User manual

halt
De
halt
– opdracht zet de prioriteit van een thread op 0. Er zijn twee vormen. Met vorm 1 kan een
willekeurige thread een andere thread of ook zichzelf laten stoppen. Vorm 2 heeft altijd betrekking op de
op dat moment uitgevoerde thread.
Vorm 1:
halt
ThreadName
;
Voorbeeld:
halt
blink2;
Vorm 2:
halt;
Stopgezette threads kunnen alleen door andere threads weer gestart worden.
resume
De
resume
– opdracht zet de prioriteit van een thread op de waarde voor de laatste run- of halt- opdracht
met betrekking tot deze thread. Er zijn eveneens twee vormen. De eerste vorm heeft betrekking op de
aangegeven thread, vorm 2 op de actueel lopende thread.
Vorm 1:
resume
ThreadName;
Voorbeeld:
halt blink2; / / blink2 staat
resume
blink2; / / blink2 loopt weer zoals voor hij gestopt werd
Vorm 2:
resume;
Voorbeeld:
run 100; / / actuele thread loopt met prioriteit 100
resume;
/ / actuele thread loopt weer als voor run 100
yield
Met de uitvoering van de
yield
– opdracht geeft de actuele thread de uitvoering van het programma,
onafhankelijk van zijn prioriteit, direct af aan de volgende thread.
yield;
Het
yield
– commando is zelden nodig.
5.9.4 Wachten op gebeurtenissen
In bepaalde situaties moet een thread wachten op het plaatsvinden van een gebeurtenis en in de
wachtfase zo min mogelijk rekencapaciteit bezetten. Daarvoor dient in C 2 de
wait
– opdracht.
De
wait
– opdracht controleert de waarde van een aangegeven numerieke term. Als de waarde gelijk aan
0 is, dan geeft de actuele thread de uitvoering van het programma, onafhankelijk van zijn prioriteit, direct
over aan de volgende thread (vergelijk yield). Daardoor wordt vermeden, dat threads met hoge prioriteit
wachtend het systeem blokkeren.
Een thread herhaalt de
wait
– opdracht net zo lang, tot de numerieke waarde ongelijk 0 wordt.
wait
numerieke term;
Voorbeeld:
wait
ports.get (3) ; / / wacht op high level op port3