Operation Manual
172 I-Modell - 10/11 - Ausgabe 07/10 - 1976785 - BUE-0051-04NL
Inbouwapparatuur
9
De draairegelaar indrukken en ingedrukt houden.
Ontstekingsknop (Afb. 185,2) indrukken. Aan de brander worden ontste-
kingsvonken opgewekt.
Als de vlam brandt, de draairegelaar nog 10 tot 15 seconden ingedrukt
houden tot het ontstekingsbeveiligingsventiel de gastoevoer open houdt.
Draairegelaar loslaten en in de gewenste instelling draaien.
Uitschakelen:
Draairegelaar in 0-stand draaien. De vlam dooft.
Gasafsluitkraan "Kookplaat" en hoofdafsluitkraan op de gasfles sluiten.
Ontstekingsautomaat
(zonder ontstekingsknop)
Het gaskooktoestel is uitgerust met een elektronische ontsteking.
Inschakelen:
De hoofdafsluitkraan op de gasfles en gasafsluitkraan "Kookplaat" openen.
Afdekking van het gaskooktoestel openen.
Afhankelijk van het model de vlambeschermingsplaat openklappen en ver-
grendelen.
Draairegelaar (Afb. 186,1) van de gewenste brander in de ontstekings-
stand (grote vlam) draaien.
De draairegelaar indrukken en ingedrukt houden.
De ontstekingsautomaat wekt ontstekingsvonken op. Er is een klikkend
geluid hoorbaar.
Als de vlam brandt, de draairegelaar nog 10 tot 15 seconden ingedrukt
houden tot het ontstekingsbeveiligingsventiel de gastoevoer open houdt.
Draairegelaar loslaten en in de gewenste instelling draaien.
Uitschakelen:
Draairegelaar in 0-stand draaien. De vlam dooft.
Gasafsluitkraan "Kookplaat" en hoofdafsluitkraan op de gasfles sluiten.
9.5.2 Gasbakoven (Dometic) (speciale uitvoering)
Afb. 186 Bedieningselementen voor
gaskooktoestel
De ventilatieopeningen op de gasbakoven niet bedekken.
Bij gebruik van de bakoven mogen geen brandbare voorwerpen in de
buurt van de gasbakoven aanwezig zijn.
Als het aansteken niet is gelukt, de procedure vanaf het begin herhalen.
Zonodig controleren of gas en/of stroom in de gasbakoven ontbreken.