CANON INC. 30-2 Shimomaruko 3-chome, Ohta-ku, Tokyo 146-8501, Japan Europa, Afrika & Midden-Oosten CANON EUROPA N.V. PO Box 2262, 1180 EG Amstelveen, Nederland Raadpleeg uw garantiekaart of ga naar www.canon-europe.com/Support voor informatie over het dichtstbijzijnde Canon-kantoor Dit product en de hieraan gekoppelde garantie worden in landen in Europa geleverd door Canon Europa N.V. Basisinstructiehandleiding De beschrijvingen in deze instructiehandleiding zijn in juni 2016 geactualiseerd.
Inleiding De EOS 100D is een digitale spiegelreflexcamera met een uiterst nauwkeurige CMOS-sensor met circa 18,0 effectieve megapixels, DIGIC 5, zeer accurate en snelle scherpstelling met 9 AF-punten, continu-opnamen met circa 4 beelden per seconde, Live view-opnamen en movie-opname in Full High-Definition (Full HD). Lees het volgende voordat u begint met opnemen Lees eerst de 'Veiligheidsmaatregelen' (pag. 108 t/m 110) en 'Tips en waarschuwingen voor het gebruik' (pag.
Compatibele geheugenkaarten De volgende geheugenkaarten, ongeacht de capaciteit, kunnen in de camera worden gebruikt: • SD-geheugenkaarten • SDHC-geheugenkaarten* • SDXC-geheugenkaarten* * UHS-I-kaarten worden ondersteund. Kaarten waarop movies kunnen worden opgeslagen Voor movie-opnamen moet u een SD-geheugenkaart met een hoge capaciteit en snelheidsklasse 6 ' ' of hoger gebruiken.
Controlelijst onderdelen Controleer voordat u begint of alle onderstaande onderdelen van de camera aanwezig zijn. Neem contact op met uw dealer als er iets ontbreekt. Camera (met oogschelp en cameradop) Batterij LP-E12 (met beschermdeksel) Batterijoplader LC-E12 of LC-E12E* EOS Solution Disk XXX CEL-XXX XXX XXXXX XXXXX XXXXX XXXXX XXXXX Windows XXX XXX Mac OS X XXX XXX © CA Brede draagriem Interfacekabel U. the E NON INC . 20XX.
Instructiehandleidingen Basisinstructiehandleiding voor de camera Het boekje is de basisinstructiehandleiding. Gedetailleerde instructiehandleidingen (PDF-bestanden) kunt u downloaden vanaf de website van Canon. De instructiehandleidingen (PDF-bestanden) downloaden en bekijken 1 Download de instructiehandleidingen (PDF-bestanden). Maak verbinding met internet en ga naar de volgende Canonwebsite. www.canon.com/icpd Selecteer het land of de regio waar u woont en download de instructiehandleidingen.
Verkorte handleiding 1 Plaats de batterij (pag. 24). 2 Plaats een kaart (pag. 24). 3 Zie pagina 22 voor meer informatie over het opladen van de batterij. Plaats de kaart in de sleuf met de etiketzijde naar de achterzijde van de camera gericht. Witte markering Rode markering Bevestig het objectief (pag. 32). Plaats de witte of rode markering op het objectief op gelijke hoogte met de markering van dezelfde kleur op de camera. 4 Stel de focusinstellingsknop op het objectief in op (pag. 32).
Verkorte handleiding 6 Zet het programmakeuzewiel op (Automatisch/scène) (pag. 48). Alle camera-instellingen worden automatisch ingesteld. 7 8 9 Stel scherp op het onderwerp (pag. 35). Kijk door de zoeker en richt het midden van de zoeker op het onderwerp. Druk de ontspanknop half in; de camera stelt vervolgens scherp op het onderwerp. Indien nodig komt de ingebouwde flitser automatisch tevoorschijn. Maak de opname (pag. 35). Druk de ontspanknop helemaal in om de opname te maken.
Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt Pictogrammen in deze handleiding <6> : Het hoofdinstelwiel. : De pijltjestoetsen . <0> : De instelknop. 0, 9, 7, 8 : Hiermee wordt aangeduid dat de desbetreffende functie nadat u de knop hebt losgelaten respectievelijk 4, 6, 10 of 16 seconden actief blijft.
Inhoud Inleiding 2 Compatibele geheugenkaarten......................................................... 3 Controlelijst onderdelen .................................................................... 4 Instructiehandleidingen ..................................................................... 5 Verkorte handleiding .........................................................................6 Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt ......... 8 Tips en waarschuwingen voor het gebruik...
Inhoud 2 Foto's maken met basisfuncties 47 A Volautomatisch opnamen maken (Automatisch/scène)........... 48 A Volautomatische technieken (Automatisch/scène) .................. 51 7 De flitser uitschakelen .............................................................. 53 C Creatieve automatische opnamen ........................................... 54 2 Portretfoto's maken ................................................................... 58 3 Landschapsfoto's maken........................................
Inhoud 4 Movie-opnamen 87 k Movie-opnamen ........................................................................88 Het movie-opnameformaat instellen ...............................................91 Opnamen weergeven 5 93 x Opnamen weergeven................................................................94 H I Snel opnamen zoeken .........................................................95 u/y Vergrote weergave ...............................................................
Tips en waarschuwingen voor het gebruik Omgaan met de camera Deze camera is een precisie-instrument. Laat de camera niet vallen en stel deze niet bloot aan fysieke schokken. De camera is niet waterdicht en kan niet onder water worden gebruikt. Neem direct contact op met het dichtstbijzijnde Canon Service Center als u de camera per ongeluk in het water laat vallen. Droog de camera af met een schone, droge doek als er waterspatten op zijn gekomen.
Tips en waarschuwingen voor het gebruik LCD-scherm Hoewel het LCD-scherm is gefabriceerd met hogeprecisietechnologie en meer dan 99,99% effectieve pixels heeft, kunnen er onder de 0,01% resterende pixels enkele dode pixels voorkomen die in dezelfde kleur, bijvoorbeeld zwart of rood, worden weergegeven. Dode pixels zijn geen defect De dode pixels zijn ook niet van invloed op de vastgelegde opnamen.
Namen van onderdelen Ingebouwde flitser/AF-hulplicht Markering EF-objectiefvatting (pag. 32) Markering EF-S-objectiefvatting (pag. 32) Programmakeuzewiel (pag. 18) Contactpunten voor flitssynchronisatie Aan-uitschakelaar (pag. 27) Flitserschoen Knop voor ISO-snelheid Flits-knop <6> Hoofdinstelwiel Scherpstelvlakmarkering (pag. 60) Luidspreker (pag. 99) Ontspanknop (pag. 35) Bevestigingspunt draagriem (pag. 21) Microfoon (mono) (pag.
