Instructions

77
12.3 Analoge ingang (ADC)
Dit is een analoge ADC-ingang. Deze ingang kan een spanning van 0 V tot 2.8 V meten.
Hij kan ook voor de temperatuursensoren worden gebruikt. Bij over- of onderschrijden van een
instelbare grenswaarde (in mV of °C) kan de module automatisch een alarmmelding verzenden.
Houd er rekening mee dat er bij de maximale spanning van 2.8 V meetfouten kunnen optreden.
De invoer van de grenswaarde gebeurt in mV, zo moet vb. voor een grensspanning van 1,2 V de
waarde1200naarde“GX107”wordenverzonden.
Deze functie is bijv. handig voor een analoge vulstandsensor; de module kan dan een waarschuwing
geven voordat het voorraadvat leeg is of overloopt.
Voor de invoer van de grenswaarde dient dit bevel:
SET ADC <spanning1> <spanning2> #1513
spanning1 = bovenste grens
spanning2 = onderste grens
Dewaardevan“spanning1”moetgroterzijndan“spanning2”!
Voorbeeld:
SET ADC 2300 1100 #1513
BijspanningaanADCkleinerdan1.100Vofgroterdan2.300Vveroorzaaktde“GX107”eenalarm.
Het bereik van de grensinstelling reikt van 0 tot 2800.
Wanneeralsspanning1“2800”wordtingesteld,wordtdebovenstegrensuitgeschakeld.
Wanneeralsspanning2“0”wordtingesteld,wordtdeonderstegrensuitgeschakeld.
In het bereik van de grenswaarde kan het tot meerdere alarmmeldingen komen, al
naargelang de onregelmatigheid van het ingangssignaal.
Wissen van de ingestelde grenzen
Voor het wissen van de ingestelde grenzen dient het bevel:
RESET ADC #1513