Operation Manual
151T-Modell - 10/11 - Ausgabe 07/10 - 1976775 - BUE-0006-11NL
Inbouwapparatuur
9
Toerental van de
circulatiepomp instellen
Met de draairegelaar (Afb. 181,2) kan het toerental van de circulatiepomp
ingesteld worden. Bij een gereduceerd toerental vermindert het geluid dat de
pomp maakt.
De draairegelaar bevindt zich op de circulatiepomp (Afb. 181,1).
Capaciteit instellen:
De draairegelaar (Afb. 181,2) tegen de klok in draaien. De capaciteit is
minder.
De draairegelaar met de klok mee draaien. De capaciteit wordt verhoogd.
Warmtewisselaar Alde
(speciale uitvoering)
Met de warmtewisselaar kan de woonruimte van het voertuig tijdens de rit
worden verwarmd, zonder de warmwaterverwarming van de woonruimte in
gebruik te nemen.
De warmtewisselaar is op het koelcircuit van de voertuigmotor aangesloten en
heeft zo dezelfde functie als de verwarming van het voertuig.
De verwarmingscapaciteit wordt via de verwarmingsregeling van de woon-
ruimte ingesteld.
De afsluitkraan voor de warmtewisselaar bevindt zich direct aan de warmte-
wisselaar.
De warmwaterverwarming is uitgerust met een zeer sterke pomp. De pomp
bij kleinere voertuigen alleen dan op vol vermogen gebruiken als de buis-
leidingen worden ontlucht. Anders versnelt de slijtage, harde geluiden van
de pomp zijn het gevolg.
Afb. 181 Toerentalverlaging
De warmtewisselaar functioneert alleen als de voertuigmotor draait.
Als de warmtewisselaar niet wordt gebruikt (bijv. in de zomer), de warmte-
wisselaar met de afsluitkraan afsluiten.