Namen van onderdelen Schermuitschakelingssensor (pag. 42) Knop voor dioptrische aanpassing (pag. 34) Knop voor Live view-opnamen/ movie-opnamen (pag. 74/88) Zoekeroculair Knop voor AE-vergrendeling/ FE-vergrendeling/ index/verkleinen (pag. 95/96) Oogschelp INFO.-knop (pag. 42, 76, 90, 94) Knop voor AF-puntselectie/ vergroten (pag. 96) Menuknop (pag. 38) LCD-scherm/ aanraakscherm (pag. 38/44, 97, 100) Lees-/schrijfindicator (pag.
Namen van onderdelen Opname-instellingen (in creatieve modi, pag. 18) Sluitertijd Indicator belichtingsniveau Waarde belichtingscorrectie AEB-bereik Opnamemodus Beeldstijl AF-gebruik X 1-beeld AF 9 AI Focus AF Z AI Servo AF MF Handmatige focus Pictogram Snel instellen (pag. 36) Accuniveau (pag.
Namen van onderdelen Zoekerinformatie Spotmetingscirkel Indicator voor AF-puntactivatie <•> Matglas AF-punten ISO-snelheid Witbalanscorrectie AE-vergrendeling/ AEB actief Focusbevestigingslampje Max.
Namen van onderdelen Programmakeuzewiel Het programmakeuzewiel bevat de basismodi en creatieve modi. Creatieve modi Met deze modi is het eenvoudiger om verschillende onderwerpen vast te leggen. d : AE-programma s : AE met sluitervoorkeur f : AE met diafragmavoorkeur a : Handmatige belichting Basismodi U hoeft alleen maar de ontspanknop in te drukken. De camera stelt alles in en zorgt dat de instellingen zijn afgestemd op het onderwerp of de scène. A : Automatisch/scène (pag. 48) 7 : Flitser uit (pag.
Namen van onderdelen Batterijoplader LC-E12 Oplader voor batterij LP-E12 (pag. 22). Stekker Accucompartiment Oplaadlampje Lampje 'volledig opgeladen' BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES - BEWAAR DEZE INSTRUCTIES. GEVAAR - VOLG DEZE INSTRUCTIES NAUWKEURIG OM HET RISICO VAN BRAND EN ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE BEPERKEN. Voor aansluiting van een accessoire buiten de Verenigde Staten: gebruik zo nodig een stekkeradapter met de juiste configuratie voor aansluiting op het stopcontact.
1 Aan de slag In dit hoofdstuk worden de voorbereidende stappen en de basisbediening van de camera uitgelegd. De riem bevestigen Haal het uiteinde van de riem van onderaf door de draagriemring. Haal het uiteinde daarna door de gesp van de riem zoals afgebeeld in de illustratie. Trek de riem strak en zorg ervoor dat deze goed vastzit in de gesp. De oculairdop is ook aan de riem bevestigd.
De batterij opladen 1 Verwijder het beschermdeksel. de batterij. 2 Plaats Plaats de batterij op de juiste manier in de oplader zoals afgebeeld in de illustratie. Om de batterij te verwijderen, herhaalt u de bovenstaande procedure in omgekeerde volgorde. LC-E12 de batterij op. 3 Laad Voor LC-E12 Klap de contactpunten van de batterijoplader naar buiten, in de richting van de pijl, en steek ze in het stopcontact.
De batterij opladen Tips voor het gebruik van de batterij en batterijoplader Bij aankoop is de batterij niet volledig opgeladen. Laad de batterij vóór gebruik op. Het verdient aanbeveling om de batterij op te laden op de dag dat u deze gaat gebruiken of een dag ervoor. Zelfs wanneer de camera is opgeborgen, raakt een opgeladen batterij geleidelijk aan leeg. Verwijder de batterij na het opladen en haal de batterijoplader uit het stopcontact. Verwijder de batterij wanneer u de camera niet gebruikt.
De batterij en kaart plaatsen en verwijderen Plaats een volledig opgeladen batterij LP-E12 in de camera. In de camera kan een SD-, een SDHC- of een SDXC-geheugenkaart worden gebruikt (afzonderlijk verkrijgbaar). Ook UHS-I Speed Class SDHC- en SDXC-geheugenkaarten zijn geschikt. De opnamen worden opgeslagen op de kaart. Zorg ervoor dat het schrijfbeveiligingsschuifje van de kaart omhoog staat zodat schrijven/wissen mogelijk is. De batterij en de kaart plaatsen 1 Open het klepje.
De batterij en kaart plaatsen en verwijderen Let erop dat u het klepje van de kaartsleuf/het accucompartiment bij het openen niet te ver naar achteren drukt. Het scharnier zou anders kunnen breken. Het aantal mogelijke opnamen is afhankelijk van de resterende capaciteit van de kaart, de instelling voor de opnamekwaliteit, de ISO-snelheid, enzovoort. Door [z1: Ontspan sluiter zonder kaart] in te stellen op [Uitschakelen], voorkomt u dat u vergeet een kaart te plaatsen.
De batterij en kaart plaatsen en verwijderen Wanneer de lees-/schrijfindicator brandt of knippert, betekent dit dat opnamen op de kaart worden gelezen, opgeslagen of gewist, of dat gegevens worden overgebracht. Maak het klepje van de kaartsleuf/het accucompartiment niet open. Verricht ook geen van de volgende handelingen wanneer de lees-/schrijfindicator brandt of knippert. De opnamegegevens, kaart of camera kunnen anders beschadigd raken. • De kaart verwijderen. • De batterij verwijderen.
De camera inschakelen Als na het aanzetten van de camera het scherm met datum/tijd/ zone wordt weergegeven, raadpleegt u pagina 29 voor het instellen van de datum, tijd en tijdzone. <1> <2> : De camera is ingeschakeld. U kunt movies opnemen (pag. 87). : De camera is ingeschakeld. U kunt foto's maken. : De camera is uitgeschakeld en werkt niet. Zet de aanuitschakelaar op deze positie wanneer u de camera niet gebruikt.
De camera inschakelen z Het batterijniveau controleren Wanneer de camera wordt ingeschakeld, heeft het batterijniveau een van de volgende vier niveaus. z : De batterij is vol. x : Batterijniveau is laag, maar de camera kan nog worden gebruikt. c : De batterij is bijna leeg. (Knippert) n : Laad de batterij op.
3 De datum, tijd en tijdzone instellen Wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld of als de datum- en tijdinstellingen zijn gereset, wordt het instelscherm Datum/tijd/zone weergegeven. Volg de stappen hieronder om eerst de tijdzone in te stellen. Als u de tijdzone van uw woonplaats op de camera instelt en vervolgens naar een andere tijdzone reist, kunt u eenvoudig de juiste tijdzone voor uw bestemming instellen, zodat de datum en tijd in de camera automatisch worden bijgewerkt.
