Operation Manual
84 T-Modell - 12/13 - Ausgabe 07/12 - 2223843 - BUE-0006-13NL
Wonen
6
6.10.2 Draaidakluik (speciale uitvoering)
Het draaidakluik kan met de handslinger worden geopend.
Openen:
De handslinger (Afb. 88,2) draaien, tot er weerstand merkbaar is.
Sluiten:
De handslinger draaien, tot het draaidakluik is gesloten. Na nog twee of
drie omwentelingen kan het draaidakluik worden vergrendeld.
De vergrendeling controleren. Daarvoor met de hand tegen het plexiglas
drukken.
Vouwverduistering De vouwverduistering kan op een willekeurige hoogte worden gesloten. Als de
vouwverduistering met de hor is vergrendeld, wordt bij het sluiten van de
vouwverduistering de hor meegeleid.
Sluiten:
De vouwverduistering aan de greep (Afb. 88,3) trekken en in gewenste
stand loslaten. De vouwverduistering blijft in deze positie staan.
Openen:
De vouwverduistering aan de greep langzaam in uitgangspositie schuiven.
Hor Als de hor met de vouwverduistering is vergrendeld, wordt bij het sluiten van
de hor de vouwverduistering meegeleid.
Sluiten:
De hor bij de greep (Afb. 88,1) naar de tegenoverliggende greep van de
vouwverduistering (Afb. 88,3) trekken en vergrendelen.
Openen:
De greep van de hor (Afb. 88,1) achteraan naar boven drukken en de hor
van de vouwverduistering (Afb. 88,3) losmaken.
De hor aan de greep langzaam in uitgangspositie schuiven.
6.10.3 Dakluik Omni-Vent met ventilator (speciale uitvoering)
Het dakluik is met rolhor, verduisteringsrollo en een instelbare ventilator voor
ventilatie en ontluchting uitgerust.
Afb. 88 Draaidakluik
Z Ter bescherming van de accu schakelt de ventilator na één uur van stand 6
terug naar stand 1.