User manual

93
Ook vergelijkingen zijn wiskundige termen. De vergelijkingsoperatoren geven als
resultaat een waarheidswaarde van “1”of “0”, afhankelijk van of de vergelijking correct was.
De term3 < 5” geeft de waarde “1” (waar; true).
Constante termen
Een term of delen van een term kan/kunnen constant zijn. Deze deeltermen kunnen al
tijdens de compiler –looptijd berekend worden.
Zo wordt bijv.
12 + 123 15
door de compiler samengevat tot
120
Soms moeten termen constant zijn opdat ze geldig zijn. Zie bijv. declarering van array
variabelen.
5.3.3 Datatypes
Waarden bezitten steeds een bepaald datatype. De integerwaarden (gehele getallen
waarden) hebben in BASIC een 8 of 16 bit breed datatype, getallen met floating point zijn
altijd 4 byte lang.
Datatypee Voorteken Waardebereik Bit
Char Ja -128 … +127 8
Byte Nee 0 … 255 8 8
Integer Ja -32768 … +32767 16
Word
Nee 0 … 65535 16
Single Ja
±1.175
e
-38 to
±
3.402
e
38
32
Strings
Er is geen expliciet “String” datatype. Een string is gebaseerd op een character array. U
moet de grootte van de array dusdanig kiezen, zodat alle tekens van de string in het
character array passen. Bovendien is er ruimte nodig voor een termineringsteken (decimale
nul), om het einde van de tekenketen aan te geven.
Type –convertering
Bij wiskundige termen gebeurt het heel vaak dat aparte waarden niet van hetzelfde type zijn.
Zo zijn de datatypes in de volgende term gemengd (
a
is integer variabele).
a + 5.5
In dit geval wordt a eerst geconverteerd naar het datatype Single en daarna wordt er 5.5 bij
opgeteld. Het datatype van het resultaat is eveneens Single. Bij de typeconvertering gelden