden downloaden naar een computer Gebruikershandleiding voor Direct Print Gebruikershandleiding voor de printer
Temperatuur van de camera Als de camera langdurig wordt gebruikt, kan de camera warm worden. Houd hier rekening mee en wees voorzichtig als u de camera gedurende een langere periode gebruikt. Het LCD-scherm Het LCD-scherm wordt met uiterste precisie gefabriceerd. Meer dan 99,99% van de pixels werkt foutloos. Minder dan 0,01% van de pixels functioneert af en toe onjuist of wordt weergegeven als een rood of zwart puntje.
Handelsmerken • Canon en PowerShot zijn handelsmerken van Canon, Inc. • CompactFlash is een handelsmerk van SanDisk Corporation. • iBook en iMac zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc. • Macintosh, PowerBook, Power Macintosh en QuickTime zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc, geregistreerd in de V.S. en andere landen. • Microsoft, Windows en Windows NT zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de V.S en andere landen.
Inhoudsopgave : tabellen met functies en bewerkingen. Deze pagina's zijn donker gekleurd zodat u ze gemakkelijk kunt vinden. Lees dit eerst Panorama-opnamen maken (Stitch Hulp) ..................42 De modus Film.....................................................45 Afspelen - Basisfuncties 5 Belangrijke informatie .............................................5 Veiligheidsmaatregelen ..........................................6 Defecten voorkomen ............................................
Inhoudsopgave Automatisch afspelen .................................................74 Beelden beveiligen .....................................................75 Diverse functies 76 Afdrukken .............................................................76 DPOF-afdrukinstellingen ......................................78 Instellingen voor beeldoverdracht (DPOF-overdrachtsvolgorde) .....82 Beelden downloaden naar een computer...................83 Rechtstreeks downloaden vanaf een CF-kaart ..........
Lees dit eerst Belangrijke informatie Proefopnamen Voordat u opnamen maakt die voor u belangrijk zijn, is het raadzaam om eerst proefopnamen te maken zodat u zeker weet dat de camera naar behoren functioneert en u de camera correct gebruikt.
Lees dit eerst Veiligheidsmaatregelen Zorg dat u onderstaande veiligheidsmaatregelen hebt gelezen en begrepen voordat u de camera gaat gebruiken. Zorg ervoor dat u de camera altijd op de juiste manier bedient. De voorzorgsmaatregelen op de volgende pagina's zijn bedoeld voor een veilig en juist gebruik van camera en accessoires, om letsel bij uzelf en anderen en schade aan apparatuur te voorkomen.
Lees dit eerst WAARSCHUWINGEN Richt de camera niet rechtstreeks op de zon of een andere sterke lichtbron die uw gezichtsvermogen kan aantasten. Gebruik de flitser niet dicht bij de ogen van mensen of dieren. Blootstelling aan het sterke licht van de flitser kan het gezichtsvermogen aantasten. Houd vooral bij kinderen ten minste één meter afstand als u de flitser gebruikt. Bewaar deze apparatuur buiten het bereik van kinderen.
Lees dit eerst Staak het gebruik van de apparatuur onmiddellijk als u de camera hebt laten vallen of als de behuizing is beschadigd. Als u dit niet doet, kan er brand ontstaan of kunt u een elektrische schok krijgen. Zet de camera uit, verwijder de batterijen uit de camera of haal de stekker uit het stopcontact. Neem contact op met de leverancier of de dichtstbijzijnde helpdesk voor klantenondersteuning van Canon.
Lees dit eerst Plaats de batterijen niet in de buurt van een warmtebron en stel ze niet bloot aan vuur of hitte. Dompel de batterijen niet onder in water. Hitte, vuur en water kunnen de batterijen beschadigen, wat kan leiden tot lekkage van bijtende stoffen, brand, elektrische schokken of een explosie met ernstig letsel als gevolg. Probeer de batterijen niet te demonteren, te wijzigen of te verhitten. Er bestaat een grote kans op letsel door een explosie.
Lees dit eerst AANWIJZINGEN Gebruik, plaats of bewaar de apparatuur niet op locaties die aan direct zonlicht of hoge temperaturen blootstaan, zoals het dashboard of de kofferruimte van een auto. Blootstelling aan veel zonlicht en warmte kunnen lekkage, oververhitting of explosie van de batterijen veroorzaken, wat tot brand kan leiden met brandwonden of ander letsel als gevolg. Door hoge temperaturen kan de behuizing van de camera vervormd raken.
Lees dit eerst Defecten voorkomen Vermijd sterke magnetische velden Plaats de camera nooit in de buurt van elektromotoren of andere apparatuur die sterke magnetische velden genereren. Blootstelling aan sterke magnetische velden kan leiden tot defecten of tot beschadigde opnamegegevens. Vermijd problemen door condensatie Het blootstellen van de apparatuur aan snel wisselende temperaturen kan condensatie (kleine waterdruppels) aan de binnen- en buitenkant veroorzaken.
Overzicht van de onderdelen Sluiterknop (p. 31) Knop voor opnamemodus ((p. 35)) Zoeker (p. 32) Microfoon (p. 73) AF-hulplicht (p. 33) Rode-ogenreductie (p. 39) Lampje zelfontspanner (p. 41) Flitser (p. 38) Klepje uitgang (p. 86) DIGITAL-uitgang* (p. 86) DC IN-uitgang (p. 109) Lens Lenskap (p. 23) * Gebruik een van de volgende kabels om de camera op een computer of printer aan te sluiten. • Computer: interfacekabel IFC-400PCU (meegeleverd bij de camera).
Overzicht van de onderdelen Knoopcelbatterijhouder (p. 105) Zoeker (p. 32) Oogje voor polsriem* CF-kaartsleuf/ Klepje batterijhouder (p. 15) Luidspreker Bevestigingspunt statief LCD-scherm (p. 26) * Wees voorzichtig wanneer u de camera bij de polsriem vasthoudt. Zwaai de camera niet heen en weer en zorg dat de riem en de camera nergens achter blijven haken of tegenaan botsen.
Overzicht van de onderdelen . FUNCTION (Functie) (p. 54)/ (Eén beeld wissen) Knop (p. 53) Knop DISPLAY (Weergave) (p. 26) Knop MENU (p. 55) Multifunctionele keuzeknop (p. 38, 40, 41, 65) (Lichtmeting) / , (Flitser)/ , (Continu) (Zelfontspanner)/ , (Macro)/ (Oneindig)/ Zoomknop (p. 31) Opnamen maken: (Groothoek)/ (Telelens) (p. 31) Afspelen: (Verkleinen)/ (Vergroten) (p. 47) (Voeding/Afspelen) (p. 23) Knop (Afdrukken/Delen) Knop SET De volgende bewerkingen zijn beschikbaar als u eenmaal op de knop drukt.
De camera voorbereiden De batterijen en de CF-kaart plaatsen 4 Plaats twee alkalinebatterijen van AA-formaat (meegeleverd bij de camera) of twee NiMHbatterijen van AA-formaat (los verkrijgbaar) en de CF-kaart in de camera. 1 2 (-) Minpool (+) Pluspool Sluit de lenskap en controleer of de camera is uitgeschakeld. Open het klepje van de CFkaartsleuf/batterijhouder. 5 3 Plaats de batterijen zoals op de afbeelding is weergegeven en sluit het klepje van de batterijruimte.
