Operation Manual

127Belcanto/Trecento - 09/10 - Ausgabe 09/09 - 1865263 - BUE-0015-04NL
Sanitaire inrichting
10
Aftapopening van de watertank sluiten.
Watertank met drinkwater vullen. Voor het vullen een waterslang, waterjer-
rycan met trechter o.d. gebruiken.
Alle waterkranen op "Warm" zetten en openen. De waterpomp wordt inge-
schakeld. De warmwaterleidingen worden gevuld met water.
Waterkranen zolang geopend laten tot het water zonder luchtbellen uit de
waterkranen stroomt. Alleen zo is gegarandeerd dat de boiler met water is
gevuld.
Alle waterkranen op "Koud" zetten en geopend laten. De koudwaterlei-
dingen worden gevuld met water.
Waterkranen zolang geopend laten tot het water zonder luchtbellen uit de
waterkranen stroomt.
Alle waterkranen sluiten.
Controleren of de afsluitdeksel van de watertank dicht is.
10.5 Waterinstallatie leegmaken
Als volgt te werk gaan om de waterinstallatie voldoende leeg te maken en te
ventileren. Vorstschade en afzettingen worden zo vermeden:
Voertuig horizontaal zetten.
De 230-V-voorziening bij de 230-V-beveiligingsautomaat uitschakelen.
Alle aftapkranen openen. Daartoe de kiphendel van de aftapkraan verticaal
zetten of de kap van de aftapkraan tegen de klok in opendraaien.
Aftapopening van de watertank openen.
Waterkraan in keuken en douchecabine (toiletruimte) precies in de mid-
delste stand (warm – koud) zetten en openen.
Handsproeier naar boven in douchestand hangen.
Afsluitdeksel van de watertank afnemen. Waterpomp omhooghouden tot
de waterleidingen volledig leeg zijn.
Controleren of de watertank volledig is leeggemaakt.
Het water dat in de waterleidingen is achtergebleven, eruitblazen (max.
0,5 bar).
De afvalwatertank leegmaken. Milieu-instructies in dit hoofdstuk in acht
nemen.
Toilet-cassette leegmaken. Milieu-instructies in dit hoofdstuk in acht
nemen.
Na de lediging alle waterkranen in de middelste stand open laten.
Alle aftapkranen geopend laten.
Als het voertuig gedurende meerdere dagen niet wordt gebruikt of bij vorst-
gevaar niet wordt verwarmd, de totale waterinstallatie leegmaken. De
waterkranen in de middelste stand geopend laten. Het veiligheids-/aftap-
ventiel (indien aanwezig) en alle aftapkranen geopend laten. Zo kunnen
vorstschade aan de inbouwapparatuur, vorstschade aan het voertuig en
afzettingen in watervoerende componenten worden vermeden.
Milieu-instructies in dit hoofdstuk in acht nemen.