Operation Manual
129I-Modell - 14/15 - Ausgabe 08/14 - 2476488 - BUE-0051-08NL
Elektrische installatie
8
De startaccu kan alleen met een extern laadapparaat vol geladen worden. Als
het voertuig op de 230-V-voorziening is aangesloten, krijgt de startaccu van
het elektroblok alleen een druppellading. Ook tijdens het rijden is een volledig
laden van de startaccu door de voertuigdynamo slechts beperkt mogelijk.
Bij het laden van de startaccu met een extern laadapparaat als volgt te werk
gaan:
Voertuigmotor afzetten.
De 12-V-voorziening op het paneel uitschakelen. De controlelichten of de
indicaties op het paneel gaan uit.
Alle gasverbruikers uitschakelen, alle gasafsluitkranen en de hoofdafsluit-
kraan op de gasfles sluiten.
De elektrische verbinding tussen startaccu en voertuig scheiden (bijv.
poolklemmen verwijderen). Bij het afklemmen van de accupolen bestaat
kortsluitingsgevaar. Daarom van de startaccu eerst de minpool en vervol-
gens de pluspool afklemmen.
Controleren, of het externe laadapparaat is uitgeschakeld.
Het externe laadapparaat aansluiten op de startaccu. Letten op de poling:
Eerst de pooltang "+" aan de pluspool van de startaccu klemmen, vervol-
gens de pooltang "–" aan de minpool van de startaccu klemmen.
Extern laadapparaat inschakelen.
Informatie over de laadduur van de accu ontlenen aan de gebruiksaanwij-
zing van het aangebrachte laadapparaat.
Informatie over de sterkte van de accu vindt u op de accu.
Laadapparaat in omgekeerde volgorde losklemmen (eerst de minpool).
Accupolen weer opklemmen (eerst de pluspool).
8.4.3 Woonruimteaccu
Z Het contact niet bedienen als de startaccu of de woonruimteaccu losgekop-
peld zijn. Kortsluitingsgevaar door open kabeleinden!
Z Voor het los- en vastklemmen van de accu de voertuigmotor uitschakelen,
de 230-V- en de 12-V-voorziening alsmede alle verbruikers uitschakelen.
Kortsluitingsgevaar!
Z De gebruiksaanwijzingen van het basisvoertuig en het laadapparaat in acht
nemen.
Z Voor het laden van de woonruimteaccu alleen het ingebouwde elektroblok
gebruiken.
Z Na de reis de woonruimteaccu volledig opladen.
Z Voor een tijdelijke stilstand de accu volledig opladen.
Z Bij het vervangen van de woonruimteaccu alleen accu's van dezelfde
bouwwijze en dezelfde capaciteit gebruiken.
Z Wanneer meerdere woonruimteaccu's aanwezig zijn, altijd alle accu's
samen vervangen. De accu's moeten altijd dezelfde leeftijd en dezelfde
capaciteit hebben.
Z Bij het vervangen van de woonruimteaccu alleen accu's gebruiken die
overeenkomen met de minimale capaciteit van het laadapparaat. De
afzonderlijke gebruiksaanwijzing van het laadapparaat in acht nemen.
Accu's met te geringe capaciteit verhitten bij het laden te sterk. Explosie-
gevaar!