De camera voorbereiden Wanneer het lampje naast de zoeker groen knippert, is de camera bezig met het schrijven, lezen, wissen of verzenden van een opname naar of van de CF-kaart. Voer in dat geval geen van de volgende handelingen uit omdat opgenomen beelden hierdoor beschadigd kunnen raken. • De camera uitschakelen • De CF-kaartsleuf/batterijhouder openen • De camera heen en weer schudden Het is aan te raden gebruik te maken van CF-kaarten die in de camera zijn geformatteerd (p. 18).
De camera voorbereiden Wanneer u alkalinebatterijen gebruikt, kan de camera bij een lage temperatuur minder lang worden gebruikt. Bovendien is de levensduur van alkalinebatterijen doorgaans korter dan die van NiMH-batterijen. Als u de camera langdurig of bij koude weersomstandigheden gebruikt, wordt aanbevolen dat u een set van vier Canon AA-formaat NiMH-batterijen installeert (NB4-200, een batterijset van vier stuks).
De camera voorbereiden Gebruik nooit batterijen die er zo uitzien. Batterijen waarvan het omhulsel (elektrische isolatie) geheel of gedeeltelijk loszit. De positieve elektrode (pluspool) is plat. Een CF-kaart formatteren Wanneer u een nieuwe CF-kaart in gebruik neemt, of niet alleen de beelden op een CF-kaart maar ook andere gegevens wilt wissen, moet u de kaart altijd formatteren.
De camera voorbereiden 3 4 Selecteer (Formatteren) met of en druk op de knop SET. Selecteer [OK] met of en druk vervolgens op de knop SET. Als u in plaats daarvan het formatteren wilt annuleren, selecteert u [Stop] en drukt u op de knop SET. De capaciteit van de CF-kaart die wordt weergegeven na het formatteren, is lager dan de geschatte capaciteit van de CF-kaart. Dit duidt niet op een storing in de CF-kaart of de camera. 5 Druk op de knop MENU.
De camera voorbereiden temperatuursveranderingen te laten wennen voordat u de kaart weer uit de tas haalt. Als er sprake is van condensatie op een CF-kaart, bewaar de kaart dan bij kamertemperatuur totdat de waterdruppeltjes vanzelf zijn verdampt. Gebruik de CF-kaarthoes om de CF-kaart te bewaren. Gebruik of bewaar CF-kaarten niet onder de volgende omstandigheden.
De camera voorbereiden 4 Stel de datum en tijd in. Met de knop of kunt u de waarde van het geselecteerde veld wijzigen. Druk op of om de datum en de tijd in te stellen. De datum kan worden ingesteld tot het jaar 2030. 5 6 De taal instellen U kunt de taal instellen waarin de menu's en berichten op het LCD-scherm worden weergegeven. 1 2 Druk op de knop SET. Druk op de knop MENU. Als u de datum en tijd instelt, betekent dat niet dat een datum-/tijdmarkering op de beelden wordt weergegeven.
De camera voorbereiden 4 Selecteer een taal met , , of en druk vervolgens op de knop SET. Als u op de knop MENU drukt in plaats van op de knop SET, verschijnt het instellingenmenu weer zonder dat de taalinstelling wordt gewijzigd. 5 Druk op de knop MENU. Bediening met sneltoetsen Het menu Taal kan in de modus Afspelen ook worden weergegeven door de knop SET ingedrukt te houden en op de knop MENU te drukken.
Basisfuncties De camera in- en uitschakelen Opnamemodus 1 Open de lenskap. Als u de lenskap verder naar 'open' schuift, wordt de camera ingeschakeld. Het lampje naast de zoeker gaat groen knipperen. Sluit de lenskap om de camera uit te schakelen. Openen Sluiten Modus Afspelen 1 Het lampje naast de zoeker knippert groen en de camera wordt ingeschakeld in de modus Afspelen. Druk op de knop totdat het beeld op het LCD-scherm wordt weergegeven.
Basisfuncties Energiebesparingsfunctie Deze camera is voorzien van een energiebesparingsfunctie. Afhankelijk van de energiebesparingsinstelling kan de camera zichzelf uitschakelen of kan het LCD-scherm automatisch uitgaan. Automatisch Uit [Aan] Opnamemodus: Schakelt uit ongeveer 3 minuten na de laatste keer dat de camera is bediend. Modus Afspelen: Schakelt uit ongeveer 5 minuten na de laatste keer dat de camera is bediend.
Basisfuncties Schakelen tussen de opname- en de afspeelmodus U kunt snel schakelen tussen de opname- en afspeelmodi. Dit is handig als u weer opnamen wilt maken nadat u een opname hebt gecontroleerd of verwijderd direct nadat deze is gemaakt. In de opnamemodus 1 Druk op de knop . De camera schakelt over naar de modus Afspelen. Druk nogmaals op de knop of druk de sluiterknop half in om terug te keren naar de opnamemodus. In de modus Afspelen 1 Open de lenskap.
Basisfuncties Het LCD-scherm gebruiken Gebruik het LCD-scherm voor het maken en bekijken van beelden, voor menubewerkingen en voor het afspelen van opnamen. Als u op de knop DISP. drukt, wordt telkens een andere modus weergegeven op het LCD-scherm. Opnamemodus De knop DISP. Standaard (Geen informatie) Gedetailleerd (Informatieweergave) AF-kader Spotmetingkader De knop DISP. Geen weergave Resterende opnamen of resterende filmtijd/ Verstreken tijd (opnamemodus) (sec.) De knop DISP.
Basisfuncties Opnamemodus (p. 35) Belichtingscompensatie (p. 65) Witbalans (p. 66) ISO-waarde (p. 69) Foto-effect (p. 70) Compressie (p. 36) Resolutie (p. 36) Flitser (p. 38) Macro/Oneindig (p. 40) Opnamemethode (p. 41) Lichtmeetmethode (p. 65) Filmmodus (Rood) (p. 45) Instelling voor digitale zoom* (p. 31) Waarschuwingsbericht: camera wordt bewogen (p. 29) Batterij bijna leeg (p.
Basisfuncties Modus Afspelen Standaard Bestandsnummer De knop DISP. De knop DISP. Geen weergave Opnamen maken Datum/Tijd Beeldnummer en Totaal (Beeld weergeven/ Totaal) De knop DISP. Compressie Resolutie Geluidsmemo in WAVEbestandsindeling Film Beveiligingsstatus 28 Gedetailleerd* Histogram Filmlengte * Gedetailleerde weergave is niet beschikbaar bij indexweergave (9 beelden).
Basisfuncties Opnamemodus (p. 35) Belichtingscompensatie (p. 65) Witbalans (p. 66) ISO-waarde (p. 69) Foto-effect (p. 70) Resolutie (film) (p. 36) Flitser (p. 38) Lichtmeetmethode (p. 65) Macro/Oneindig (p. 40) Behalve de gegevens hierboven worden het histogram en de opgenomen filmtijd weergegeven. De volgende informatie kan worden weergegeven, afhankelijk van het beeld. Er is een ander audiobestand dan een WAVEbestand, of een bestand met onbekende indeling toegevoegd.
Basisfuncties Nadat u een foto hebt genomen door de sluiterknop geheel in te drukken, verschijnt het beeld ongeveer drie seconden op het LCD-scherm (of de weergaveduur die u hebt ingesteld van 3 tot 10 seconden). Als u de knop SET indrukt terwijl het beeld wordt weergegeven, blijft dit op het scherm staan (p. 34). Zolang een opgenomen beeld wordt weergegeven op het LCD-scherm, kunt u de belichting controleren aan de hand van de grafiek (zie Het histogram).
