Operation Manual
55T-Modell - 11/12 - Ausgabe 08/11 - 2096085 - BUE-0006-12NL
Wonen
6
6Wonen
Hoofdstukoverzicht
In dit hoofdstuk staan instructies voor het wonen in het voertuig.
De instructies hebben betrekking op:
z het openen en sluiten van deuren en luiken
z de lichtschakelaars
z het instellen van de halogeenspotlights
z het positioneren van de televisie
z het ventileren van het voertuig
z het openen en sluiten van ramen en rolgordijnen
z het openen en sluiten van de vouwverduisteringen in de bestuurderscabine
z het openen en sluiten van de dakluiken
z het veranderen van de tafelbladen
z het ombouwen van tafels
z de verstelling van de langszitbank
z het gebruik van de bedden
6.1 Ingangsdeur
6.1.1 Ingangsdeur, buiten (Hartal M1)
Openen: Sleutel in cilinderslot (Afb. 35,1) steken en draaien, tot het deurslot is ont-
grendeld.
Sleutel in middelste stand terugdraaien en uittrekken.
Aan de deurgreep (Afb. 35,2) trekken. De deur is geopend.
Vergrendelen:
Sleutel in cilinderslot (Afb. 35,1) steken en draaien, tot het deurslot is ver-
grendeld.
Sleutel in middelste stand terugdraaien en uittrekken.
X Alleen met vergrendelde deuren rijden.
Z Het vergrendelen van de deuren kan verhinderen, dat de deuren vanzelf
open gaan, bijv. bij een ongeval.
Z Vergrendelde deuren verhinderen tevens het ongewenste binnendringen
van buitenaf, bijv. als u voor een verkeerslicht stopt. Door vergrendelde
deuren kunnen echter hulpverleners in noodgeval het interieur van het
voertuig moeilijk bereiken.
Z Bij het verlaten van het voertuig altijd de deuren vergrendelen.
Afb. 35 Deurslot ingangsdeur, buiten