Operation Manual

230 I-Modell - 10/11 - Ausgabe 07/10 - 1976785 - BUE-0051-04NL
Onderhoud
12
12.8.5 Gloeilamptypen voor buitenverlichting
12.9 Vervangen van gloeilampen, binnen
Buitenverlichting Gloeilamptype
Voor
Grootlicht H7 12 V 55 W
Dimlicht H7 12 V 55 W
Parkeerlicht W5W 12 V 5 W (Viseo)
Richtingaanwijzer Bay 9s 12 V 21 W
BAU 15s 12 V 21 W (Viseo)
Mistlampen H3 12 V 55 W
Achter
Achterlicht Ba15s 12 V 5 W
Remlicht Ba15s 12 V 21 W
Richtingaanwijzer Ba15s 12 V 21 W
Mistlamp achter Ba15s 12 V 21 W
Achteruitrijlicht Ba15s 12 V 21 W
Gloeilampen en lamphouders kunnen erg warm worden. Daarom voor
het vervangen van gloeilampen de lamp laten afkoelen.
ór het vervangen van de gloeilampen de stroomtoevoer naar de
beveiligingsautomaat in de 230-V-zekeringenkast uitschakelen.
Gloeilampen ontoegankelijk voor kinderen bewaren.
Geen gloeilamp gebruiken die is gevallen of die krassen heeft in het
glas. De gloeilamp zou kunnen springen.
Lampen kunnen zeer heet worden. Als de lamp is ingeschakeld, moet
de veiligheidsafstand tot brandbare voorwerpen altijd 30 cm bedragen.
Brandgevaar!
LED's in lampen niet vervangen met gewone gloeilampen. Brandgevaar
door sterke hitteontwikkeling.
Een nieuwe gloeilamp niet vastpakken met de vingers. Om de nieuwe
gloeilamp in te zetten een stoffen doek gebruiken.
Alleen gloeilampen van hetzelfde type en met het juiste aantal watt
gebruiken.
Wanneer LED's in lampen defect zijn, een officiële dealer of een service-
punt opzoeken.