Opnamen maken - Basisfuncties U kunt de digitale zoom instellen op [Uit] (p. 57). Het beeld wordt grover weergegeven als de digitale zoom is ingeschakeld. Het daadwerkelijk opgenomen beeld is niet zo korrelig als dit op het LCD-scherm verschijnt. Zie Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 128) aan het eind van deze handleiding om te zien welke instellingen kunnen worden gewijzigd in welke opnamemodi. Automodus Bij deze modus hoeft u alleen maar op de sluiterknop te drukken.
Opnamen maken - Basisfuncties Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 128). Met de weergavefunctie kunt u aangeven hoeveel seconden de beelden op het LCDscherm worden weergegeven nadat u een opname hebt gemaakt. U kunt ook aangeven dat de opnamen niet worden weergegeven (p. 34). Als het oranje of gele lampje knippert terwijl u de knop half indrukt, kunt u de knop ook nog helemaal indrukken om de opname te maken.
Opnamen maken - Basisfuncties van de zoeker, het bereik dat zichtbaar is in de zoeker daadwerkelijk verschillen van het werkelijk opgenomen beeld. Hoe dichter het onderwerp zich bij de lens bevindt, hoe opvallender het verschil wordt. In sommige gevallen worden gedeelten van beelden die van dichtbij zijn opgenomen en te zien zijn in de zoeker, niet weergegeven in het opgenomen beeld. Bij het fotograferen in de modus Macro is het aan te raden om gebruik te maken van het LCD-scherm (p. 40).
Opnamen maken - Basisfuncties Opnamen meteen weergeven Nadat een foto is genomen, wordt het beeld gedurende drie seconden op het LCDscherm weergegeven. Bovendien blijft het beeld op het scherm staan, ongeacht de ingestelde weergaveduur, als een van de volgende handelingen wordt uitgevoerd. De sluiterknop wordt helemaal ingedrukt gehouden De knop wordt ingedrukt terwijl het beeld wordt weergegeven Als u het beeld niet meer wilt weergeven, drukt u de sluiterknop half in.
Opnamen maken - Basisfuncties Als u de sluiterknop ingedrukt houdt, blijft het beeld zichtbaar, ongeacht de instelling voor de weergave. U kunt een nieuwe opname maken terwijl de vorige nog wordt weergegeven. De opnamemodus selecteren Op deze camera zijn de volgende modi beschikbaar. Auto Handmatig Stitch Hulp Film De meeste instellingen worden automatisch door de camera bepaald. U kunt handmatig de belichting, witbalans en andere instellingen bepalen voordat u een opname maakt.
Opnamen maken - Basisfuncties , 1 2 , of De resolutie en de compressie wijzigen selecteren Stel de knop voor de opnamemodus in op op de knop SET. en druk Opnamemodus U kunt de resolutie en de compressie naar wens wijzigen. Bij films is dit niet mogelijk. Selecteer de opnamemodus met of en druk op de knop SET. Resolutie L (Groot) Stel de opnamemodus in op Hierdoor wordt de filmmodus geactiveerd.
Opnamen maken - Basisfuncties Compressie Doel Hoge Beelden opnemen met Superfijn kwaliteit een hogere kwaliteit Beelden opnemen met Fijn een gewone kwaliteit Meer beelden Normaal Normaal opnemen 1 2 Druk op de knop FUNC. Selecteer * of met of . * De huidige instelling wordt weergegeven. Compressie Films kunnen worden opgenomen met de volgende resoluties. Resolutie * 3 640 x 480 pixels 320 x 240 pixels 160 x 120 pixels 4 Selecteer de gewenste compressie of resolutie met of .
Opnamen maken - Basisfuncties De flitser gebruiken 1 Opnamemodus Gebruik de flitser volgens de onderstaande richtlijnen. Automatisch met rodeogenreductie Auto De flitser wordt automatisch gebruikt op basis van het lichtniveau, en het rodeogenreductielampje wordt geactiveerd elke keer dat de flitser wordt gebruikt. De flitser wordt automatisch gebruikt op basis van het lichtniveau. Flitser Aan De flitser wordt gebruikt. Flitser Uit De flitser wordt niet gebruikt.
Opnamen maken - Basisfuncties Als de flitser wordt gebruikt in de macromodus, wordt het licht mogelijk niet goed geregeld. Stel in dat geval een hogere ISO-waarde in of gebruik in plaats van de flitser een andere belichtingsbron. Wanneer u opnamen maakt met een hoge ISO-waarde en daarbij de flitser gebruikt, is de kans op overbelichting groot als het onderwerp zich dichtbij bevindt.
Opnamen maken - Basisfuncties Vraag het onderwerp recht in het lampje te kijken. U kunt nog betere resultaten behalen door de belichting binnenskamers te versterken of door dichter bij het onderwerp te gaan staan. *Het effect wordt nog vergroot doordat de sluiter pas wordt geactiveerd na ongeveer 1 seconde nadat de rode-ogenreductielamp heeft geflitst, zelfs als de sluiterknop helemaal wordt ingedrukt. Als u wilt dat de sluiter sneller reageert, stelt u de flitser in op , of .
Opnamen maken - Basisfuncties Gebruik het LCD-scherm voor opnamen in de macromodus. In de macromodus verschijnen onderwerpen die wel in het kader van de zoeker worden weergegeven, mogelijk niet volledig op de uiteindelijke opname (p. 32). Het gebied dat u kunt vastleggen bij de kortste brandpuntsafstand, is ongeveer 56 x 42 mm. zelfontspanner piepjes horen. Twee seconden voordat de sluiter wordt geactiveerd, gaat dit lampje sneller knipperen.
Opnamen maken - Basisfuncties 2 3 Druk de sluiterknop half in om de focus vast te zetten. Druk de sluiterknop helemaal in om opnamen te maken. De opnamen stoppen wanneer u de sluiterknop loslaat. De opnamesnelheid is ongeveer 2,2 frames per seconde (Groot/Fijn, LCD-scherm uit). (Deze cijfers zijn gebaseerd op de standaardtests die door Canon worden uitgevoerd. De werkelijke cijfers zijn afhankelijk van de opnameomstandigheden en -instellingen.
Opnamen maken - Basisfuncties Zorg dat de helderheid in elk beeld consistent is. Het uiteindelijke beeld zal onnatuurlijk lijken bij een te groot verschil in helderheid. Laat de camera meedraaien (pannen) tijdens het maken van de achtereenvolgende opnamen. Als u close-ups wilt maken, schuift u de camera over het onderwerp. Houd de camera tijdens het bewegen op één lijn met het onderwerp. U kunt de beelden op een computer samenvoegen met PhotoStitch, een van de meegeleverde programma's.
Opnamen maken - Basisfuncties 3 Maak de compositie en de opname van het tweede beeld zodanig dat deze het eerste beeld overlapt. Reeks Kleine afwijkingen in de overlapping kunnen worden gecorrigeerd met de software. Een beeld kan opnieuw worden genomen. Druk op of om terug te keren naar dat frame. 4 Gebruik dezelfde procedures voor het opnemen van de resterende frames. Er kunnen maximaal 26 beelden, zowel horizontaal als verticaal, worden opgenomen.
Opnamen maken - Basisfuncties De modus Film Opnamemodus Gebruik deze modus als u films wilt maken. De resolutie kan worden ingesteld op [ (640 x 480)], [ (320 x 240)] of [ (160 x 120)] (p. 36). 1 Stel de opnamemodus in op . Het LCD-scherm wordt ingeschakeld en geeft de maximale opnametijd weer (in seconden). 2 Druk de sluiterknop helemaal in. Het opnemen van de beelden en het geluid wordt gelijktijdig gestart. Tijdens de opname verschijnt een rode cirkel rechtsboven in het LCD-scherm.
