Operation Manual

236 T-Modell - 12/13 - Ausgabe 07/12 - 2223843 - BUE-0006-13NL
Onderhoud
12
Gloeilamptypen In het voertuig worden verschillende gloeilamptypen gebruikt. Hierna wordt de
vervanging van het betreffende gloeilamptype beschreven.
12.8.1 Verlichting front
De lampen voor dimlicht, grootlicht en parkeerlicht alsmede voor de richtin-
gaanwijzer zijn bestanddeel van het basisvoertuig. Het vervangen van de
gloeilampen is in de gebruiksaanwijzing van het basisvoertuig beschreven.
12.8.2 Verlichting achter
Vijf behuizingsschroeven (Afb. 292,1) losdraaien.
Behuizing wegnemen.
Gloeilamp verwijderen.
Afb. 291 Gloeilamptypen
Pos. in
Afb. 291
Sokkeltype/gloei-
lamptype
Vervangen
1 Steeksokkel Voor het uitnemen de gloeilamp eruit trek-
ken
Voor het inzetten de gloeilamp met lichte
druk in de fitting schuiven
2 Bajonetsokkel Voor het uitnemen de gloeilamp naar be-
neden drukken en tegen de klok in draaien
Voor het inzetten de gloeilamp in de fitting
zetten en met de klok mee draaien
3 Cilindrische gloeilam-
pen
Voor het uitnemen en voor het inzetten de
contacten van de lamphouder voorzichtig
naar buiten buigen
4 Halogeengloeilamp Voor het uitnemen de sluitveer losmaken
Na het inzetten de sluitveer weer inhangen
Afb. 292 Verlichting achter
1 Behuizingsschroeven
2 Achterlicht
3Remlicht
4 Richtingaanwijzer
5 Achteruitrijlicht
6 Mistlamp achter