3 De datum, tijd en tijdzone instellen de datum en de tijd in. 4 StelDruk op de pijltjestoetsen en om het cijfer te selecteren. Druk op <0> zodat wordt weergegeven. Druk op de pijltjestoetsen en om het cijfer in te stellen en druk vervolgens op <0>. (U keert terug naar .) in. 5 StelSteldedezomertijd zomertijd in als dit nodig is. Druk op de pijltjestoetsen en om [Y] te selecteren. Druk op <0> zodat wordt weergegeven.
3 De interfacetaal selecteren 1 Geef het menuscherm weer. Druk op de knop om het menuscherm weer te geven. op het tabblad [52] de 2 Selecteer optie [TaalK]. Druk op de pijltjestoetsen en om het tabblad [52] te selecteren. Druk op de pijltjestoetsen en om [TaalK] te selecteren en druk vervolgens op <0>. de gewenste taal in. 3 StelDruk op de pijltjestoetsen om de gewenste taal te selecteren en druk vervolgens op <0>. X De interfacetaal wordt gewijzigd.
Een objectief bevestigen en verwijderen De camera is compatibel met alle Canon EF- en EF-S-objectieven. De camera kan niet worden gebruikt in combinatie met EF-Mobjectieven. Een objectief bevestigen 1 Witte markering Verwijder de doppen. Verwijder de achterste lensdop en de cameradop door ze los te draaien in de richting die door de pijlen wordt aangegeven. het objectief. 2 Bevestig Plaats de witte of rode markering op het objectief op gelijke hoogte met de markering van dezelfde kleur op de camera.
Een objectief bevestigen en verwijderen In- en uitzoomen Om in of uit te zoomen draait u de zoomring op het objectief met uw vingers. Als u wilt in- of uitzoomen, doe dit dan voordat u scherpstelt. Wanneer u na het scherpstellen aan de zoomring draait, kan de scherpstelling verloren gaan. Het objectief verwijderen Druk op de objectiefontgrendelingsknop en draai het objectief in de richting van de pijlen. Draai het objectief totdat dit niet meer verder kan en koppel het objectief los.
Basisbediening De scherpte van de zoeker aanpassen Draai aan de knop voor dioptrische aanpassing. Draai de knop naar links of rechts zodat de AF-punten (negen vakjes) in de zoeker scherp zijn. Als het beeld in de zoeker na de dioptrische aanpassing van de camera nog niet scherp is, wordt u aangeraden om gebruik te maken van de dioptrische aanpassingslenzen uit de E-serie (afzonderlijk verkrijgbaar). De camera vasthouden Voor scherpe opnamen houdt u de camera stil om bewegingsonscherpte te minimaliseren.
Basisbediening Ontspanknop De ontspanknop heeft twee stappen. U kunt de ontspanknop half indrukken. Vervolgens kunt u de ontspanknop helemaal indrukken. Half indrukken Hiermee activeert u de automatische scherpstelling en het automatische belichtingssysteem dat de sluitertijd en het diafragma instelt. De belichtingsinstelling (sluitertijd en diafragma) wordt in de zoeker weergegeven (0). Helemaal indrukken De sluiter ontspant en de opname wordt gemaakt.
Q Snel instellen voor opnamefuncties U kunt de opnamefuncties die worden weergegeven op het LCD-scherm, rechtstreeks selecteren en instellen. Dit wordt het scherm Snel instellen genoemd. 1 Druk op de knop . X Het scherm Snel instellen wordt weergegeven (7). de gewenste functie in. 2 StelDruk op de pijltjestoetsen om een functie te selecteren. X De geselecteerde functie en Uitleg (pag. 43) worden weergegeven. Draai aan het instelwiel <6> om de instelling te wijzigen.
Q Snel instellen voor opnamefuncties Voorbeeld van het scherm Snel instellen Witbalanscorrectie Diafragma Sluitertijd Lichte tonen prioriteit* Opnamemodus* (pag. 18) ISO-snelheid Flitsbelichtingscompensatie Belichtingscompensatie/ AEB-instelling Meetmethode Beeldstijl Witbalans Opnamekwaliteit Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) AF-gebruik Terug Witbalanstrapje Transport/zelfontspanner * Deze functies kunnen niet worden ingesteld via het scherm Snel instellen.
3 Menugebruik In de menu's kunt u verschillende functies instellen, zoals de opnamekwaliteit, datum/tijd, enzovoort. Terwijl u naar het LCD-scherm kijkt, gebruikt u de knop , de pijltjestoetsen en de knop <0> op de achterzijde van de camera om de menu's in te stellen. Knop Knop <0> Pijltjestoetsen LCD-scherm Menuscherm De weergegeven menutabbladen en menu-items kunnen per opnamemodus verschillen.
3 Menugebruik Procedure voor menu-instellingen 1 Geef het menuscherm weer. Druk op de knop om het menuscherm weer te geven. een tabblad. 2 Selecteer Druk op de pijltjestoetsen en om een tabblad (een groep functies) te selecteren. In deze handleiding verwijst 'het tabblad [z3]' bijvoorbeeld naar het scherm dat wordt weergegeven als het derde tabblad z (Opnamen) van links [ ] wordt geselecteerd. het gewenste item.
3 De kaart formatteren Als de kaart nieuw is of eerder is geformatteerd met een andere camera of computer, moet u de kaart met de camera formatteren. Wanneer de geheugenkaart wordt geformatteerd, worden alle opnamen en gegevens op de kaart verwijderd. Zelfs beveiligde opnamen worden verwijderd; controleer dus of er geen opnamen op de kaart staan die u wilt bewaren. Breng de opnamen en gegevens zo nodig over naar een computer of een ander opslagmedium voordat u de kaart formatteert.
3 De kaart formatteren Gebruik [Kaart formatteren] in de volgende gevallen: De kaart is nieuw. De kaart is geformatteerd met een andere camera of een computer. De kaart is volledig gevuld met opnamen of gegevens. Er wordt een kaartfout weergegeven. Low-levelformattering Voer een low-levelformattering uit als de opname- of leessnelheid van de kaart laag is of als u alle gegevens op de kaart volledig wilt wissen.
Van scherm wisselen op het LCD-scherm Op het LCD-scherm kunnen de opname-instellingen, het menuscherm, opnamen, enzovoort worden weergegeven. Opname-instellingen Wanneer u de camera inschakelt, worden de opname-instellingen weergegeven. Als u met uw oog in de buurt van het zoekeroculair komt, schakelt de schermuitschakelingssensor (pag. 15) het LCDscherm automatisch uit om te voorkomen dat u door het scherm wordt verblind.
