Operation Manual

46 I-Modell - 12/13 - Ausgabe 07/12 - 2223852 - BUE-0051-06NL
Tijdens de rit
4
Juiste zitpositie instellen Bestuurdersstoel en passagiersstoel kunnen in positie versteld worden. De
daarvoor noodzakelijke grepen bevinden zich aan de linkerkant, aan de voor-
kant of aan de rechterkant van de stoel.
Aan de greep (Afb. 21,1) trekken. De stoel kan naar voor of naar achter
worden verschoven.
Greep loslaten. De stoelrail vergrendelt automatisch in de gewenste
positie.
Kartelknop (Afb. 21,4) draaien. De hoek van de rugleuning kan worden ver-
steld.
4.8.2 Stoelen (Aguti-Liner)
Stoel draaien De draairichting is naar believen. Een vergrendeling van de stoelen is alleen
mogelijk in de rijrichting.
Beide armleuningen omhoogzetten.
Stoel naar voren schuiven.
Ontgrendelingsgreep (Afb. 22,3) bedienen. De vergrendeling wordt ont-
grendeld.
Stoel draaien.
Stoel in de lengte
verstellen
De bestuurdersstoel zo instellen dat de bestuurder de pedalen comfortabel
kan intrappen.
De beugel (Afb. 22,1) naar boven trekken.
Stoel naar voren of naar achteren schuiven.
De beugel loslaten. De stoel moet hoorbaar vergrendelen.
Zithoek instellen Zithoek zo instellen dat de dijen zonder druk op het zitvlak liggen.
De hendel (Afb. 22,2) naar boven trekken.
Zitvlak door het belasten of ontlasten in de gewenste hellingpositie
brengen.
De hendel loslaten. Het zitvlak moet hoorbaar vergrendelen.
Afb. 22 Stoelverstelling Afb. 23 Verstelling van de armleu-
ningen