Operation Manual
180 T-Modell - 12/13 - Ausgabe 07/12 - 2223843 - BUE-0006-13NL
Inbouwapparatuur
9
Inbouwplaats Zie hoofdstuk 16.
Wintergebruik Bij wintergebruik is in de schakelaarstand "Verwarming en boiler" de boiler
reeds uitgeschakeld.
Zomergebruik Bij zomergebruik kan het water tot 40 °C of 60 °C worden verwarmd.
Inschakelen:
Op het bedieningspaneel (Afb. 221) de draaischakelaar (Afb. 221,2) op
"Zomergebruik" (Afb. 221,1) zetten.
Geel controlelicht (Afb. 221,4) licht op tijdens de opwarmfase. Bij het bereiken
van de ingestelde watertemperatuur is de opwarmfase beëindigd en het gele
controlelicht gaat uit.
Uitschakelen:
Op het bedieningspaneel (Afb. 221) de draaischakelaar (Afb. 221,2) op
" " zetten.
Boiler vullen/leegmaken De boiler wordt uit de watertank van water voorzien.
Boiler met water vullen:
12-V-voorziening op het paneel inschakelen.
Op het paneel evt. de stroomvoorziening van de waterpomp inschakelen.
Veiligheids-/aftapventiel sluiten. Draai daarvoor de draaiknop (Afb. 222,1)
dwars ten opzichte van het veiligheids-/aftapventiel en druk de drukknop
(Afb. 222,2) in.
Alle waterkranen op "Warm" zetten en openen. De waterpomp wordt inge-
schakeld. De warmwaterleidingen worden gevuld met water.
Waterkranen zolang geopend laten tot het water zonder luchtbellen uit de
waterkranen stroomt. Alleen zo is gegarandeerd dat de boiler met water is
gevuld.
Alle waterkranen sluiten.
Z Veiligheids-/aftapventiel openen en de boiler leegmaken, als het voertuig
langere tijd niet wordt gebruikt.
Z Bij temperaturen onder 2 °C gaat het veiligheids-/aftapventiel automatisch
open. Pas wanneer de temperatuur bij het veiligheids-/aftapventiel boven
6 °C ligt, kan het veiligheids-/aftapventiel weer afgesloten worden.
Z De waterpomp en de waterarmaturen zijn niet tegen vorst beschermd door
het veiligheids-/aftapventiel.
Z De aftapaansluiting van het veiligheids-/aftapventiel moet altijd vrij van ver-
ontreiningen (bijv. bladeren, ijs) zijn.
Afb. 222 Veiligheids-/aftapventiel van
de boiler