Uitleg De Uitleg verschijnt wanneer u van opnamemodus wisselt of een opnamefunctie instelt, overschakelt op Live view-opnamen of movieopnamen, of wanneer u Snel instellen voor weergave gebruikt. De Uitleg geeft een korte beschrijving van de desbetreffende modus, functie of optie. Ook wordt er een korte beschrijving gegeven wanneer u een functie of optie selecteert in het scherm Snel instellen. De Uitleg wordt uitgeschakeld als u op de beschrijving tikt of verdergaat met de bewerking.
d Het aanraakscherm gebruiken Het LCD-scherm is een aanraakgevoelig paneel dat u met uw vingers kunt bedienen. Tikken Snel instellen (voorbeeldscherm) Tik met uw vinger op het LCD-scherm (kort aanraken en dan weer loslaten). U kunt menu's, pictogrammen, enzovoort op het LCD-scherm selecteren door erop te tikken. Wanneer bediening via het aanraakscherm mogelijk is, verschijnt er een kader rond het pictogram (behalve in menuschermen). Als u bijvoorbeeld op [Q] tikt, verschijnt het scherm Snel instellen.
d Het aanraakscherm gebruiken Slepen Menuscherm (voorbeeldscherm) Sleep uw vinger over het LCDscherm.
d Het aanraakscherm gebruiken 3 De aanraakbediening instellen 1 Selecteer de optie [Aanraakbediening]. Selecteer op het tabblad [53] de optie [Aanraakbediening] en druk vervolgens op <0>. de aanraakbediening in. 2 StelSelecteer de gewenste instelling en druk op <0>. [Standaard] is de normale instelling. [Gevoelig] zorgt voor een betere aanraakreactie dan [Standaard]. Probeer beide instellingen uit en selecteer de instelling die u prefereert.
2 Foto's maken met basisfuncties In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de basismodi op het programmakeuzewiel kunt gebruiken voor de beste resultaten. In de basismodi hoeft u de camera alleen maar op het onderwerp te richten en de opname te maken; de camera stelt alles automatisch in (pag. 71). Bovendien kunnen geavanceerde opname-instellingen (voor gevorderden) niet worden gewijzigd, zodat slechte opnamen als gevolg van foutieve handelingen worden voorkomen.
AVolautomatisch opnamen maken (Automatisch/scène) is een volautomatische modus. De camera analyseert de scène en stelt automatisch de optimale instellingen in. Bovendien past de camera de scherpstelling automatisch aan door te meten of het onderwerp beweegt of niet (pag. 51). 1 AF-punt Stel het programmakeuzewiel in op . een AF-punt op het 2 Richt onderwerp. Bij het scherpstellen worden alle AFpunten gebruikt. Meestal wordt er op het dichtstbijzijnde object scherpgesteld.
AVolautomatisch opnamen maken (Automatisch/scène) de opname. 4 Maak Druk de ontspanknop helemaal in om de opname te maken. X De opname wordt 2 seconden op het LCD-scherm weergegeven. Nadat u klaar bent met fotograferen, duwt u de ingebouwde flitser weer omlaag. De modus zorgt ervoor dat de kleuren in natuur- en buitenopnamen en opnamen van zonsondergangen er indrukwekkender uitzien.
AVolautomatisch opnamen maken (Automatisch/scène) De flitser is afgegaan terwijl er daglicht is. Bij een onderwerp met tegenlicht kan de flitser afgaan om donkere schaduwen op het onderwerp lichter te maken. De flitser kan op twee manieren worden uitgeschakeld: • Stel de flitserinstelling in op [b] (Flitser uit). Als u de opnamemodus wijzigt of de aan-uitschakelaar op <2> zet, wordt de instelling [a] (Autom. flits) hersteld (pag. 71). • Stel het programmakeuzewiel in op <7> (Flitser uit) (pag. 53).
AVolautomatische technieken (Automatisch/scène) De compositie opnieuw bepalen Positioneer het onderwerp afhankelijk van de scène links of rechts in beeld, zodat er een uitgebalanceerde achtergrond en een goed perspectief wordt bereikt. In de modus drukt u de ontspanknop half in om scherp te stellen op een nietbewegend onderwerp. De scherpstelling wordt vergrendeld. U kunt de compositie vervolgens opnieuw bepalen en daarna de ontspanknop volledig indrukken om de opname te maken.
AVolautomatische technieken (Automatisch/scène) A Live view-opnamen U kunt opnamen maken terwijl het zoekerbeeld op het LCD-scherm wordt weergegeven. Dit heet 'Live view-opnamen'. Zie pagina 73 voor meer informatie. 1 Geef het Live view-beeld op het LCD-scherm weer. Druk op de knop . X Het Live view-beeld wordt op het LCD-scherm weergegeven. scherp op het onderwerp. 2 StelDruk de ontspanknop half in om scherp te stellen.
7 De flitser uitschakelen De camera analyseert de scène en stelt automatisch de optimale instellingen in. Op plaatsen waar het gebruik van een flitser niet is toegestaan, zoals in musea of een aquarium, gebruikt u de modus <7> (Flitser uit). Opnametips Voorkom beweging van de camera als de nummerweergave in de zoeker knippert. Bij weinig licht, wanneer de kans op bewegingsonscherpte groter is, knippert de sluitertijd in de zoeker. Houd de camera stabiel of gebruik een statief.
C Creatieve automatische opnamen In de modus kunt u voorafgaand aan de opname de volgende functies instellen: (1) Extra effect opname, (2) Sfeeropnamen, (3) Achtergrond wazig, (4) Transp./zelfontsp.mod. en (5) Flitsen. De standaardinstellingen zijn hetzelfde als in de modus . * CA staat voor Creative Auto (Automatisch/creatief). 1 Stel het programmakeuzewiel in op . op de knop . (7) 2 Druk X Het scherm Snel instellen wordt weergegeven. de gewenste functie in.
C Creatieve automatische opnamen (1) Sluitertijd Diafragma ISO-snelheid (2) (3) (5) (4) U kunt op de knop drukken om het volgende in te stellen: als u (1), (2) of (3) instelt wanneer de camera in de modus voor Live viewopnamen staat, ziet u het effect van de potentiële opname direct op het scherm, nog voordat de opname is gemaakt. (1) Extra effect opname • Voordat u gaat fotograferen, kunt u de volgende effecten instellen: Creatieve filters, Beeldstijl en Sfeeropnamen.
C Creatieve automatische opnamen (2) Sfeeropnamen • U kunt de sfeer instellen die u in uw opnamen wilt vastleggen. • Draai aan het instelwiel <6> om een sfeer te selecteren. U kunt deze ook in een lijst selecteren door op <0> te drukken. (3) Achtergrond wazig • Als [OFF] is ingesteld, verandert de mate van achtergrondvervaging met de helderheid van het beeld. • Bij een andere instelling dan [OFF] kunt u de achtergrondvervaging zelf instellen, onafhankelijk van de helderheid.
