Operation Manual
56 I-Modell - 13/14 - Ausgabe 08/13 - 2354637 - BUE-0051-07NL
Tijdens de rit
4
Buitenspiegelverwarming
inschakelen:
De schakelaar (Afb. 34,2) op de schakelaarlijst indrukken. Het controlelicht
in de schakelaar geeft het gebruik aan.
Zonnescherm (van boven)
bewegen:
Bovenste of onderste helft van de schakelaar (Afb. 34,4) op de schakelaar-
lijst indrukken. Het zonnescherm wordt naar boven of beneden geschoven,
zolang de schakelaar wordt ingedrukt.
Voorruitverduistering (van
onder) bewegen:
Bovenste of onderste helft van de schakelaar (Afb. 34,3) op de schakelaar-
lijst indrukken. De voorruitverduistering wordt naar boven of beneden
geschoven, zolang de schakelaar wordt ingedrukt.
Noodontgrendeling
voorruitverduistering
De gesloten voorruitverduistering kan bij een storing met behulp van de nood-
ontgrendeling geopend worden.
Afdekking (Afb. 35,1) van de noodontgrendeling aan het plafond van de
bestuurderscabine met behulp van een vlak voorwerp (bijv. een munt) ver-
wijderen.
Meegeleverde zeskantsleutel (Afb. 36,3) met de lange arm in de opname
(Afb. 36,2) steken.
Knop (Afb. 36,1) indrukken.
Zeskantsleutel draaien tot de voorruitverduistering het zicht van de
bestuurder niet meer beperkt.
Knop (Afb. 36,1) eruit trekken en afdekking (Afb. 35,1) plaatsen.
Z Het kaartleeslampje voor de passagier wordt via een afzonderlijke schake-
laar aan de passagierszijde in- en uitgeschakeld.
Z Het zonnescherm kan tijdens de rit gebruikt worden.
Wanneer het voertuig stilstaat, kan het zonnescherm als verduistering
worden gebruikt. Samen met de voorruitverduistering (van onder) kan de
voorruit volledig verduisterd worden.
Afb. 35 Afdekking noodontgrendeling Afb. 36 Noodontgrendeling voorruit-
verduistering
Z Wanneer de knop niet ingedrukt kan worden, de zeskantsleutel iets
draaien.