Operation Manual

19Premio/Averso - 14/15 - Ausgabe 09/14 - 2476465 - BUE-0012-12NL
Voor het rijden
3
Het voertuig wordt met de pijltjestoetsen op de afstandsbediening (Afb. 2)
bestuurd. In de volgende tabel wordt de functie van de afzonderlijke pijltjes-
toetsen beschreven:
Rangeren:
Voertuig afkoppelen (zie sectie 3.7).
13-polige stekker in de veiligheidscontactdoos van het rangeersysteem
steken.
Schuifschakelaar (Afb. 3,3) op de afstandsbediening (Afb. 3,1) op "AAN"
(I) zetten. Als de groen LED (Afb. 3,2) brandt, is het rangeersysteem
bedrijfsklaar.
Aan beide zijden de aandrijfrollen tegen de banden draaien. Daarvoor de
toetsen "aandraaien" (Afb. 3,4 en 7) indrukken.
Handrem loszetten en wielkeggen verwijderen.
Het voertuig met de pijltjestoetsen (Afb. 3,8) in de gewenste positie
bewegen.
Afb. 2 Pijltjestoetsen
Nummer
in Afb. 2
Beweging Functie
1 Voertuig vooruit Beide wielen draaien vooruit
2 Voertuig links vooruit Rechterwiel draait vooruit
3 Voertuig links achteruit Rechterwiel draait achteruit
4 Voertuig achteruit Beide wielen draaien achteruit
5 Voertuig rechts achteruit Linkerwiel draait achteruit
6 Voertuig rechts vooruit Linkerwiel draait vooruit
3+6 Voertuig draait ter plekke met
de klok mee
Linkerwiel draait vooruit en rech-
terwiel draait achteruit
2+5 Voertuig draait ter plekke tegen
de klok in
Linkerwiel draait achteruit en
rechterwiel draait vooruit
Afb. 3 Afstandsbediening