C Creatieve automatische opnamen (4) Transp./zelfontsp.mod.: gebruik het instelwiel <6> om de gewenste modus te selecteren. U kunt deze ook in een lijst selecteren door op <0> te drukken. Enkelbeeld: U maakt één opname tegelijk. Continue opname: Als u de ontspanknop volledig indrukt, worden er continu opnamen gemaakt. U kunt maximaal circa 4 opnamen per seconde maken. Zelfontsp.:10sec/afst.: De opname wordt 10 seconden na het indrukken van de ontspanknop gemaakt.
2 Portretfoto's maken De modus <2> (Portret) maakt de achtergrond onscherp, zodat personen duidelijker naar voren komen. Ook worden de tinten van de huid en het haar zachter gemaakt. Opnametips Hoe groter de afstand tussen het onderwerp en de achtergrond, hoe beter. Hoe groter de afstand tussen het onderwerp en de achtergrond, hoe waziger de achtergrond eruitziet. Ook steekt het onderwerp beter af tegen een gelijkmatige, donkere achtergrond. Gebruik een teleobjectief.
3 Landschapsfoto's maken Gebruik de modus <3> (Landschap) voor panoramafoto's of om alles van dichtbij tot veraf scherp in beeld te krijgen. Voor levendige blauwe en groene tinten en zeer scherpe en heldere opnamen. Opnametips Gebruik bij een zoomlens de groothoekzijde. Wanneer u de groothoekzijde van een zoomlens gebruikt, wordt er beter op onderwerpen die dichtbij of ver weg zijn scherpgesteld dan met de telezijde. Het geeft landschappen ook meer breedte. 's Avonds opnamen maken.
4 Close-ups maken Wanneer u bloemen of kleine onderwerpen van dichtbij wilt fotograferen, gebruikt u de modus <4> (Close-up). Gebruik een macro-objectief (afzonderlijk verkrijgbaar) om kleine onderwerpen veel groter te laten uitkomen. Opnametips Gebruik een eenvoudige achtergrond. Met een simpele achtergrond komen kleine objecten zoals bloemen beter tot hun recht. Nader het onder onderwerp zo dicht mogelijk. Controleer de minimale scherpstelafstand van het objectief.
5 Opnamen maken van bewegende onderwerpen Gebruik de modus <5> (Sport) om bewegende onderwerpen te fotograferen, bijvoorbeeld rennende mensen of een rijdende auto. Opnametips Gebruik een teleobjectief. Voor opnamen vanaf een afstand wordt het gebruik van een teleobjectief aanbevolen. Gebruik het middelste AF-punt om scherp te stellen. Richt het middelste AF-punt op het onderwerp en druk de ontspanknop vervolgens half in om automatisch scherp te stellen.
8: Speciale scènemodus De camera kiest automatisch de juiste instellingen wanneer u een opnamemodus voor uw onderwerp of scène selecteert. 1 Stel het programmakeuzewiel in op <8>. op de knop . (7) 2 Druk X Het scherm Snel instellen wordt weergegeven. een opnamemodus. 3 Selecteer Druk op de pijltjestoetsen om het pictogram van de gewenste opnamemodus te selecteren. Draai aan het instelwiel <6> om een opnamemodus te selecteren.
C Kinderen fotograferen Wanneer u rondrennende kinderen wilt fotograferen en voortdurend op ze wilt blijven scherpstellen, gebruikt u (Kinderen). Dit zorgt ook voor een gezonde huidtint in de opnamen. Opnametips Gebruik het middelste AF-punt om scherp te stellen. Richt het middelste AF-punt op het onderwerp en druk de ontspanknop vervolgens half in om automatisch scherp te stellen. Tijdens het automatisch scherpstellen blijft u een zachte pieptoon horen.
P Voedsel fotograferen Gebruik voor het fotograferen van voedsel de modus
(Voedsel). De foto wordt helder en kleurrijk, waardoor het voedsel er heerlijk uitziet. Opnametips Pas de kleurtoon aan. U kunt de [Kleurtoon] aanpassen. Voedselfoto's met een roodachtige zweem zien er doorgaans net iets appetijtelijker uit. Als u de roodachtige tint van het voedsel wilt versterken, zet u de kleurtoon richting [Warme toon]. Als het geheel te rood overkomt, zet u de kleurtoon richting [Koele toon].
x Portretten bij kaarslicht maken Wanneer u personen bij kaarslicht wilt fotograferen, gebruikt u (Kaarslicht). De kleurtinten van het kaarslicht blijven dan in de foto gehandhaafd. Opnametips Gebruik het middelste AF-punt om scherp te stellen. Richt het middelste AF-punt op het onderwerp en maak de foto. Als de sluitertijd in de zoeker knippert, moet u ervoor zorgen dat de camera niet beweegt. Bij weinig licht, wanneer de kans op bewegingsonscherpte groter is, knippert de sluitertijd in de zoeker.
6 's Avonds portretfoto's maken (met een statief) Gebruik de modus <6> (Nacht portret) als u 's avonds mensen wilt fotograferen en een natuurlijk uitziende achtergrond wilt hebben. U wordt aangeraden een statief te gebruiken. Opnametips Gebruik een groothoekobjectief en een statief. Gebruik bij een zoomlens de groothoekzijde om in het donker een panorama-effect te verkrijgen. Gebruik tevens een statief om bewegingsonscherpte te voorkomen. Controleer de helderheid van het onderwerp.
F 's Avonds opnamen maken (uit de hand) U bereikt bij nachtelijke opnamen het beste resultaat door een statief te gebruiken. Met de modus (Nachtopnamen uit hand) kunt u echter ook prima 's avonds opnamen maken terwijl u de camera in de hand houdt. Er worden voor elke foto vier opnamen achter elkaar gemaakt waarbij het eindresultaat een opname is met minder bewegingsonscherpte. Opnametips Houd de camera stevig vast. Houd de camera stevig vast en houd deze stil als u de opname maakt.
G Opnamen met tegenlicht maken Als u een tafereel met zowel lichte als donkere gebieden fotografeert, gebruikt u de modus (HDR-tegenlicht). Wanneer u één foto in deze modus maakt, worden drie continu-opnamen met verschillende belichting gemaakt. Het resultaat is één opname met een breed kleurtoonbereik waarbij dichtgelopen schaduwen, veroorzaakt door tegenlicht, tot een minimum zijn beperkt. Opnametips Houd de camera stevig vast. Houd de camera stevig vast en houd deze stil als u de opname maakt.
