Operation Manual

49T-Modell - 13/14 - Ausgabe 08/13 - 2354664 - BUE-0006-14NL
Tijdens de rit
4
4.8 Veiligheidsgordels
Het voertuig is in de woonruimte bij de zitplaatsen, waar volgens de wet een
veiligheidsgordel is voorgeschreven, met veiligheidsgordels uitgerust. Voor
het dragen van gordels gelden de van toepassing zijn de nationale bepa-
lingen.
Zijhelling (leegma-
ken van de tank)
Indrukken tot de
gewenste helling
is bereikt
Toets knippert Voertuig helt
Loslaten Toets brandt Maximale hel-
lingshoek bereikt
Kort indrukken
- Functie stoppen
Voertuig wordt op
rijniveau terugge-
zet
Noodstop
1 x indrukken (tij-
dens doorlopen
van functies)
- Alle functies wor-
den onmiddellijk
onderbroken
2 x indrukken
- Systeem wordt
weer geactiveerd
Systeem uitscha-
kelen
1 x indrukken
Toets brandt Systeem uitge-
schakeld
Servicemodus in-/
uitschakelen
(voertuig gepar-
keerd, maar con-
tact nog
ingeschakeld)
Kort indrukken
Toets brandt Servicemodus in-
geschakeld
Nogmaals indruk-
ken
Toets gaat uit Servicemodus uit-
geschakeld
1)
Deze functie is na het uitschakelen van het contact nog 6 minuten lang beschikbaar
Z Verdere informatie ontlenen aan de aparte gebruiksaanwijzing van de
fabrikant.
Functie Toets Indicatie Betekenis
X Voor de rit de gordels omdoen en tijdens de rit omlaten.
X Gordels niet beschadigen of klemmen. Laat beschadigde veiligheidsgor-
dels vervangen door een geautoriseerde werkplaats.
X De gordelbevestigingen, het oprolautomatisme en de gordelsloten niet
wijzigen.
X Schroefverbinding van de veiligheidsgordels van tijd tot tijd controleren
op vastzitten.
X Iedere veiligheidsgordel alleen gebruiken voor een volwassen persoon.
X Voorwerpen niet samen met een persoon vastbinden.