Operation Manual

131T-Modell - 10/11 - Ausgabe 07/10 - 1976775 - BUE-0006-11NL
Elektrische installatie
8
8.9 230-V-boordnet
Het 230 -V-boordnet verzorgt:
de contactdozen met randaarde voor apparaten met maximaal 16 A
de koelkast
het elektroblok
het extra laadapparaat
de klimaatregeling
De elektrische verbruikers, die op het 12-V-boordnet van de woonruimte aan-
gesloten zijn, worden door de woonruimteaccu van spanning voorzien.
Het voertuig zo vaak mogelijk op een externe 230 -V-voorziening aansluiten.
Daarbij laadt de laadmodule in het elektroblok automatisch de woonruim-
teaccu. Bovendien wordt de startaccu met een druppellading van ca. 2 A
geladen.
Al naargelang de uitrusting zijn de klimaatregeling en andere extra apparaten
beveiligd door een eigen beveiligingsautomaat (16 A).
8.9.1 230-V-aansluiting
Het voertuig kan op een externe 230-V-voorziening worden aangesloten. De
kabel mag een lengte van max. 25 m hebben.
8.9.2 Voedingskabel voor externe 230-V-aansluiting
Voedingskabel
Drieaderig (3 x 2,5 mm
2
) flexibel snoer met rubber mantel
Max. 25 m lengte
1 stekker met randaarde
1 aansluitkoppeling met randaarde (steekvoorzieningen conform
EN 60309)
Aansluitmogelijkheden Wij adviseren als voedingskabel een CEE-verbindingskabel met CEE-stekker
en CEE-koppeling. Als deze aansluitmogelijkheid niet mogelijk is, adviseren
wij de volgende combinatie met een randaardestekker:
Alleen vaklieden aan de elektrische installatie laten werken.
De externe 230-V-voorziening moet beveiligd zijn met een aardlekscha-
kelaar (FI-schakelaar, 30 mA).
Voor de aansluitpunten op campings (campingverdelers) zijn uiterst
gevoelige aardlekschakelaars (FI-schakelaars, 30 mA) voorgeschreven.
Het voertuig is al met een aardlekschakelaar (FI-schakelaar) uitgerust.
De kabel volledig van de kabelhaspel afwikkelen om oververhitting te
vermijden.