Aandachtspunten voor <6> (Nacht portret) en (Nachtopnamen uit hand) Tijdens Live view-opnamen kan het moeilijk zijn om scherp te stellen op lichtpunten zoals in een avondopname. In dergelijke gevallen dient u de AF-methode op [Quick-modus] in te stellen waarna u de opname maakt. Als het nog steeds moeilijk is om scherp te stellen, zet u de focusinstellingsknop op het objectief op en stelt u handmatig scherp.
Q Snel instellen Wanneer in de basismodi het scherm met de opname-instellingen wordt weergegeven, kunt u op de knop drukken om het scherm Snel instellen weer te geven. In de tabel op de volgende pagina ziet u de functies die in de diverse basismodi kunnen worden ingesteld vanuit het scherm Snel instellen. Voorbeeld: portretmodus het programmakeuzewiel in 1 Stel op een basismodus. op de knop . (7) 2 Druk X Het scherm Snel instellen wordt weergegeven. de functies in.
Q Snel instellen Functies die in de basismodi kunnen worden ingesteld o: standaardinstelling k: door gebruiker in te stellen Functie Transportmodus u: Enkelbeeld i: Continue opname Q (10 sec.) Zelfontspanner l (2 sec.
3 Opnamen maken met het LCDscherm (Live view-opnamen) U kunt opnamen maken terwijl het beeld op het LCDscherm van de camera wordt weergegeven. Dit heet 'Live view-opnamen'. Wanneer u de camera in de hand houdt en opnamen maakt terwijl u op het LCD-scherm kijkt, kan het bewegen van de camera onscherpe opnamen tot gevolg hebben. U wordt aangeraden een statief te gebruiken. Op afstand Live view-opnamen maken Als u EOS Utility (meegeleverde software, pag.
A Opnamen maken met het LCD-scherm 1 Geef het Live view-beeld weer. Druk op de knop . X Het Live view-beeld wordt op het LCD-scherm weergegeven. In de modus wordt het scènepictogram voor de scène die door de camera wordt gedetecteerd, linksboven weergegeven. Continue AF is standaard ingesteld. In het Live view-beeld wordt het helderheidsniveau van de daadwerkelijk te maken opname nauwkeurig benaderd. scherp op het onderwerp.
A Opnamen maken met het LCD-scherm Live view-opname inschakelen Stel [A: Live view-opname.] in op [Inschakelen]. Aantal mogelijke opnamen bij Live view-opnamen Temperatuur Opnameomstandigheden Geen flits 50% flits Kamertemperatuur (23 °C) Circa 160 opnamen Circa 150 opnamen Lage temperaturen (0 °C) Circa 150 opnamen Circa 140 opnamen De bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op een volledig opgeladen batterij LP-E12 en op de testcriteria van de CIPA (Camera & Imaging Products Association).
A Opnamen maken met het LCD-scherm Informatiedisplay Telkens als u op de knop drukt, wordt het informatiedisplay vernieuwd.
Scherpstellen met AF (AF-methode) De AF-methode selecteren U kunt een AF-methode selecteren die bij de opnamesituatie en bij uw onderwerp past. De volgende AF-methoden zijn beschikbaar: [u(gezicht)+volgen], [FlexiZone Multi] (pag. 79), [FlexiZone - Single] (pag. 81) en [Quick-modus] (pag. 82). Wanneer u nauwkeurig wilt scherpstellen, stelt u de focusinstellingsknop op het objectief in op , vergroot u de opname en stelt u handmatig scherp. Selecteer de AF-methode.
Scherpstellen met AF (AF-methode) U kunt ook op het LCD-scherm tikken om het gezicht of onderwerp te selecteren. Indien het onderwerp niet een gezicht is, wordt < > weergegeven. Als er geen gezichten worden gedetecteerd of als u op het LCDscherm tikt maar geen gezicht of onderwerp selecteert, schakelt de camera over naar [FlexiZone - Multi] met automatische selectie (pag. 79). scherp op het onderwerp. 3 StelDruk de ontspanknop half in om scherp te stellen.
Scherpstellen met AF (AF-methode) Als u op de knop drukt, wordt het AF-punt < > in het midden weergegeven en kunt u de pijltjestoetsen gebruiken om het AF-punt te verplaatsen. Aangezien er niet automatisch kan worden scherpgesteld op een gezicht dat zich dicht bij de rand van het beeld bevindt, wordt in dat geval grijs weergegeven. Als u de ontspanknop half indrukt , wordt het onderwerp scherpgesteld met de methode FlexiZone - Multi met automatische selectie.
Scherpstellen met AF (AF-methode) scherp op het onderwerp. 3 StelRicht het AF-punt op het onderwerp en druk de ontspanknop half in. X Als de scherpstelling is bereikt, wordt het AF-punt groen en klinkt er een pieptoon. X Als de scherpstelling niet wordt bereikt, wordt het AF-kader oranje. de opname. 4 Maak Controleer de scherpstelling en belichting en druk de ontspanknop helemaal in om de opname te maken (pag. 74).
Scherpstellen met AF (AF-methode) FlexiZone - Single: d De camera stelt met één AF-punt scherp. Dit is handig wanneer u op een specifiek onderwerp wilt scherpstellen. view-beeld weer. 1 GeefDrukhetopLive de knop . AF-punt X Het Live view-beeld wordt op het LCD-scherm weergegeven. X Het AF-punt < > wordt weergegeven. Bij movie-opnamen wordt het AF-punt groter weergegeven als [Servo AF voor film] is ingesteld op [Inschakelen]. het AF-punt.
Scherpstellen met AF (AF-methode) Quick-modus:f De speciale AF-sensor wordt gebruikt om in de modus 1-beeld AF op dezelfde manier scherp te stellen als bij het maken van opnamen door de zoeker. Hoewel u snel kunt scherpstellen op het gewenste gebied, wordt het Live view-beeld tijdens het automatisch scherpstellen even onderbroken. U kunt negen AF-punten gebruiken om scherp te stellen (automatisch geselecteerd).
