User manual
85
case constante_1;
aanwijzing_1;
break
;
case
constante_2;
aanwijzing_2;
break
;
.
.
case
constante_n;
aanwijzing_n;
break
;
default
:
// default is optioneel
aanwijzing_0;
};
De waarde van de term wordt berekend. Daarna springt de uitvoering van het programma
naar de constante die overeenkomt met de waarde van de term en gaat daar verder met het
programma. Als er geen constante overeenkomt met de waarde van de term, dan wordt de
switch constructie verlaten.
Als er in een switch aanwijzing een default gedefinieerd is, dan worden de aanwijzingen na
default
uitgevoerd, als er geen constante is gevonden die met de waarde van de term
overeenkomt.
Voorbeeld:
switch
(a+2);
{
case
1:
b=b+2;
break
;
case
5*5:
b=b+2;
break
;
case 100&0xf:
b=b/c;
break
;
default:
b=b+2;
}
break aanwijzing
Een break verlaat de switch aanwijzing. Als u voor case de break weglaat, dan worden de
aanwijzingen ook uitgevoerd als er naar de vorige case gesprongen wordt:
switch(a)
{
case 1:
a++;
case 2:
a++;
// wordt ook uitgevoerd bij een waarde van a==1