Operation Manual

98 I-Modell - 14/15 - Ausgabe 08/14 - 2476488 - BUE-0051-08NL
Wonen
6
Noodontgrendeling
voorruitverduistering
De gesloten voorruitverduistering kan bij een storing met behulp van de nood-
ontgrendeling geopend worden.
Afdekking (Afb. 108,1) van de noodontgrendeling aan het plafond van de
bestuurderscabine met behulp van een vlak voorwerp (bijv. een munt) ver-
wijderen.
Meegeleverde zeskantsleutel (Afb. 109,3) met de lange arm in de opname
(Afb. 109,2) steken.
Knop (Afb. 109,1) indrukken.
Zeskantsleutel draaien tot de voorruitverduistering het zicht van de
bestuurder niet meer beperkt.
Knop (Afb. 109,1) eruit trekken en afdekking (Afb. 108,1) plaatsen.
Zijruiten
Sluiten:
Ontgrendelingen (Afb. 110,1) indrukken en ingedrukt houden.
De vouwverduisteringen voor bestuurdersraam en passagiersraam aan de
greep (Afb. 110,2) naar de andere raamzijde trekken en met de magneet-
strips vastzetten.
Openen:
Ontgrendelingen (Afb. 110,1) indrukken en ingedrukt houden.
De vouwverduisteringen voor het bestuurdersraam en het passagiersraam
aan de greep (Afb. 110,2) tot aan de aanslag inschuiven.
Ontgrendelingen loslaten en laten vastklikken.
Afb. 108 Afdekking noodontgrendeling Afb. 109 Noodontgrendeling voorruit-
verduistering
Z Wanneer de knop niet ingedrukt kan worden, de zeskantsleutel iets
draaien.
Afb. 110 Vergrendeling voor bestuur-
ders-/passagiersraam