Operation Manual

47I-Modell - 12/13 - Ausgabe 07/12 - 2223852 - BUE-0051-06NL
Tijdens de rit
4
Rugleuning instellen De helling van de rugleuning van de bestuurdersstoel zo instellen dat het
stuurwiel met licht gebogen armen vastgehouden kan worden.
Kartelgreep (Afb. 22,4) draaien. Afhankelijk van de draairichting helt de
rugleuning naar voren of achteren.
Armleuning instellen De armleuningen kunnen traploos in de hoogte versteld worden.
Kartelwiel (Afb. 23,1) draaien. Afhankelijk van de draairichting helt de arm-
leuning naar boven of onderen.
4.8.3 Stoelverwarming (speciale uitvoering)
Al naargelang de uitrusting zijn de bestuurders- en passagiersstoel met een
traploos regelbare stoelverwarming uitgerust.
Stoelverwarming
inschakelen:
De onderste helft van de schakelaar (Afb. 24,1) aan de linkerzijde van de
stoelconsole indrukken.
Stoelverwarming instellen:
Om een lagere verwarmingscapaciteit in te stellen, moet het instelwiel
(Afb. 24,2) in de richting "0" worden gedraaid.
Om een hogere verwarmingscapaciteit in te stellen, moet het instelwiel
(Afb. 24,2) in de richting "5" worden gedraaid.
Stoelverwarming
uitschakelen:
De bovenste helft van de schakelaar (Afb. 24,1) aan de linkerzijde van de
stoelconsole indrukken.
Z De stoelverwarming werkt alleen, wanneer het contact is ingeschakeld.
Afb. 24 Schakelaar stoelverwarming