User manual
15
3.2.8 Digital ports (P1L.0 … P1L.7, P1H.0 … P1H.7)
De C-Control II unit leidt 16 digitale ports van de microcontroller naar buiten: P1L.0 … P1L.7
en ook P1H.0 …P1H.7. Op de digitale ports kunnen b.v. toetsen met pull-up weerstanden, digitale ICs,
optische koppelingen of driverschakelingen voor relais aangesloten worden. De ports kunnen apart, in
groepjes van vier (“Nibble”) byte –gewijs of in zijn geheel als 16-bit Word aangesproken worden (zie hfst.
7.9).
Een port is of ingang of uitgang.
••
Schakel nooit twee ports direct samen, die gelijktijdig als uitgang moeten werken!
Ingangsports zijn hoogohmig en zetten een aanliggend signaal om in een logische waarde. Voorwaarde
daarvoor is, dat het spanningssignaal zich binnen de voor TTL- resp. CMOS- ICs gedefinieerde bereiken
voor Low- of High level bevindt. In de verdere verwerking in het programma worden de logische waarden
van de aparte ports weergegeven als 0 (“low”) of –1 (“high”). Nibbleports nemen waarden aan van 0 tot
15, byteports 0 tot 255. De wordport wordt in overeenstemming met het 16-bit – integere getalsbereik
gelezen als een waarde van -32768 tot 32767.
Uitgangsports kunnen via een interne driverschakeling digitale spanningssignalen afgeven. Aangesloten
schakelingen kunnen een geringe stroom uit de ports trekken (bij high level) resp. een geringe stroom
aan de port toevoeren (bij low level). Let op de maximaal toelaatbare laststroom voor een aparte port en
voor alle ports samen (zie hfst. 9.1 Technische Specificaties). Een overschrijding van de maximale
waarden kan leiden tot vernieling van de C-Control II unit.
Na de reset is in eerste instantie elke digitale port als ingangsport geconfigureerd. Een port wordt
automatisch uitgangsport, als het gebruikerssprogramma er een uitvoerwaarde naartoe schrijft. Door het
oproepen van een speciale functie van de standaardmodule kan een uitgangsport echter weer
gedeactiveerd worden, d.w.z. in de hoogohmige toestand gebracht worden (7.9.4).
3.3.8 Speciale functies van de digitale ports
Een paar digitale ports staan alternatief tot uw beschikking voor speciale in -/uitvoeroperaties. Daartoe
moeten eerst de desbetreffende initialiseringsfuncties van de systeemmodule opgeroepen worden (zie
b.v. hfst. 7.2, 7.5, 7.12). Denk er aan, dat het oproepen van een initialisering alle concurrerende ports
deactiveert.
Pin Standaardfunctie Speciale functie
P1L.0…7 Digital -byteport Databits van de printerinterface
P1H.0 Digital-, counter- en interruptport -
P1H.1 Digital-, counter- en interruptport swcom RxD
P1H.2 Digital-, counter- en interruptport swcom TxD
P1H.3 Digital-, counter- en interruptport Klok voor aansluiting van een 2W- busmodem
P1H.4 Digital port Data voor aansluiting van een 2W-busmodem
P1H.5 Digital port BUSY (Handshake) van de printerinterface
P1H.6 Digital port
ACKNOWLEDGE (Handshake) van de printerinterface
P1H.7 Digital port STROBE (Handshake) van de printerinterface
3.3.8.1 Tellers en interrupt – ports
De vier ports P1H.0 … P1H.3 van de C-Control II unit zijn interrupt – gevoelig. Na de reset zijn ze door
het besturingssysteem als volgt geconfigureerd: bij elke High-Low – flank op één van de pins wordt er
vertakt naar één van vier systeeminterruptroutines. In deze routine wordt één van vier tellerwaarden met
1 verhoogd. Bovendien controleert het systeem, of er een bijzondere behandelingsroutine van de
gebruiker geïnstalleerd is en voert deze in dat geval uit (zie hfst. 7.11.7 en 8.1.2).
De telleringangen kunnen impulsen met afstanden tot minimaal ca. 1 milliseconde zonder verlies tellen.
Mocht er een kortere reactietijd nodig zijn, dan kan dat gebeuren met behulp van de
systeemprogrammering door het verhogen van de interrupt – prioriteiten.
3.3.8.2 Tweede seriële interface (swcom)
Op de digitale ports P1H.1 en P1H.2 kan het besturingssysteem softwarematig een tweede asynchrone
interface emuleren. Les daarvoor de hoofdstukken 3.3.6 en 7.2.