Operation Manual
113Premio/Averso - 14/15 - Ausgabe 09/14 - 2476465 - BUE-0012-12NL
Inbouwapparatuur
9
9.8 Verwarming voor afvalwaterleidingen (speciale
uitvoering)
Ter voorkoming van bevriezing van de afvalwaterbuizen kunnen de afvalwa-
terleidingen elektrisch worden verwarmd.
Bij ingeschakelde verwarming wordt met temperatuursensoren de tempera-
tuur bij de afvalwaterleidingen bewaakt. Als de temperatuur onder de 5 °C
daalt, worden de verwarmingselementen ingeschakeld en de afvalwaterlei-
dingen verwarmd. Wanneer de temperatuur boven 7 °C komt, worden de ver-
warmingselementen weer uitgeschakeld.
De transformator 230 V AC/12 V DC (Afb. 142,2) is al naargelang het model
in de kleerkast of in kist de van de zitgroep gemonteerd.
Het regelapparaat is geïntegreerd in de behuizing van de transformator. De
controlelichten hebben de volgende betekenis:
z Controlelicht (Afb. 142,5) licht groen op: Regeling is bedrijfsklaar
z Controlelichten (Afb. 142,4 en 6) lichten rood op: Afvalwaterleidingen
worden verwarmd
In de behuizing is een testknop (Afb. 142,3) geïntegreerd, waarmee het rege-
lapparaat gedurende korte tijd kan worden aangezet. Door op de testknop te
drukken, kan de werking van de verwarming worden getest, ook wanneer de
omgevingstemperatuur hoger dan 5 °C is.
Inschakelen:
Voertuig op 230-V-voorziening aansluiten (zie sectie 8.5.1).
Schakelaar (Afb. 142,1) aan de transformator (Afb. 142,2) op "ON" zetten.
Uitschakelen:
Schakelaar (Afb. 142,1) aan de transformator (Afb. 142,2) op "OFF"
zetten.
Z De testknop altijd maar kort indrukken.
Z De verwarming werkt alleen als het voertuig is aangesloten op een 230-V-
voorziening.
Afb. 142 Transformator met regelappa-
raat