Opnamen maken - Basisfuncties Hoewel de opnametijd wellicht niet correct wordt weergegeven tijdens het opnemen, wordt de film wel correct op de CF-kaart opgenomen. De opnametijd wordt correct weergegeven als u de CF-kaart formatteert in deze camera (met uitzondering van CF-kaarten die langzaam opnemen). Let erop dat u de microfoon niet aanraakt tijdens een opname. De instellingen voor AE, AF, witbalans en zoom worden gekoppeld aan de instellingen van het eerste frame.
Afspelen - Basisfuncties Beelden een voor een weergeven (Enkelvoudige weergave) U kunt de opgenomen beelden bekijken op het LCD-scherm. 1 Druk op de knop . Het laatst opgenomen beeld wordt weergegeven (Enkelvoudige weergave). 2 Druk op of om een ander beeld weer te geven. Gebruik om naar het vorige beeld te gaan en om naar het volgende beeld te gaan. Door of ingedrukt te houden, kunt u sneller tussen de beelden schakelen, maar de beelden worden dan niet zo duidelijk weergegeven.
Afspelen - Basisfuncties Beelden weergeven in series van negen (Indexweergave) Er kunnen maximaal negen beelden tegelijk worden weergegeven in de indexweergave. 1 2 Druk op de knop Druk op de knop . . Negen beelden worden tegelijk weergegeven (Indexweergave). 3 Druk op , , of om het gewenste beeld te selecteren. Als u in deze rij op drukt, wordt de vorige serie van 9 beelden weergegeven. Film Geselecteerd Als u in deze rij op drukt wordt de volgende serie van 9 beelden weergegeven.
Afspelen - Basisfuncties Schakelen tussen opnamen Films weergeven/bewerken In de indexweergave kan de weergave 9 beelden vooruit of achteruit worden gezet. Films weergeven 1 Druk op de knop in de indexweergave (p. 48). 2 De beeldselectie wijzigen. Ga 9 beelden achteruit of vooruit met of . Houd de knop SET ingedrukt en druk op of om naar het eerste of laatste beeld te gaan. 3 Druk op de knop 1 Druk op de knop . Films kunnen niet worden weergegeven in de indexweergave.
Afspelen - Basisfuncties Wanneer het afspelen van een film is beëindigd, wordt het laatste frame weergegeven. Als u nu op de knop SET drukt, keert de camera terug naar het venster voor filmweergave. Als u nogmaals op de knop SET drukt, wordt de film opnieuw vanaf het eerste frame weergegeven. Als u een film afspeelt op een computer met onvoldoende systeembronnen, is het mogelijk dat er problemen optreden met de frames of het geluid.
Afspelen - Basisfuncties 2 Selecteer (Bewerken) met of en druk op de knop SET. 4 Het scherm voor het bewerken van de film wordt weergegeven, met de werkbalk onderaan. 3 Selecteer de bewerkingsmethode met of . Venster voor filmbewerking Filmbewerkingsbalk (snijden begin): Beelden uit de eerste helft van de film verwijderen (snijden eind): Beelden uit de tweede helft van de film verwijderen (uit): Terug naar het venster voor filmweergave 5 Selecteer de bewerkingspositie met of .
Afspelen - Basisfuncties 7 Selecteer [Overschrijven] of [Nieuw bestand] met of en druk op de knop SET. [Overschrijven]: De bewerkte film wordt met dezelfde bestandsnaam opgeslagen. De oorspronkelijke gegevens gaan verloren. [Nieuw bestand]: De bewerkte film wordt opgeslagen met een nieuwe bestandsnaam. De oorspronkelijke gegevens worden niet overschreven. Als er niet voldoende ruimte op de CF-kaart over is, is alleen de optie Overschrijven beschikbaar. U ziet dan op de teller in de bewerkingsbalk.
Wissen Denk eraan dat gewiste beelden niet meer teruggehaald kunnen worden. Zorg ervoor dat u geen beelden per ongeluk wist. Alle beelden wissen 1 Eén beeld wissen 1 2 Druk op de knop . Druk op of om het beeld te selecteren dat u wilt wissen en druk vervolgens op de knop . Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven. 3 Druk op de knop of om [Wissen] te selecteren en druk vervolgens op de knop SET.
58 Opnamen maken - Geavanceerde functies Menu's en instellingen selecteren Instellingen selecteren door op de knop FUNC. te drukken (alleen opnamemodus) 2. FUNC. 3. Druk op of om een menuoptie te selecteren en druk vervolgens op of om de gewenste instellingen te selecteren. Belichtingscompensatie (±0)(p. 65) Compressie ( Resolutie ( 1 2 3 4 5 54 Open de lenskap om de camera in te schakelen. Druk op de knop FUNC. Selecteer een optie uit het menu FUNC.
Opnamen maken - Geavanceerde functies Instellingen selecteren door op de knop MENU te drukken 1 2 Druk op de knop MENU. Druk op of om te schakelen tussen de menu's. U kunt ook schakelen tussen menu's met behulp van de zoomknop. 3 4 OPNAME Menu Opname KEUZE 5 Menu Keuze Druk op of om een menuoptie te selecteren. Druk op of om de gewenste instellingen te selecteren. Druk op de knop MENU. Menu Instellen Menu Mijn camera Als er puntjes ([...
Opnamen maken - Geavanceerde functies Afhankelijk van de opnamemodus zijn sommige menuopties mogelijk niet beschikbaar (p. 128). U kunt een gewenst beeld en geluid toepassen op en in het menu Mijn camera. Zie het gedeelte Mijn camerainstellingen opslaan (p. 94) of de Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software] voor meer informatie.
Opnamen maken - Geavanceerde functies Menu-instellingen en standaardinstellingen Menu Opname Menuonderdelen AiAF Zelfontspanner AF-hulplicht Digitale zoom Weergave Instellingen * Standaardinstellingen Referentiepagina Hiermee kunt u de optie AiAf inschakelen (het AF-kader wordt automatisch geselecteerd wanneer u een opname maakt) of uitschakelen (het AF-kader wordt ingesteld op het middelste kader).
Opnamen maken - Geavanceerde functies Menu Keuze Menuonderdelen Referentiepagina Instellingen Beveilig Hiermee beveiligt u beelden, zodat ze niet per ongeluk worden gewist. 75 Roteren Hiermee roteert u beelden op het scherm 90 tot 270 graden (met de wijzers van de klok mee). 72 Geluids memo Hiermee kunt u een geluidsmemo toevoegen aan een beeld. 73 Alles wissen Hiermee wist u alle opnamen op de CF-kaart (met uitzondering van beveiligde beelden).
Opnamen maken - Geavanceerde functies Volume Hiermee wijzigt u het volume van het opstartgeluid, het werkingsgeluid, het geluid van de zelfontspanner en de sluiter of het afspeelgeluid. Het volume kan niet worden gewijzigd als [Mute] is ingesteld op [Aan]. • (Uit) / (1) / (2)* / (3) / (4) / (5) Opstart volume Hiermee wijzigt u het volume van het opstartgeluid dat weerklinkt wanneer de camera wordt ingeschakeld.