Scherpstellen met AF (AF-methode) scherp op het onderwerp. 3 StelRicht het AF-punt op het onderwerp en druk de ontspanknop half in. X Het Live view-beeld wordt uitgeschakeld, de reflexspiegel wordt neergeklapt en er wordt automatisch scherpgesteld. (Er is geen opname gemaakt.) X Wanneer het scherpstellen is gelukt, wordt het AF-punt waarop is scherpgesteld groen en wordt het Live view-beeld opnieuw weergegeven. X Als er niet kan worden scherpgesteld, wordt het AF-punt oranje en gaat het knipperen.
x Opnamen maken met de Touch Shutter Door eenvoudigweg op het LCD-scherm te tikken, kunt u scherpstellen en automatisch een opname maken. Dit werkt in alle opnamemodi. 1 Geef het Live view-beeld weer. Druk op de knop . X Het Live view-beeld wordt op het LCD-scherm weergegeven. de Touch Shutter in. 2 Schakel Tik op [y] linksonder op het scherm. Elke keer dat u op het pictogram tikt, schakelt u tussen [y] en [x].
x Opnamen maken met de Touch Shutter Zelfs als u Transp./zelfontsp.mod. op instelt, zal de camera nog steeds opnamen maken in de enkelbeeldmodus. De Touch Shutter werkt niet in de vergrote weergave. Wanneer bij [54: Persoonlijke voorkeuze(C.Fn)] de optie [6: Sluiter/ AE-vergrendelknop] is ingesteld op [1: AE-vergrendel./AF] of [3: AE/ AF, geen AE], wordt er niet automatisch scherpgesteld. U kunt bovendien de Touch Shutter inschakelen met [A: Touch Shutter].
4 Movie-opnamen U kunt movie-opnamen inschakelen door de aanuitschakelaar in te stellen op . De opname-indeling voor movies is MOV. Voor kaarten waarop movies kunnen worden opgeslagen, raadpleegt u pagina 3. Full HD 1080 Full HD 1080 duidt op compatibiliteit met HighDefinition met 1080 verticale pixels (scanlijnen).
k Movie-opnamen U wordt aangeraden de camera op een televisie aan te sluiten als u opgenomen movies wilt afspelen. Opnamen maken met automatische belichting Wanneer de opnamemodus niet is ingesteld op , schakelt de camera over naar automatische belichting die past bij de lichtomstandigheden van de situatie. 1 Zet de aan-uitschakelaar op . X De reflexspiegel maakt een geluid en de opname verschijnt op het LCD-scherm. een willekeurige 2 Stel opnamemodus in, behalve . scherp op het onderwerp.
k Movie-opnamen Houd de camera niet gedurende lange tijd op dezelfde manier vast. Dit kan lage-temperatuursbrandwonden veroorzaken. Ook als de camera niet te heet aanvoelt, kan de huid door langdurig contact toch rood worden of kunnen er blaren ontstaan. Het gebruik van een statief wordt aangeraden voor mensen met een lage doorbloeding of zeer gevoelige huid, of wanneer de camera op zeer hete plaatsen wordt gebruikt. In de basismodi zijn de opnameresultaten dezelfde als in .
k Movie-opnamen Informatiedisplay Telkens als u op de knop drukt, wordt het informatiedisplay vernieuwd.
3 Het movie-opnameformaat instellen Met de menuoptie [Z2: Movieopn.formaat] kunt u het opnameformaat van de movie [****x****] en de framesnelheid [9] (aantal opgenomen beelden per seconde) selecteren. De 9 (framesnelheid) schakelt automatisch over, afhankelijk van de instelling van [52: Videosysteem]. Beeldformaat A [1920x1080] : Full HD-opnamekwaliteit (Full High-Definition). De beeldverhouding is 16:9. B [1280x720] : HD-opnamekwaliteit (High-Definition). De beeldverhouding is 16:9.
3 Het movie-opnameformaat instellen Totale opnameduur voor movie en bestandsgrootte per minuut Movieopnameformaat Totale opnameduur (bij benadering) Bestandsgrootte (bij benadering) Kaart van 4 GB Kaart van 8 GB Kaart van 16 GB 11 min. 22 min. 44 min. 330 MB/min. 11 min. 22 min. 44 min. 330 MB/min. 6 [1920x1080] 5 4 [1280x720] [640x480] 8 7 6 5 46 min. 1 uur 32 min. 3 uur 4 min. 82,5 MB/min.
5 Opnamen weergeven In dit hoofdstuk worden de basisfuncties voor het weergeven van opnamen en movies beschreven. Opnamen die zijn gemaakt en opgeslagen met een ander toestel Mogelijk geeft de camera opnamen die met een andere camera zijn vastgelegd of met een computer zijn bewerkt, of waarvan de bestandsnaam is gewijzigd niet goed weer.
x Opnamen weergeven 1 Geef de opname weer. Druk op de knop . X De laatstgemaakte of laatstbekeken opname wordt weergegeven. een opname. 2 Selecteer Als u opnamen vanaf de laatste opname wilt weergeven, drukt u op de toets . Als u opnamen vanaf de eerste opname (de oudste) wilt weergeven, drukt u op de toets . Telkens als u op de knop drukt, wordt het weergaveformaat gewijzigd. Geen informatie Met basisinformatie Histogram Weergave met opname-informatie de opnameweergave.
x Snel opnamen zoeken H Meerdere opnamen weergeven op één scherm (indexweergave) Zoek snel naar opnamen met de indexweergave waarbij 4, 9, 36 of 100 opnamen op één scherm worden weergegeven. 1 Geef de opname weer. Als u op de knop drukt, wordt de laatstgemaakte opname weergegeven. over naar de indexweergave. 2 Schakel Druk op de knop . X Er verschijnt een index van 4 opnamen. De geselecteerde opname wordt gemarkeerd met een oranje rand.
u/y Vergrote weergave Opnamen kunnen op het LCD-scherm circa 1,5 tot 10 maal worden uitvergroot. 1 Vergroot het beeld. Druk tijdens opnameweergave op de knop . X De opname wordt vergroot. Als u de knop ingedrukt houdt, wordt de opname verder vergroot tot de maximale vergroting is bereikt. Druk op de knop om de vergroting te verkleinen. Als u de knop ingedrukt houdt, wordt de vergroting verder verkleind totdat het normale formaat van de opname is bereikt.
d Opnamen weergeven via het aanraakscherm Het LCD-scherm is een aanraakgevoelig paneel dat u met uw vingers kunt bedienen. Druk op de knop om de opnamen weer te geven. Door opnamen bladeren Veeg met één vinger. Raak in de weergave van één opname het LCD-scherm aan met één vinger. U kunt naar de vorige of volgende opname bladeren door met uw vinger naar links of rechts te vegen. Veeg naar links om de volgende (nieuwere) opname te zien of naar rechts om de vorige (oudere) opname te zien.
d Opnamen weergeven via het aanraakscherm Opname verkleinen (indexweergave) Druk twee vingers tegen elkaar aan. Raak het scherm aan met twee uitgespreide vingers en breng uw vingers vervolgens samen op het scherm. Elke keer dat u uw vingers tegen elkaar aan drukt, wordt de weergave van één opname gewijzigd in de indexweergave. Wanneer u een opname selecteert, wordt het oranje kader weergegeven. Tik opnieuw op de opname om deze als één opname weer te geven. Opname vergroten Spreid twee vingers uit elkaar.
k Movies afspelen 1 Geef de opname weer. Druk op de knop om een opname weer te geven. een movie. 2 Selecteer Druk op de pijltjestoetsen en om een movie te selecteren. Bij de weergave van één opname geeft het pictogram < 1> linksboven op het scherm aan dat het een movie betreft. Als de movie een videosnapshot is, wordt [ ] weergegeven. In de indexweergave geeft de perforatie links van een miniatuur aan dat het een movie is. Movies kunnen niet in de indexweergave worden weergegeven.
k Movies afspelen Movieweergavepaneel Bewerking 7 Afspelen 8 Vertraagd 5 Eerste beeld 3 Vorig beeld 6 Volgend beeld 4 Laatste beeld Beschrijving van weergave Door op <0> te drukken, kunt u schakelen tussen weergeven en stoppen. Wijzig de vertragingssnelheid met behulp van de pijltjestoetsen en . De vertragingssnelheid wordt rechtsboven in het scherm weergegeven. Hiermee wordt het eerste beeld van de movie weergegeven. Elke keer dat u op <0> drukt, wordt het vorige beeld weergegeven.
