Operation Manual
173Premio/Averso - 14/15 - Ausgabe 09/14 - 2476465 - BUE-0012-12NL
Onderhoud
12
12.8 Vervangen van gloeilampen, binnen
12.8.1 Plafondverlichting
Lamp vervangen: Dealer of een servicepunt opzoeken.
X Gloeilampen en lamphouders kunnen erg warm worden. Daarom voor
het vervangen van gloeilampen de lamp laten afkoelen.
X Vóór het vervangen van de gloeilampen de stroomtoevoer naar de
beveiligingsautomaat in de 230-V-zekeringenkast uitschakelen.
X Gloeilampen ontoegankelijk voor kinderen bewaren.
X Geen gloeilamp gebruiken die is gevallen of die krassen heeft in het
glas. De gloeilamp zou kunnen springen.
X Halogeenlampen kunnen zeer heet worden. Als de lamp is ingescha-
keld, moet de veiligheidsafstand tot brandbare voorwerpen altijd 30 cm
bedragen. Brandgevaar!
X LED's in lampen niet vervangen met gewone gloeilampen. Brandgevaar
door sterke hitteontwikkeling.
Z Een nieuwe gloeilamp niet vastpakken met de vingers. Om de nieuwe
gloeilamp in te zetten een stoffen doek gebruiken.
Z Alleen gloeilampen van hetzelfde type en met het juiste aantal watt
gebruiken.
Z Wanneer LED's in lampen defect zijn, een officiële dealer of een service-
punt opzoeken.
Afb. 205 Plafondverlichting
Z LED-lichten hebben een zeer lange levensduur. Vervangen van deze
lichten is normaal gesproken niet nodig.