Opnamen maken - Geavanceerde functies Spaarstand Datum/Tijd Formatteren File No. Reset Taal 60 U kunt de instellingen voor de functies Automatisch uit en Display uit instellen door op de knop SET te drukken. Automatisch Uit Hiermee bepaalt u of de camera automatisch wordt uitgeschakeld wanneer u de camera gedurende een bepaalde tijd niet gebruikt. • Aan* / Uit Display uit Hiermee geeft u aan hoe lang het duurt voordat het LCD-scherm wordt uitgeschakeld wanneer de camera niet wordt bediend. • 10 sec.
Opnamen maken - Geavanceerde functies De camera-instellingen aanpassen (Mijn camera-instellingen) Op deze camera kunt u het thema, het opstartbeeld en -geluid, het sluitergeluid, het werkingsgeluid en het geluid van de zelfontspanner selecteren. Dit zijn de Mijn camera-instellingen. U kunt de opties en voor elk onderdeel ook aanpassen met beelden vanaf de CF-kaart, en met nieuw opgenomen geluiden of door middel van de meegeleverde software.
Opnamen maken - Geavanceerde functies De standaardwaarden herstellen U kunt de standaardwaarden herstellen voor alle menu-instellingen en knophandelingen. 1 Zet de camera aan. Kan worden uitgevoerd in de opnamemodus of de modus Afspelen. 2 Houd de knop MENU gedurende 5 seconden ingedrukt. Op het LCD-scherm verschijnt de vraag of u de standaardwaarde wilt herstellen. 3 Druk op de knop of om [OK] te selecteren. Druk daarna op de knop SET. Aan de rechterkant verschijnt een scherm.
Opnamen maken - Geavanceerde functies Lastige onderwerpen fotograferen met autofocus Opnamemodus De volgende onderwerpen zijn moeilijk te fotograferen met autofocus. Zet in dergelijke situaties de focus vast.
Opnamen maken - Geavanceerde functies Schakelen tussen de focusinstellingen Opnamemodus U kunt de selectiemethode voor het AF-kader (autofocuskader) zelf instellen. Het AF-kader verschijnt wanneer het LCD-scherm wordt ingeschakeld (p. 26). Aan (Automatische selectie) Uit de vijf AF-kaders selecteert de camera aan de hand van de opnameomstandigheden automatisch het AF-kader waarop wordt scherpgesteld. Uit (Selectie van middengedeelte) Stelt scherp op het middelste AF-kader.
Opnamen maken - Geavanceerde functies Schakelen tussen lichtmeetmethoden De belichting instellen Opnamemodus Deelmeting Deze methode is geschikt voor alle standaardsituaties, inclusief situaties met tegenlicht. De camera verdeelt beelden in verschillende zones en meet het licht.
Opnamen maken - Geavanceerde functies Als het LCD-scherm is ingeschakeld, kunt u controleren of de compensatie naar wens is door het beeld op het LCD-scherm te bekijken. Meteen na het selecteren van de instellingen kunt u een opname maken door de sluiterknop in te drukken. Na de opname verschijnt het menu weer, zodat u de instellingen gemakkelijk kunt wijzigen, indien gewenst. 3 Druk op de knop FUNC. U kunt de belichtingscompensatie annuleren door de instelling weer op 0 te zetten met of .
Opnamen maken - Geavanceerde functies TL-licht H Aangepast 1 Selecteer FUNC. Gebruik deze optie wanneer u opnamen maakt bij fluorescentielampen met daglicht of TL-verlichting met daglicht waarbij het TL-licht bestaat uit 3 golflengten. Gebruik deze optie om een waarde in te stellen met behulp van bijvoorbeeld een vel wit papier, om de optimale witbalans in de gegeven omstandigheden te verkrijgen. * (Auto) in het menu Als het LCD-scherm aan is, kunt u de instelling op het scherm weergeven.
Opnamen maken - Geavanceerde functies Zelf de witbalans instellen U kunt een aangepaste witbalans instellen om de optimale instelling te verkrijgen voor bepaalde opnameomstandigheden. U doet dit door de camera een onderwerp te laten evalueren, bijvoorbeeld een stuk wit papier, witte stof of een fotografische grijskaart. In de volgende drie situaties kan de witbalans wellicht niet correct worden gewijzigd in de modus (Auto).
Opnamen maken - Geavanceerde functies Aangezien de gegevens voor de witbalans niet kunnen worden gelezen in de modus en , moet u de witbalans in een andere opnamemodus instellen. Maak de opname met dezelfde instellingen als bij het lezen van de witbalansgegevens. Als de instellingen hiervan afwijken, kan de optimale witbalans wellicht niet worden ingesteld. Wijzig met name het volgende niet. Flitser • Het is aan te raden om de flitser op Aan of Uit te zetten.
Opnamen maken - Geavanceerde functies Bij een hogere ISO-waarde wordt het beeld eerder korrelig. Als u een scherpe opname wilt maken, moet u de ISO-waarde zo klein mogelijk houden. Met de instelling AUTO wordt de optimale snelheid geselecteerd. Hiermee wordt de snelheid automatisch verhoogd wanneer het licht van de flitser onvoldoende is om het onderwerp te belichten. Het foto-effect wijzigen Opnamemodus U kunt opnamen maken met verschillende foto-effecten.
Opnamen maken - Geavanceerde functies 2 Gebruik of om het foto-effect te selecteren. Als het LCD-scherm is ingeschakeld, kunt u het resultaat van het fotoeffect controleren aan de hand van het beeld op het scherm. U kunt hierna meteen een opname maken door op de sluiterknop te drukken. Het menu komt na de opname weer in beeld, zodat u de instellingen kunt wijzigen. 3 Druk op de knop FUNC.
Afspelen - Geavanceerde functies Opnamen roteren op het beeldscherm U kunt een beeld 90° of 270° met de klok mee draaien op het LCD-scherm. 0° (origineel) 1 90° 270° Selecteer (Roteren) in het menu [ (Keuze)]. Zie Menu's en instellingen selecteren (p. 55). 2 Druk op of om het gewenste beeld te selecteren en druk vervolgens op de knop SET. Druk op de knop SET om het beeld 90° en vervolgens 270° te roteren. Als u nog een keer op deze knop drukt, ziet u de oorspronkelijke weergave.
Afspelen - Geavanceerde functies Geluidsmemo's toevoegen aan beelden In de weergavemodus (enkelvoudige weergave, indexweergave en vergrote weergave) kunt u geluidsmemo's met de maximale duur van 60 seconden aan beelden toevoegen. De geluidsgegevens worden opgeslagen in WAVE-indeling. 1 Selecteer (Geluids memo) in het menu [ (Keuze)]. Zie Menu's en instellingen selecteren (p. 55). verschijnt. 2 Gebruik of om het beeld te selecteren waaraan u de geluidsmemo wilt toevoegen en druk op de knop SET.
Afspelen - Geavanceerde functies Geluidsmemo's kunnen niet worden toegevoegd aan films. Het is niet mogelijk om geluidsmemo's op te nemen of weer te geven voor beelden waaraan eerder al een incompatibel geluidsbestand is toegevoegd. Als u dergelijke beelden probeert op te nemen of af te spelen, wordt het bericht 'Onjuist WAVE formaat' weergegeven. Incompatibele geluidsbestanden kunnen met deze camera worden verwijderd. Geluidsmemo's bij beveiligde beelden kunnen niet worden verwijderd (p. 75).
Afspelen - Geavanceerde functies De weergavetijd van de beelden kan variëren. De weergavetijd van filmbeelden is even lang als de opnametijd. De energiebesparingsfunctie (p. 24) is uitgeschakeld tijdens het automatisch afspelen. 3 Beelden beveiligen Gebruik de beveiligingsoptie om belangrijke opnamen te beschermen tegen per ongeluk wissen. 1 In het menu [ (Keuze)] selecteert u (Beveilig). Zie Menu's en instellingen selecteren (p. 55).
