Operation Manual
66 I-Modell - 10/11 - Ausgabe 07/10 - 1976785 - BUE-0051-04NL
Wonen
6
De lichtschakelaars in de woonruimte bevinden zich direct bij de betreffende
lamp (Afb. 59,1) of in de buurt van de lamp (Afb. 60,1).
6.5 Lichtregeling
Taken Al naar gelang het model is het voertuig van een centraal lichtsysteem voor-
zien. Met dit lichtsysteem kunnen afzonderlijke lampen of lichtgroepen, die tot
het lichtsysteem behoren, worden geschakeld en gedimd.
Verder zijn in het lichtsysteem scènefuncties geïntegreerd. Met de scènefunc-
ties kan de gewenste helderheid van alle lichtgroepen worden opgeslagen en
opgeroepen.
Lichtschakelaar De lampen, die in het lichtsysteem zijn geïntegreerd, worden met toetsen op
het paneel (Afb. 61) of met toetsten op twee schakelaars (Afb. 62 en Afb. 63)
geregeld. De schakelaars zijn op verschillende plaatsen in het voertuig
gemonteerd.
Toetsen op het paneel Op het paneel zijn alle functies voor de lichtregeling beschikbaar.
Afb. 59 Halogeenlamp Afb. 60 Halogeen-inbouwlamp
De lampen, die niet in het lichtsysteem zijn geïntegreerd (bijv. keuken-
lampen, badkamerlampen of leesspots) worden met separate lichtschake-
laars in- en uitgeschakeld.
Afb. 61 Paneel