Operation Manual

222 T-Modell - 10/11 - Ausgabe 07/10 - 1976775 - BUE-0006-11NL
Onderhoud
12
12.8.4 Gloeilamptypen voor buitenverlichting
12.9 Vervangen van gloeilampen, binnen
Buitenverlichting Gloeilamptype
Achter
Remlicht Ba15s 12 V 21 W
Achterlicht Ba15s 12 V 5 W
Richtingaanwijzer Ba15s 12 V 21 W oranje
Mistlamp achter Ba15s 12 V 21 W
Kentekenplaatlampje Soffitte 12 V 5 W
Achteruitrijlicht Ba15s 12 V 21 W
Derde remlicht T5 12 V 2,3 W
Zijde
Breedtelicht LED
Contourverlichting Ba15s 12 V 5 W resp. Soffitte
12 V 5 W
Gloeilampen en lamphouders kunnen erg warm worden. Daarom voor
het vervangen van gloeilampen de lamp laten afkoelen.
Vóór het vervangen van de gloeilampen de stroomtoevoer naar de
beveiligingsautomaat in de 230-V-zekeringenkast uitschakelen.
Gloeilampen ontoegankelijk voor kinderen bewaren.
Geen gloeilamp gebruiken die is gevallen of die krassen heeft in het
glas. De gloeilamp zou kunnen springen.
Lampen kunnen zeer heet worden. Als de lamp is ingeschakeld, moet
de veiligheidsafstand tot brandbare voorwerpen altijd 30 cm bedragen.
Brandgevaar!
LED's in lampen niet vervangen met gewone gloeilampen. Brandgevaar
door sterke hitteontwikkeling.
Een nieuwe gloeilamp niet vastpakken met de vingers. Om de nieuwe
gloeilamp in te zetten een stoffen doek gebruiken.
Alleen gloeilampen van hetzelfde type en met het juiste aantal watt
gebruiken.
Wanneer LED's in lampen defect zijn, een officiële dealer of een service-
punt opzoeken.