Diverse functies Afdrukken U kunt beelden die met deze camera zijn genomen, op een van de volgende manieren afdrukken. - Sluit de camera met behulp van één kabel aan op een printer die de functie voor rechtstreeks afdrukken*1 ondersteunt en druk op de Printers met de functie voor knop op de camera. rechtstreeks afdrukken - Selecteer beelden en geef het aantal exemplaren op de camera op (DPOF*2-afdrukinstellingen) voordat u de beelden (CF-kaart) verzendt naar een fotoservice die DPOF ondersteunt.
Raadpleeg het Systeemschema dat is meegeleverd bij de camera voor informatie over printers die de functie voor rechtstreeks afdrukken ondersteunen (CP-serie of Bubble Jet Printers). Printers met de functie voor rechtstreeks afdrukken Sluit de camera aan op een printer Stel de afdrukopties in (niet de DPOF-afdrukinstellingen) Start het afdrukken Afdrukinstructies vindt u in de Gebruikershandleiding voor Direct Print (wordt afzonderlijk geleverd).
Diverse functies DPOF-afdrukinstellingen Beelden selecteren om af te drukken Met de camera kunt u vooraf aangeven welke beelden op een CF-kaart u wilt afdrukken en hoeveel exemplaren. Dit is vooral handig wanneer u de beelden laat afdrukken bij een fotoservice die DPOF ondersteunt, of wanneer u zelf afdrukken maakt op een printer met de functie voor rechtstreeks afdrukken. Raadpleeg de Gebruikershandleiding voor Direct Print voor instructies over het selecteren van afdrukinstellingen vanaf de printer.
Diverse functies Wanneer het afdruktype (p. 80) is ingesteld op [Index], selecteert u een beeld met of . Vervolgens kunt u beelden markeren of de markering van beelden verwijderen met of . Er wordt een vinkje op het gemarkeerde beeld weergegeven. Druk op om terug te gaan naar de indexweergave. U kunt dezelfde procedures gebruiken voor het selecteren van beelden in de indexweergave (3 beelden). Alle beelden op een CF-kaart Druk op om naar de indexweergave (3 beelden) te gaan.
Diverse functies De afdrukmethode instellen U kunt de afdrukmethode als volgt instellen. Afdruktype Datum File No. 1 Standaard Een beeld per vel afdrukken. Indexprints afdrukken Index (meerdere kleine beelden per pagina). Geselecteerde beelden , Beide zowel standaard als in een index afdrukken. De datum opnemen op de afdruk. Het bestandsnummer opnemen op de afdruk. Selecteer (Print Opties) in het menu [ (Keuze)] en druk op de knop SET. 3 4 Selecteer (Datum) of (Afdruktype), (File No.
Diverse functies 5 Druk op de knop MENU. Het menu Instellen wordt afgesloten en het menu Print Opties verschijnt weer. Als u [Index] hebt gekozen als afdrukmethode, kunt u de opties [Datum] en [File No.] niet tegelijkertijd op [Aan] instellen. Als u bij CP-printers [Beide] hebt gekozen als afdruktype, kunt u voor zowel [Datum] als [File No.] [Aan] instellen. Op indexprints worden echter alleen de bestandsnummers afgedrukt.
Diverse functies Instellingen voor beeldoverdracht (DPOF-overdrachtsvolgorde) U kunt op de camera instellingen opgeven voordat u beelden naar een computer overbrengt. Raadpleeg de Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camerasoftware] voor instructies voor het overbrengen van beelden naar de computer. U kunt deze functie niet gebruiken om meerdere beelden tegelijk over te brengen naar een Mac OS X-computer.
Diverse functies Alle beelden op de CF-kaart tegelijk selecteren Ga naar de indexweergave (een serie van 3 beelden) door op te drukken. Beelden downloaden naar een computer Druk op de knop SET, selecteer [Markeer alles] met of en druk vervolgens nogmaals op de knop SET om alle beelden te markeren. Als u [Wis alles] selecteert in plaats van [Markeer alles], kunt u de markeringen van alle beelden verwijderen.
Diverse functies Windows XP Mac OS X Bij deze methode downloadt u beelden met behulp van computeropdrachten zonder dat u software installeert. Zie De camera aansluiten op een computer (hieronder) ('Installeren van software niet vereist') en De camera aansluiten op een computer voor het downloaden van beelden zonder software te installeren (p. 90). Rechtstreeks downloaden vanaf een CF-kaart Bij deze methode kunt u beelden downloaden met behulp van een kaartadapter of kaartlezer.
Diverse functies Weergave 800 x 600 pixels/Hoge kleuren (16 bits) of beter is vereist 1024 x 768 pixels of beter aanbevolen Macintosh Besturingssysteem Mac OS 9.0 - 9.2, Mac OS X (v10.1/v10.2) Computermodel Het bovenstaande besturingssysteem moet zijn geïnstalleerd op computers met ingebouwde USB-poorten. CPU PowerPC RAM Mac OS 9.0 - 9.2: 64 MB of meer toepassingsgeheugen Mac OS X (v10.1/v10.
Diverse functies Gebruik van een met USB 2.0 compatibele aansluiting valt niet onder de garantie. 1 -uitgang 1. Open het klepje van de uitgang met uw duimnagel. Installeer de driver en de software die zich op de Canon Digital Camera Solution Disk bevinden (alleen de eerste keer). 2. Duw de connector naar binnen tot u een klik hoort. Raadpleeg de Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software] voor de installatieprocedures.
Diverse functies 4 Selecteer [Canon CameraWindow] (Canon-cameravenster) in het dialoogvenster dat op de computer verschijnt en klik op [OK] (alleen de eerste keer). 5 Klik op [Set] (Instellen) in het venster [CameraWindow - Set Auto-Launch] (Cameravenster - Automatisch starten instellen) (alleen de eerste keer). Het venster Download Image (Beeld downloaden) verschijnt.
Diverse functies De software en de computer gebruiken voor het downloaden van beelden: Zie de Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software]. De camera gebruiken voor het downloaden van beelden (functie Verplaats): Zie Beelden downloaden met de opdracht Verplaats (hieronder). 88 Beelden downloaden met de opdracht Verplaats Gebruik deze methode als u beelden wilt downloaden vanaf de camera.
Diverse functies Wallpaper 1 Eén beeld overbrengen en opslaan op de computer terwijl u dit bekijkt en selecteert. De overgebrachte beelden worden op de desktopcomputer weergegeven. Controleer of het menu Verplaats wordt weergegeven op het LCD-scherm van de camera. Het menu Verplaats De knop licht blauw op. Druk op de knop MENU als het menu Verplaats niet wordt weergegeven. Als u het overbrengen wilt stoppen, drukt u op de knop SET.
Diverse functies Alleen beelden met JPEG-indeling kunnen als wallpaper voor de computer worden gebruikt. De optie die is geselecteerd met de knop blijft behouden, ook wanneer de camera wordt uitgeschakeld. De vorige instelling is van kracht als u het menu Verplaats opnieuw opent. Het scherm voor beeldselectie verschijnt meteen wanneer de optie [Select & verplaats] of [Wallpaper] als laatste is geselecteerd.
Diverse functies Rechtstreeks downloaden vanaf een CF-kaart 1 Haal de CF-kaart uit de camera en plaats de kaart in een CF-kaartlezer die is aangesloten op een computer. 2 Dubbelklik op het pictogram van het station met de CF-kaart. Afhankelijk van het besturingssysteem wordt automatisch een venster geopend. 3 Kopieer beelden van de kaart naar een map naar keuze op de vaste schijf.
