Operation Manual
151I-Modell - 14/15 - Ausgabe 08/14 - 2476488 - BUE-0051-08NL
Elektrische installatie
8
8.10.1 230-V-controlelicht
Het 230-V-controlelicht (Afb. 157,1) licht op, als aan de ingang van het elek-
troblok netspanning aanwezig is. De batterijen worden opgeladen.
8.10.2 Hoofdschakelaar 12 V
De hoofdschakelaar 12 V (Afb. 157,18) schakelt het paneel en de 12-V-voor-
ziening van de woonruimte aan en uit.
Uitzondering: Verwarming, basisverlichting (verlichting in het ingangsbereik)
en opstap blijven bedrijfsklaar.
Inschakelen:
Toets 12-V-voorziening (Afb. 157,18) kort indrukken. De 12-V-voorziening
van de woonruimte is ingeschakeld. De controle-indicatie "12 V" brandt.
Uitschakelen:
Toets 12-V-voorziening (Afb. 157,18) kort indrukken. De 12-V-voorziening
van de woonruimte is uitgeschakeld. De controle-indicatie "12-V-voorzie-
ning" gaat uit.
Accuscheiding/
buitenbedrijfstelling
activeren:
12-V-voorziening uitschakelen.
Toets woonruimteaccu (Afb. 157,15) indrukken en ca. 10 seconden lang
ingedrukt houden. Het symbool volt "V" (Afb. 157,3) en de controle-indi-
catie "12 V" knipperen drie keer. De woonruimteaccu is losgekoppeld van
het 12-V-boordnet.
Z Het 230-V-controlelicht brandt ook, als de hoofdschakelaar 12 V is uitge-
schakeld.
Z Als na het inschakelen de LED "11,0" van de voltindicatie en het symbool
volt "V" (Afb. 157,3) in het weergave-instrument accu's (Afb. 157,2) knip-
peren, dan is de spanning van de woonruimteaccu te gering. Accu laden.
Z Als na het inschakelen de controle-indicatie "12 V" en het symbool volt "V"
(Afb. 157,3) drie keer knipperen, dan is de accuscheiding geactiveerd.
Accuscheiding deactiveren.
Z Wanneer het paneel uitgeschakeld is en het symbool "V" (Afb. 157,3) rood
knippert, dan is de accu ontladen. Om de accu te beschermen tegen diep-
ontlading kan het paneel dan niet worden ingeschakeld. Accu zo snel
mogelijk opladen.
Z Als de accuscheiding/buitenbedrijfstelling geactiveerd is, zijn alle verbrui-
kers inclusief verwarming, basisverlichting, opstap van de accu losgekop-
peld. Apparaten die de woonruimteaccu opladen, bijv. de zonnepanelen,
blijven met de accu verbonden.
Z Bij het verlaten van het voertuig de 12-V-voorziening via het paneel uit-
schakelen. Zo kan een onnodige ontlading van de woonruimteaccu worden
vermeden.
Z Verbruikers als regelapparaten (bijv. zonneregelaar, ijs-ex of paneel) of
inbouwapparatuur (bijv. verwarming, koelkast of opstap) halen verder
stroom van de accucapaciteit, ook wanneer de 12-V-voorziening op het
paneel is uitgeschakeld. Daarom de woonruimteaccu loskoppelen van het
12-V-boordnet, als het voertuig langere tijd niet wordt gebruikt. Hiertoe de
accuscheiding/buitenbedrijfstelling activeren.