User manual

De CAN- overdrachtsnelheid van 1 Mbit/ s wordt door C-Control II niet direct ondersteund. Deze
bitsnelheid vraagt om bijzondere maatregelen voor de overdracht –zekerheid en vooral tegen de
storingsuitstraling. Conrad Electronic gaat er niet van uit dat de C-Control II unit toegepast wordt in
applicaties die dergelijke hoge overdrachtsnelheden nodig maken.
De onderstaande tekening toont de koppeling van 3 C-Control II units via de CAN – bus:
De aansluiting van een C-Control II unit vindt plaats via de pins CANH en CANL. De digitale signalen op
de pins CAN_Tx en CAN_Rx mogen alleen gebruikt worden voor diagnose – doeleinden!
Een overzicht van de beschikbare functies voor het programmeren van één van de CAN – applicaties
vindt u in hfst. 7.1.
4. Besturingssysteem
4.1 Overzicht
Het besturingssysteem van de C-Control II unit neemt de totale interrupt – handling, de configuratie van
de microcontroller na de reset, het laden van gebruikersprogramma’s in het FLASH – geheugen alsmede
de start en de uitvoering van gebruikersprogramma’s over. Tijdens het verloop van het programma stuurt
het systeem alle in en uitvoeroperaties op de achtergrond van de toepassing. Een belangrijk onderdeel
van het systeem is de virtuele machine (zie onder) voor het uitvoeren van C2 – programma’s.
Het besturingssysteem is geschreven in “Assembleren in de programmeertaal C en is in binaire vorm
aanwezig op de CD voor de unit. Het besturingssysteem van de C-Control II unit is bij de uitlevering in de
regel nog niet geïnstalleerd en moet eerst in het eerste segment van het FLASH – geheugen opgeslagen
worden (eerste segment = “segment 0”). Alleen bij uitzondering vindt u daar een testversie, die tijdens
de productie geladen is. Als u de C-Control II unit voor de eerste keer in gebruik neemt, dient u in elk
geval eerst het besturingssysteem vanaf de CD te installeren. Op de C-Control homepage
www.control.de op internet vindt u eventueel ook een actuelere versie of aparte bestanden die u kunt
downloaden. U moet dan deze versie in plaats van de op de CD meegeleverde versie gebruiken.
4.2 Bootstrap – Installeren van het besturingssysteem
In de bootstrap – mode van de microcontroller kan het C-Control II – besturingssysteem overgebracht
worden naar het FLASH geheugen van de unit. Installeer eerst de boot – tool van de C-Control CD op
uw PC. Lees daarbij de installatiehandleiding en eventueel de extra aanwijzingen.
Om de bootstrap – mode te activeren, moet u bij een hardware – reset van de C-Control II unit gelijktijdig
de BOOT – pin op low level leggen, d.w.z. door kortsluiten van de BOOT – pin met de daarnaast gelegen
GND – pin door een steekbrug of een toets. Als kort daarop de BOOT – pin weer naar high level gaat,
verwacht de microcontroller de overdracht van het besturingssysteem via de seriële interface.