User manual
5
7.3.3 Zenden van de stop –voorwaarde 57
7.3.4 Schrijven van een byte 57
7.3.5 lezen van een byte met Acknowledge (bevestiging) 57
7.3.6 Lezen van een byte zonder Acknowledge 57
7.3.7 Test op zendparaatheid 57
7.4 (Vervalt) 57
7.4.1 (Vervalt) 57
7.4.2 (Vervalt) 57
7.4.3 (Vervalt) 57
7.4.4 (Vervalt) 58
7.4.5 (Vervalt) 58
7.4.6 (Vervalt) 58
7.4.7 (Vervalt) 58
7.4.8 (Vervalt) 58
7.4.9 (Vervalt) 58
7.4.10 (Vervalt) 58
7.5 Ipt.c2 58
7.5.1 Initialisering 58
7.5.2 Uitvoerbuffer leegmaken 58
7.5.3 Test op uitvoerparaatheid 58
7.5.4 Een teken printen 58
7.5.5 Tekst printen 58
7.6 math.c2 59
7.6.1 Wiskundige standaardfuncties 59
7.6.2 Macht verheffen 59
7.6.3 Absolute waarde – functies 59
7.6.4 Minimum – en maximum – functies 59
7.7 mem.c2 59
7.7.1 Vullen met een waarde 60
7.7.2 Kopiëren 60
7.7.3 Opslaan van numerieke waarden in een bytebuffer 60
7.7.4 Lezen van numerieke waarden uit een bytebuffer 60
7.8 plm.c2 61
7.8.1 Instellen van de tijdbasis 61
7.8.2 Instellen van de portmode 61
7.8.3 Instellen van de periodelengte 61
7.8.4 PLM –uitvoer 61
7.8.5 Uitvoer van audio -frequenties 61
7.9 ports.c2 62
7.9.1 Opvragen van digitale ports 62
7.9.2 Instellen van digitale ports 63
7.9.3 Omschakelen en impulsen 63
7.9.4 Deactiveren van ports 63
7.9.5 Impulstelling 64
7.9.6 Frequentiemeting 64
7.9.7 Analoog – digitaal – omvorming 64
7.10
str.c2 64
7.10.1 String leegmaken 64
7.10.2 Stringlengte bepalen 64
7.10.3 String vullen met cijfers 64
7.10.4 Uitvoer in een string 64
7.10.5 Geformatteerde uitvoer in een string 64
7.10.6 Uitvoer van een bitmasker 65
7.11 system.c2 65
7.11.1 Systeemtimer 65
7.11.2 Tijd 66