Operation Manual
138 T-Modell - 11/12 - Ausgabe 08/11 - 2096085 - BUE-0006-12NL
Elektrische installatie
8
In de zonneregelaar is een beveiliging tegen overlading en een keerstroom-
blokkering geïntegreerd. De laadstroom wordt automatisch gereduceerd of de
zonnecollectors (zonnecelmodule) worden bij niet toereikende zonne-energie
(bijv. 's nachts) uitgeschakeld.
De bedrijfsindicatie bestaat uit twee LED's (Afb. 166,1 en 2). De LED's geven
middels hun helderheid de actuele bedrijfstoestand aan. Hoe voller de accu is,
hoe feller de LED "100 % ↑" (Afb. 166,1) brandt en hoe zwakker de LED
"20 % ↓" (Afb. 166,2) brandt.
8.9 230-V-boordnet
Het 230-V-boordnet verzorgt:
z de contactdozen met randaarde voor apparaten met maximaal 16 A
z de koelkast
z het elektroblok
z het extra laadapparaat
z de klimaatregeling
De elektrische verbruikers, die op het 12-V-boordnet van de woonruimte aan-
gesloten zijn, worden door de woonruimteaccu van spanning voorzien.
Het voertuig zo vaak mogelijk op een externe 230-V-voorziening aansluiten.
Daarbij laadt de laadmodule in het elektroblok automatisch de woonruim-
teaccu. Bovendien wordt de startaccu met een druppellading van ca. 2 A
geladen.
Al naargelang de uitrusting zijn de klimaatregeling en andere extra apparaten
beveiligd door een eigen beveiligingsautomaat (16 A).
Afb. 166 Zonneregelaar
LED Toestand Betekenis
100 % ↑
20 % ↓
Uit
Uit
Zonne-energie is niet toereikend
100 % ↑
20 % ↓
Brandt
Brandt
Accu wordt geladen
100 % ↑ Brandt fel Laadstroom beperkt tot druppelladerstroom
20 % ↓ Brandt zwak
X Alleen vaklieden aan de elektrische installatie laten werken.
X De elektrische installatie van het voertuig elke drie haar door een geau-
toriseerde vakman laten controleren. Bij veelvuldig gebruik van het voer-
tuig wordt een jaarlijkse controle aanbevolen.