Operation Manual
133I-Modell - 13/14 - Ausgabe 08/13 - 2354637 - BUE-0051-07NL
Elektrische installatie
8
Als het voertuig op de 230-V-voorziening is aangesloten, worden de woon-
ruimteaccu en de startaccu via de laadmodule in het elektroblok bijgeladen.
De startaccu wordt hierbij alleen met een druppellading geladen. De laad-
stroom wordt aan de laadtoestand van de accu aangepast. Daardoor is over-
laden niet mogelijk.
Om de volle capaciteit van de laadmodule in het elektroblok te gebruiken,
dienen alle elektrische verbruikers tijdens het laden uitgeschakeld te worden.
8.6 Elektroblok (EBL 220)
Z Ventilatiesleuven niet afdekken. Gevaar voor oververhitting!
Z Afhankelijk van het model zijn niet altijd alle stekkerplaatsen voor zeke-
ringen uitgerust.
Z Wanneer meerdere woonruimteaccu's aanwezig zijn, een extra laadappa-
raat gebruiken.
Z Verdere informatie ontlenen aan de aparte gebruiksaanwijzing van de
fabrikant van de apparatuur.
Afb. 150 Elektroblok (EBL 220)
1 Aansluitingen BL 2 - extra laadapparaat 1
2 Aansluitingen BL 1 - extra laadapparaat 2
3 Platte zekeringen
4 Aansluitingen BL 9 - zonneregelaar
5 Netaansluiting 230 V
6 Aansluitingen BL 10 - paneel
7 Accu-keuzeschakelaar ("Blei-Säure/Blei-Gel" (lood-zuur/lood-gel))
8 Aansluitingen BL 13 - paneel
9 Aansluitingen BL 12 - sensor woonruimteaccu D+
10 Schakelaar D+ actief aan +12 V (D+ actief aan massa (in de fabriek ingesteld))
11 Aansluitingen BL 11 - paneel
12 Aansluitingen BL 8 - opstap, tv, antenne
13 Aansluitingen BL 6 - verwarming, waterpomp, reserve
14 Aansluitingen BL 7 - markies, tankverwarming, voortentverlichting
15 Keuzeschakelaar voor aantal extra laadapparaten
16 Aansluitingen BL 5 - zonneregelaar
17 Aansluitingen BL 4 - koelkast van startaccu
18 Aansluitingen BL 3 - koelkast