Operation Manual

182 Premio/Averso - 14/15 - Ausgabe 09/14 - 2476465 - BUE-0012-12NL
Wielen en banden
13
13.5.2 Aandraaimoment
X Terwijl het voertuig is opgetild, mogen zich geen personen in het voer-
tuig bevinden.
X Er mogen geen personen onder het opgetilde voertuig gaan liggen.
Z Bij een wielwisseling de schroefdraad van de schroefdraadbout of van de
wielschroef niet beschadigen.
Z Wielmoeren of wielschroeven kruisgewijs aandraaien (Afb. 215).
Z Bij overschakelen op andere velgen (bijv. lichtmetalen velgen of wielen met
winterprofiel) moeten de bijbehorende wielschroeven met de juiste lengte
en kraagvorm worden gebruikt. De veilige bevestiging van de wielen en de
werking van de reminstallatie zijn daarvan afhankelijk.
Z Velgen en banden die niet voor het voertuig zijn toegestaan kunnen de ver-
keersveiligheid beperken en moeten apart door een bevoegd keuringsbu-
reau worden getest en goedgekeurd.
Z Het voertuig conform de nationale voorschriften, bijv. met gevarendrie-
hoek, beschermen.
Z Voor de vervanging van de banden de velgen- en bandenmaat, de draag-
kracht van de banden en de snelheidsindex op de banden controleren.
Alleen de in de voertuigpapieren opgegeven velgen- en bandenmaten
gebruiken.
Z Als er voor de voertuigwielen en het reservewiel verschillende wielmoeren
of wielschroeven nodig zijn, dan zijn de wielmoeren of wielschroeven voor
het reservewiel bij het voertuig geleverd.
X Bij montage van lichtmetalen velgen alleen de meegeleverde wiel-
schroeven gebruiken.
Afb. 216 Wielschroeven
1 Wielschroef bolconisch
2 Wielschroef conisch