Operation Manual
251I-Modell - 13/14 - Ausgabe 08/13 - 2354637 - BUE-0051-07NL
Onderhoud
12
12.9 Vervangen van gloeilampen, binnen
12.9.1 Plafondverlichting
De plafondverlichting is voorzien van LEDs.
Lamp vervangen:
Veerring (Afb. 267,1) aan de beide uiteinden (Afb. 267,2) in elkaar duwen
en verwijderen.
Behuizing (Afb. 267,3) met LED uit de lamp verwijderen.
Stekker eruit trekken en behuizing met LED compleet vervangen.
Lamp in omgekeerde volgorde in elkaar zetten.
X Gloeilampen en lamphouders kunnen erg warm worden. Daarom voor
het vervangen van gloeilampen de lamp laten afkoelen.
X Vóór het vervangen van de gloeilampen de stroomtoevoer naar de
beveiligingsautomaat in de 230-V-zekeringenkast uitschakelen.
X Gloeilampen ontoegankelijk voor kinderen bewaren.
X Geen gloeilamp gebruiken die is gevallen of die krassen heeft in het
glas. De gloeilamp zou kunnen springen.
X Lampen kunnen zeer heet worden. Als de lamp is ingeschakeld, moet
de veiligheidsafstand tot brandbare voorwerpen altijd 30 cm bedragen.
Brandgevaar!
X LED's in lampen niet vervangen met gewone gloeilampen. Brandgevaar
door sterke hitteontwikkeling.
Z Een nieuwe gloeilamp niet vastpakken met de vingers. Om de nieuwe
gloeilamp in te zetten een stoffen doek gebruiken.
Z Alleen gloeilampen van hetzelfde type en met het juiste aantal watt
gebruiken.
Z Wanneer LED's in lampen defect zijn, een officiële dealer of een service-
punt opzoeken.
Afb. 267 Plafondverlichting