Operation Manual
18 Premio/Averso - 14/15 - Ausgabe 09/14 - 2476465 - BUE-0012-12NL
Voor het rijden
3
3.3 Rangeersysteem (speciale uitvoering)
Met het rangeersysteem (Mover) kan het voertuig zonder extra hulpmiddelen
worden verplaatst.
Afstandsbediening
X Tijdens het rangeren mogen zich geen personen in de caravan
bevinden.
X Tijdens het rangeren mogen zich geen personen (met name kinderen)
in het rangeerbereik bevinden.
X Bij functiestoringen handrem aantrekken.
X Het rangeersysteem niet als handrem gebruiken.
X De afstandsbediening ontoegankelijk voor kinderen bewaren.
X Voor het begin van de rit de aandrijfrollen altijd van de banden weg-
draaien. Wanneer de aandrijfrollen tijdens de rit tegen de banden zijn
gedraaid, kunnen de banden klappen.
Z Voor het rangeren de banden en aandrijfrollen controleren en zo nodig
scherpe stenen en dergelijke verwijderen.
Z Bij het rangeren tegen stijgende hellingen de dissel altijd naar het dal
richten. Zo wordt voorkomen dat het voertuig naar achteren afglijdt.
Z Gevoelige apparaten zoals camera's of DVD-spelers niet in de onmiddel-
lijke buurt van de besturing of de kabel bewaren. Het rangeersysteem
genereert in bedrijf elektromagnetische velden, die zulke apparaten
beschadigen kunnen.
Z Bij het rangeren mag de afstand tussen de afstandsbediening en het
midden van het voertuig maximaal 10 meter bedragen.
Z Na het uitschakelen van het rangeersysteem via de afstandsbediening blijft
de besturing in de stand-by-modus. Om het rangeersysteem volledig uit te
schakelen, moet het van de stroomtoevoer worden losgekoppeld.
Z Na het rangeren de 13-polige stekker uit de veiligheidscontactdoos
trekken. De woonruimteaccu wordt anders te snel ontladen.
Z Wanneer beide remlichten defect zijn, is het stroomcircuit van de veilig-
heidscontactdoos niet gesloten. Het rangeersysteem werkt dan niet.
Z Wanneer bij ingeschakelde afstandsbediening ca. 2 minuten lang geen
toets wordt ingedrukt of ca. 7 minuten lang continu een toets ingedrukt
blijft, wordt de afstandsbediening uitgeschakeld.
Om de afstandsbediening opnieuw te activeren, de schuifschakelaar op
"UIT" (0) zetten, ca. 2 seconden wachten en de schuifschakelaar weer op
"AAN" (I) zetten.