Operation Manual

144 T-Modell - 13/14 - Ausgabe 08/13 - 2354664 - BUE-0006-14NL
Elektrische installatie
8
Het voertuig zo vaak mogelijk op een externe 230-V-voorziening aansluiten.
Daarbij laadt de laadmodule in het elektroblok automatisch de woonruim-
teaccu. Bovendien wordt de startaccu met een druppellading van ca. 2 A
geladen.
Al naargelang de uitrusting zijn de klimaatregeling en andere extra apparaten
beveiligd door een eigen beveiligingsautomaat (16 A).
8.9.1 230-V-aansluiting
Eisen m.b.t. de 230-V-
aansluiting
z De aansluitkabel, de stekkerverbindingen aan de voorzieningsplaats en de
stekkerverbinding aan het voertuig moeten voldoen aan IEC 60309. De in
de handel gebruikelijke benaming voor de stekkerverbindingen is "CEE
blauw".
z Snoer met rubber mantel H07RN-F met een leidingsdiameter van ten-
minste 2,5 mm² en een lengte van maximaal 25 m gebruiken.
z Stekkerverbindingen met randaarde (Schuko) zijn niet toegestaan. Het tus-
senschakelen van CEE/randaarde-adapters is eveneens niet toegestaan.
8.9.2 230-V-voorziening aansluiten
Het voertuig kan op een externe 230-V-voorziening worden aangesloten.
Z Overspanning kan de aangesloten apparaten beschadigen. Oorzaken van
overspanning kunnen zijn blikseminslag, onregelmatige spannings-
bronnen (bijv. benzinegeneratoren) of stroomaansluitingen op veerboten.
X De externe 230-V-voorziening moet beveiligd zijn met een aardlekscha-
kelaar (FI-schakelaar, 30 mA).
X De kabel moet volledig van de kabelhaspel afgewikkeld zijn om overver-
hitting te voorkomen.
X Bij twijfel of indien de 230-V-voorziening niet beschikbaar of defect is,
contact opnemen met de gebruiker van de voorzieningsinstallatie.
Z De 230-V-aansluiting is in het voertuig met een aardlekschakelaar (FI-
schakelaar) uitgerust.
Z Voor de aansluitpunten op campings (campingverdelers) zijn aardlekscha-
kelaars (FI-schakelaars, 30 mA) voorgeschreven.