Operation Manual
167T-Modell - 11/12 - Ausgabe 08/11 - 2096085 - BUE-0006-12NL
Inbouwapparatuur
9
9.4.1 Modeluitvoeringen met gasafvoerschoorsteen aan de
rechter voertuigkant
9.4.2 Boiler Truma Combi
De boiler is in de verwarming geïntegreerd en wordt met gas (gasgebruik)
resp. met gas en/of stroom (gas- en 230-V-elektragebruik) gebruikt. De boiler
wordt ingeschakeld op het bedieningspaneel (Afb. 204) met de draaischake-
laar (Afb. 204,2). Op de energiekeuzeschakelaar (Afb. 206) wordt de energie-
soort ingesteld (gas- en 230-V-elektragebruik).
Bij wintergebruik "Verwarming en boiler" (Afb. 204,3) wordt bij het aanzetten
van de verwarming automatisch ook het water in de boiler verhit. Als de ver-
warming bij het bereiken van de gewenste ruimtetemperatuur uitschakelt, dan
verhit de boiler verder tot de watertemperatuur is bereikt.
Bij zomergebruik (Afb. 204,1) wordt alleen het water in de boiler tot 40 °C of
60 °C verwarmd. Het water wordt in ca. 25 minuten tot 60 °C verhit. Het gele
controlelicht (Afb. 204,5) licht op tijdens de opwarmfase van de boiler.
De spanningsvoorziening voor het toestel kan via de hoofdschakelaar 12 V
niet worden onderbroken. Bij storing licht het rode controlelicht (Afb. 204,4) op
het bedieningspaneel op (zie hoofdstuk 14).
Veiligheids-/aftapventiel De boiler is uitgerust met een veiligheids-/aftapventiel (Afb. 205). Het veilig-
heids-/aftapventiel voorkomt, dat het water in de boiler bevriest als bij vorst de
verwarming niet is ingeschakeld.
X Als de voortent is opgebouwd en de boiler in gasgebruik is ingeschakeld,
kunnen de afvoergassen van de boiler zich ophopen in de ruimte van de
voortent. Verstikkingsgevaar! Zorgen voor een toereikende ventilatie.
Afb. 204 Bedieningspaneel voor ver-
warming/boiler
1 Zomergebruik watertemperatuur
40 °C of 60 °C
2 Draaischakelaar
3 Wintergebruik "Verwarming en boiler"
4 Rood controlelicht "Storing"
5 Geel controlelicht "Boiler opwarm-
fase"
Z Veiligheids-/aftapventiel openen en de boiler leegmaken, als het voertuig
langere tijd niet wordt gebruikt.
Z Bij temperaturen onder 2 °C gaat het veiligheids-/aftapventiel automatisch
open. Pas wanneer de temperatuur bij het veiligheids-/aftapventiel boven
6 °C ligt, kan het veiligheids-/aftapventiel weer afgesloten worden.
Z De waterpomp en de waterarmaturen zijn niet tegen vorst beschermd door
het veiligheids-/aftapventiel.
Z De aftapaansluiting van het veiligheids-/aftapventiel moet altijd vrij van ver-
ontreiningen (bijv. bladeren, ijs) zijn.