Operation Manual

238 T-Modell - 12/13 - Ausgabe 07/12 - 2223843 - BUE-0006-13NL
Onderhoud
12
12.9 Vervangen van gloeilampen, binnen
12.9.1 Halogeen-inbouwlamp
Halogeengloeilamp 12 V/10 W
De halogeen-inbouwlamp (Afb. 294,1) is verzonken ingebouwd.
Lamp vervangen:
Binnenste afdekring (Afb. 295,1) met een schroevendraaier van de behui-
zing losmaken.
Afdekring met de glasschijf (Afb. 295,2) met een schroevendraaier los-
maken van het onderste gedeelte van de halogeen-inbouwlamp.
Halogeengloeilamp (Afb. 295,3) verwijderen.
Nieuwe halogeengloeilamp plaatsen.
Lamp in omgekeerde volgorde in elkaar zetten.
X Gloeilampen en lamphouders kunnen erg warm worden. Daarom voor
het vervangen van gloeilampen de lamp laten afkoelen.
X Vóór het vervangen van de gloeilampen de stroomtoevoer naar de
beveiligingsautomaat in de 230-V-zekeringenkast uitschakelen.
X Gloeilampen ontoegankelijk voor kinderen bewaren.
X Geen gloeilamp gebruiken die is gevallen of die krassen heeft in het
glas. De gloeilamp zou kunnen springen.
X Lampen kunnen zeer heet worden. Als de lamp is ingeschakeld, moet
de veiligheidsafstand tot brandbare voorwerpen altijd 30 cm bedragen.
Brandgevaar!
X LED's in lampen niet vervangen met gewone gloeilampen. Brandgevaar
door sterke hitteontwikkeling.
Z Een nieuwe gloeilamp niet vastpakken met de vingers. Om de nieuwe
gloeilamp in te zetten een stoffen doek gebruiken.
Z Alleen gloeilampen van hetzelfde type en met het juiste aantal watt
gebruiken.
Z Wanneer LED's in lampen defect zijn, een officiële dealer of een service-
punt opzoeken.
Afb. 294 Halogeen-inbouwlamp (plat) Afb. 295 De halogeengloeilamp verwis-
selen