User manual
57
7.3.1 Initialisering
function init ()
De functie init initialiseert de I
2
C-bus. Omdat ook het LCD van de C-Control II unit op deze bus is
aangesloten, wordt de initialisering reeds automatisch bij de reset van het systeem uitgevoerd en hoeft in
de regel niet in het gebruikersprogramma uitgevoerd te worden.
7.3.2 Start van de overdracht
function start ( byte device ) returns int
Elke toegang tot een IC op de I
2
C-bus vindt plaats door het produceren van de startvoorwaarde met het
aansluitend zenden van het apparaat – adres op de bus. De functie start neemt deze opgave over. Welk
apparaat – adres voor welke IC welke betekenis heeft, kunt u vinden in de documentatie van deze ICs.
Het resultaat van de functie start is –1 als de aangesproken IC paraat is, anders is het 0.
7.3.3 Zenden van de stopvoorwaarde
function stop ()
Een data – overdracht naar de IC–bus wordt afgesloten door de stopvoorwaarde. De functie stop
produceert dit signaal op de bus.
7.3.4 Schrijven van een byte
function write ( byte c ) returns int
De functie write zendt een byte naar de I
2
C-bus. Het resultaat van de functie is –1, als de aangesproken
IC met een Acknowledge (bevestiging) geantwoord heeft, anders is het 0.
7.3.5 Lezen van een byte met Acknowledge
function read ( ) returns byte
De functie read leest een byte via de I
2
C-bus en antwoordt met een Acknowledge – signaal. Een typische
toepassing is het sequentiële lezen van bytes uit een seriële EEEEPROM.
7.3.6 Lezen van een byte zonder Acknowledge
function readlast ( ) returns byte
De functie readlast leest een byte via de I
2
C-bus en en antwoordt met een No-Acknowledge – signaal.
Een typische toepassing is het lezen van de laatste byte van een byte – sequentie uit een seriële
EEEEPROM.
7.3.7 Testen op zendparaatheid
function ready ( ) returns int
De functie ready controleert, of de I
2
C-bus klaar is voor een nieuwe overdracht. Antwoord –1 als de bus
klaar is, anders 0.
7.4 (vervalt) *
7.4.1 *(vervalt)*
7.4.2 *(vervalt)*
7.4.3 *(vervalt)*