6 Opnamen downloaden naar de computer In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u opnamen van de camera naar uw computer kunt downloaden. Daarnaast vindt u in dit hoofdstuk een overzicht van de software die op de EOS Solution Disk (cd-rom) staat. Bovendien leest u in dit hoofdstuk hoe u de software op uw computer installeert. EOS Solution Disk XXX CEL-XXX XXX XXXXX XXXXX XXXXX XXXXX XXXXX Windows XXX XXX Mac OS X XXX XXX © CA U. the E NON INC . 20XX.
Opnamen naar een computer downloaden U kunt de meegeleverde software gebruiken om de opnamen op de camera naar een computer te downloaden. Dit kan op twee manieren. Downloaden door de camera op de computer aan te sluiten 1 Installeer de software (pag.105). de meegeleverde 2 Gebruik interfacekabel om de camera op een computer aan te sluiten. Gebruik de interfacekabel die bij de camera is geleverd.
Opnamen naar een computer downloaden Opnamen downloaden met een kaartlezer U kunt ook een kaartlezer gebruiken om opnamen naar de computer te downloaden. Installeer de software (pag.105). 1 2 Plaats de kaart in de kaartlezer. Canon-software om de 3 Gebruik opnamen te downloaden. X Gebruik Digital Photo Professional. X Gebruik ImageBrowser EX. Raadpleeg voor meer informatie de software-instructiehandleiding.
Informatie over de software EOS Solution Disk XXX EOS Solution Disk Deze cd bevat de volgende software voor EOS-camera's. CEL-XXX XXX XXXXX XXXXX XXXXX XXXXX XXXXX Windows XXX XXX Mac OS X XXX XXX © CA U. the E NON INC . 20XX. Made in De software die bij eerdere camera's is geleverd, biedt mogelijk geen ondersteuning voor foto's en moviebestanden die met deze camera worden gemaakt. Gebruik de software die bij deze camera wordt geleverd.
De software installeren De software op Windows installeren Windows 8 Compatibele besturingssystemen 1 Windows 7 Windows Vista Windows XP Controleer of de camera niet op de computer is aangesloten. Sluit de camera pas op de computer aan nadat u de software hebt geïnstalleerd. Anders wordt de software niet juist geïnstalleerd. Bij het downloaden en installeren van ImageBrowser EX volgt u onderstaande stappen zoals met andere EOS-software op de EOS Solution Disk. U hebt verbinding met internet nodig.
De software installeren De software op Macintosh installeren Compatibele besturingssystemen 1 MAC OS X 10.6 - 10.8 Controleer of de camera niet op de computer is aangesloten. Sluit de camera pas op de computer aan nadat u de software hebt geïnstalleerd. Anders wordt de software niet juist geïnstalleerd. Bij het downloaden en installeren van ImageBrowser EX volgt u onderstaande stappen zoals met andere EOS-software op de EOS Solution Disk. U hebt verbinding met internet nodig.
Handelsmerken o Adobe is een handelsmerk van Adobe Systems Incorporated. o Windows is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. o Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Apple Inc. in de Verenigde Staten en andere landen. o Het SDXC-logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC. o HDMI, het HDMI-logo en High-Definition Multimedia Interface zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
Veiligheidsmaatregelen Onderstaande voorzorgsmaatregelen dienen om schade of letsel bij uzelf of anderen te voorkomen. Verdiep u in de voorzorgsmaatregelen voordat u het product gebruikt en volg deze op. Als u defecten, problemen of schade aan het product opmerkt, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde Canon Service Center of de leverancier bij wie u het product hebt gekocht. Waarschuwingen: volg onderstaande waarschuwingen. Anders kan ernstig of dodelijk letsel het gevolg zijn.
Veiligheidsmaatregelen Wanneer de camera of accessoires niet worden gebruikt, dient u de batterij te verwijderen en de stekker uit het apparaat te halen voordat u het opbergt. Zo voorkomt u elektrische schokken, warmteontwikkeling, brand en corrosie. Gebruik de apparatuur niet in de buurt van ontvlambaar gas. Zo voorkomt u een explosie of brand. Als u de apparatuur laat vallen en de behuizing zodanig beschadigd raakt dat de inwendige onderdelen bloot komen te liggen, mag u deze niet aanraken.
Veiligheidsmaatregelen onderstaande waarschuwingen. Anders bestaat het Waarschuwingen: volg risico op lichamelijk letsel of schade aan eigendommen. Zorg dat u het product niet gebruikt of laat liggen in een auto die in de zon staat of in de nabijheid van een warmtebron. Het product kan heet worden en brandwonden veroorzaken. Dit kan ook leiden tot lekkage van de batterij of explosie, waardoor de prestaties afnemen of de levensduur van het product wordt verkort.
Uitsluitend bestemd voor de Europese Unie en EER (Noorwegen, IJsland en Liechtenstein) Met deze symbolen wordt aangegeven dat dit product in overeenstemming met de AEEA-richtlijn (2012/19/EU), de richtlijn 2006/66/EG betreffende batterijen en accu's en/of de plaatselijk geldende wetgeving waarin deze richtlijnen zijn geïmplementeerd, niet bij het normale huisvuil mag worden weggegooid.
CANON INC. 30-2 Shimomaruko 3-chome, Ohta-ku, Tokyo 146-8501, Japan Europa, Afrika & Midden-Oosten CANON EUROPA N.V. PO Box 2262, 1180 EG Amstelveen, Nederland Raadpleeg uw garantiekaart of ga naar www.canon-europe.com/Support voor informatie over het dichtstbijzijnde Canon-kantoor Dit product en de hieraan gekoppelde garantie worden in landen in Europa geleverd door Canon Europa N.V. Basisinstructiehandleiding De beschrijvingen in deze instructiehandleiding zijn in mei 2016 geactualiseerd.