Diverse functies Bestandsnummer opnieuw instellen Selecteer de methode voor het instellen van het bestandsnummer. Aan Uit 1 Als u een nieuwe (ongebruikte) CF-kaart installeert, begint de camera de bestanden opnieuw te nummeren vanaf 100-0001. Als u een kaart plaatst die al opnamen bevat, gaat de nummering verder bij het eerstvolgende vrije nummer. De camera onthoudt het laatste bestandsnummer en nummert verder waar deze gebleven was als u een nieuwe CF-kaart plaatst. Selecteer (File No.
Diverse functies Maximum aantal bestanden per map Elke map bevat gewoonlijk maximaal 100 beelden. Aangezien beelden die in de modus Continu of Stitch Hulp zijn opgenomen, echter altijd in dezelfde map worden opgeslagen, kunnen er meer dan 100 beelden in een map terechtkomen. Het aantal beelden per map kan 100 ook overschrijden wanneer een map beelden bevat die van een computer zijn gekopieerd of die zijn opgenomen met een andere camera.
Diverse functies 3 4 Selecteer de gewenste inhoud met of . Druk op de knop MENU. Als u op de knop drukt, wordt het menu afgesloten en worden de instellingen van kracht. In de opnamemodus sluit u het menu af door de sluiterknop half in te drukken. Als u in stap 3 [Thema] kiest, kunt u hetzelfde thema gebruiken voor alle instellingen van Mijn camera.
Diverse functies 2 3 5 Druk op de knop MENU. Het menu [ (Keuze)] wordt weergegeven. Selecteer [ (Mijn camera)] met of en selecteer vervolgens de menuoptie die u wilt opslaan met of . Druk op de knop DISP. Een beeld wordt weergegeven. Opstartbeeld: ga naar stap 6a, 7a Opstartgeluid, sluitergeluid, werkingsgeluid en geluid zelfontspanner: ga naar stap 6b, 7b 6a Selecteer het beeld dat u wilt opslaan met of . 7a Druk op de knop SET. 4 Selecteer of met of . verschijnt.
Diverse functies 6a Selecteer (Opnemen) met en druk op de knop SET. of Het opnemen begint. Het opnemen stopt wanneer de tijd is verstreken. Opstartgeluid: 1 seconde Werkingsgeluid: 0,3 seconden Geluid zelfontspanner: 2 seconden Sluitergeluid: 0,3 seconden 7a Selecteer of 8 96 . (Registreren) met Selecteer OK met of en druk vervolgens op de knop SET. Geluiden die zijn opgenomen met de functie Geluidsmemo (p. 73), en films kunnen niet worden opgeslagen als Mijn camera-instellingen.
Diverse functies Opstartgeluid, werkingsgeluid, geluid zelfontspanner en sluitergeluid • Opname-indeling WAVE (mono) • Kwantisering 8 bits • Bemonsteringsfrequentie 11,025 kHz of 8,000 kHz • Opnametijd Opstartgeluid Werkingsgeluid Geluid zelfontspanner Sluitergeluid 11,025 kHz 1,0 sec. of minder 0,3 sec. of minder 2,0 sec. of minder 0,3 sec. of minder aannemen die bij de muziek past. Zo kunt u uw camera geheel naar eigen inzicht aanpassen door nieuwe instellingen toe te voegen aan Mijn camera.
Overzicht van meldingen In de volgende tabel vindt u een overzicht van de meldingen die op het LCD-scherm kunnen verschijnen, en de bijbehorende uitleg. Voor meldingen die kunnen verschijnen wanneer een printer is aangesloten, raadpleegt u de Gebruikershandleiding voor Direct Print. Bezig... Geen geheugenkaart Kan niet opnemen! Geheugenkaart fout.
Overzicht van meldingen Corrupte data RAW Onbekend beeld Kan niet vergroten! Kan niet roteren! Onjuiste WAVE-indeling Kan beeld niet registreren! Beveiligd! Te veel markeringen! Kan beeld niet markeren Exx U probeert een beeld weer te geven dat beschadigde gegevens bevat. U probeert een beeld weer te geven dat is opgenomen in de RAW-indeling.
Problemen oplossen Probleem De camera werkt niet. De camera maakt geen opnamen. De camera maakt geen opnamen. 100 De camera is uitgeschakeld. Oorzaak Oplossing Schakel de camera in. De batterijhouder/CF-kaartsleuf is open. De batterijen zijn verkeerd geplaatst. De batterijen zijn leeg. Zorg dat het klepje goed dichtzit. Plaats de batterijen in de juiste richting. Vervang de oude batterijen door twee nieuwe (Zie De camera in- en uitschakelen (p.
Problemen oplossen Probleem Er kunnen geen beelden worden weergegeven De batterijen raken snel op. Oorzaak U probeert beelden weer te geven die zijn genomen met een andere camera, of beelden die zijn bewerkt op een computer. Bestandsnaam is gewijzigd met een computer, of bestandslocatie is gewijzigd. U gebruikt het verkeerde type batterij. De batterijcapaciteit wordt verminderd door een lage omgevingstemperatuur. De contactpunten van de batterij zijn niet schoon.
Problemen oplossen Probleem Oorzaak Oplossing Plaats de batterijen op de juiste manier in de De batterijen worden niet opgeladen met een los verkrijgbare batterijoplader. De batterijen zijn verkeerd in de batterijoplader geplaatst. Slecht elektrisch contact tussen de batterijen en de oplader. Maak de contactpunten van de batterij schoon met De opnamen zijn vaag of onscherp. De contactpunten van de batterij zijn niet schoon. De levensduur van de batterijen is voorbij.
Problemen oplossen Probleem Het onderwerp is onderbelicht (te donker). Het onderwerp is overbelicht (te licht). Oorzaak Er is onvoldoende licht om te fotograferen. Het onderwerp is donkerder dan de omgeving. Het onderwerp is buiten het bereik van de flitser. Het onderwerp is te dicht bij de flitser. Het onderwerp is lichter dan de omgeving. Er schijnt licht in de camera of er wordt licht gereflecteerd. De flitsermodus is zo ingesteld dat de flitser altijd werkt.
Problemen oplossen Probleem Het lezen van beelden op de CF-kaart gaat langzaam. Het opnemen van beelden op de CF-kaart duurt lang. 104 Oorzaak De CF-kaart is geformatteerd met een ander apparaat. Oplossing Gebruik een CF-kaart die met deze camera is geformatteerd. (Zie Een CF-kaart formatteren (p. 18).
Bijlage De knoopcelbatterij vervangen Als het menu Datum/Tijd op het LCD-scherm wordt weergegeven wanneer u de camera aanzet, is de knoopcelbatterij leeg en zijn de datum- en tijdinstellingen verloren gegaan. Zorg voor een vervangende batterij (type CR2016) en plaats deze als volgt in de camera. (De knoopcelbatterij is in de fabriek al in de camera geplaatst. Daarom kan deze batterij eerder leeg zijn dan een nieuwe batterij die u aanschaft.
Bijlage 5 6 Plaats de batterijhouder in de oorspronkelijke positie. Stel de datum en tijd in zodra het menu Datum/Tijd op het LCDscherm wordt weergegeven (p. 20). De voedingsets gebruiken (los verkrijgbaar) Oplaadbare batterijen gebruiken (Batterijopladerset CBK4-200) Deze batterijopladerset bevat zowel een oplader als vier oplaadbare NiMH-batterijen van AA-formaat (nikkelmetaalhydride). Hieronder ziet u hoe u de batterijen oplaadt.
