User manual
10
Het totale geheugen is door het systeem als volgt opgedeeld:
Segment
Adressen Fysieke geheugentype Toepassing
0
0x00000…0x0FFFF
Ext. FLASH-EEEEPROM
Besturingssysteem
Interne RAM, register Hardware toegang
1
0x10000…0x1FFFF
Ext. FLASH- EEPROM Besturingssysteem reserve
2
0x20000…0x2FFFF
Ext. FLASH- EEPROM Besturingssysteem reserve
3
0x30000…0x3FFFF
Ext. FLASH- EEPROM
Gebruikers - systeemroutines
4
0x40000…0x4FFFF
Ext. FLASH- EEPROM C2-programma VM-codes
5
0x50000…0x5FFFF
Ext. FLASH- EEPROM C2-programma VM-codes
6
0x60000…0x6FFFF
Ext. FLASH- EEPROM C2-programma constanten
7
0x70000…0x7FFFF
Ext. FLASH- EEPROM C2-programma constanten
8
0x80000…0x8FFFF
Ext. RAM C2-programma data
3.2.3 Genereren van referentiespanning
De microprocessor beschikt over een analoog – digitaal – omvormer met een resolutie van 10
bit. Dat betekent,
dat gemeten spanningen als hele getallen van 0 tot 1023 weergegeven
kunnen worden. De referentiespanning voor de ondergrens is het GND- level, dus 0V. De
referentiespanning voor de bovengrens bedraagt 4,096V en wordt door een
preciezereferentiespanning –IC gegenereerd. De tolerantie van de referentiespanning ligt onder
één procent. De maximale temperatuurdrift boven het totale toelaatbare werktemperatuurbereik
bedraagt 50ppm (parts per million, 1 ppm = 0,0001 procent).
Een verschil van één bit van de gedigitaliseerde meetwaarde komt overeen met een
spanningsverschil van 4 mV. Als x een digitale meetwaarde is, dan kan de desbetreffende
spanningswaarde u als volgt berekend worden:
u = x * 4,096V / 1024
Of simpelweg:
u = x * 0,004V
3.2.4 Pulsgeneratie
De generatie van een puls vindt plaats door een 5MHz – kwartsoscillator. In de controller
produceert een PLL – schakeling daaruit de 20MHz – systeempuls.
3.2.5 *(vervalt) *