Bijlage Deze oplader kan alleen worden gebruikt voor het opladen van NiMH NB-2AHbatterijen van AA-formaat van Canon. Gebruik deze NB-2AH-batterijen nooit in een andere oplader. Gebruik nieuwe batterijen niet samen met batterijen die al in andere apparaten zijn gebruikt. Laad beide batterijen altijd tegelijkertijd op wanneer het tijd is om de batterijen uit de camera opnieuw op te laden.
Bijlage Aangezien langdurige opslag (ongeveer een jaar) van volledig opgeladen batterijen de levensduur van de batterijen kan verkorten en de prestaties nadelig kan beïnvloeden, is het aan te raden om de batterijen in de camera te gebruiken totdat deze helemaal leeg zijn en ze vervolgens te bewaren bij een normale temperatuur (23°C of minder).
Bijlage De wisselstroomadapterset ACK800 gebruiken Het gebruik van de los verkrijgbare wisselstroomadapterset ACK800 is aan te raden wanneer de camera gedurende langere tijd achter elkaar wordt gebruikt en wanneer u deze aansluit op een computer. 2 Open het klepje van de uitgang en sluit de DC-stekker aan op de DC IN-uitgang van de camera. Zorg ervoor dat de camera uitstaat voordat u de compacte voedingsadapter aansluit of verwijdert.
Bijlage Onderhoud van de camera Reinig de behuizing van de camera, de lens, de zoeker, het LCD-scherm en overige onderdelen als volgt: Behuizing Verwijder het vuil voorzichtig van de camerabehuizing met een zachte doek of een brillendoekje. Lens Verwijder stof en vuil met een lensblazer en veeg resterend vuil voorzichtig weg met een zachte doek. Gebruik nooit synthetische schoonmaakmiddelen op de camerabehuizing of de lens.
Specificaties Alle gegevens zijn gebaseerd op de standaardtestmethoden die door Canon worden toegepast. Wijzigingen hoeven niet vooraf kenbaar te worden gemaakt.
Specificaties Witbalans Flitser Flitsbereik Opnamemodi Serieopnamen Zelfontspanner Opnamen maken met aangesloten computer Opnamemedia Bestandsindeling Beeldopname-indeling Compressie Aantal opnamepixels Afspeelmodi Direct Print 112 TTL-auto, vooraf ingesteld (beschikbare instellingen: Daglicht, Bewolkt, Lamplicht, TL-licht, TL-licht H) of Custom (door de gebruiker ingesteld) Auto, Rode-ogenreductie, Aan, Uit, Langzame synchronisatie 20 cm - 2,0 m (wanneer gevoeligheid is ingesteld op ISO Auto) Auto/Handm
Specificaties Talen Mijn camera-instellingen Interface Voedingsbron Omgevingstemperatuur Luchtvochtigheid Afmetingen Gewicht 12 talen beschikbaar voor menu's en berichten (Engels, Duits, Frans, Nederlands, Deens, Fins, Italiaans, Noors, Zweeds, Spaans, Chinees en Japans) Het opstartbeeld, opstartgeluid, sluitergeluid, werkingsgeluid en het geluid van de zelfontspanner kunnen worden aangepast met behulp van de volgende methoden: 1. Beelden en geluiden die met de camera zijn opgenomen. 2.
Specificaties Prestaties batterijen Typen CF-kaarten en geschatte capaciteiten (op te nemen beelden) Aantal opnamen CF-kaart meegeleverd bij de camera FCFCFC-32M FC-64M FC-128M 256MH 512MSH Afspeeltijd LCDLCDscherm aan scherm uit Alkalinebatterijen van AA-formaat (meegeleverd bij de camera) Ongeveer Ongeveer Ongeveer 75 250 90 min. opnamen opnamen NiMH-batterij (NB2AH) van AA-formaat Ongeveer Ongeveer Ongeveer 350 950 opnamen opnamen 240 min.
Specificaties De maximale duur van een filmclip is ongeveer 30 seconden ( )* of 3 minuten ( , ). De weergegeven tijden zijn de maximale aaneengesloten opnametijden. * Bij gebruik van de FC-32MH CF-kaart (meegeleverd), de los verkrijgbare FC-256MH- of FC-512MSH CF-kaart (niet verkrijgbaar in sommige landen). (Superfijn), (Fijn) en (Normaal) geven de compressie aan. L (Groot), M1 (Gemiddeld 1), M2 (Gemiddeld 2), S (Klein), , en geven de resolutie aan.
Specificaties NiMH-batterij NB-2AH Geleverd met de afzonderlijk verkrijgbare NiMHbatterijset NB4-200 en de batterijopladerset CBK4-200. Oplaadbare Type nikkelmetaalhydridebatterij Nominale 1,2 V gelijkstroom spanning Typische 2300 mAh (minimaal: 2150 mAh) capaciteit Levensduur Ongeveer 300 oplaadcycli Omgeving0 - 35°C stemperatuur Diameter: 14,5 mm Afmetingen Lengte: 50 mm. Gewicht Ongeveer 29 g Batterijoplader CB-4AH/CB-4AHE Geleverd met de optionele batterijopladerset CBK4200.
Fototips en informatie In deze paragraaf treft u fototips aan. Tip voor het gebruik van de zelfontspanner (p. 41) Gewoonlijk schudt de camera een beetje wanneer u op de sluiterknop drukt. Als u de zelfontspanner instelt op , vertraagt de sluiter twee seconden waardoor de camera niet meer trilt en een vaag beeld wordt voorkomen. U behaalt nog betere resultaten door de camera op een stabiele ondergrond te plaatsen of door een statief te gebruiken bij de opname.
Fototips en informatie ISO-waarde (p. 69) De ISO-waarde is de numerieke weergave van de lichtgevoeligheid van de camera. Hoe hoger de ISOwaarde, hoe hoger de gevoeligheid. Met een hoge ISO-waarde kunt u fotograferen bij donkere omstandigheden, zowel binnenshuis als buitenshuis, en zonder flitser. Het voorkomt ook vage beelden als gevolg van het schudden van de camera. Dit is handig bij het fotograferen van beelden op plaatsen waar fotograferen met flitslicht verboden is.
Index A AF ........................................................................ 33 AF-hulplicht .......................................................... 33 Afdrukken/Delen, knop ................................... 14, 89 Afdrukken ............................................................ 76 Camera op een printer aansluiten .................. 77 DPOF-afdrukinstellingen ................................. 78 Afdrukmethode ............................................... 80 Afdrukken ....................
Index E Enkelvoudige weergave ....................................... 47 Energiebesparing ................................................ 24 Automatisch Uit................................................ 24 Scherm uit........................................................ 24 F Film Bewerken ........................................................ 50 Modus Film ..................................................... 45 Opnemen ......................................................... 45 Geluidsmemo's ....
Index M Macro ................................................................... 40 Menu's ................................................................. 54 Microfoon ....................................................... 12, 45 Mijn camera-instellingen ...................................... 61 O Opnamen maken ................................................. 54 Oneindig .............................................................. 40 Opname, menu ....................................................
Index MEMO 122
Index MEMO 123
Index MEMO 124
Index MEMO 125
Index MEMO 126
Index MEMO 127
Index Functies beschikbaar in elke opnamemodus In de onderstaande tabel ziet u welke functies en instellingen beschikbaar zijn in de diverse opnamemodi.